Commissiestukken notitie ontwikkelingsmogelijkheden Keizerin Marialaan

Gemeente Helmond

DIENST STADSONTWIKKELING

Aan: DecommissieSOd.d.22januari2001

Cie. S 0 d. d.

Agendapunt 11

Helmond, 1 1 januari 2001

Ons Kenmerk: SO/PBH/AB

Doorkiesnr: 7706

Uw kenmerk: --

Uw brief d.d.: --

Onderwerp: Notitie 'Ontwikkelingsmogelijkheden omgeving Keizerin Marialaan Helmond"

Geachte leden van de commissie,

In het kader van de start van de planontwikkeling rondom de nieuwbouw van het scholencomplex

ROCITKC aan de Keizerin Marialaan is een nota van randvoorwaarden opgesteld waarin ook is

gekeken naar de ontwikkelingsmogelijkheden in de wijdere omgeving. Omwille van de voortgang van

de planvorming voor het onderwijscomplex is echter reeds heel snel ingezoomd op de

planontwikkeling van het scholencomplex. Dit heeft inmiddels geleid tot een bouwaanvraag waar door

middel van een artikel 19-procedure medewerking aan wordt verleend. De planning voorziet een start

van de bouw maart 2001.

Bij de verdere uitwerking van de plannen komen af en toe kwesties aan de orde, waarbij een integrale

visie op de ontwikkelingsmogelijkheden gemist wordt. In het kader van het productieprogramma is

echter vooralsnog geen capaciteit aanwezig om een complete structuurvisie voor het gebied op te

stellen. Er zijn echter redenen die het wenselijk maken dat er wel een "afsprakenkader" bestaat over

de wenselijke en ongewenste ontwikkelingen. U kunt hierbij denken aan:

* vragen van bv de scholen om het p-terrein tegenover De Wissen mede te gebruiken tbv de

scholen

* de wens van de afdeling Cultuur om te komen tot een clustering van het Jan Vissermuseum, een

Natuur- en Milieu-educatief Centrum en eventueel zelfs het Brandweermuseum

+ de vraag van de scholen hoe om te gaan met de ontwikkelingsmogelijkheden van het gebied aan

het Oostende of met de op termijn vrijkomende sportterreinen aan de Heimondselaan.

Dit heeft geleid tot bijgaande notitie over de ontwikkelingsmogelijkheden, die wij u ter

kennisnarne brengen.

Deze notitie dient niet gezien te worden als een structuurschets, maar als een richtinggevend memo

op basis waarvan voor alle partijen duidelijkheid bestaat welke richting op basis van de huidige

inzichten als wenselijk wordt ervaren voor het betreffende gebied. Nieuwe initiatieven kunnen worden

afgewogen in het licht van deze notitie.

De notitie is mede tot stand gekomen door een brainstorm-bijeenkomst met vertegenwoordigers van

de beide scholen en hun adviseur (HEVO). Na de behandeling van de notitie in uw commissie zullen

wij deze inbrengen in de Stuurgroep die zich bezighoudt met de ontwikkeling van de scholen (waarin

OMO, ROC, IPC en HEVO zijn vertegenwoordigd).

De notitie zal ter vergadering kort worden toegelicht door de heer Bos, projectleider PBH.

Groenewoud 2/tel. 0492-587799/fax: 0492-587791

Correspondenfieadres: Postbus 950/5700 AZ Helmond

Bankrelafie: ING Bank 68.20.61.670

Vervolgens zal de notitie ter kennisname gebracht worden van de klankbordgroep van omwonenden

tbv de nieuwbouw ROCITKC. Wij zullen u door middel van een verslag op de hoogte stellen van de

bevindingen van de Klankbordgroep.

Hoogachtend,

Directeur SO

Ing. J. W. Verspaget,

Groenewoud 2/tel. 0492-587799/fax: 0492-587791

Correspondentieadres: Postbus 95015700 AZ Helmond

Bankrelatie: ING Bank 68.20.61.670

Ontwikkelingsmogelikheden omgeving Keizerin Marialaan

Helmond

13 januari 2001

gemeente Helmond SO 1 PBH

Ontwikkelingsmogelijkheden omgeving Keizerin Marialaan Helmond

INHOUD:

1. Inleiding

2. Ontwikkelingsmogelijkheden per locatie

13 januari 2001

emeente Helmond SO 1 PBH

9

Anton Bos

Bert Welmers

Lisette Thijssen

1. INLEIDING

Bij de start van de planvorming ROC 1 ter Aa en TKC (voorjaar 1999) is een nota van randvoorwaarden

opgesteld voor onderhevig plangebied. Op basis van deze nota zijn nieuwbouwplannen voor het onder-

wijscomplex uitgewerkt.

