Commissiestukken

Documentdatum 29-06-2004
Bestuursorgaan Commissie Ruimtelijk Fysiek
Documentsoort Commissiestukken
Samenvatting

INHOUD

INLEIDING 1

1 INVENTARISATIE 2

1.1 Stiphoutse bossen 2

1.1.1 Algemeen 2

1.1.2 Geschiedenis 2

1.1.3 Bosontwikkeling 3

1.1.4 Bodem en vocht 4

1.1.5 Flora en fauna 4

1.1.6 Natuurterreinen 4

1.1.7 Recreatie 5

1.2 Brouwhuissche heide 5

1.2.1 Algemeen 5

1.2.2 Geschiedenis 5

1.2.3 Bosontwikkeling 5

1.2.4 Bodem en vocht 6

1.2.5 Flora en fauna 6

1.2.6 Recreatie 6

1.3 Groot Goor 6

1.3.1 Algemeen 6

1.3.2 Geschiedenis 6

1.3.3 Bosontwikkel' 6

mg

1.3.4 Bodem en vocht 7

1.3.5 Flora en fauna 7

1.3.6 Recreatie 7

1.4 Warande 7

1.4.1 Algemeen 7

,1.4.2 Geschiedenis 8

1.4.3 Bosontwikkeling 8

1.4.4 Bodem en vocht 8

1.4.5 Flora en fauna 8

1.4.6 Recreatie 9

1.5 Bossen rand Bakelse bossen 9

1.5.1 Algemeen 9

1.5.2 Geschiedenis en bosontwikkeling 9

1.5.3 Flora en fauna 9

1.5.4 Bodem en vocht 9

1.5.5 Recreatie 9

2 BELEIDSKADERS 10

2.1 Rijk 10

2.2 Provincie Noord-Brabant 1 0

2.3 Gemeente 12

3 VISIE 14

3.1 Geintegreerd bosbeheer 14

3.2 Doelstelling 15

3.3 Functicaccenten 16

3.4 Consequenties voor beheer 16

3.5 Ruimtelijke vertaling 17

3.5.1 Stiphoutse bossen 17

3.5.2 Brouwhuissche heide 20

3.5.3 Groot Goor 21

3.5.4 Warande 22

3.5.5 Bossen rond Bakelse bossen 23

4 BEBEERMAATREGELEN OP HOOFDLIJNEN 25

4.1 Maatregelen 25

4.1.1 Dunning 25

4.1.2 Onrendabele dunning 27

4.1.3 Structuurvariatie 27

4.1.4 Dood hout 28

4.1.5 Veijonging 28

4.1.6 Prunusbestrijding 29

4.1.7 Bestrijd'mg Amerikaanse eik 30

4.1.8 Bosrandenbeheer 30

4.1.9 Bodembedekkers 30

4.2 Organisatie' 30

4.2.1 Regeling Natuurbeheer 30

4.2.2 Werkplannen en Werkblokken 3 1

4.2.3 Controles op werkzaamheden 3 1

5 INVULLING STREEFBEELDEN EN BEHEER OP KORTE TERMIJN 32

5.1 Streefbeelden 32

5.2 Beheer op korte terinijn 32

5.2.1 Zomereik 33

5.2.2 Grovedennenbos met Berk en Inlandse eik 33

5.2.3 Grovedennenbos met Amerikaanse eik 33

5.2.4 Douglas 34

5.2.5 Corsicaanse den 34

5.2.6 Abies grandis 34

5.2.7 Amerikaanse eik 35

5.2.8 Weyinouthden 35

5.2.9 Andere boomsoorten 35

5.2.10 Wegen- en padenstructuur 36

6 FINANCIEEN 37

Bijlage 1 : Kaart ligging van de bos- en natuurterreinen van de Gemeente Helmond en de

oppervlakten binnen- en buiten het project 'Geintegreerd bosbeheer'.

Bijlage 2: Kaart 'Functieaccenten'.

Bijlage 3: Kaart 'Regeling Natuurbeheer 2000'.

Bijlage 4: Kaart'Werkblokken'.

Bijlage 5: Kaart 'Streefbeelden'.

Bijlage 6: Beschrijving 'Representatieve opstanden'.

Bijlage 7: Beheerkaarten en opstandsleggers.

INLEIDING.

De provincie Noord-Brabant streeft naar een verbetering van de functievervwling van de

brabantse bossen. Daarvoor zal het bosbeheer -naast de productie van hout evenzeer gericht

zijn op de functies natuur, recreatie en cultuurhistorie. In de praktijk betekent dit dat het bos

begeleid moet worden naar een min of meer natuurlijk ccosysteem waaruit hout geoogst

kan worden, echter zonder ingnjpende gevolgen voor de bosontwikkeling.

In de meeste gevallen vergt dit een totaal andere benadering van de beheerder. Het brabantse

bos is grotendeels aangelegd in het begin van de 20e eeuw om de voormalige heidegronden

productief te maken. Het beheer was net als in de landbouw gericht op het voortbrengen van

een product, in dit geval hout. De natuurwaarde van deze bossen was gering en er werd niet

bewust naar gestreefd. Door de vlaktegewijze houtoogst werd deze ontwikkeling ook

vroegtijdig in de kiem gesmoord.

Hoewel de ontwikkeling van natuur- en recreatieve waarden de laatste jaren een steeds

belangrijker doel is geworden, kan er op dit terrein door de traditionele bosbeheertechniek

en

nauwelijks vooruitgang geboekt worden. De Gemeente Helmond vormt nog een positieve

uitzondering maar ook hier is een omschakel'mg naar een totaal andere benadering van het bos

noodzaken k om gericht resultaat te bereiken. Ter stimulering heeft de Provincie de 'Regeling

Geintegreerd Bosbeheer' in het leven geroepen. Deze regeling voorziet in een bijdrage voor

de overschakeling op geïntegreerd bosbeheer middels voorlichting en het opstellen van

toegespitste beheer- en werkplannen. Dit beheerplan vormt de eerste aanzet tot deze

omschakeling.

Hoofdstuk 1 behandelt de inventarisatie: welke objecten worden besproken, hoe zien ze er

momenteel uit en hoe zijn ze ontstaan. In hoofdstuk 2 wordt het beleid van Rijk, Provincie en

Gemeente m.bt. bossen weergegeven. Hoofdstuk 3 behandelt de multfflmctionele visie met

daarin de doelstelling en de functieaccenten, ook ruimtelijk vertaald naar de bosobjecten. In

hoofdstuk 4 worden de beheermaatregelen op hoofdlijnen besproken. Hoofdstuk 5 geeft een

invulling naar streefbeelden en het beheer op korte termijn. Hoofdstuk 6 tenslotte geeft in het

kort wat algemeenheden t.a.v. de financieen- De diverse kaarten in de bijlagen zorgen voor

een visualisering van belangrijke punten uit dit plan.

2

1. INVENTARISATIE.

De Gemeente Helmond bezit in totaal ca. 595 ha. bos-, natuur- en reereatieterre'men. In dit

plan wordt een oppervlakte van 519 ha. bos- en natuurterrein behandeld. Graslanden, kleine

landschappelijke elementen, wilgenstruweel, e.d. komen in dit plan niet voor. Dus vallen de

Bundertj es en de landschappelijke elementen ten noorden van het Groot or en ten zui

westen van de Warande af. Van die overgebleven 519 ha. zijn 437 ha. opgenomen in het

project Geintegreerd Bosbeheer (GBB). De Warande, de versnipperde bospercelen rond de

Bakelse bossen en de vennen en heide in de Stiphoutse bossen vallen niet onder dit GBB. Ze

worden echter wel beschreven in dit plan.

0 Stiphoutse bossen: met een oppervlakte van 394 ha. het grootste bosgebied, gelegen ten

westen van Stiphout aan weerszijden van de weg naar Gerwen. Zoals gezegd bestaat een

deel uit heide en vennen en is aldus 360 ha. opgenomen in het project GBB.

0 Brouwhuissche heide: oppervlakte 49 ha., gelegen in het zuid-oosten van de gemeente,

tegen de N279. De totale oppervlakte is opgenomen in het project GBB.

0 Groot Goor: het bos (zonder graslanden en landschappelijke erernenten) heeft een

oppervlakte van 28 ha., gelegen even ten zuid-oosten van Mierlo-Hout tegen het

Eindhovens kanaal. Deze oppervlakte is opgenomen in het project GBB.

0 Warande: het bos (zonder landschappelijke elementen) heeft een oppervlakte van 28 ha.

en is gelegen aan de noord-west rand van Helmond. De Warande is niet opgenomen in het

project GBB.

0 Bossen rond Bakelse bossen: oppervlakte 20 ha., verspreid liggende bospercelen ten

oosten van Helmond richting Bakel. De oppervlakte is niet opgenomen in het project

GBB.

Bijlage 1 geeft de ligging van de bos- en natuurterreinen van de Gemeente Helmond en de

oppervlakten binnen- en buiten het project Geintegreerd Bosbeheer (GBB).

1.1 STIPHOUTSE BOSSEN.

I. I. I. Algemeen.

De Stiphoutse bossen vormen geen zelfstandige boskem maar maken onderdeel uit van een

groter bosgebied. In het noorden, op het grondgebied van de Gemeente Laarbeek, verkocht

Helmond in januari 1997 aan biergigant Bavaria een aangrenzende oppervlakte van 52 ha.

bos, Molenheide genaamd. Ook in het noorden grenst het aan een zeer grote,. beboste

vülawijk (Gerwensche heide/Molenheide) en in het zuid-westen ten zuiden van de

Gerwenseweg aan bossen in het bezit van derden (Papenvoortsche heide).

1.1.2. Geschiedenis.

De oude naam van de Stiphoutse bossen, "Geeneindsche heide", geeft aan dat we te maken

hebben met een 'heideontginningsbos'. Vanaf het jaar 1923 werd de heide beplant met

Groveden, een soort die als pionier op de toch wel magere grond goed uit de voeten kon. Dit

planten gebeurde perceelsgewijs en een strak patroon van lange, rechte wegen en paden is nog

steeds te herkennen. Het gebied bestond destijds uit struikheide op de drogere delen, dopheide

op de nattere delen en de moerasachtige laagten, verspreid liggende vennen en reeds

aanwezige solitaire- of in kleinere groepen staande dennen. Vooral in het noorden en in het

zuiden waren de gronden reliefrijker wat duidt op stuifzand. Het gebied rondom het

Kamerven is destijds buiten de bebossing gehouden.

3

1.1.3. Bosontwikkeling.

De dennen werden tijdens de werkverschaffaig grootschalig in monocukures geplant met de

bedoeling een bijdrage te leveren aan de toenemende vraag naar hout. Tot aan het begin van

de jaren '60 was de markt voor mijnhout bepalend voor de afzet. De bomen werden op jonge

leeftijd (30-40 jaar) vlaktegewijs geveld. De kapvlakten die ontstonden, werden daarna

opnieuw als monocultures beplant. Op de betere gronden, zoals aan de noordzijde van de

Gerwenseweg, maakte men vanaf de jaren '50 ook gebruik van sneller groeiende soorten als

Douglas, Abies grandis, Corsicaanse den, Fijnspar, Tsuga en Amerikaanse eik. Dit zijn allen

soorten die niet van nature in Nederland voorkomen en derhalve 'exoten' worden genoemd.

In 1989, na het maken van het eerste Bosbeheersplan (looptijd 1989 t/m 1993) voor de

Gemeente Helmond, is een aanzet gegeven voor een meer 'natuurvolgend' beheer. Het waren

de eerste stappen naar een geïntegreerd bosbeheer. Tussen 1989 en 1991 zijn de laatste restjes

kapvlakten en stormgaten bebost uit het 'oude' tijdperk, totaal ruim 13 ha. Daarna is er zeer

incidenteel nog wat loofhout geplant.

Sinds dat plan is de nadruk komen te liggen op het dunnen van de oude(re) opstanden. Door

dit regelmatig te doen, bijvoorbeeld lx i)er 4-5 jaren, en dit volgens een bepaald systeem uit

te voeren, wat we 'hoogdunning' noemen, ontstaat een bos waar meer licht in kan toetreden.

Hierdoor ontwikkelt zich een onderetage van bomen en. struiken waardoor er meer variatie in

de bosstructuur komt. Met name in de oude Grovedennen is sindsdien zo'n onderlaag van

loofhout ontstaan. De 'saaie dennenakkers' worden langzaam omgetoverd naar een meer

visueel aantrekkelijk type bos. Het streven is naar bos met een gevarieerde leeftijdsopbouw,

gunstig voor dieren, planten en mensen.

Maar nog steeds bestaan die eerste- en tweede generatie bosaanplanten hoofdzakelijk uit

naaldbomen met soorten als Groveden, Corsicaanse den, Douglas, Abies grandis en Spar. Het

aandeel loofboomsoorten als Zomereik en Berk is nog beperkt, zeker in volwassen vorm. In

de oude(re) opstanden neemt de structuurvariatie momenteel toe: door een uitbreidende

onderbegroeüng zal de verticale structuur gaan toenemen. De jonge(re) geplante percelen zijn

echter door een dichte stand nog structuurann waardoor de totale horizontale structuur nog

matig ontwikkeld is. Hierbij zei ook vermeld dat tot in het begin van de jaren '90 in geplante

vakken elke vorm van opslag consequent werd weggehaald, wat wederom een monocultuur

opleverde.

Dat er mogelijkheden liggen voor een zgn. 'natuurlijke veijonging' is op vele plaatsen te zien.

Vooral Berk, Amerikaanse eik en Lijsterbes zijn op diverse. plekken reeds veelvuldig

aanwezig terwijl Zomereik, Groveden en Douglas plaatselijk ook matig/redelijk

vertegenwoordigd is. Het is een kwestie van licht, vocht en van aanwezige zaadbronnen. In

potentie zijn er echter voldoende mogelijkheden tot veijonging waan-nee het bos zichzelf in

stand kan houden.

Binnen de 'exaten' valt nog een sh-uiksoort op die wat extra aandacht behoeft en waarvan de

aan-/afwezigheid belangrijk is voor een verdere ontwikkeling van het bos: de Amerikaanse

vogelkers, ook wel 'Prunus' genoemd of 'Bospest'. Deze soort werd geïntroduceerd en

aangeplant/gezaaid omdat het blad snel zou verteren en daardoor een snellere

bodemverbetering te weeg zou brengen. Door een snelle groei en een dito natuurlijke

verbreiding kan deze soort alle andere veijonging onderdnikken en zo een bedreiging vormen

voor verdere bosontwikkelingen. De Gemeente heeft dit gevaar onderkend en sinds een tiental

jaren wordt deze soort dan ook structureel bestreden.

4

1. 1.4. Bodem en vocht.

Voor bos en bosontwikkeling is de relatie met de bodem en het aanwezige vocht natuurlijk

zeer belangrijk. Tot het begin van de vorige eeuw bestond het gebied uit drogere- en

vochtigere heide. Op de lagere delen zijn onder invloed van hoge grondwaterstanden de

'veldpodzolgronden' ontstaan. Zij zijn in de Stiphoutse bossen te vinden in het centrale deel

(de vakken 30 t/m 35 en 101 t/m 1 10) en hebben de beste groeipatenties voor de verschillende

boomsoorten. Doordat het grondwater minder diep zit heeft deze bodem een redelijk

vochtleverend vermogen en staan er bijvoorbeeld Douglassen van ruim 30 meter hoog. Rond

deze veldpodzolen vinden we de 'haarpodzolgronden' en in het uiterste zuiden de reliefrijke

'duinvaaggronden'. Deze beide laatstgenoemde bodems hebben een minder goede

groeiverwachting voor de diverse boomsoorten en daarbij komt dat het beschikbare vocht

door een lage grondwaterstand veel minder is. Het zijn de drogere gronden met vaak

'Bochtige smele' als grassoort aanwezig terwijl op de veldpodzolgrond de grassoort

'Pijpestrootje' overheerst.

Door het ontbreken van een natuurlijke afwatering op de lagere delen is bij de aanleg van het

bos overgegaan tot het graven van een uitgebreid ontwateringsstelsel. Dit stelsel van sloten

werd tot 'm de beginjaren '90 regelmatig onderhouden. Door een teruglopende

grondwaterstand stonden ze s'zomers (en vaak delen van de winter) droog. Gekscherend is

vaker geopperd om een recreatieve 'slatenroute' te maken. Momenteel wordt gestreefd het

'gebiedseigen' water zoveel mogelijk binnen het terrein te houden.

1. 1. 5. Flora en fauna.

ï Onder invloed van de 3 v's (verdroging, verzuring, vermesting) is er in de afgelopen decennia

veel veranderd in de vegetatie van bossen in Nederland. We kunnen gerust spreken van een

'storings'-vegetatie. Het zijn soorten als Braam, Pijpestrootje, Stekelvaren en Rankende

helmbloem die de overhand krijgen door een overmaat aan stikstof en die een natuurlijke

ontwikkeling van interessante soorten vaak in de weg staan. Opvallend is dat Vuilboom

(struik!) in grote delen van het complex nagenoeg afwezig is. Plaatselijk komt Hulst,

Adelaarsvaren, Kamperfoelie, Mossoorten en de zeldzame Eikvaren voor. Voorheen kwam

bij herbebossingsprojecten massaal S~eide in de plantvoren op, een gunstig teken voor

recentelijk uitgevoerde projecten rond de diverse vennen. De enige soort die serieuze

problemen kan geven voor de bosveijonging is het Pijpestrootje. Plaatselijk is deze grasmat

zo dicht dat 1<:ieming en ontwikkeling van jonge bomen niet kan optreden.

