Vrijheid is voor mij: Ben van Dorst

In deze rubriek vertellen Helmonders wat vrijheid voor hen betekent. Dat doen ze aan de hand van een voorwerp dat ze zelf uitkiezen. Deze keer is Ben van Dorst aan het woord. Hij staat op de foto met het Rode Kruis-hesje waarin zijn vader twee dagen voor de bevrijding van Helmond werd doodgeschoten. De Ben van Dorststraat in Helmond is naar hem vernoemd.

80 jaar vrijheid portret Ben van Dorst

Wie? Ben van Dorst (84)
Staat op de foto met? Het Rode Kruis-hesje en de helm van zijn vader


‘‘Toen de oorlog begon, was mijn moeder hoogzwanger van mij. Mijn vader moest vechten in Rotterdam, bij de Maasbruggen. Op 21 mei 1940 werd ik geboren in het Helmondse ziekenhuis, terwijl mijn vader toen nog krijgsgevangene was. Gelukkig kwam hij iets later weer veilig thuis en zag hij mij voor het eerst.’

Spionage

‘Tijdens de oorlog werkte hij als technisch ambtenaar voor het waterschap de Aa. Hij inspecteerde bijvoorbeeld bruggen. Belangrijke informatie speelde hij door naar de Albrechtgroep onder zijn schuilnaam Harry. Dit was een landelijk georganiseerde verzetsgroep van militaire en economische spionage. Die informatie is gebruikt voor gerichte bombardementen, Operatie Market Garden en de bevrijding van Helmond. Mijn moeder wist ondertussen van niks, dat zou levensgevaarlijk zijn geweest. Want wij hadden thuis ook nog eens Duitsers ingekwartierd. En dan te bedenken dat verzetskranten en de radio gewoon verstopt in huis lagen.’

Twee petten op

‘Verder had hij contact met Knokploeg Bakel, een verzetsorganisatie. In juni 1944 ontspoorde een Duitse trein richting Deurne, mogelijk door hun sabotage. Mijn vader ging namens het Rode Kruis, als onafhankelijke partij, de Duitse gewonden verzorgen. Hij had dus eigenlijk twee petten op: hij was verzetsstrijder én zag het als zijn plicht anderen te helpen. Door zijn werk bij het waterschap en Rode Kruis kon hij gaan en staan waar hij wilde. Dat hij niet eerder is gepakt, is een wonder.’

Doodgeschoten

‘Maar op 23 september 1944 ging het mis. Als commandant van de transportcolonne bij het Rode Kruis hoorde hij van een schietincident aan de Kanaaldijk. Met zijn Rode Kruis-uniform werd hij tijdens het bergen van een dodelijke stadsgenoot zelf doodgeschoten door de angstige Duitsers. Doordat het zo onveilig was, kon mijn vaders lichaam pas na een paar dagen worden opgehaald. Hij is begraven met Rode Kruis-eer en inmiddels is zijn graf benoemd tot een oorlogsgraf. Na zijn dood heeft hij ook nog onderscheidingen gekregen.’

Offer voor vrijheid

‘Mijn broer, zus en ik waren nog erg jong toen we onze vader verloren. Ik was de oudste en nog maar net vier jaar oud. We snapten dat papa naar de hemel was, maar dachten dat hij weer terug zou komen. Een vaderfiguur hebben we altijd gemist. Daarom vind ik het belangrijk dat mijn vader niet vergeten wordt. Hij en vele anderen hebben grote offers gebracht voor onze vrijheid waar we niet altijd bewust van zijn.’

Uw Reactie
Uw Reactie