De planvorming voor het onderwijscomplex van ROC 1 ter Aa en TKC aan de Keizerin Marialaan is na-

genoeg afgerond (november 2000). Realisering zal begin 2001 starten en eind 2002 worden afgerond.

In de nabijheid van het onderwijsinstituut liggen meerdere locaties die voor ontwikkeling in aanmerking

komen. Soms gaat het daarbij om eigendommen van één der schoolbesturen. In andere gevallen gaat

het om locafies die op korte termijn vrij komen of waarop ontwikkelingen te voorzien zijn.

Deze notitie heeft ten doel om - bij afwezigheid van een lange termijn visie - richting te geven aan de

ontwikkeling van deze locaties. De notitie biedt een afwegingskader voor initiatieven van derden en is

leidraad voor de @gemeente in de programmering van projecten. Benadrukt wordt dat de notitie geen

formele status heeft en geen integrale structuurvisie is.

Een drietal plannen op een hoger abstractieniveau zal te zijner tijd nieuwe uitgangspunten en rand-

voorwaarden kunnen opleveren voor ontwikkelingsmogelijkheden van de locatie:

Visie voor het Centrum, zoals deze door BVR wordt opgesteld

De studie Hoofdwegenstructuur

Het Toeristisch Recreatief Ontwikkelingsplan

In deze notitie worden twee hoofduitgangspunten voor het gebied vooropgesteld:

1 . Het gebied ligt in de stadsrandzone, waarin de Oude Aa en de daarmee samenhangende groe-

ne 1 ecologische zone een prominente plaats inneemt. Uitgangsput is deze specifieke situatie te

respecteren en waar mogelijk te versterken.

2. Met name door de vestiging van de onderwijsvoorzieningen (inclusief annexe functies zoals het

IPC) en de aanwezigheid van meerdere maatschappelijke functies biedt het gebied aanvullende

kansen voor aansluitende of vergelijkbare functies.

De aanwiijzingen die in hoofdstuk 2 worden gegeven vloeien voort uit deze twee hoofduitgangspunten.

Zij zijn bediscussieerd in een brainstormsessie van gemeente met de schoolbesturen op 1 maart 2000.

Aangezien deze notitie geen integrale structuurvisie of lange termijnvisie is wordt niet ingegaan op de

vestiging van een nieuwe grootschalige campus. Op moment dat dit aan de orde komt is een nieuwe

integrale visie op het gebied nodig, inclusief de momenteel aan het kanaal gevestigde bedrijvigheid.

De aanwijzingen in hoofdstuk 2 laten alle ruimte voor verdere ontwikkelingen op termijn.

Gelet op het belang vooral de ontwikkeling van het centrum van Helmond te stimuleren worden in het

gebied rondom de Keizerin Marialaan - afgezien van onderwijs - geen grootschalige publieksfuncties

voorgesteld.

Het overzicht van ontwikkelingsmogelijkheden in hoofdstuk 2 sluit niet uit dat ook andere locaties (al

dan niet in de omgeving van de Keizerin Marialaan) op termijn vrij komen voor nieuwe functies.

.,tante

Apf

-El

J,F@:F-

-On t@.' e@

51

@7-

1 lila

gil

2. Ontwikkelingsmogelijkheden per locatie

Ontwikkelingsmogelijkheden worden per locatie kort samengevat. Ontwikkeling van één der locaties zal

starten met het opstellen van een notitie met randvoorwaarden, respectievelijk uitwerkingen van onder-

staande hoofdlijnen.

Voor de locaties 1, 2 en 2a voert de gemeente een actief ruimtelijk beleid.

Voor de locaties 3, 4, 5, 6 en 7 voert de gemeente een volgend (ruimtelijk) beleid. Ontwikkelingen zijn

afhankeli k van particuliere initiatieven. Vooralsnog wordt het vigerende bestemmingsplan gevolgd.