Opvallend is het geringe aantal broedende roofvogels in de Stiphoutse bossen. Tijdens het

blessen van 85 ha. oud(er) bos in 2001 werd alleen maar een nest (oud!) van een Buizerd

gevonden. In een bos met zo'n omvang op z'n minst opmerkelijk te noemen, temeer omdat

het met de roofvogelstand in Nederland prima gesteld is. En ook roofvogels passen zich prima

aan bij een groter wordende reereatiedruk. De stand van het Ree, als enige mogelijke

'predator' van bosverjonging, is momenteel normaal te noemen. De soort kan zich wel binnen

enkele jaren behoorlijk vermeerderen en zich aanpassen aan de recreatie.

1. 1. 6. Natuurterre'men.

In de Stiphoutse bossen liggen verspreid een aantal vennen en heideterreinen. Het meest

bekend bij het grote publiek zijn het 'Kamerven' en het 'Witven'. Alleen al door hun

aanwezigheid en open karakter vormen ze een waardevolle afwisseling in een zee van bomen.

Een afwisseling die zowel door diverse soorten planten, als dieren, als mensen ruimschoots

gewaardeerd wordt. Soorten als Struik- en Dopheide, Zonnedauw, Gentiaan, Zeggensoorten,

Insecten, Libellen, VI'mders, Hagedissen, Wulpen, Boomleeuweriken, Boompiepers,

Geelgorzen, talrijke kleinere- en grotere trekvogels op weg naar nieuwe bestemmingen en

vele soorten zoogdieren zijn afliankelijk van dit soort oasen.

5

Uit een onderzoek 'm 1999 bleek dat de vennen en heideterre'men te maken hadden met

negatieve effecten van verdroging, verzuring en vermesting. Naar aanleiding hiervan zijn bij

de vennen zeer recentelijk herstelmaatregelen uitgevoerd. De openheid is teruggebracht,

organisch materiaal en slib is verwijderd en de taluds zijn hersteld. Betere omstandigheden

dus voor tal van organismen. Eerder werden regelmatig delen van heideterreinen geplagd om

de groei van heide te bevorderen.

1.1.7. Recreatie.

De Stiphoutse bossen vervullen een belangrijke rol voor de recreatie. Gelegen tussen de twee

grote woonkemen Emdhoven-Nuenen-Gerwen en Hehnond-Stiphout-Lieshout zal de druk in

de toekomst alleen maar toenemen. Het bos wordt vooral in de weekenden veelvuldig

gebruikt door wandelaars, hondenbezitters, fietsers en ruiters. En het moet gezegd, het gebied

heeft ook een uitstraling (gekregen!) als dat van een grote boswachters, een 'woud' om

langdurig in te verpozen. Negatieve effecten zijn op diverse plaatsen waar te nemen: veel

betreding van de diverse natuurterreinen, paarden die wandelpaden stuklopen en afval bij de

parkeerplaatsen aan de Gerwenseweg en het Kamersven (en daarbuiten!). Korton-i, er is nog

werk aan de winkel!

1.2 BROUVYTHUISSCBE BEIDE.

1.2. l. Algemeen.

De Brouwhuissche heide werd voor het grootste deel in 1998 aangekocht van de Gemeente

Deume. Voor de doorsnijding van de provinciale weg N279 maakte het deel uit van een groot

bosgebied met dezelfde naam tussen Deume-Vlierden en Heimond-Brouwhuis. Momenteel

ligt het vrij geïsoleerd tussen het grote industrieterrein BZOB en die provinciale weg. Aan de

zuidzijde ligt nog bos van derden.

1.2.2. Geschiedenis.

Het gebied bestond vroeger uit heide en enkele losse bosjes. Begin jaren '20 is een begin

gemaakt met de bebossing. Net als de Stiphoutse bossen dus een 'heideontginningsbos',

alleen was het gehele gebied erg droog. Ook hier werd weer de pioniersoort Groveden

aangeplant, later als tweede generatie ook Corsicaanse den. Zodoende bestaat bijna het hele

bos uit naaldhout. Ook hier is duidelijk perceelsgewijs gewerkt met een strak en recht

padensysteem.

1.2.3. Bosontwikkeling.

De bosaanleg en de gedachten erachter zijn dezelfden als die van de Stiphoutse bossen. Maar

nog meer ademt de Brouwhuissche heide de sfeer van een monocultuur dennenbos 'oude

stijl'. Een type bos waarvan er vroeger op de anne zandgronden in zuid-oost Brabant genoeg

te vinden waren. Zelfs nu staan de oude(re) bomen nog dichter op elkaar, een echt

houtproductie-gevoel. Door de dichte stand, wat voor het grootste deel op conto van het

bosbeleid van de Gemeente Deume komt, heeft er zich nauwelijks een onderetage kunnen

vonnen. Het ontbreken van een ondergroei dus die het geheel wat prettiger had kmmen

maken, zowel voor mens, dier als plant. Tesamen met die geïsoleerde, inspiratieloze ligging

niet een geweldige voedingsbodem voor actieve aandacht.

Echter na de verwerving zijn een paar jaar geleden enkele vakken jonger naaldhout krachtig

uitgedund om meer licht in de opstanden te verkrijgen. Ook werd toen de veelvuldig

voorkomende Amerikaanse vogelkers ('Bospest') bestreden. Maar zoals gezegd, zowel in

verticale- als in horizontale zin is het bos over het algemeen stractuurann te noemen en is er

wat dat betreft nog veel werk te verrichten. Potenties in die richting zijn er zeker aanwezig

6

alhoewel inlandse loofhoutsoorten op deze arme grond waarschijnlijk een niet al te lang leven

beschoren zijn.

1.2.4. Bodem en vocht.

Het gebied heeft de armste bosgrond van de Gemeente Helmond. Arm en droog! Verreweg de

grootste oppervlakte wordt ingenomen door 'haarpodzolgrond'. De groeiverwachting voor de

diverse boomsoorten is matig te noemen. Door de lage grondwaterstand en doordat de grond

nauwelijks leem bevat, is het vochthoudend vennogen ook matig. Een typisch voorbeeld van

omstandigheden voor Groveden aangevuld met wat Inlandse eik en Berk.

1.2.5. Flora en fauna.

Er is tot op heden nauwelijks een onderetage ontstaan van interessante soorten. I-lier en daar is

wat Amerikaanse eik, Zomereik en Berk opgekomen. De bodembedekking, als die al

aanwezig is, bestaat voor een groot deel uit Bochtige smele hier en daar aangevuld met wat

Pijpestrootje, Stekelvaren en Braam. Langs de-paden staat zo nu en dan wat Struikheide. Er

zijn verder geen andere terreintypen dan bos aanwezig.

1.2.6. Recreatie.

De recreatieve druk is beperkt door de zeer geïsoleerde ligging. Voor mensen uit Helmond en

Brouwhuis moet een omvangrijk en oninteressant industrieterrein worden doorkruist en voor

degenen uit de Gemeente Deume is het te ver. Er zijn tal van andere mogelijkheden wat dat

betreft. En het bos nodigt ook niet echt uit. Het gebied wordt dus beperkt gebruikt door

wandelaars en ruiters uit de buurt.

1.3 GROOT GOOR.

1.3.1. Algemeen.

Het bosgebied het Groot Goor vormt een zelfstandige boskem. Toch is dit bos niet los te zien

van een groter, landschappelijk fraai ingericht gebied bestaande uit graslanden, singels,

bornenrijen, solitaire bomen, knotwilgen en grotere- en kleinere bossages. Kortom een zeer

kleinschalige, hannonieuze omgeving met natuur-, landschappelijke- en cultuurhistorische

waarden. En dit gehele gebied is grotendeels in eigendom van de Gemeente Helmond. Het is

gelegen tussen Mierlo-Hout, de Zuid-Wifiemsvaart en het Eindhovens kanaal.

1.3.2. Geschiedenis.

In tegenstelling tot de hierboven beschreven bosgebieden (Stiphoutse bossen en Brouwhuis-

sche heide) behoort het Groot Goor tot een 'landgoedbos'. Het maakte vroeger deel uit van de

"Heerlijckheit Hehnont' en bestond uit beemden en natuurlijke bosschages in het dal van de

Goorloop en de Aa en was bestemd voor de jacht en voor het weiden van vee. Het bos in haar

huidige omvang was al aanwezig rond 1900, zei het niet meer als onderdeel van de

Heerlijckheit. Aan de laanbomen langs de paden is te zien dat het bos toen al statig moest zijn

en een functie van wandelbos had gekregen. In het begin van de vorige eeuw kwam het Groot

Goor in bezit van de Gemeente.

1.3.3. Bosontwikkelin2.

De oudste bomen in het Groot Goor dateren van 1865, de meeste echter van na 1885. Dit zijn

de waardevolle, monumentale opstanden Zomereik die door het hele bos te vinden zijn. In de

loop der vele jaren heeft zich op deze rijke bodem een dichte onderetage van inheemse boom-

en struiksoorten ontwikkelt wat een hoge natuurwaarde geeft. Het bos oogt hiermee

zelfregulerend en lijkt erg stabiel in haar ontwikkeling.

7

Na 1940 zijn er echter ook andere loof- en naaldboomsoorten ingebracht zoals Beuk, Es,

Esdoorn, Populier, Douglas, Lariks en Fijnspar. Diverse 'exaten' waaronder Amerikaanse eik,

Esdoorn, en de genoemde naaldboomsoorten verdragen in hun jeugd veel schaduw en

vertonen een snelle j eugdgroei waardoor ze de vestiging van inheemse soorten kwmen

onderdrukken. In 1990 zijn mede hierom een vak Fijnspar en Populier omgevonnd in resp.

Zomereik en Es. Momenteel bestaat nog zo'n 10-15% van het bos uit uitheemse boomsoorten.

Maar al met al ziet het bos er, zeker in de loofhoutopstanden, stractuurrijk uit en bezit het een

natuurlijke uitstraling. Ongetwijfeld het best natuurlijk ontwikkeld bos van de Gemeente

Helmond. Het is daardoor veel minder een parkbos te noemen dan bijvoorbeeld de Warande.

1.3.4. Bodem en vocht.

Door de ligging 'm een beekdal (vocht!) hebben we te maken met een 'beekeerdgrond'. De

groeiverwachting van deze beekeerd voor de diverse boomsoorten, waaronder Zomereik, Es

en Beuk, zijn gemiddeld tot goed te noemen. De bosbodem heeft zich hier in het Groot Goor

in vergelijking met de heideontginningsbossen langer kunnen ontwikkelen zodat een meer

stabiele situatie is ontstaan. De gemiddelde laagste grondwaterstand zit ca. 1 meter onder het

maaiveld, in de winter tot minder dan een halve meter. Het is niet name voor de oude Eiken

en Beuken van cruciaal belang dat het grondwaterpeil vrij constant blijft. Treedt er langdurige

vematting op dan kunnen wortels verrotten en gaat de boom dood.

1.3.5. Flora en fauna.

De onderetage van het bos is zoals gezegd vrij afwisselend en vormt met de boometage een

natuurlijke overgang. De volgende soorten zijn in de onderbegroeiing waargenomen:

verschillende soorten gras waaronder Ruwe smele, Pitrus, Riet, Braam, Framboos,

Brandnetel, Varens, Kamperfoelie, Vuilboom, Vlier, Hazelaar, Inheemse vogelkers, Hulst,

Sleedoom, Lijsterbes, Berk, Wilg, Els, Es en Zomereik. Ook buiten het bos in het opener

graslandgebied en langs het Eindhovens kanaal is de vegetatie/onderetage redelijk tot goed

ontwikkeld, zodat het geheel als een eenheid - als een natuurgebied -overkomt. Afgezien van

het bos zelf komen in het bosobject geen andere specifieke natuurterreinen voor.

Het bos is vooral s'zomers een eldorado voor struweelvogels als Tjiftjaf, Fitis, Zwartkop,

Tuinfluiter, Gekraagde roodstaar@ Vliegenvanger, Boomkruiper, Boomklever, Roodborst en

Mezensoorten. Over het Eindhovens kanaal scheert regelmatig een Ysvogel. Opvallend zijn

de grote aantallen Spechten waarvan alle vier de soorten aanwezig zijn. Zij voelen zich thuis

in de oude bomen. Ook Reeen zijn aanwezig gezien de veeg- en ligplaatsen.

1.3.6. Recreatie.

Tesamen met een afwisselende omgeving vervult het bos een belangrijke recreatieve functie.

Het is gelegen tegen een grote stadswijk van waaruit de mensen komen en tevens doorkruist

een regionale fietsroute, de Stmbrechtseheide route, het bosgebied. De natuurlijke uitstraling,

de floristische- en fáunistische soortenrijkdom, de statige lanen maar ook de smalle

natuurpaden, de verrassende overgangen, de algehele diversiteit vonnen samen een décor

voor een aantrekkelijk eb'ed voor wandelaar en fietser.

g

1.4 WARANDE.

1.4. l. Algemeen.

De Warande vormt een zelfstandige boskern en is gelegen aan de noord-west rand van

Helmond. Ten zuiden ligt een aangrenzend park met twee grote vijvers en een dierenpark.

Ten westen en ten noorden van de Warande, in de richting van Stiphout en Kasteel Croy,

bestaat de omgeving uit vrij kleinschalig agrarisch landschap met verspreid liggende bosjes.

1.4.2. Geschiedenis.

Ook de Warande maakte vroeger deel uit van de 'Heerlijckheit Helmont'. Het werd als

onderdeel van een landgoed in 1757 in haar huidige vonn aangelegd. Het parkachtige bos

diende als landschappelijke verfiraaiing en wandelbos. Ook de Warande behoort dus tot een

'landgoedbos' en het ligt ook in het beekdal van de Goorloop die het bos aan de westzijde

passeert. Cultuurhistorisch dus een belangrijk gebied. Het bos werd in 1929 door de gemeente

aangekocht van de familie Wesselman. Sinds decennia is het het drukst bezochte wandelbos

van de gemeente.

1.4.3. BosontwikkeliM.

De oudste opstand dateert van 1834 en tot 1860 zijn de meeste huidige bomen geplant. Het

zijn de monumentale Zomereiken, zowel in bosverband als laanbomen, waar de Warande om

bekend staat. Een statig wandelbos door ouderdom en geordendheid, met een strak

padensysteem. De opstanden hebben een parkachtige uitstraling, zelfs de oude bomen staan

nog in rijverband. Bijna overal is een struikachtige onderetage aanwezig zodat een verticale

structuur redelijk te herkennen is. Alleen plaatsen met een dichte laag Adelaarsvaren zijn

OP

struiken afwezig. Dit geeft echter een mooie afivisselende werking.

Indejaren'30isbijdeherbebossin ookgebruikgernaaktvanEs.Later,vooralindebegin

9

jaren '80, is Beuk geplant. Van laatst genoemde soort zijn ook hele oude exemplaren

aanwezig. Het beleid van de gemeente is er sinds 1990 op gericht zoveel mogelijk Zomereik

te laten prevaleren.

1.4.4. Bodem en vocht.

In de Warande zijn twee bodemtypen te onderscheiden: in het zuiden en westen een 'veld-

podzol' en in het noord-oosten een 'beekeerdgrond'. Beiden bezitten, in tegenstelling tot het

Groot Goor, lemig fijn zand en hebben dan ook een gemiddelde- tot goede groeiverwachting

voor Zomereik. In het noord-oosten is het meestal wel vochtiger omdat het grondwater

dichter onder het maaiveld zit. Zoals eerder ook bij het Groot Goor opgemerkt is het van

cruciaal belang voor oude Eiken en Beuken dat het grondwater niet te veel fluctueert.

1.4.5. Flora en fauna.

De onderetage van de Warande wordt gevormd door een aantrekkelijke afwisseling van

enerzijds Adelaarsvaren en anderzijds kleine of grotere groepen struiken bestaande uit

Rhododendron, Taxus, Hulst, Vlier, Hazelaar, Inheemse vogelkers en Lijsterbes. Deels is

deze begroeiing parkachtig aangeplant. Plaatsen waar de Adelaarsvarens voorkomen, de

hogere delen, zullen in de winter als 'kaal' worden ervaren terwijl er in de zomer 'rust' van

uitgaat. Andere soorten in de onderetage zijn Braam, Klimop, Bosbes, Pitrus, Dubbelloof,

Framboos, Brandnetel, Vuilboom, Berk, Es, Beuk en Haagbeuk. In het bos zelf komen geen

andere specifieke natuurterremen voor, bij de bostuin is wel een moerasachtige hoek

aanwezig.

Holbewonende vogels zijn kenmerkend voor dit bosgebied zoals de vier soorten Spechten en

de Boomklever. Bij de gracht rond de begraafplaats is vaker de Ysvogel te bewonderen en in

het water bevinden zich Salamanders en Kikkers. In de oude bomen zit een Roekenkolonie.

Er huizen minder stuweelvogels dan in het Groot Goor.

9

1.4.6 Recreatie.

Het bos vervult een zeer belangrijke rol voor de wandelaar en fl~r. De uitstraling, de

ligging in de stadsrand, een aangrenzend wandelpark met gazons, vijvers en dierenverblijven,

parkeergelegenheden, zitbanken, een bostuin, een restaurant, een midgetgolfbaan, diverse

sportaccommodaties, de regionale fietsroute 'Croyroute' en een parkachtig beheer vonnen

een zeer aantrekkelijk gegeven voor dagrecreatie. Geen van de bosgebieden wordt dan ook zo

druk bezocht als de Warande.

1.5 BOSSEN ROND BAKELSE BOSSEN.

1.5. l. Algemeen.,

Deze bossen bestaan uit een aantal losliggende bospereelen rondom het 'Bakelse bos'. Dit

bosgebied van 116 ha. werd in het voorjaar van 1997 verkocht aan de

'Waterleidingmaatschappij Oost-Brabant', tegenwoordig 'Brabant Water' genoemd, en

fungeert als waterwingebied. De overgebleven percelen vormen een onderdeel van de bosrand

maar worden van het bos afgescheiden door de provinciale weg N279..Ze liggen in het oosten

van Helmond richting Bakel. Een deel ligt tegen de woonwijk 'Dierdonk' aan.

1.5.2. Geschiedenis en bosontwikkelim.

Net als de Stiphoutse bossen en de Brouwhuissche heide behoren deze percelen tot een

'heideontginningsbos' en is de geschiedenis hiennee te vergelijken. Zo rond 1900 bestond

ook dit gebied uit heide en losliggende bosjes en in het midden van de vorige eeuw is er bos

geplant. Naaldhoutsoorten overwegen waarbij de Groveden de belangrijkste rol vervult. Er

moet hier en daar nog flink gedund worden om een verticale structuur te bewerkstelligen.

1.5.3. Flora en fauna.

Plaatselijk komt een onderetage van Berk en Amerikaanse eik voor. Verder is als

onderbegroeüng aanwezig: Bochtige smele, Pijpestrootje, Braan-1, Stekelvaren, Mossen,

Vuüboom en Lijsterbes. Er zijn verder geen andere terreintypen dan bos aanwezig.

1.5.4. Bodem en vocht.

Net als de Bakelse bossen zelf ligt het merendeel der percelen op 'duinvaaggrond'. Dit is een

anne grond en bovendien zit het grondwater diep. De groeiverwachting voor de diverse

boomsoorten is minder goed, voor dennen het best.

1.5.5. Recreatie.

Een aantal percelen liggen direkt aan de woonwijk 'Dierdonk' en hier is dan ook sprake van

enig recreatief gebruik. De rest van de percelen hebben nauwelijks een recreatieve functie

door een geïsoleerde ligging ten opzichte van het eigenlijke Bakelse bos. Het Bakelse bos zelf

kent daarentegen een grote recreatieve druk.

10

2 BELEIDSKADERS.

In dit hoofdstuk wordt het beleid van Rijk, Provincie en Gemeente met betrekking tot de

bossen weergegeven, voor zover het van belang is voor het opstellen van dit beheersplan. De

gegevens zijn gedeeltelijk overgenomen uit de 'Startnotitie voor het project Geintegreerd

Bosbeheer voor de bossen van de Gemeente Helmond', opgesteld door de Bosgroep 'Zuid

Nederland'.

2. 1. Mk.

Het 'Structuurschema Groene Ruimte' (1993) van het ministerie van LNV geeft het ruimtelijk

beleid voor een aantal functies van het landelijk gebied weer. Hierin zit onder andere een

thema over het ereeren van zodanige duurzame condities dat de natuurwaarden 'm de

Ecologische Hoofd Structuur (EHS) kunnen worden gerealiseerd, danwel duurzaam in stand

gehouden worden. Maatregelen worden ook genoemd voor zgn. buffergebieden. De meeste

bossen van de Gemeente Helmond behoren tot de EH

De nota 'Natuur voor Mensen, Mensen voor Natuur - nota natuur"bos en landschap in de 21 e

eeuw' (2000) schetst de aanpak van het natuurbeleid tot 2010 met een doorkijk naar 2020. De

nota vervangt het Natuurbeleidsplan, Nota Landschap, Bosbeleidsplan en het Strategisch Plan

van Aanpak Biodiversiteit. Met de integratie van de verschillende nota's wil de overheid een

meer samenhangend natuurbeleid nastreven. De ontwikkelingen in het bosbeheer zijn positief-

het geïntegreerd bosbeheer heeft de afgelopen jaren op grote schaal ingang gevonden en heeft

geleid tot een voor natuur en recreatie aantrekkelijk bos. De productiedoelstelling voor bos

wordt losgelaten, men streeft wel een duurzame houtoogst na in 70% van het areaal. Hierbij

wordt gestreefd naar kwaliteitsverbetering van het hout en een doelmatige combinatie van

natuurbeheer en houtproductie (geïntegreerd bosbeheer).

2.2. Provincie Noord-Brab

In het 'Streekplan Noord-Brabant' (1992) is het ruimtelijk beleid van de provincie voor de

periode 1992-2007 vastgelegd. Het plan geeft een Groene Hoofd Structuur (GHS) voor

Noord-Brabant. De GHS omvat meer gebieden dan de EHS. De bos- en natuurterreinen van

de Gemeente Hehnond vallen nagenoeg geheel binnen de GHS.

De provincie heeft inmiddels een nieuw 'Streekplan Noord-Brabant' (2002) uitgebracht.

Hierin is het ruimtelijk beleid voor de periode 2002-2012 vastgelegd. De Groene

Hoofdstructuur wordt in het nieuwe streekplan in een geactualiseerde vorm voortgezet. In de

GHS-natuur worden een aantal elementen onderscheiden:

- In de zogenaamde 'Natuurparels' is het beleid gericht op maximale rust en ruimte voor de

ontwikkeling van natuur- en landschapswaarden. Deze terreinen ontlenen hun waarde aan

bijzondere natuurwaarden vanwege specifieke omstandigheden van de bodem of het

(grond)water of het zijn terreinen die deze waarden nog niet hebben maar wel worden

nagestreefd. In het geval van Helmond zijn deze 'Natuurparels': het Kamerven,

Schapengracht, Wasven, Kromven. Witven en De Meer (allen in de Stiphoutse bossen) en het

gehele bos van het Groot Goor en de Warande.

- 'Leefgebieden kwetsbare soorten': Rust, beslotenheid, hoge waterpeilen en stabiliteit in de

inrichting en het beheer van het gebied zijn belangrijke b~ansvoorwaarden voor amflbieen,

reptielen en bijzondere planten. Deze leefgebieden liggen in de Stiphoutse bossen in de zuid-

rand van het Kamerven, Kikkerven en de heide bij het Wasven. Verder bijvoorbeeld de

landbouwgebieden rond het Groot Goor en de Warande (ook weidevogels).

In de 'Overige bos- en natuurgebieden' is naast de maximale rust en ruimte ten behoeve

van de natuur- en landschapswaarden ook ruimte voorzien voor een houtproductieve functie.

Het zijn de bossen op de droge(re) gronden. Ze bevatten minder hoge natuurwaarden Of

kennen minder hoge streefbeelden dan de 'Natuurparels'. Het zijn de bosgebieden van de

Stiphoutse bossen, Brouwhuissche heide en de bossen rond de Bakelse bossen.

'Zoekgebied waterberging': ter vergroting van de bergingscapaciteit van beken en overige

regionale wateren. Deze gebieden zijn nog niet concreet begrensd. In aanmerking komen het

Groot Goor, de Warande en het oostelijk deel van de bossen rond de Bakelse bossen.

- 'Waterwinning': ter bescherming van kwetsbare grondwaterwinning zijn de bossen rond de

Bakelse bossen een beschermingszone en het noordelijk deel van de Stiphoutse bossen een

boringsvrije zone. Alhankelijk van de milieuverordening zal hier mogelijk een beperking

gelden voor bestrijdingsiniddelen.

- Daarnaast worden 'Ecologische verbindingszones' onderscheiden: lineaire structuren langs

dijken, waterlopen, wegen, spoor- en vaarwegen e.d. die van belang zijn of kunnen zijn voor

de migratie van planten- en/of diersoorten van het ene naar het andere natuurgebied.

De 'Beleidsvisie en Stimuleringskader voor de Brabantse bossen' (1 997) vomit een

provinciale vertaling van het (voormalige) bosbeleidsplan van de rijksoverheid, met name m

het kader van de overdracht van een aantal taken en verantwoordelijkheden jegens bossen en

bosbeleid van het njk naar de provincies. Om de flinctievervulling te verbeteren is het van

belang dat het beheer meer op de functies en hun onderlinge samenhang gericht wordt.

Gestreefd wordt naar meer kleinschaligheid, ongelijkjarigheid, boomsoortenmengmgen en

meer dood hout in het bos. Deze beleidslijn geldt voor de mulff"ctionele bossen en voor een

groot deel van de bossen binnen de natuurkemgebieden uit de Groene Hoofdstructuur (GHS).

In het 'WaterhuishoudinMIan 2' (1 998) geeft de provincie haar strategische beleidskader

voor het integrale waterbeleid en -beheer weer. Ze streeft naar een duurzaam gebruik van

watersystemen. De basis voor het waterbeleid wordt gevormd door waterhuishoudkandige

flmcties. De functie 'water voor de groene hoofdstructuur' geldt voor de meeste bos- en

natuurgebieden en is onderverdeeld in een aantal deelflmcties waarbij de deelfunctie's

'watematuur' (vennen in Stiphoutse bossen), 'water voor de landnatuur' (Stiphoutse bossen:

rondom Kamerven, strook van Kikkerven via Wasven, Kromven naar Witven, rondom de

Meer en noordoostelijk deel van bos tegen Bavaria, het Groot Goor en de Warande) en 'water

voor de overige groene hoofdstructuur' (rest Stiphoutse bossen, Brouwhuissche heide en

bossen rond de Bakelse bossen) voor de Gemeente Helinond van belang zijn.

De 'Natuurdoelenkaart 1: 100.000' (2001) geeft het streefbeeld voor 201 8 weer voor de natuur

in de bestaande en begrensde Ecologische Hoofdstructuur. Het bos op deze kaart wordt in

twee categoneen verdeeld namelijk 'multifunctioneel bos' en 'natuurbos/bos met verhoogde

natuurwaarden'. M~ctioneel bos vervult meerdere maatschapelijke functies

tegelijkertijd, met name de functies natuur, recreatie en houtproductie. Natuurbos vervult een

flmctie t.b.v. de natuur waarbij extensieve recreatie meestal wel mogelijk is. Bos met

verhoogde natuurwaarden vervult weer meerdere maatschappelijke functies tegelijkertijd

(natuur, houtproductie en recreatie) maar hierbij ligt een nadruk op de natuurwaarden van het

bos. In Hehnond vallen de Brouwhuissche heide en de bossen rond de Bakelse bossen onder

'multifunctioneel bos' en de Stiphoutse bossen, het Groot Goor en de Warande onder

'natuurbos/bos met verhoogde natuurwaarden'. Het realiseren van de verschillende doeltypen

op de Natuurdoelenkaart gebeurt echter op basis van vrijwilligheid.

12

2.3. Gemeente.

In het 'Landschapsbeleidsplan' (1997) is een uitwerking van de visie, verwoord in het

'Groene Raamwerk Helmond' (1 996), voor het buitengebied van de gemeente Helmond

weergegeven:

- In de Stiphoutse bossen wordt een verhoging van de natuurwaarden voorgestaan, met name

in het noordelijk gebied. Het beleid is gericht op de ontwikkeling van gemengd loofbos. De

vennen en heideterreinen worden behouden en ontwikkeld. Het zuidelijk deel wordt als

multifunctioneel bos weergegeven. Er wordt gestreefd naar een zonering in de recreatie

waarbij het zuidelijk deel de recreatieve druk moet opvangen.

- In het Groot Goor en de Warande dient het bosbeheer gericht te zijn op de mogelijkheden

van zeer oud bos in samenhang met een ecologische ontwikkeling gerelateerd aan de vochtige

component. Ook wordt gestreefd naar een grotere samenhang in het beekdal en naar

vergroting van het leefgebied voor amfibieen (aanleg van poelen). De recreatieve

mogelijkheden moeten vergroot worden. De Warande is weergegeven als een bos t.b.v. een

park en voor de recreatie, het Groot Goor als broekbos en beemd.

- De Brouwhuissche heide en de bossen rond de Bakelse bossen vallen binnen de versterking

groene kaders Heimond-Oost. Het beheer is gericht op de multifin-refionaliteit.

In het 'Lange Termijnplan Bossen' (1 997) wordt het gemeentelijk bosbeleid meer inhoudelijk

verwoord. De doelstellingen werden echter bepaald voor de verkoop van de Bakelse bossen

aan de Waterleidingmaatschappij Oost-Brabant en voor de aankoop van de Brouwhuissche

heide van de Gemeente Deume. Hierdoor zijn de uitgangssituaties van deze bosgebieden sterk

veranderd. In het LTP wordt gestreefd naar multifunctionele bossen waar de de functies

houtproductie, natuurontwikkeling en recreatie geïntegreerd worden. Bij natuurterremen

wordt gestreefd naar behoud, versterking en/of ontwikkeling van de natuurlijke-,

landschappelijke- en cultuurhistorische waarden en wordt extensieve recreatie alleen

toegestaan als de hoofddoelstelling niet wordt geschaad. In het centrale deel van de

Stiphoutse bossen wordt het accent gelegd op recreatie en houtproductie, in de overige delen

zijn de drie functies gelijkwaardig. In de Warande is het bieden van mogelijkheden voor

extensieve recreatie hoofddoel naast het behouden van cultuurhistorische- en landschappelijke

waarden. Houtproductie en natuurontwikkeling zijn hier ondergeschikt. De hoofddoelstelling

voor het Groot Goor bestaat uit het bieden van extensieve recreatiemogelijkheden in een bos

met een hoge mate van natuurlijkheid. Houtproductie in de vorm van dunning is een

beheermiddel.

In 'Enige Aanbevelingen t.a.v. de Recreatie in de Bossen van de Gemeente Helmond' (1993)

wordt per bosgebied een handreiking gegeven wat er gedaan kan worden om de

aantrekkelijkheid van de bossen voor het publiek te vergroten. Enerzijds vanuit de bosbouw

bezien, anderzijds hoe de mensen te begeleiden in een stukje natuur.

In 'Onderzoek en Advies Herstel Vennen OBN - vennen Stiphoutse bossen gemeente

Helmond' (1999) zijn alle vennen in de Stiphoutse bossen geïnventariseerd op biotische en

a-biotische omstandigheden en worden herstelniaatregelen aangedragen. In vervolg daarop is

het concept 'Hydrologisch vooronderzoek Stiphoutse bos, Heimond' (2002) verschenen. Hier

staan aanbevelingen in naar de mogelijkheden van vematting op lokaal niveau binnen de

Stiphoutse bossen middels het aanbrengen van stuwtjes in afwaterende sloten. Dit in de buurt

van De Meer, het Kromven, Kulkesven en Langdaalven en zou een verschuiving kunnen

betekenen naar 'vochtigere' boomsoorten.

13

in het 'Bosbeheersplan 1989 t/m 1993' (1989) en het 'Bosbeheersplan 1995 t/m 1999' (1995)

heeft het bosbeleid een ontwikkeling doorgemaakt van een traditioneel beheer naar een meer

multifunctionele doelstelling, daannee de maatschappelijke ontwikkelingen en het rijks- en

provinciaal beleid volgend. In de loop van de laatste 12 jaar is er bij het bosbeheer steeds

meer gebruik gemaakt van spontane processen zoals natuurlijke veijonging, mede ingegeven

door de storm van januan 1990. Beheersingrepen zijn kleinschaliger geworden en steeds meer

gericht op behoud en toename van inheemse boomsoorten, mengmgsvormen, structuur en

natuurwaarden. In feite is daannee de weg naar geïntegreerd bosbeheer al op een beperkte,

experimentele wijze ingeslagen. Met het 'boetseren met hout' is toen al begonnen!

14

3 VISIE.

3. 1. Geintegreerd bosbeheer.

Uit het voorgaande blijlEr is gekozen voor een

duurzame instandhouding van het bos met een multifunctionele visie waarbij de functies

crecreatie', 'natuur' en 'houtproductie' zo kleinschalig mogelijk met elkaar verweven worden.

Afhankelijk van de uitgangssituaties zijn er flincticaccenten te leggen.

Geintegreerd bosbeheer is een beheersmethode met geleidelijke beheersmaatregelen die aan-

sluiten op spontane processen dus aansluiten op de natuurlijke ontwikkeling. Deze

beheersvorm leidt op den duur tot een gevarieerder-, gemengder- en structuurrijker bos. Een

belangrijk gevolg van de overschakeling op geïntegreerd bosbeheer is dat het bos in de

toekomst niet meer als een productiemiddel wordt gezien maar als een min of meer natuurlijk

ecosysteem waaruit geoogst kan worden. Dit is een nieuwe benaderwijze van het bos en

vraagt samen met veranderde maatschappelijke wensen om een aanscherping van de

doelstellingen. De gemeente wil de volgende uitgangspunten hanteren:

Het bewust omgaan met aanwezige natuurwaarden;

Het scheppen van een aantrekkelijk woon- en werkklimaat voor de inwoners;

Het bieden van mogelijkheden voor recreatie en toerisme binnen de gemeente;

Een acceptabel kostenniveau van het beheer.