Locatie 1.

Bij de ontwikkeling van het onderwijscomplex resteert een ruimte aan het Oostende. Invulling van deze

ruimte is gewenst:

- Functioneel zijn aansluitende respectievelijk ondersteunende functies nabij de onderwijsinstel-

lingen gewenst. Voorbeeld: praktijkruimte startende bedrijven. Ander functies zoals wonen (stu-

dentenhuisvesting) of kantoren wordt niet geheel uitgesloten.

- Ruimtelijk is wandvorming (geleed) langs het Oostende wenselijk (3 lagen).

- Uiteraard dient voorzien te worden in parkeeroplossingen. Daarbij kan een relatie gelegd wor-

den met het parkeren ROC 1 TKC

- Het (ontwerp) bestemmingsplan voor de Keizerin Marialaan voorziet reeds in deze mogelijk-

heid.

Locatie 2.

De locatie aan de Helmondselaan 1 Abdijlaan kan (zodra de huidige functie vervalt) een nieuwe invulling

verkrijgen. Inpassing in de woonwijk is van groot belang.

Een woonfunctie, aansluitend op de omgeving is een eerste optie. Het kan gaan om "gewone"

woningen eventueel ook om studentenhuisvesting.

Op het onderwijs aansluitende functies (voorbeelden: kinderopvang, sportzaal) kunnen hier

(afgestemd op het wonen) evenzeer gevestigd worden.

In ruimtelijk opzicht dient te worden aangesloten op de omringende woonwijk. Vergelijkbare

hoogte, dichtheid en-verschijningsvorm zijn daarbij aan de orde.

Locatie 2 a.

De locatie aan de Abdijlaan 2 is onlangs aangekocht door een ontwikkelaar. Deze heeft de gemeente

verzocht om medewerking te geven aan herontwikkeling ten behoeve van woningbouw. Afbraak van het

huidige (in onbruik geraakte) kerkgebouwtje en herontwikkeling met woningbouw biedt goede opties:

In ruimtelijk opzicht dient te worden aangesloten op de omringende woonwijk. Het gaat daarbij

om vergelijkbare hoogte, dichtheid en verschijningsvorm.

Op de kavel kunnen 4 a 5 woningen gesitueerd worden, bijvoorbeeld in de vorm van 2 1 1 kap-

woningen of hofwoningen.

Locatie 3.

Het scholencomplex vormt langs de Keizerin Marialaan een reeks van gebouwen die gezamenlijk een

(gelede 1 half open) wand vormen. Voortzetting van de reeks is wenselijk.

De locatie biedt interessante mogelijkheden voor functies die aansluiten op het scholencom-

plex. Andere functies zijn evenwel ook denkbaar.

In ruimtelijk opzicht dient de reeks van schoolgebouwen zoveel mogelijk te worden doorgezet.

Dit impliceert een voortzetting van het "ritme", aansluiting op de rooilijn, overeenstemming in

hoogte en massa.

4

l@fiA

De locatie fungeert momenteel als parkeerterrein, met name in de avonduren voor het zwem-

bad. Ontwikkeling van de locatie moet dan ook bezien worden in relatie tot project 4. Ook is er

een samenhang met de projecten 1 0 en 1 1.

Locatie 4.

Het zwembad kan zich in bescheiden mate verder ontwikkelen.

Functies op het gebied van sport en fitness bieden mogelijk interessante aanknopingspunten

voor het onderwijs, zij het dat de omvang beperkt zal (moeten) zijn.

De ruimtelijke mogelijkheden voor uitbreiding van het zwembadcomplexzijn beperkt, met name

omdat het wenselijk is de zone langs de Oude Aa open en groen te houden. Er is een nadruk-

kelijke relatie met project 8.

Locatie 5.

Bij vertrek van Cotrans ontstaan er interessante ontwikkelingsmogelijkheden voor het gebied.

Functies die aansluiten op de aangrenzende maatschappelijke functies zoals bijvoorbeeld het

onderwijs (en hiermee synergie kunnen opleveren) genieten hier de voorkeur.