In het kort betekent dit voor de drie hoofdfuncties van het bos het volgende:

NATUUR:

De kwaliteit van de natuur loopt in ons land nog steeds achteruit met name in de

oorspronkelijke ecosystemen. De Gemeente Helmond erkent een verantwoordelijkheid in

deze. Ze wil in het eigen bosbezit de aanwezige natuurwaarden behouden en verder

ontwikkelen.

RECREATIE:

Het bos vormt voor de inwoners van de gemeente een belangrijke ontspanningsmogelijkheid.

Om deze reden wil zij de recreatieve waarde van de bossen verbeteren o.a.door de gebieden

meer natuurlijk te laten overkomen. Dit geldt voor extensieve vormen van recreatie zoals

wandelen, fietsen en paardrijden. Daar waar negatieve effecten te verwachten zijn zal de

recreatie zoveel mogelijk afgeleid worden. In natuurterremen wordt recreatie toegestaan mits

de natuurwaarden niet worden aangetast.

HOUTPRODUCTIE:

Het nederlandse bos voorziet in amper 10% van de nationale houtbehoefte. De gemeente wil

hier een bijdrage aan leveren middels een dunnings- of groepsgewijze oogst. Daarnaast geldt

dat houtoogst een inkomstenbron van het bos is en noodzakelijk voor een duurzaam en

kostendekkend beheer. Wel zal de houtproductie zich meer gaan richten op kwaliteit in plaats

van kwantiteit.

Naast de bovengenoemde functies zijn ook van belang:

LANDSCHAPSSCHOON:

De gemeente hecht grote waarde aan gevarieerde en aantrekkelijke overgangszones van het

open gebied naar het gesloten bos. In het 'Groene Raamwerk' (1 996) worden de overgangen

en randen van het stedelijk gebied naar het buitengebied als waardevol bestempeld. Dit speelt

vooral bij het beekdallandschap waar tevens gestreefd wordt naar behoud van de typische

beekdalkwaläteiten als beplantingselementen, wegenpatroon, onverharde wegen, bospercelen,

etc. In het dal van de Goorloop wordt ook gestreefd naar versterking en herstel van de herken-

baarheid en continuïteit van de Goorloop als beekloop.

15

CULTUURMSTORIE:

Op een aantal plaatsen in het bos zijn elementen aanwezig met cultuurhistorische waarde:

Door menselijk handelen zijn zichtbare elementen ontstaan zoals bijvoorbeeld houtwallen,

lanenpatronen en -beplantingen en een gracht. De gemeente acht het van groot belang deze

elementen te behouden en waar nodig te herstellen.

Het ontginningspatroon van de 'heideontginningsbossen' dat kenmerkend is voor de wijze

waarop bosaanleg in de eerste helft van de vorige eeuw werd aangepakt, met strakke

boswegen en brandsingels, heeft weinig zeldzaaniheidswaarde. Overal in het nederlandse bos

zijn ze in ruime mate voorhanden.

ARCHEOLOGM:

In de bossen van de Gemeente Helmond liggen enkele archeologische vindplaatsen

(Warande) en archeologische attentiegebieden (Kikkerven in Stiphoutse bossen). De

gemeente wil deze terreinen beschermen en hun waarden in stand houden.

GEOMORFOLOGIE/AARDKUNDIGE WAARDEN:

Binnen de bossen liggen geomorfologische terreinvormen van natuurlijke oorsprong (bijv.

stuifduinen in reliefrijke duinvaaggronden) en terreinen met cultuurhistorische waarden (bijv.

hakhoutwallen). Deze geomorfologische-laardkundige waarden zullen-in stand worden

gehouden.

KOSTENBEIHEERSING:

Traditioneel bosbeheer is een kostbare onderneming geworden en leidt niet tot de gewenste

resultaten. Geintegreerd beheer betekent meer duurzaamheid met lagere kosten.

3.2. Doelstelling.

Vanuit de hierboven geschetste overwegingen is de volgende beheersdoelstelling voor de bos-

en natuurterreinen van de Gemeente Helmond te fonnulieren:

Bossen: Het zo optimaal mogelijk laten samengaan van de functies natuur, landschaps-

schoon, recreatie en houtproductie tegen een aanvaardbaar kostenniveau.

Natuurterreinen: Behoud en ontwikkeling van de natuurlijke- en landschappelijke

waarden, met een recreatief medegebruik indien het hoofddoel niet wordt geschaad.

Concreet betekent dit:

0 Het bos wordt niet meer gezien als een productiemiddel maar als een min of meer

natuurlijk ecosysteem waaruit geoogst kan worden.

0 Zoveel mogelijk dienen de bossen de verschillende flmcties tegelijkertijd te vervullen

(multifunctionaliteit) waarbij wel accenten kunnen worden gelegd.

0 Deze accenten worden toegekend waar bijzondere waarden of potenties in het spel zijn,

waar bepaalde ontwikkelingen worden nagestreefd of waar fricties bestaan tussen de

verschillende flmcties.

0 De bossen dienen een hoge belevingswaarde en visuele aantrekkelijkheid te bezitten ten

dienste van de recreatie.

0 Elementen die voor de flora en fauna belangrijk zijn, dienen behouden te blijven en

verder ontwikkeld te worden. Bovendien dient er gestreefd te worden naar een zo

natuurlijk mogelijke soortensamenstelling.

0 Zeldzame cultuurhistorische waarden, archeologische waarden en natuurlijke- danwel

cultuurhistorische terreinvormen worden behouden.

0 Er dient gestreefd te worden naar en verbetering van de houtkwaliteit.

0 Door een versterking van de mantel- en zoomvegetatie wordt de overgang van open- naar

gesloten ruimte meer geleidelijk gemaakt.

16

Gestreefd dient te worden naar een aanvaardbaar kostenniveau ten aanzien van het

bosbouwkundig beheer, daarbij kosten voor eigenaarslasten, recreatieve voorzieningen,

natuurterreinen en landschappelijke elementen niet inbegrepen.

3.3. Functieaccenten.

Geintegreerd bosbeheer is per definitie de meest geschikte beheersvonn om aan de gestelde

doelstelling te voldoen. Het beoogt immers het samengaan van de verschillende functies op

dezelfde plaats. De functies en accenten voor het bosbeheer kunnen nu op basis van beleid

~.2) en beheersdoelstelling (hfdst.3.2) gefonnuleerd worden. Ze worden ook

weergegeven op een zogenaamde 'functieaccentenkaart' (Bijlage 2).

Multifunctioneel bos: In een deel van de bosobjecten is geen functieaccent gelegd. Het beheer

is hier gericht op het samengaan van de drie verschillende functies. De inspanning is gefocusd

op het omvormen van de vaak monatone(re) bossen naar een wat betreft structuur, leeftijd en

boomsoortensamenstelling gevarieerder bos. Aandachtspunten hierbij zijn een vergroting van

het aandeel inheemse loofboomsoorten, het gebruik van spontane bosverjonging, toename van

de hoeveelheid staand en liggend dood hout en meer oude bomen. De overgang tussen bos en

open ruimte kan meer geleidelijk worden gemaakt door middel van structuurrijke mantel- en

zoomvegetaties. Recreatie richt zich op de extensieve vormen zoals wandelen, fietsen en

paardrijden. Voor de gemeentebossen vallen de 'Brouwhuissche heide' en de 'Bossen rond de

Bakelse bossen' binnen dit type multiflmctioneel bos.

Multifunctioneel bos met accent natuur: Daar waar in het bos sprake is van aanwezige

bijzondere natuurwaarden, bijzondere biotische en abiotische kenmerken en goede

ontwikkelingsmogelijkheden, komt het accent van het beheer te liggen op behoud en

ontwikkeling van aanwezige natuurwaarden. Het beheer in deze delen van het bos is gericht

op het behouden van zoveel mogelijk soortendiversiteit en het ereeren van zodanige biotopen

dat soorten zich op de lange tennijn kunnen ontwikkelen en nieuwe soorten zich in het gebied

kunnen vestigen. Hierbij moet het gaan om inheemse soorten. Het aanwijzen van kleine

4 reservaten' behoort hier tot de mogelijkheden. Recreatief medegebruik is mogelijk in

extensieve vormen (wandelen/fietsen) voorzover de aanwezige c.q. te ontwikkelen

natuurwaarden niet nadelig worden beïnvloed. De 'Noordelijke helft van de Stiphoutse

bossen' en het 'Groot Goor' vallen in deze categorie bos.

Multifunctioneel bos met accent recreatie: Daar waar het bos gelegen is in de invloedssfeer

van de bebouwing of nabij belangrijke invalswegen komt het accent van het beheer te liggen

op recreatie. Het verschil met het multifunctionele bos zonder accent is dat extra aandacht

wordt gegeven aan het vergroten van de visuele belevingswaarde en de gevarieerdheid van

het bos en dat hier een hoger recreatief voorzieningenniveau aanwezig zal zijn. Binnen dit

type bos vallen de 'Zuidelijke helft van de Stiphoutse bossen' en de 'Warande'.

3.4. Consequenties voor beheer.

Een aantal consequenties zal het veranderend beheer zeker hebben, waarbij enkele belangrijke

zijn:

- Natuurlijke processen bppalen de bosontwikkeling: Natuurlijke veijonging vormt de basis

van het toekomstig bos.

- Streven naar een hoger aandeel inheemse (boom)soorten: Afhankelijk van

functieaccenten en haalbaarheid zullen soorten als Inlandse eik, Beuk, Es, Winterlinde

Berk, Groveden, Lijsterbes, Vuilboom, Hulst, Taxus, Inlandse vogelkers en Wilgen in

belangrijke mate het bosbeeld gaan bepalen. Het proces moet zodanig begeleid worden

dat veijonging van uitheemse soorten zoals Douglas, Amerikaanse eik, Esdoorn en

Amerikaanse vogelkers niet gaat domineren.

- Streven naar mengingen in soorten en leeftijden: Dit leidt tot een grotere stabiliteit bij

calamiteiten als stormschade en aantastingen door insecten of schimmels. Daarnaast

zullen de natuur- en recreatieve waarden toenemen.

17

- Streven naar oude bomen: Een deel van do bomen zal de maximaal haalbare leeftijd

kunnen realiseren. Oude en dikke bomen vallen op, zijn herkenbaar, vormen een

belangrijk element in een recreatief aantrekkelijk bos, bieden gunstige voorwaarden voor

een scala aan plant- en diersoorten en geven het bos een grotere stabiliteit.

- Dode bomen laten staan: Veel insecten, schimmels, vogels en zoogdieren zijn alhankel ijk

van dood hout. Vooral staande, dikke dode bomen zijn van belang. Langs wegen en

paden zullen ze echter omgezaagd moeten worden.

- Bij de productie van hout verschuift het accent van kwantiteit na kwalite : Bomen met

de beste houtkwaliteit worden bij een dunning meer ruimte gegeven. Op tennijn kan de

oogst van zwaar kwaliteitshout zorgen voor een meer kostendekkend bosbeheer.

- Verhoping van de belevingswaarde: Veel van de voorgaande aandachtspunten zijn gericht

op een verhoging van de natuurwaarde. En dit is weer gunstig voor de recreatieve

aantrekkelijkheid. Er zijn ook specifiek op de recreant gerichte beheersmaatregelen zoals

het ruim vrijstellen van markante bomen, boomgroepen of lanen. Ze zullen meer in het

oog springen en daardoor meer gewaardeerd worden.

- Rust voor flora en fauna: Ingrijpende beheerswerkzaamheden mogen niet plaatsvinden in

de voortplantingstijd van reptielen, ampflbieen, vogels en zoogdieren en in het

vegetatieseizoen. Dat betekent rust in het bos tussen half maart en begin september.

3.5. Ruimtelijke vertalin,2.

Uit de combinatie van doelstelling, functicaccenten en groeiplaatsmogelijkheden is in grote

lijnen af te leiden hoe het bos er op de lange termijn uit gaat zien. Deze zgn. 'Streefbeelden'

worden hierna per bosgebied uitgewerkt en bieden een handvat voor de te realiseren doelen

op korte termijn.

3.5. 1. Stiphoutse bossen.

Zoals hierboven aangegeven zijn de Stiphoutse bossen in een noordelijke en zuidelijke helft

verdeeld. De indeling komt voort uit de ligging en de betekenis van de diverse vennen en

heideterreinen in het noorden en de wens om juist dit gebied recreatief te ontzien. In het

noorden dus meer het accent op natuur, in het zuiden meer op recreatie.

Noordelijke helft (175 ha.bos) met flmctieaccent 'Multifunctioneel bos met accent

natuur':

Zoals gezegd liggen hier dus de natuurgebieden, zijnde de vennen en heide, met als absolute

uitblinker het 'Kamerven'. De diverse terreintjes met natuurwaarden liggen mooi verspreid

door dit noordelijk gebied zodat geen twijfel is gerezen omtrent de grensaanduiding. Nadat in

het verleden wel vaker geplagd is in de heide, zijn afgelopen winter alle vennen hersteld. Het

vrijgekomen organische materiaal is afgevoerd, de randen zijn van begroeiing ontdaan en de

taluds zijn hersteld. Deze herstelwerkzaamheden zijn voortgekomen uit het plan 'Onderzoek

en advies herstel vennen Stiphoutse bossen' en werden via het OBN (Over-levingsplan Bos

en Natuur) voor een groot deel gesubsidieerd. Het doel is om gunstige voorwaarden te

scheppen voor zeldzame plant- en diersoorten. Tevens zal door het vellen van bomen rond de

vennen minder vocht onttrokken worden waardoor het oppervlak water groter wordt. Het

meer open karakter tenslotte vormt een welkome afwisseling in een zee van bomen.

De bossen in dit deel van de Stiphoutse bossen zijn zeer divers te noemen. In principe wordt

gestreefd naar een structuurrijk bos met een hoog aandeel van inheemse boom- en

stniiksoorten. Momenteel staan er echter vele soorten 'exaten' (= uitheems) zoals Douglas,

Abies grandis, Fijnspar, Omorika-spar, Sitkaspar, Tsuga, Japanse lariks, Corsicaanse den,

Oostenrijkse den, Weymouthden en Amerikaanse eik. Het gaat om een behoorlijke

oppervlal-.te (42 0/o) maar gelukkig staan er soorten bij die zich niet of nauwelijks natuurlijk

veijongen. Douglas en Amerikaanse eik doen dit bijvoorbeeld wel en dienen daardoor in de

gaten te worden gehouden.

Wat willen we in dit deel van de Stiphoutse bossen waar de natuurflmetie zo belangrijk wordt:

Een hoger aandeel inheemse bomen (en struiken). Om dit te bereiken zullen dus exMiddels gerichte keuzes wordt ingegrepen om veranderingen te

bewerkstelligen. Zo kunnen inheemse soorten worden vrijgesteld bij dunningen, kwmen

gaten gekapt worden bij een aanwezige onderbegroeiing of bij zaadbomen of voor het

aanbrengen van een beplanting. In verschillende leeftijdsklassen is dit te realiseren. Op de

lange termijn worden exoten getolereerd maar zeker 75% van de oppervlakte moet dan

bestaan uit inheemse soorten. Dat betekent wel dat 30 hectare exoot omgevormd moet

worden!

Meer gemengd, ongelijkjarig en structuurrijk bos. Ingrepen zijn gericht op het

ontwikkelen en in stand houden van diverse mengvormen, zowel in horizontale- als in

verticale zin. Hiermee is een groot voordeel voor de natuurwaarden te behalen, zeker ten

opzichte van een monocultuur, gelijkjarig en dus structuurloos bos. Het bos moet er als

het ware overal verschillend uitzien, met veel structuur. En er is geen enkel bezwaar om

door middel van planten (bijvoorbeeld Zomer- en Wintereik, Beuk, Winterlinde) meer

sturing te geven aan een gevarieerder soortenbeleid. De boomsoorten moeten dan wel

aangepast zijn aan de betreffende groeiplaats.

Meer inspelen op natuurlijke processen. Er wordt meer overgelaten aan de natuurlijke

ontwikkeling zoals bijvoorbeeld een natuurlijke veijonging, het afsterven van bomen, het

echt oud laten worden van bomen, het laten liggen van omgewaaide bomen e.d. Het moet

uiteraard geen gevaarlijke situatie opleveren voor het publiek. En fraai gevormde bomen,

boomgroepen, lanen e.d. krij en de mogelijkheid om echt oud te worden.

-9

- Meer dood hout in het bos. Veel organismen zijn afhankelijk van dood hout. Indien dit

niet op een natuurlijke wijze gebeurt, kan de natuur een handje geholpen worden. Door

bomen te 'ringen' (= het weghalen van een strookje bast rondom de boom) kan het

aandeel dood hout vergroot worden. Exaten komen hier het eerst voor in aanmerking. Een

aantal van tenminste vier dode bomen per hectare zal voldoende zijn. En omdat je

volledig in de hand hebt waar die dode bomen komen, zal er geen gevaar ontstaan voor

het publiek.

- Kleinschalige veilingen. Indien er bijvoorbeeld voor een veijonging toch geveld moet

worden, dienen de ingrepen kleinschalig te gebeuren. Maximaal 0,30 hectare

aaneengesloten en minimaal 1,5-2x de boomhoogte om toch voldoende licht te krijgen.

- Behouden van kwaliteit en openheid in natuurterreinen. Rondom vennen en op de heide

dient de openheid te blijven. Naast het verwijderen van opslag en andere ongewenste

begroeiing kan ook gedacht worden aan begrazing. Het Kamerven zou zich hiervoor

uitstekend lenen. Door het plaatsen van een raster zal het (illegaal!) honden uitlaten,

paardrijden, ATB-en e.d. dan ook verminderen. Rust in open gebieden is bepalend of

soorten zich gaan vestigen of uitbreiden. Naast het behoud van openheid is het behoud

van de kwaliteit van de afzonderlijke natuurterreinen zeer belangrijk. Heide behoort

bijvoorbeeld tot het cultuurlandschap en zal daarom beheerd moeten worden, vennen

kunnen verlanden, Gentianen en wulpen kunnen verdwijnen. Monitoring is daarom

belangrijk.

- Beter randenbeheer. Randen bestaan in dit verband uit alle overgangen van gesloten naar

(half)open. Zowel in de overgang van bos naar landbouwgrond, als van bos naar

natuurterrein. als van paden naar bos, als van gaten in het bos zelf zijn 'zoom- en/of

mantelvegetaties' te creeren. Vegetaties dus die de harde overgang en meestal rechte

lijnen van bos naar open moeten nivelleren, moeten samensmelten. Meestal bestaat de

mantel uit diverse sh-uiksoorten en, mits goed gelegen en aan de omgeving aangepast, zijn

ze zeer belangrijk voor zomninnende soorten zoals vlinders. Ook visueel komt alles

natuurlijker over.

19

- Beter beheer van water. Het is zeer belangrijk te vermelden dat zowel in het bos als in de

natuurterreinen (vennen en drassige laagten) het gebiedseigen water zoveel mogelijk

vastgehouden moet worden. Er mag geen water uit het terrein wegvloeien. Zo flingeert

het bos als waterbuffer. In nattere tijden kan het dus voorkomen dat een plek of pad voor

het publiek niet begaanbaar is. Het is dan zo!

- Extensieve vormen van recreatie. Het is de bedoeling om in dit deel van de Stiphoutse

bossen de recreatie zo extensief mogelijk te houden. Van enkele wandelroutes zullen

gedeelten door dit gebied lopen en zelfs de mooiere plekken aandoen. Het is echter niet

wenselijk extra voorzieningen te ereeren voor fietsen, ATB-en, paardrijden, honden

uitlaten en picknicken. Wandelen blijft hier het motto.

- Aangepaste vormen van houtproductie. Er zal in de toekomst veel hout (dus geld)

vrijkomen uit dunningen en kleinschalige groepenkap. Dit alles om het bos gemengder,

ongelijkjariger, stmctuurrijker, kortom aantrekkelijker te maken. Er zullen

verschuivingen optreden van uitheems naar inheems, van productief naar minder

productief, van kwantiteit naar kwaliteit. Dit alles dient geleidelijk te gebeuren. Er liggen

goede mogelijkheden voor de productie van zwaar kwaliteitshout. De uitvoering moet van

hoge kwaliteit zijn, zowel bij het aangeven van de bomen die geveld worden alsook bij de

houthandelaar die de bomen daadwerkelijk omzaagt. Zonder goede uitvoering heeft dit

plan geen toekomst!

Zuidelijke helft (1 85 ha.bos) met flmctieaccent 'Multi "ctioneel bog met accent

recreatie':

Ook hier is het bos zeer divers te noemen en aantrekkelijk voor de recreant. Hier ligt ook het

'Witven' en 'De Meer', beide vennen met een grote recreatieve aantrekkingskracht. Het

eerstgenoemde ven met relatief weinig natuurwaarde de laatste met meer natuurwaarde.

Verder is er een open stuifzandgebied, de 'Zandbergen' genaamd, met daaromheen het oudste

bos van het gebied en is er een akkerland waar momenteel mais geteeld wordt. Er zijn diverse

parkeermogelijkheden, twee stroken bos zijn aangewezen als uitlaatgebied voor honden, de

Gerwenseweg maakt onderdeel uit van de 'Kempenroute' van de ANWB, er loopt een

regionale fietsroute en er is een ruiterroute. Het zal duidelijk zijn dat hier de recreant het best

aan z'n trekken komt.

De bossen zijn binnen het gebied en afhankelijk van de bodem zeer afivisselend te noemen.

Ten noorden van de Gerwenseweg liggen de goede gronden met een hoog aandeel aan

uidieemse boomsoorten (75%, exclusief de vakken 41 t/m 44). Her staan ruim 30 meter hoge

Douglassen terwijl het aandeel Inlandse eiken ook redelijk te noemen is. Daarnaast dus nog

een heel scala van andere soorten, in- en uitheems. Uniek zijn de groepen Wintereiken en

Haagbeuken bij het 'Witven'. Ten zuiden van de Gerwenseweg zijn de armere gronden en

overheerst de Groveden. Hier is het aandeel exoten duidelijk n-iinder (21%, inclusief de

vakken 41 t/m 44), alhoewel Amerikaanse eik zich behoorlijk heeft gevestigd. De aandacht in

de zuidelijke helft van de Stiphoutse bossen ligt bij het verhogen van de visuele

belevingswaarde, het vergroten van de gevarieerdheid van het bos en het vergroten van de

mogelijkheden voor de reereant.

In concreto betekent dit het volgende:

Ontwikkelen van recreatieve voorzieningen. Naast het bos- en natuuraspect zijn er diverse

mogelijkheden voor aanleg, verbetering en uitbreiding van recreatieve voorzieningen. Te

noemen zijn: het aanleggen van gemarkeerde wandelroutes, het geleiden en verbeteren en

uitbreiden van parkeermogelijkheden, het aanbrengen van infonuatiepanelen over het

gebied, het aanleggen van enkele grasweidjes voor vertoeving en spel, het verbeteren van

de 'Zandbergen' voor spelende kinderen, een betere geleiding van ruiters, het eventueel

aanleggen van een ATB-route en het uitbreiden van het aantal picknick-sets, zitbanken en

20

- prullenbakken op gewenste plaatsen. Het zal duidelijk zijn dat dit alles de nodige

financiele investeringen zal vergen tesanien met de broodnodige controles hierop,

inclusief bosafsluitingen, bebordingen, snoei voor routes e.d. Bij de Nuenensedijk ligt een

'mooie' maisakker, in eigendom van de gemeente, waar na opzegging van de pacht een

plan gemaakt kan worden voor recreatieve doeleinden. Zo worden de 'recreatieve centra'

verspreid door het hele gebied, zo gezegd 'van elk wat wils', van natuurbeleving en

ontspanning tot sport en spel (er ligt ook een uitgebreid sportcomplex in dit deel van het

bos). Mogelijk dat er nog een uitlaatplaats voor honden ten zuiden van de Gerwenseweg

geprojecteerd kan worden.

- Een hoger aandeel inheemse bomen. Dit onderwerp ligt niet zo extreem als bij het

noordelijk deel van de Stiphoutse bossen. Exaten worden veel meer getolereerd en zullen

in de toekomst blijven voorkomen, alleen in iets mindere mate. Moeten er echter keuzes

gemaakt worden tussen inheems of uitheems, bijvoorbeeld bij dunningen of ter verhoging

van de afwissel'mg en beleving, dan zal inheems prevaleren. Uiteindelijk zal er een

verschuiving van 10-20% plaatsvinden richting inheems en dan voornamelijk loofilout.

- Meer gemengd, ongelijkjarig en strlictuurrijker bos. Ook hier worden ingrepen uitgevoerd

die de monatoonheid en gelijkjarigheid moeten doorbreken. In de Groveden is reeds een

positieve ontwikkeling op gang gekomen, in de vakken met exoten is er nog veel

verbetering te wensen zowel in horizontaal- als in verticaal opzicht. Het komt de

belevingswaarde ten goede als er meer structuur en afwisseling in het bos te vinden is. Dit

kan op een natuurlijke wijze gebeuren, bijvoorbeeld een natuurlijke verjonging, of door

middel van het aanbrengen van een beplanting (bijvoorbeeld Zomer- en Wintereik, Beuk,

Winterlinde) om een gevarieerder soortenaanbod te realiseren.

Kleinschalige veilingen. Om het bos gevarieerder en afwisselender te maken, kan het

nodig zijn om kleinschalige groepenkap toe te passen. Ook hier maximaal 0,30 hectare

aaneengesloten en minimaal 1,5-2x de boomhoogte om voldoende licht te krijgen, voor

een nataurlijke veijonging of voor planten.

Meer markante bomen. Voor het verhogen van de belevingswaarde is het ook van belang

dat markante bomen, boomgroepen en lanen meer beeldbepalend worden. Zij dienen als

herkenningspunt voor de recreant. Een oude dikke boom wordt tenslotte meer

gewaardeerd dan een dunnere. Hertoe mogen ze tot in lengte van jaren blijven staan.

- Meer dood hout in het bos. Ook hier is het gunstig om voor de natuurwaarden meer dood

hout in het bos te hebben. Door middel van het 'ringen' van minimaal vier bomen per

hectare, buiten de invloedssfeer van het publiek, kan het aandeel dood hout vergroot

worden. Exoten komen hier als eerste voor in aanmerking.

- Beheer natuurterreinen. Rond de vennen is openheid zeer belangrijk alsook de kwaliteit

van de gebieden zelf. Ook de 'Zandbergen' met directe omgeving dient open te blijven.

Het zijn toch de interessante afwisselingen binnen het grote bosgebied.

- Beter beheer van water. Het is duidelijk dat ook hier het gebiedseigen water vastgehouden

moet worden.

- Houtproductie. Uit dunningen en kleinschalige groepenkap zal in de toekomst veel hout

vrijkomen wat na verloop van tijd een steeds grotere diameter heeft. Er liggen hier pruna

mogelijkheden voor zwaar kwaliteitshout zowel in de Groveden als in de exaten Douglas

en Corsicaanse den. Ook hier is het belangrijk dat de totale uitvoering van de

werkzaamheden van hoge kwaliteit moet zijn. Dit vormt namelijk de basis voor verdere

ontwikkelingen!

3.5.2. Brouwhuissche heide.

In de Brouwhuissche heide ligt de functie op 'Multifunctioneel bos' en zijn er dus geen

specifieke accenten gelegd. Het beheer is hier gericht op het samengaan van de drie

verschillende functies zonder een voorkeur te geven.

21

Zoals eerder aangegeven bestaat de Brouwhuissche heide voornamelijk uit naaldhout, met

name Groveden en Corsicaanse den.. Zowel in verticale- als horizontale zin is het bos over

het algemeen structuurann te noemen en de oude(re) bomen staan nog dicht op elkaar. Door

de geïsoleerde-, weinig inspiratievolle ligging, het vroegere beleid van de Gemeente Deume

en het huidige aanzien is er op het gebied van de drie verschillende functies nog weinig te

vinden. Het bos nodigt daarom niet echt uit. Het is zaak om dit gebied eens flink en gericht

bosbouwkundig aan te pakken, maar of het daarna interessant genoeg is voor de mens is

daarbij de grote vraag.

Er kunnen diverse maatregelen genoemd worden om de ontwikkelingen op het gebied van

natuur, recreatie en houtproductie op gang te brengen.

Meer gemengd, ongelijkjarig en structuurrijker bos. Dit is in feite het belangrijkste punt

om snel tot veranderingen te komen, voor de natuur en voor de recreant. Inzet is de

omvonning van een monocultuur, gelijkjarig en stractuurann bos naar een gemengder,

ongelijkjarig dus structuurrijker bos. Hiervoor moet er flink gekapt worden zowel in de

vorm van dunningen, waarbij inheemse soorten voorrang hebben, als ook door middel

van het maken van gaten. Er moet licht op de bodem van het bos komen. Zonder licht

geen verjongmg, geen onderetage, geen afwisseling. In deze gaten kan een natuurlijke

veijonging van Berk, Groveden en in mindere mate Inlandse eik optreden of kan

bijgeplant worden (Zomer- en Wintereik).

Kleinschalige veilingen. Kleinschalige groepenkap dus van 0,05 tot 0,30 hectare

aaneengesloten Afhankelijk van de dikte van de grasmat of de strooisellaag zal een lichte

bodembewerking nodig zijn om zaad eerder te laten ontkiemen.

Meer dood hout in het bos. Om de natuurwaarden snel te bevoordelen worden in de

oudere opstanden ca. vier bomen per hectare geringd, zo mogelijk exoten en anders

Grovedennen.

Meer markante bomen. Reeds fl-aaie bomen of boomgroepen worden verder vrijgesteld

zodat ze later beeldbepalend zijn.

Houtproductie. Bij de dunningen zullen de kwalitatief betere bomen verder worden

vrijgesteld maar het blijft de vraag of dat te zijner tijd zwaar kwaliteitshout oplevert.

Beheer ten behoeve van de recreatie. Door gerichte bosbouwkundige ingrepen te plegen,

zie hierboven, wordt het bos ook voor het publiek aantrekkelijker. De belevingswaarde

zal namelijk langzaamaan toenemen. Of dat dit de recreant aanspreekt is moeilijk in te

schatten. Mogelijk dat het beperkt aanbrengen van recreatieve voorzienmgen zoals

zitbanken, een paar picknick-sets e.d. een lokker is. Verdere voorzieningen zijn niet

zinvol.

3.5.3. Groot Goor.

Het Groot Goor heeft het functieaccent 'Multifunctioneel bos met accent natuur' ge-kregen. Er

zijn diverse redenen aan te geven waarom de natuurfunctie hier zo zwaar weegt: de ligging in

het beekdal van de Goorloop, de huidige waarde van het bos, het bos in relatie met de directe

omgeving en de waarde die de verschillende beleidsplannen aan dit bos toekennen. Het is

duidelijk dat hier een zeer interessant bos ligt.

Het bos ziet er momenteel al zeer ontwikkeld uit: een hoog aandeel aan inheemse boom- en

struiksoorten met een grote varieteit aan leeftijden, veel afwisseling, natuurlijk overkomend

en structuurrijk. Een eldorado voor fauna en flora. Voor de wandelaar zeer aantrekkelijk:

dichtbij het stedelijk gebied, statige lanen met dikke bomen maar ook smalle natuurpaden,

verrassende afwisselingen op velerlei gebied en een directe omgeving die ook zeer

uitnodigend werkt. Voor de fietser een doorgaande regionale route.

22

Het bos lijkt 'af op velerlei gebied. Hier en daar kan nog wat sturend worden opgetreden

maar dit zal geen grote veranderingen teweeg brengen. En dat hoeft en mag ook niet!

- Beheer ten behoeve van de natuur. Zoals ook al eerder beschreven lijkt het een prachtig

'natuurbos'. En dat is het ook. Er zal een zo hoog mogelijke leeftijd van de heersende

bomen nagestreefd worden ter verhoging van de afwisseling en het behoud van een

stabiel bosklimaat. D'r staan nog een paar opstanden met bijna monocultuur exoten

(Fijnspar, Japanse lariks) die, zonder al te grote ingrepen en geleidelijk, omgevormd

kunnen worden naar inheems loolhout (bijvoorbeeld Zornereik, Beuk, Winterlinde, Es).

Er is echter geen enkel bezwaar om een aantal van hen als overstaanders te behouden.

- Dood hout. Bomen die in de toekomst op een natuurlijke wijze dood gaan en geen gevaar

opleveren voor het publiek moeten blijven staan. Verspreid door het bos kwmen

(dunningsgewijs) nog enkele bomen geringd worden om het aandeel dood hout te

vergroten. Hiervoor komen exoten als eerste in aanmerking.

- Beter beheer van water. Het beheer van het waterpeil in het Groot Goor is van groot

belang. Dit vraagt om niet al te grote fluctuaties omdat anders de oude Eiken en Beuken

afsterven. Een onderzoek om in de toekomst tot een stabiel waterbeheer te komen is, ook

m relatie met de omgeving, wenselijk.

~ Amflbieen. Om het leefgebied van amfibieen uit te breiden, zijn er mogelijk nog plaatsen

te vinden waar een poel gegraven kan worden.

- Integratie met omgeving. Er liggen mogelijkheden om het beheer van de bossen en

omliggende graslanden te integreren waardoor de samenhang van het landschap versterkt

wordt. Een integratie kan de historische ligging van Helmond als 'beekdalstad'

benadrukken.

- Beheer ten behoeve van de recreatie. Het bos biedt een aantrekkelijk décor voor de

wandelaar en fietser en de recreatie moet ook in de toekomst extensief gehouden worden.

Voor de fietser worden geen extra voorzieningen getroffen en dat geldt zeker voor de

ATB-er. Voor de rustzoekende wandelaar wordt een gemarkeerde wandelroute uitgezet

die aansluiting vindt op een route door het noordelijker gelegen gebied. Een info-paneel,

wat extra zitbanken en een picknick-set zal zeker tot de mogelijkheden behoren. Ook voor

echte natuurstudie en educatie is het bos zeer aantrekkelijk. Deze mensen zullen zich ook

OP minder goede paden begeven en dat is juist de bedoeling. Dus moet goed gekeken

worden welke paden onderhouden worden en welke niet of minder. Voor elke bezoeker

wat wils!