Een belangrijk ruimtelijk thema voor het gebeid is een royale en krachtige groene 1 ecologische

zone langs de Oude Aa te ontwikkelen. Dit beperkt de omvang van de mogelijkheden op locatie

5 en is sturend voor de wijze waarop de locatie wordt ingericht. Er is een uitdrukkelijke relatie

met project 8.

Vooralsnog worden geen nieuwe ontwikkelingen opgestart.

Locatie 6.

Het Jan Vissermuseum is gevestigd aan het einde van de Keizerin Marialaan. Voortzetting van deze

situatie is mogelijk. Een verdere ontwikkeling van het museum (bijvoorbeeld uitbreiding milieu educatief

centrum) behoort tot de mogelijkheden onder de volgende ruimtelijke condities:

De kleinschaligheid 1 beperkte omvang dient zoveel mogelijk gehandhaafd te blijven. Waar mo-

gelijk dient aansluiting op de groene zone van project 8 gezocht te worden.

Langs het verbindingspad tussen Keizerin Marialaan en Bosseweg dient een zone gerespec-

teerd te worden. Er kan hier sprake zijn van een vista vanaf de Keizerin Marialaan naar "buiten",

dan wel een uitbouw van het pad tot een meer volwaardige (recreatieve) verbinding. De reser-

vering staat mede in relatie tot de projecten 10 en 1 1.

Locatie 7.

Verscholen in het groen ligt het gebouw van de provinciale instelling BISK. Voortzetting van deze situa-

tie is mogelijk. Eventueel is een wijziging mogelijk, doch binnen de randvoorwaarde dat de bebouwings-

oppervlakte beperkt blijft en prioriteit wordt gegeven aan ontwikkeling van de groene zone in project 8.

Locatie 8.

Belangrijke aanzetten voor de ontwikkeling als groene en ecologische zone langs de Oude Aa zijn

reeds gegeven, zowel in het,buitengebied als nabij het Kasteel Noord. Een verdere ontwikkeling van

deze kwaliteiten is wenselijk. Onderdeel hiervan is tevens een wandelpad langs de Aa.

Mede via de ontwikkeling van de locaties 4, 5, 6 en 7 dient de groene zone langs de Aa gestalte te krij-

gen.

Locatie 9.

Het terrein Binderen vormt een waardevol cultuurhistorisch gegeven. Er zijn geen voornemens hier

ontwikkelingen te doen plaats vinden. Toch behoeft op termijn een (zeer) bescheiden ontwikkeling in de

recreatieve of culturele sfeer niet te worden uitgesloten.

6

Functioneel kan worden aangesloten op de aanwezige sfeer en de bijzonder kwaliteiten van de

stadsrand.

Ruimtelijk zal uiteraard de aanwezige structuur en kwaliteit uitgangspunt blijven. Ontwikkelingen

zullen hooguit in, of aansluitend op bestaande bebouwing kunnen plaats vinden.

Locatie 1 0.

Het is (te zijner tijd) wenselijk om in samenhang met de ontwikkeling van projecten rondom een visie te

ontwikkelen voor de openbare ruimte van de Keizerin Marialaan. Groene inrichting in relatie tot Kasteel

Noord en het scholencomplex, beëindiging en overgang naar het landschap, voorzien in een parkeer-

behoefte (locaties 3,4, 6) zijn belangrijke thema's.

Locatie 1 1.

In de verkeersstructuur van het gebied vervult de Eva Monixweg een onduidelijke rol. Enerzijds worden

gebieden ontsloten, anderzijds roept deze straat mogelijk ongewenst verkeer op. Te zijner tijd zal wor-

den bezien of wijziging van de situatie (bijvoorbeeld transformatietot fietspad) wenselijk en mogelijk is.

De uitkomsten van de studie Hoofdwegenstructuur worden daartoe afgewacht.

Project 1 1 kan positieve condities opleveren voor de projecten: 3 en 1 0.

Locatie 12.

Aan het Oostende ligt het bedrijf Van Duppen. Voortzetting van het bedrijf is mogelijk. Uitbreiding ter

plaatse wordt minder wenselijk geacht. Verdere ontwikkeling van het bedrijf zou meer in of nabij het

centrum moeten plaats vinden.

Eventueel biedt de locatie (aanvullend op locatie 1) kansen voor onderwijs gelieerde bedrijvigheid.

7