Houtproductie. Van echte houtproductie is in het Groot Goor geen sprake. Om mooie

bomen oud te laten worden, om laanbomen meer ruimte te geven of om sturing te geven

aan het soort bomen zal zo nu en dan een dunning noodzakelijk zijn. Hierbij zal er hout

vrijkomen. Dit moet echter puur gezien worden als een middel om het bos in de gewenste

richting te ontwikkelen. Bij een eventuele dunning zal dus wel de kwaliteit van de, bomen

een belangrijke rol spelen.

3.5.4. Warande.

In de Warande ligt de functie op 'Multifunctioneel bos met accent recreatie'. Nergens in

Hehnond is een bosgebied wat zo druk bezocht wordt door het publiek als hier. Het is vroeger

ook aangelegd als een wandelbos en dat is zo gebleven. Het bos vervult dus een zeer

belangrijke rol voor de wandelaar en fietser. De uitstraling die het heeft door ouderdom en

geordendheid, het intensieve padensysteem met oude laanbomen, de ligging in de stadsrand,

een aangrenzend wandelpark met gazons, vijverpartijen en dierenverblijven, parkeergelegen-

heden, een bostuin, een restaurant, een midgetgolfbaan en diverse sportaccommodaties

vormen een zeer aantrekkelijk gegeven voor dagrecreatie.

23

Het bos bestaat geheel uit inheems loolhout: Zomereik, Beuk en Es. Verreweg de meeste

Eiken zijn monumentaal te noemen, alsook de Eikenlanen en bepaalde gedeelten Beuk. De

onderetage is gevarieerd in soorten en hoogten. Ook parkachtige struiken als Rhododendron,

Taxus en Hulst ontbreken niet. Op plaatsen met een dichte laag Adelaarsvaren zijn struiken

afwezig. Dit geeft echter een mooie afwisselende werking.

Net als het Groot Goor lijkt ook de Warande 'af te zijn in velerlei opzichten. Hier en daar

kan wat sturend worden opgetreden maar dit zal geen grote veranderingen teweeg brengen.

- Beheer ten behoeve van de cultuurhistorie. Het zal duidelijk zijn dat het landgoedkarakter

van de Warande behouden moet blijven. De structuur van de paden, de laanbomen, de

begraafplaats met gracht in het centrum van het bos, de ovale vorm van het bos en de

Zomereik als belangrijkste boomsoort zijn duidelijke landgoedkarakteristieken. Ze dienen

vanwege hun cultuurhistorische waarde in de huidige vorm bewaard te blijven.

- Beheer ten behoeve van de recreatie. In het recreatieve beheer komen in de toekomst geen

grote veranderingen. Door de geringe oppervlakte van het bos en de herkenbaarheid is het

uitzetten van een wandelroute bijvoorbeeld overbodig. De werkzaamheden zullen

voornamelijk bestaan uit het begaanbaar houden van de paden en wat cosmetisch werk

aan de aanwezige voorzieningen en beplantingen. Zo kan er op plaatsen in de randen van

het bos een onderbegroeiing van struiken aangebracht worden die de storende bebouwing

van huizen en sportaccommodaties aan het zicht onttrekt. Te denken valt verder aan het

incidenteel planten van boomsoorten als Paardekastanje, Winterl'mde en Sequoiadendron

op markante plaatsen. Dit puur als doorbreking van de unifonniteit, als aardigheid. Eerder

zijn zo al een paar Taxodiums geplant en staan er ook Tamme kastanjes.

Beheer ten behoeve van de natuur. Ondanks het sterke parkachtige karakter, de hoge

recreatiedruk en de kleinere oppervlakte is er een relatief hoge natuurwaarde. Dit als

gevolg van de rijke bodem en de hoge ouderdom van de bomen. Ook hier wordt een zo

hoog mogelijke leeftijd van de heersende bomen nagestreefd ter verhoging van de

afwisseling en het behoud van een stabiel bosklimaat. Het monumentale karakter kan

behouden blijven als er alleen veijongd wordt op plaatsen waar spontaan open plekken

ontstaan door sterfte of windworp. De weerstand tegen de kaalslagen uit het verleden

hebben hun lering getrokken. Eventuele herplant dient te geschieden met Zomereik.

Dood hout. Bomen die in de toekomst van nature dood gaan en geen gevaar opleveren

voor het publiek moeten blijven staan. Zo nu en dan zou een boom geringd kwinen

worden als een soort dunningsingreep.

Beter beheer van water. Ook in de Warande is het beheer van het waterpeil zeer

belangrijk omdat de vitaliteit van de oude bomen hieraan is gerelateerd. Grote fluctuaties

zijn uit den boze. Een belangrijk punt!

Amflbieen. Mogelijk dat er nog een plek gevonden kan worden voor het graven van een

poel voor amflbieen.

Houtproductie. Van een echte houtproductie is ook in de Warande geen sprake. Met name

in de jongere opstanden zal zo nu en dan een dunning noodzakelijk zijn. Deze zal echter

steeds als middel dienen om het bos in een bepaalde ontwikkeling te sturen. En daarbij zal

ongetwijfeld naar de kwaliteit van de bomen gekeken worden.

3.5.5. Bossen rond de Bakelse bossen.

In de bossen rond de Bakelse bossen ligt de functie op 'Multifunctioneel bos' en zijn er dus

geen specifieke accenten gelegd. Het beheer is hier gericht op het samengaan van de drie

verschillende functies zonder een voorkeur te geven.

24

De losliggende bospereelen bestaan voornamelijk uit naaldhoutsoorten waarbij de Groveden

de belangrijkste rol vervult, hier en daar aangevuld met Berk en Amerikaanse eik. De

gedeelten tegen de woonwijk 'Dierdonk' hebben plaatselijk een redelijke onderbegroeiing

'van Inlandse eik, Berk, Amerikaanse eik, Lijsterbes en Vuilboom. De rest staat nog te dicht

zodat van een verticale structuur nauwelijks sprake is.

De volgende maatregelen zijn van belang voor het op gang brengen van de ontwikkeling van

de natuur, recreatie en houtproductie.

- Meer gemengd, ongelijkjarig en stmctuurrijker bos. Het zijn de belangrijkste termen om

de ontwikkelingen op gang te brengen. In de vakken tegen 'Dierdonk' is in het verleden

normaal gedund zodat een verdere structurering voommnelijk moet komen uit het kappen

van kleinschalig gaten. In de rest van de percelen zal flink gedund moeten worden en

eventueel gaten gekapt om meer licht op de bodem te krijgen. Zonder licht geen

verjongmg, geen afwisseling, geen structuur. In de gaten kan bijgeplant worden (Zomer-

en Wintereik) en verder een natuurlijke veijonging.

- Kleinschalige veilingen. Kleinschalige groepenkap dus tussen de 0,05 en 0,30 hectare

aaneengesloten. Eventueel een bodembewerking afliankelijk Van de dikte van de grasmat.

- Dood hout. Er kunnen ca. vier bomen per hectare geringd worden om het aandeel dood

hout te vergroten. exoten of anders Grovedennen.

- Markante bomen. Fraaie bomen of boomgroepen worden verder vrijgesteld zodat ze later

meer beeldbepalend worden.

- Houtproductie. De kwalitatief betere bomen worden bij de dunningen bevoordeeld zodat

mogelijk in de toekomst kwaliteitshout te oogsten valt.

- Beheer ten behoeve van de recreatie. Bovengenoemde maatregelen zullen de belevings-

waarde voor het publiek doen toenemen. Tegen 'Dierdonk' is dit van belang, in de andere

percelen nauwelijks. Het verder aanbrengen van recreatieve voorzieningen is niet zinvol.

25

4 BEHEERMAATREGELEN OP HOOFDLIJNEN.

In de navolgende paragrafen worden de beheersmaatregelen voor geïntegreerd bosbeheer in

zijn algemeenheid besproken. Daarnaast een paar onderwerpen ten aanzien van de

organisatie.

4.1 Maatregelen.

4. 1. 1. Dunning.

De dunning is verreweg de belangrijkste beheersmaatregel voor de toekomstige samenstelling

en ontwikkeling van het bos. Tevens vormen deze houtopbrengsten de grootste financiele

inkomstenbron van het bos. Het is een periodieke ingreep die de onderlinge concurrentie-

verhoudingen tussen de bomen beïnvloed. En deze concurrentie speelt zich af in het bovenste

deel van het bos, in de kronenlaag dus. Bij de dunning worden de eerste keuzes gemaakt door

naar de kronen van de individuele bomen te kijken. We spreken daarom van een

'hoogdunning'. Het gevolg van zo'n ingreep is dat de blijvende bomen meer naalden c.q.

bladeren kunnen vormen wat de diktegroei ten goede komt. Bomen met bijzondere waarden

voor natuur, recreatie en/of houtproductie krijgen zo extra groeiruimte-door het wegnemen

van hun grootste concurrent(en). Ze kunnen zich daarna beter ontwikkelen totdat de ruimte

opnieuw gevuld wordt (groei!) en de bomen elkaar weer gaan hinderen. Dit zal gemiddeld na

vijf groeiseizoenen het geval zijn waarna een volgende dunning nodig is. Dit proces herhaalt

zich totdat er uiteindelijk zo'n 60 tot 120 oude bomen per hectare over zijn met de best

haalbare natuur-, recreatie- of houtkwaliteit. Ook genetisch gezien zullen dit de beste bomen

zijn waarmee ze een ideale zaadbron vormen voor de volgende generatie bos.

De op natuurkwaliteit of belevingswaarde geselecteerde bomen c.q. boomgroepen zullen bij

de dunningen meer ruimte krijgen dan de rest van de bomen. Hiertoe behoren ook laanbomen.

Het is belangrijk dat de opvallende verschijningsvonn blijft bestaan. Vaak is deze kwaliteit

gelegen in een lage aanzet van grillige en zware takken. Met name deze lage takken kunnen

zich alleen handhaven in een min of meer open ruimte waar zonlicht vrij toegang heeft. De

bomen moeten dus als het ware in het centrum van kleine open plekken staan. De lage

betakking en vrije stand zorgt voor opvallende verschijningen die herkenbare punten in het

bos opleveren. Deze bomen worden nooit geoogst. Ze mogen zo oud mogelijk worden en

kunnen daarna een aanzienlijke bijdrage leveren aan de voorraad dood hout.

De op houtkwaliteit geselecteerde bomen kunnen geleidelijk geoogst worden. Het moment

van oogsten wordt bepaald door de financiele situatie op de houtmarkt en /of de behoefte aan

liquide middelen voor het beheer. Naannate de bomen langer blijven staan neemt de

stamomvang en daarmee de verkoopwaarde toe. Voorwaarde is wel dat dit moet gebeuren

voordat verval (rot!) optreedt als gevolg van ouderdom. De toenemende oogstreserve aan

kwaliteitsstammen resulteert op termijn in een grotere flexibiliteit in de bedrijfsvoering.

Gemengd bos.

In gemengde bossen wordt de dunning volgens dezelfde principes uitgevoerd met het verschil

dat er keuzes tussen verschillende boomsoorten gemaakt moeten worden. In de meeste

opstanden staan naast de hoofdboomsoort ook nog andere soorten. van heel weinig tot

redelijk veel. Het belangrijkste uitgangspunt bij de dunning is het behouden c.q. stimuleren

van de menging. Bepaalde soorten genieten echter een duidelijke voorkeur.

De Inlandse eik bijvoorbeeld is een inheemse soort met een lange levensduur, een zeer goede

houtkwaliteit en een grote natuur- en landschappelijke waarde. Ffij past daannee bij uitstek in

de gewenste bosbeelden. In het Groot Goor en de Warande veelvuldig aanwezig, in de

Stiphoutse bossen op de betere gronden matig tot redelijk aanwezig, in de Brouwhuissche

26

heide en de bossen rond het Bakels bos nauwelijks aanwezig. Iedere levensvatbare Inlandse

eik zal daarom bij dunningen begunstigd worden ten opzichte van alle andere boomsoorten.

Alleen in de Stiphoutse bossen zullen de zeldzame soorten Beuk en Haagbeuk voorlopig

voorrang hebben op de Inlandse eik.

De inheemse Berk zou van nature een belangrijk aandeel hebben in de Helmondse bossen.

Vanwege een beperlde afzetmarkt is hij echter lange tijd uit het bos geweerd. Ook de

traditionele bosarbeider had er maar weinig mee op, ze waren een pest voor de jonge

aanplanten. Zo is in Helmond de Berk tot in het begin van de negentiger jaren in de jongere

vakken rucksichtslos bestreden. Voor de productie van kwaliteitshout speelt de Berk een zeer

bescheiden rol, voor het bosecosysteem echter een belangrijke rol. Het blad helpt bij een

betere vertering van de zich ophopende laag afgevallen bladeren en naalden. Hiermee komt

een gunstige bodemvorming tot ontwikkeling en de in de strooisellaag opgehoopte

voedingsstoffen komen weer in de kringloop. In een veijonging bieden Berken beschutting

aan andere boomsoorten tegen extreme klimaatomstandigheden zoals nachtvorsten. Kortom

de Berk heeft een belangrijke verzorgende functie in een op natuurlijke grondslagen beheerd

bos. De Berk zal daarom tijdens dunningen vrijgesteld worden, zeker exemplaren met een

goede groei. Ook voor de 'verloofmg' van het bos een belangrijke soort: door de snelle groei

ook sneller structuur te verkrijgen dus sneller een hogere belevingswaarde, zeker in een

naaldbosomgeving. Afhankelijk van plaats en situatie in het bos gaat de Berk dan ook voor de

inheemse Groveden.

Uitheemse boomsoorten die zich niet of nauwelijks natuurlijk veijongen zullen op de lange

termijn uit het bos verdwijnen simpelweg omdat ze niet voor nageslacht kunnen zorgen. Mits

ze een goede groei vertonen zullen ze de komende decennia een aanzienlijke bijdrage aan de

houtproductie leveren. In dit soort opstanden worden wel de inheemse soorten bij de

dunningen verder vrijgesteld. Uitheemse soorten die zich wel natuurlijk veijongen, kunnen

een prob

leem vonnen voor een gevarieerde bosontwikkeling. De Amerikaanse eik en de

Douglas zijn hier voorbeelden van. Door hun snelle jeugdgroei en het vermogen om ook

onder schaduwrijke omstandigheden te overleven, zijn ze m staat alle andere soorten te

onderdrukken. Het is dus van groot belang om hun verspreiding voorlopig beperkt te houden

tot de gebieden waar ze toch al het hoofdaandeel vortnen. Een idee zou zijn om de opstanden

relatief dicht te houden zodat een veijonging door lichtgebrek achterwege blijft. In de rest van

het bos zullen beide soorten tijdens dunningen geleidelijk aan teruggedrongen worden, zeker

in de gebieden met het beheersaccent 'natuur'.

Toekomstbomen.

Zoals in het begin van dit hoofdstuk besproken zullen de dunningen worden uitgevoerd

volgens het principe van de 'hoogdunning'. De best gevormde bomen zullen in de kronenlaag

worden vrijgesteld van hun grootste concurrent(en). Onderstandige exemplaren die de

concurrentieslag in feite al verloren hebben, worden gehandhaafd om grotere windsnelheden

te remmen en het gevaar voor stonnschade beperkt te houden. Een andere vorm van

hoogdunning is de 'toekomstbomenmethode'. Daarbij richt de dunning zich al in een jongere

fase op bomen die uiteindelijk de eindopstand gaan vormen. Indien de opstand tot op een

hoogte van 6 a 7 meter geen levende takken meer bezit, worden per hectare 60 tot 120

zogenaamde 'toekomstbomen' met de beste houtkwaliteit geselecteerd verspreid in de

opstand. De bomen worden gemerkt en de toekomstige dunningen zijn gericht op het

optimaal ontwikkelen van deze bomen. Tussen de toekomstbomen in blijft de ingreep beperkt

en is met name gericht op de toegankelijkheid van de opstand voor de exploitatie. De

'normale' hoogdunning waar de laatste jaren steeds mee gewerkt is, heeft pffim voldaan. Een

probleem met de toekomstbomenmethode is het na jaren weer terugvinden van de gemerkte

27

exemplaren. De merktekens zijn namelijk na een paar jaren verdwenen en omdat er ten

behoeve van houtopbrengsten en toegankelijkheid ook tussendoor gedund wordt, is er

nauwelijks onderscheid te maken met een normale hoogdunning. De 'toekomstbomen-

methode' zal dan ook maar beperkt toegepast worden in jongere bossen met een

buitengewoon goede houtkwaliteit.

En omdat de dunning verreweg de belangrijkste beheersmaatregel voor de samenstelling en

ontwikkeling van het bos is en in welke vonn die uiteindelijk ook toegepast wordt: er zullen

steeds belangrijke keuzes gemaakt moeten worden. De werkzaamheid die daarbij hoort is het

zogenaamde 'blessen', het aangeven van de bomen die eruit moeten. En het oude gezegde

'blessen = beleid' geldt meer en meer 'm de hedendaagse moderne bosbouw. Doordat het

systeem van blessen in de loop der jaren veranderde en er steeds te weinig bomen weggehaald

werden, liep de ontwikkeling van het helmondse bos ernstige vertraging op. De gemeente

onderkende dit probleem en sinds 2000 wordt het bleswerk door een erkend bosadviesbureau

uitgevoerd.

4.1.2. Onrendabele dunning.

Tot begin negentiger jaren werd er veel aandacht besteed aan jongere opstanden. Opslag van

Berk werd heftig bestreden en de eerste (onrendabele) dunningen werden op een te jonge

leeftijd uitgevoerd. Dit is bosbouwkundig gezien geheel niet nodig, ja zelfs verwerpelijk. Het

is zaak zo snel mogelijk tot 6 meter hoogte een natuurlijke takafsterving te krijgen en

daarvoor is een dichte stand der bomen noodzakelijk. Elke voortijdige ingreep in die richting

is een onnodige fmanciele uitgave en alleen te rechtvaardigen indien mengsoort(en) dreigen te

verdwijnen. Als prettige bijkomstigheid worden bovendien slecht groeiende exemplaren via

een natuurlijke selectie geelimineerd. Zoals het er nu naar uitziet zal pas op een leeftijd van

ca. 15-20 jaar, afliankelijk van groeisnelheid, oorspronkelijk (plant)verband en boomsoort, de

eerste onrendabele dunning uitgevoerd moeten worden. Deze ingreep moet redelijk fors

plaatsvinden, zodanig dat de opstand opgenomen kan worden in de overige 5-jaarlijkse

dunningscyclus. Het is duidelijk dat reeds op deze leeftijd inheems loolhout de voorkeur

geniet en dat er steeds gestreefd moet worden naar een mengingsvorm. Verder kwmen de

stamvorm, de vitaliteit en de mate van takidgheid doorslaggevende criteria zijn.

4.1.3. Stiuetuurvariatie.

Zoals ook eerder is aangegeven is op diverse plaatsen in het bos nog weinig of geen sprake

van een horizontale- of verticale structuur. Dit is met name het geval in sommige delen van de

Stiphoutse bossen, de Brouwhuissche heide en de bossen rond de Bakelse bossen. Vooral in

de heideontginningsbossen dus. Door stonnen zijn op enkele plekken kleine gaten ontstaan

' dels een natuurlijke ve 'onging heeft plaatsgevonden. Dit heeft aantrekkelijke

waar mmid ri

bosbeelden opgeleverd zowel voor de natuur, als voor de afwisseling, als voor de beleving.

Dit idee zou wenselijk zijn voor een groter deel van het bos. Deze variatie aan structuur kan

gestimuleerd worden door het kleinschalig kappen van gaten in eenvormige opstanden. De

minimale oppervlakte van de gaten is 1,5-2x de boomhoogte, de maximale oppervlakte 0,30

hectare aaneengesloten. De gezamelijke oppervlakte van de gaten kan tot 20% van een

opstand beslaan maar over het hele bosobject gezien mag deze niet meer dan 10% zijn.

Het aanbrengen van stractuurvanatie is vooral effectief in grote aaneengesloten oppervlakten

monocultuurachtig ouder bos. Het zicht levert dan over honderden meters niets anders op dan

dezelfde saaie kale stannnen of een hoge gesloten groene wand langs het pad. In de

Stiphoutse bossen zijn dit vooral opstanden van Abies grandis, Corsicaanse den. Douglas en

Weymouthden. De vitaliteit van de meeste Abies grandis is hier al jarenlang zeer matig. In de

vakken Groveden is op diverse plaatsen reeds een mooie ondergroei van loolhout aanwezig.

28

Omdat het aandeel Groveden echter aanzienlijk is, zullen ook hier gaten gekapt worden Om

meer variatie en afwisseling te krijgen. Vooral in de Stiphoutse bossen zal ook zeker de

mogelijkheid van het planten van jonge loofbomen in een ruim plantverband een idee zijn, om

een gevarieerder soortensamenstelling te krijgen. Zo hier en daar en met name in Corsicaanse

den zal een natuurlijke veijonging moeilijk te realiseren zijn door een dichte vegetatie van

Pijpestrootje. In de Brouwhuissche heide en de bossen rond de Bakelse bossen komen in

principe alle oudere monocultuurachtige opstanden voor het kappen van gaten in aamnerking.

Een algemene opmerking is dat open plekken het meest toevoegen aan de belevingswaarden

indien ze in de buurt van paden gesitueerd zijn. Eventueel biedt dit ook mogelijkheden om het

rechtlijnige verloop van de paden te veranderen.

4.1.4. Dood hout.

Door verschillende omstandigheden kunnen individuele bomen of boomgroepen het loodje

leggen of omwaaien. In het verleden werden ze bij een dunning steeds opgeruimd.

Paddestoelen, insecten en daarmee onder andere veel vogelsoorten kregen nauwelijks de kans

hier van te profiteren. De laatste jaren blijven ze daarom doelbewust staan. Alleen langs

wegen en paden, waar gevaarlijke situaties kunnen ontstaan voor het publiek, worden ze

verwijderd. De hoeveelheid dood hout neemt dus spontaan toe. Meestal zijn het echter de

dunne onderstandige exemplaren die de concurrentie verliezen en afsterven.

Voor de natuur zijn met name dikke dode bomen van belang. Maar omdat ze altijd een

dominante positie innemen is de sterfte onder deze categorie bijzonder laag. Een snelle

toename van de hoeveelheid dik dood hout is dus alleen actief te realiseren door middel van

ringen of omzagen. Tijdens het uitzetten van een dunning kunnen een aantal dikke

dunningsbomen van mindere houtkwaliteit geringd worden. Al eerder werd opgemerkt dat

exaten hiervoor het eerste in aamnerking komen. Zware Amerikaanse eiken of Douglassen

bijvoorbeeld die vaak niet geveld kunnen worden zonder grote schade aan te richten aan de

rest van de opstand, of in een omgeving waar door nattigheid een verantwoorde houtoogst

niet mogelijk is, of in een relatief kleine opstand waar maar een paar bomen geveld moeten

worden en dit meer schade aan de onderbegroeiing teweeg brengt dan dat het geld oplevert, of

direct langs een veijonging waar meer licht moet komen en eigenlijk geen boom geveld kan

worden vanwege schade. Een paar voorbeelden waar het ringen van bomen toepasbaar is en

een geleidelijke aftakeling in deze gevallen de beste optie is. Het is duidelijk dat er langs

wegen en paden niet geringd mag worden. In druk bezochte bossen waar dikwijls een

fijnmaziger padennet is, kunnen alleen op grotere afstand hiervan dode bomen blijven staan

en is het ook mogelijk om in beperkte mate te ringen.

Met de deelname aan de 'Regeling Natuurbeheer' zijn bepaalde delen van het bos

aangewezen waar binnen 6, 12 of 18 jaar vier dode bomen per hectare moeten staan met een

diameter van tenminste 30 centimeter (zie Bijlage 3). Dit is een absoluut n-finimum maar met

de hiervoor beschreven methoden zeker haalbaar. Ook buiten de aangegeven percelen zullen

op deze manier dikke dode bomen gecreeerd worden. Bij omgewaaide bomen is het wenselijk

ze in zijn geheel te laten liggen voor een natuurlijker beeld. Bovendien ontstaan er dan ook

geen gevaarlijke situaties door het zagen in hout onder spaning.

4.1.5. V n

Veijonging van het bos vindt in principe op natuurlijke wijze plaats. Dit wil zeggen dat de

milieuomstandigheden ter plaatse bepalen welke boomsoorten er kunnen ontkiemen en

opgroeien. De hoeveelheid licht op de bodem, de aanwezigheid van zaadbronnen en de

concurrentie van de vegetatie zijn bepalende factoren in de samenstelling en ontwikkeling van

de veijonging. Door gebruik te maken van natuurlijke verjonging zullen alleen exemplaren

overleven die het best aan de plaatselijke omstandigheden zijn aangepast. Deze natuurlijke

29

selectie zorgt voor een optimale genetische aanpassing.

Alhankelijk van de gewenste ontwikkeling kan de bosbeheerder het verjongingsproces op zijn

beloop laten of invloed uitoefenen op de milieuomstandigheden. De hoeveelheid licht is

daarbij een van de belangrijkste factoren. Zij kan beïnvloed worden door de

dunningsintensiteit en het kappen van gaten. Iedere boomsoort heeft licht nodig om te kunnen

groeien maar de lichtbehoefte per soort verschilt aanzienlijk. Schaduwverdragende soorten als

Douglas, Amerikaanse eik en Beuk zullen bij weinig licht gaan domineren. Pas bij een

toename van licht ontstaan er mogelijkheden voor Inlandse eik, Berk en Groveden. De

beheerder heeft hiermee een instrument in handen om de soortensamenstelling te

beïnvloeden.

Voor een geslaagde veijonging is het noodzakelijk dat er voldoende gewenste zaa

aanwezig zijn. De zaden van de meeste soorten verspreiden zich over niet al te grote

afstanden zodat veijonging over het algemeen in de buurt van zaadbomen plaatsvindt. Bij het

kappen van gaten kan heel bewust gekeken worden naar de richting ten opzichte van de

zaadbron. Hierbij speelt de overheersende windrichting natuurlijk een belangrijke rol. Voor

Eik en Beuk minder (zware zaden), voor de andere soorten echter wel van belang.

Bij gebrek aan goede zaadbronnen kan het noodzakelijk zijn om gewenste soort(en) bij te

planten. Dit kan het geval zijn voor Inlandse eik (Zomer- en Wintèreik), Beuk, Haagbeuk,

Winterlinde, Es, Zwarte els en Ratelpopulier. Bijvoorbeeld in de Stiphoutse bossen komen

bepaalde soorten nauwelijks voor terwijl er plaatselijk zeker geschikte groeiplaatsen aanwezig

zijn. Bijplanten gebeurt meestal met wat groter plantsoen, de zogenaamde 'veren', in een

ruimer verband (3x3 meter of 4x4 meter). Hiertussen zullen andere soorten natuurlijk

veijongen zodat er in ieder geval een menging tot stand is gekomen.

Een andere belangrijke factor die een grote invloed kan hebben op de soortensamenstelling is

de aanwezigheid en vonn van het vegetatiedek en de strooisenaag. Een gesloten grasmat van

Bochtige smele of Pijpestrootje of een dik pak strooisel Oaag onverteerde naalden of

bladeren) zal de veijonging van bijvoorbeeld Berk, Groveden en Douglas verhinderen. Deze

soorten kiemen het beste als er snel contact gemaakt kan worden met de minerale ondergrond.

Een gesloten vegetatie maakt dit onmogelijk en bij een dik pak strooisel ontstaat al snel bij

warm weer een vochttekort. Eiken krijgen daarentegen een grote hoeveelheid reservevoedsel

mee en hebben daardoor geen enkele moeite met de doorworteling van een strooisellaag.

Bovendien willen Vlaamse gaaien, muizen en eekhoorns graag eikels ingraven en zorgen

daannee voor betere omstandigheden tot kieming. Door plaatselijke bewerking van de

vegetatie en stro'oisellaag kan de samenstelling van de verjonging uitstekend beïnvloed

worden. Met het oppervlakkig ploegen van voren of het machinaal afplaggen van plekken van

1,5x1,5 meter wordt de minerale ondergrond bloot gelegd waardoor Berk en Groveden

kunnen kiemen. In de tussenliggende vegetatie kan de Inlandse eik zich dan vestigen. Door de

afstanden tussen ploegvoren of plagplekken te varieeren, kan de mengverhouding tussen de

verschillende boomsoorten beïnvloed worden.

4.1.6. PrunusbegájdinR.

Vanaf 1990 is de bestrijding van de uitheemse Amerikaanse vogelkers, ookwel Prunus of

Bospest genaamd, structureel aangepakt. Zij vormde een continue bedreiging voor een

natuurlijke bosontwikkeling. Momenteel is het gehele bosgebied van Helmond meerdere

keren behandeld. Voorafgaande aan een dunning werd het totale dunningsblok van Prunus

gezuiverd. Dit alles heeft ertoe geleid dat de Amerikaanse vogelkers nu met een relatief

geringe inspanning onder controle wordt gehouden. Het zijn in feite al jaren nabehandelingen.

Alle en in de Brouwhuissche heide, in 1998 grotendeels aangekocht. kan mogelijk de Prunus

30

nog de kop opsteken, maar ook hier zal dit snel beheersbaar zijn. Omdat de verspreiding ook

door besetende vogelsoorten veroorzaakt wordt, veelal lijstersoorten, kan deze over grote(re)

afstanden plaatsvinden bijvoorbeeld vanuit landschappelijke beplantingen of particuliere

bossen waar de Gemeente geen invloed op heeft. Dit is voornamelijk het geval bij de

Stiphoutse bossen, de Brouwhuissche heide en de bossen rond de Bakelse bossen. Het blijft

dus zaak om eens in de vijfjaren en vooruitlopende op de dunning een geheel werkblok van

Primus te ontdoen. Stobbenbehandeling moet in verband met een neergaande sapstroming in

de herfst worden uitgevoerd, zo in de maanden september tot en met november met vorstvrij

en droog weer. Plukken en steken kan na half mei gebeuren, indien het blad eraan staat en ze

dus makkelijk te herkennen zijn

4.1.7. Bestiijding Amerikaanse eik.

Vooral in de Stiphoutse bossen vormt veijonging en opslag van Amerikaanse eik eenzelfde

probleem als de Prunus. Plaatselijk is hij zo dominant vertegenwoordigd dat een veijonging

van andere soorten nauwelijks voorkomt. Een zeer snelle agressieve groener met een dicht

bladerdak waardoor geen licht op de bodem kan toetreden. De ontwikkeling naar een

gevarieerd bos wordt er ernstig door gehinderd. In standen waar dit probleem speelt, kan

OP

een bestrijding tot de mogelijkheden behoren bijvoorbeeld tegelijkertijd met de Prunus.

Dikkere bomen kunnen tijdens een dunning geoogst worden of geringd.

4.1.8. Bosrandenbeheer.

Vooral in de Stiphoutse bossen en de Brouwhuissche heide liggen er mogelijkheden voor een

aangepast bosrandenbeheer. Aan de randen worden omstandigheden geereeerd waarbij een

zoom-' en/of 'mantelvegetatie' tot ontwikkeling kan komen. En onder randen wordt

verstaan: overgangen van bos naar landbouwgronden en ook randen in het bos zelf zoals we

die vinden langs wegen en paden, kruispunten van paden, natuurterreintjes en open gaten.

Zoomvegetaties bestaan uit lagere planten als grassen, heide en bloemen, mantelvegetaties

veelal uit struikvonners. Het is de bedoeling dat er meer geleidelijke overgangen komen

tussen open ruimten en gesloten bos, dus niet meer volgens rechte strakke lijnpatronen maar

meer speelser en afwisselender. Indien dit gebeurt op plaatsen waar veel zonlicht kan

toetreden, bijvoorbeeld aan de noordzijde van een pad, dan hebben zonmmnende soorten als

vlinders, libellen en andere insecten daar veel baat bij. Nu blijkt dat de Vuilboom een zeer

belangrijke struik is voor veel van deze soorten en ook Meidoorn, Sleedoom en Wilg.

Overwogen kan worden om extra aandacht te besteden aan de randen en eventueel deze

struiken te planten op de daarvoor gepaste bodem. Vuilboom komt bijvoorbeeld weinig voor

in de Stiphoutse bossen.

4.1.9. Bodembedekkers.

Tot nu toe is er steeds gesproken over bomen en in mindere mate stniiken. Mogelijk dat

proefsgewijs nog iets gedaan kan worden aan de lagere vegetatie. Bosbessen bijvoorbeeld

komen in de regio Heimond niet voor, waarschijnlijk omdat er geen zaad in de omgevmg

voorhanden is. Het zou een idee zijn om op geschikte plekken in de Stiphoutse bossen wat

Bosbes uitte zetten. Zoiets is bijvoorbeeld ook mogelijk met Adelaarsvaren waarvan

wortelstokken makkelijk aangroeien. Het publiek vindt dit soort varen altijd als 'rustiek'

overkomen. Een tapijt van Bosbes of Adelaarsvaren heeft natuurlijk ook wel iets!

4.2. Organisatie.

4.2. 1. Regeling Natuurbeheer.

Naast het project 'Geintegreerd Bosbeheer' is het goed te vermelden dat de Gemeente met

haar bossen ook in de 'Regeling Natuurbeheer 5zit en daarvoor van het Rijk een jaarlijkse

bijdrage krijgt. Deze regeling is een voortzetting van de vroegere regeling 'Functiebeloning

Bos'. In het kader hiervan worden delen van het bos aangegeven waar binnen een langere

31

termijn (ca. 20 jaar) bijvoorbeeld een aandeel dood hout aanwezig moet zijn, waar sprake

moet zijn van gemengd bos of waar een bepaald aandeel inheemse boomsoorten moet staan

(zie Bijlage 3). Deze eisen passen echter geheel binnen het proj eet 'Geintegreerd Bosbeheer'

en worden ook in de jaarlijkse Werkplannen verwerkt.

4.2.2. ~r lannen en.Werkblokken.

Sinds 1990 wordt ieder jaar een 'Werkplan' voor de bossen opgesteld en zijn langzaam

belangrijke positieve veranderingen in het bosbouwkundig denken en handelen doorgevoerd.

Achterstallige werkzaamheden werden ingehaald en er kwam een meer planmatige aanpak in

plaats van hap-snap werken. Ieder jaar werd een aaneengesloten stak bos behandeld op het

gebied van dunning, onrendabele dunning, vrijstelling, prunusbestrijding, padenonderhoud

e.d.

Deze aanpak in de vorm van een Werkplan zal ook in de toekomst blijven, zelfs uitgebreid

worden. Voor een doelmatige planning en uitvoering van de beheerswerkzaamheden is het

gehele bosgebied reeds ingedeeld in een vijftal 'Werkblokken'. De blokindeling heeft een

aantal voordelen:

- Het werkterrein ligt geconcentreerd, toezicht op de werkzaamheden is daardoor

eenvoudiger.

- Na de houtoogst gaat het herstellen van recreatieve voorzieningen en van wegen en paden

makkelijker.

- Na de houtoogst heeft een relatief grote oppervlakte van het bos een aantal jaren rust. Dit

is gunstig voor dier, plant en mens.

Het systeem is als volgt: in jaar 1 wordt Prunus bestreden, eventueel Amerikaanse eik, en

worden dunnmgen en gaten geblest, 'geringd' en het hout gemeten; in jaar 2 vindt de

houtoogst plaats en de onrendabele dunningen; in jaar 3 kunnen eventueel bomen (bij)geplant

worden in de verjongingsgroepen; in jaar 4 een eventuele inboet. Met dit systeem zijn

bijvoorbeeld de omstandigheden voor de verkoop van het hout gunstiger omdat de

hoeveelheid en kwaliteit ruim van tevoren bekend zijn. De maatregelencyclus is als volgt (zie

Bijlage 4):

Jaar van Blessen, Ringen, Houtoogst Aanplant: Inboeten:

uitvoering Pnmusbestrijding: Onrend.dun.:

2002 Werkblok 1 Werkblok 5 Werkblok Werkblok

2003 Werkblok 2 Werkblok 1 Werkblok Werkblok

2004 Werkblok 3 Werkblok 2 Werkblok 1 Werkblok

2005 Werkblok 4 Werkblok 3 Werkblok 2 Werkblok 1

2006 Werkblok 5 Werkblok 4 Werkblok 3 Werkblok 2

2007 Werkblok 1 Werkblok 5 Werkblok 4 Werkblok 3

etc.

4.2.3. Controles op werkzaamheden.

Rest nog de opmerking dat tot nu toe de inhoudelijke controles op specifieke werkzaamheden

onvoldoende uitgevoerd worden. Met een oppervlakte van ca. 520 hectare bos- en

natuurterrein heeft Helmond een grote verantwoordelijkheid naar de toekomst. De kwaliteit

van de uitvoering is daarbij minstens even belangrijk als al het bureauwerk.

32

5 INVULLING STREEFBEELDEN EN BEBEER OP KORTE TERMIJN.

De bosgebieden zijn ingedeeld in een aantal 'Streefbeelden': hoe willen we dat ze er op lange

termijn uit gaan zien. Dit is afhankelijk van de flmctieaccenten die ze gekregen hebben maar

uiteraard ook van de bodem en de beschikbare hoeveelheid vocht. De laatste componenten

bepalen in feite wat er van nature kan groeien. Dus is ook van belang de zogenaamde

'Potentieel Natuurlijke Vegetatie' (PNV): wat zou er voor bos gestaan hebben als de mens

nooit had ingegrepen. Deze PNV zal daarom worden meegenomen in de 'Streefbeelden'.

Bijlage 5 brengt de 'Streefbeelden' in kaart.

5. l. Streefbeelden.

1. Inlandse eik 1 Beuk / Berk.

De PNV in deze bossen is ook Inlandse eik, Beuk en Berk. Het zijn de bossen op de betere

beekdalgronden zoals die te vinden zijn in het Groot Goor en de )Marande. Hier en daar op de

vochtigere plaatsen aangevuld met Es. Een stractuurrijk bos met vele inheemse struiksoorten

die er momenteel al in hoge mate te vinden zijn.

2. Groveden / Inlandse eik / Berk.

De PNV is droog Groveden-, Inlandse eik-, Berken-bos. Het zijn de armere 'haarpodzol-

gronden' en de 'duinvaaggronden' in de heideontghmingsbossen die aan deze voorwaarden

voldoen. Zoals op de kaart te zien is beslaat het een groot deel van de Sijphoutse bossen, de

totale B rhuiss he heide en de Boss i rond de Bgkelse bossen. De mogelijkheid van een

klein aandeel (ca. 100/o) exoten blijft aanwezig. In de Stiphoutse bossen zullen in de directe

omgeving van de inliggende natuurterreinen voornamelijk inheemse soorten gaan voorkomen.

3. 60% Exoten (DouRlas, Fijngpar, Abies, Omorika. etc."@ 40% Inheems (Eik, Beuk Linde

Berk, Groveden).

De PNV is Groveden- Inlandse eik-, Beuk-, Berken-bos. Ze zijn te vinden op de rijkere

veldpodzolgrond' in de Stiphoutse bossen ten noorden van de Gerwenseweg. Geheel gelegen

in het gebied waar het accent op de 'recreatie' komt te liggen. Momenteel 75% aan exaten

aanwezig, in de toekomst dus rond de 60%. Zodoende een verschuiving naar meer mlands

loofhout.

4. 40% Exoten (Douglas, FijnMar, Tsusza, etc.), 60% Inheems -,ik, B uk, oved iberk

etc@.

De PNV is hier nog steeds droger Groveden-, Inlandse eik-, (Beuk-), Berken-bos. Het is een

smalle strook als overgang van de'haarpodzolgron& naar de 'veldpodzolgrond', te vinden in

de StiDhoutse bossen. Een overgang ook in boomsoortensamenstelling, van de armere

Groveden, Inlandse eik en Berk naar de rijkere Douglas, Inlandse eik en Beuk. De totale

oppervlakte beslaat ca. 47 hectare waarvan momenteel 7 1 % uit exoten bestaat. Ten noorden

van de Gerwenseweg, waar het accent op 'natuur' komt te liggen, zal dit percentage dus fors

omlaag moeten ten gunste van inlandse soorten, mogelijk ook 'vochtigere' soorten. Ten

zuiden van de Gerwenseweg waar het accent 'recreatie' is, zal slechts een geringe

verandering naar inlandse soorten optreden.

5.2. Behe r M korte termijn.

Er zijn een aantal opstanden geselecteerd die een representatief beeld geven van het

Helmonds bosbezit. Afhankelijk van de uitgangssituatie, groeiplaatseigenschappen en

flmctieaccenten zijn 22 zogenaamde 'Representatieve opstanden' of bostypes bezocht en in

detail beschreven in Bijlage 6. De uitgangssituatie is hiermee in grote lijnen vastgelegd ten

behoeve van een concrete beheersevaluatie over vijfjaar. Per bostype worden de

beheersmaatregelen voor de eerste vijf jaar uitgewerkt waardoor de sturing naar het gewenste

'Streefbeeld' tot ontwikkeling komt.

33

Het is duidelijk dat in de toekomst de verandering in de soortensamenstelling moet komen

van dunningen (vrijstellen van inlandse soorten, meer licht op de bodem voor natuurlijke

veijonging) en het maken van kleinschalige veilingen (voor natuurlijke verjonging of het

aanbrengen van een beplanting). Hieronder volgen de ingrepen op korte termijn per bostype.

De beschrijving van de 'Representatieve opstanden' vormt hierbij de basis.

5.2. 1. Zomereik.

Te vinden in 'Streefbeeld l'.Het zijn de oude opstanden zoals we die vinden 'm het Groot

Goor en de Warande. In de Stiphoutse bossen mondjesmaat aanwezig, ook omdat dit

bosgebied veel jonger van leeftijd is. Buitengewoon aantrekkelijk voor mens, dier en plant,

met veel onderbegroeiing in diverse stadia. Dunningen in deze opstanden zullen in de

toekomst nauwelijks plaatsvinden, kleinschalige veilingen idem dito. Er is geen enkele reden

te bedenken voor omvorming. Hier en daar zou een enkele boom geringd kunnen worden als

een soort dunning en voor het vergroten van het aandeel staand dood hout. Indien open

plekken ontstaan door het groepsgewijs sterven van bomen, zullen grote Zomereiken (maat

laanboom) geplant worden. Dit geldt eventueel ook voor dode- of slechte laanbomen.

Uiteraard zullen jongere opstanden Eik (en andere soorten!) in het Groot Goor en de Warande

wel gedund worden om de kans te k-rijgen ook oud, fraai en markant te worden.

5.2.2. Grovedennenbos met Berk en Inlandse eik.

Te vinden in 'Streefbeeld 2'. In de oude Grovedennenopstanden met een open vegetatie van

zowel Pijpestrootje als Bochtige smele is een onderetage tot ontwikkeling gekomen van

Inlandse eik en Berk met hier en daar een Amerikaanse eik. In de Stiphoutse bossen komen ze

veelvuldig voor en zijn er prachtige voorbeelden hiervan te vinden, zowel in het noordelijk-

als in het zuidelijk deel. De oude Groveden laat relatief veel licht door waarmee deze

onderetage zich goed heeft weten te handhaven. Middels dunningen wordt de lichtinval

periodiek vergroot waardoor de ontwikkeling van Inlandse eik en Berk door kan blijven gaan.

Omdat echter het areaal van dit bostype behoorlijk groot is en ook dezelfde visuele

verschijningsvorm heeft, zullen ook kleinschalige gaten in de Groveden gekapt worden. Het

bos wordt minder monotoon, krijgt meer structuur, loofbomen krijgen plaatselijk de

overhand, er komt meer afwisseling in het geheel. Er wordt gericht gekeken naar plaatsen die

hiervoor m aanmerking komen, een combinatie van mindere Dennen met goed ontwikkelde

Eiken zou ideaal zijn. Vooral Inlandse eiken worden in ieder geval verder vrijgesteld. Verder

zijn de ingrepen gericht op stamkwaliteit en landschappelijk fraaie bomen met een goed

ontwikkelde kroon. Dit geldt zowel voor Groveden als Inlandse eik als Berk. Amerikaanse

eiken die de onderotage of de oude Grovedennen hinderen, zullen geveld worden of geringd

ten behoeve van staand dood hout. Meer dood hout zal er ook komen door slechte

Grovedennen te ringen. Indien Amerikaanse eiken als laanbomen aanwezig zijn, zal

individueel bekeken worden of ze inlandse soorten in de weg staan. Vaak vinden we onder

deze bomen een zaaibed van veijonging en het is maar de vraag of het vellen van de

ouderboom verstandig is.

5.2.3. Grovedennenbos met Amerikaanse eik.

Te vinden in 'Streefbeeld 2'. Vooral op de Brouwhuissche heide en rond de Nuenensedijk in

de Stiphoutse bossen zijn oude opstanden van Groveden te vinden met een hoger percentage

Amerikaanse eik. Het is onduidelijk waarom juist hier het aandeel zo hoog is, misschien is de

soort gezaaid omdat men dacht dat dit de strooiselvertering zou verbeteren. De bomen zijn

plaatselijk tot in het kronendak doorgedrongen en dreigen de Groveden en de onderetage van

Inlandse eik en Berk te verdringen. Ten behoeve van de natuur- en belevingswaarde mag het

aandeel Amerikaanse eik niet meer dan 10 tot 15% bedragen en hebben inlandse soorten met

een goede stamkwaliteit of opvallende verschijningsvonn tijdens dunningen altijd voorrang.

Te handhaven Amerikaanse eiken moeten een goede stamkwaliteit hebben of een bijdrage

34

leveren aan een aantrekkelijk bosbeeld. Het is een uitstekende boomsoort om het aandeel

staand dood hout (ringen!) te vergroten. In de gebieden met het accent 'natuur' zal het

aandeel Amerikaanse eik veel lager uitkomen dan in de andere soorten gebieden.

5.2.4. Douglas.

Te vinden in 'Streefbeeld 3 en 4'. De Douglas komt als een min of meer rnonocultuur alleen

voor in de Stiphoutse bossen en beslaat daar een aanzienlijke oppervlakte. Zo hier en daar

komen Zomereik, Berk, Beuk en Groveden in het kronendak voor. In enkele stormgaten uit

1990 is een natuurlijke veijonging van Douglas ontstaan die, samen met laanbomen van

loofhout, het eentonige beeld enigszins doorbreken. Naast soms een tapijt van mos en

decimeter hoge zaailingen (die geen lang leven beschoren zijn door gebrek aan licht) is er

verder geen onderbegroeling. Over het algemeen bezitten de Douglassen een heel redelijke

stamvorin en daardoor kwaliteit. Hier staan waarschijnlijk de hoogste exemplaren uit de verre

omgeving! Bij de dunningen zullen de inheemse soorten verder vrijgesteld worden en is de

keuze daarna gericht op het vrij stellen van markante bomen en bomen met een goede

houtkwahteit. Naast het dunnen zullen kleinschalige veilingen nodig zijn om het aanzien wat

afwisselender te maken. Storrngaten kunnen dan ook groter worden gemaakt. Bij deze

veilingen is het wenselijk de gaten in te planten met groter plantsoen inlands loolhout.

bijvoorbeeld Zomer- of Wintereik, Beuk of Winterlinde. Daarnaast zullen deze

veijongingsgroepen ook vollopen met zaailingen van Douglas en Berk zodat in de toekomst

een menging ontstaat. Staand dood hout zal toenemen door minder kwaliteit bomen te ringen,

ook een methode om een bestaand gat groter te maken. Het zal duidelijk 2@ijn dat vooral in de

gebieden met accent 'natuur' het aandeel Douglas naar beneden moet.

5.2.5. Corsicaanse den.

Te vinden in 'Streefbeeld 2, 3 en 4'. Verspreid voorkomend in redelijke oppervlakten in de

Stiphoutse bossen en Brouwhuissche heide. In Stiphout vooral in Pijpestrootje- en in

Brouwhuis in Bochtige smelevegetatie. In de kronenlaag nauwelijks gemengd met andere

soorten bomen, in de onderetage echter heel wisselend begroeid met andere bomen en

struiken wat perspectief voor de toekomst betekent. De Corsicaanse den is in het verleden

veel aangeplant voor z'n snelle groei en goede houtkwaliteit maar is niet optimaal aangepast

aan ons klimaat. Er ziji! redelijk veel problemen met de vitaliteit en daardoor is de soort

ongeschikt voor een duurzaam bosbeheer. En nog steeds is bij de dunning de vitaliteit het

belangrijkste selectiecriterium, voor de stanikwaliteit. Dode bomen kunnen blijven staan in

het kader van meer dood hout in het bos en doen ook verder geen schade, kwijnende bomen

echter kunnen door schinunelwerking naburige exemplaren aantasten en zullen zo de

productiefunctie ondermijnen. Buiten de gebieden met het accent 'natuur' zullen dus bij

dunningen deze m'mder vitale bomen geruimd worden. Verder worden natuurlijk de inlandse

soorten vrijgesteld. Vanwege het monotone karakter van de opstanden zullen ook hier

kleinschalige veli ingen gepland worden. Dit op plaatsen waar de vitaliteit of de stamkwaliteit

te wensen overlaat, waar reeds een onderbegroeiing van loofhout aanwezige is of waar

zaadbomen van inlands loofliout voor natuurlijke veijonging kunnen zorgen. In

Pijpestrootjevegetatie zal zo hier en daar bodemverwonding nodig zijn om de veijonging te

doen slagen. Eventueel kan groter plantsoen van Eiken, op de betere gronden ook Beuken of

Winterlinde in ruim verband middels planten ingebracht worden. Dit alles om de afwisseling

en de natuurlijkheid te vergroten, zeker in de gebieden met het accent 'natuur'.

5.2.6. Abies grandis.

Te vinden in 'Streefbeeld 2, 3 en 4'. Voorkomend alleen in de Stiphoutse bossen en bijna

geheel ten noorden van de Gerwense-weg. In monocultuur aangelegd en nog steeds zonder

enige menging of onderbegroeiing, saaiheid ten top! Ook een soort die nauwelijks aan het

klimaat is aangepast en die er ook kwa bodem niet thuis hoort. Slecht op een paar plaatsen

35

lijkt de vitaliteit redelijk maar bij het overgrote deel is deze zeer matig tot slecht te noemen.

En dit is reeds jaren het geval zodat het voor de toekomst weinig perspectief biedt. Voor een

duurzaam bosbeheer dus geen optie, te meer ook dat het hout voor de handel geen enkele

waarde heeft. Alleen recreatief gezien, ter afwisseling. een reden om de soort in kleine

oppervlakten of in menging te behouden. Dunning heeft alleen zin waar de vitaliteit nog

redelijk is, voor de rest moet de omvonning komen uit kleinschalige veilingen. Omdat de

meeste opstanden toch op de betere gronden liggen, is het planten van Eiken, Beuken enlof

Winterlinden een goede optie om snel tot meer afwisseling te komen ook voor de

soortensamenstelling. Mits goed geplaatst zal een natuurlijke veijonging van Berk Qangs

paden) en Groveden (aangrenzende vakken) de gaten verder vullen. Het ringen van Abies

grandis om meer dood hout te krijgen zal niet nodig zijn.

5.2.7. Amerikaanse eik.

Te vinden in 'Streefbeeld 2, 3 en 4'. Opstanden van deze soort vinden we voornamelijk in de

Stiphoutse bossen, enkelen in de Brouwhuissche heide en de bossen rond de Bakelse bossen.

Bijna geheel als monocultuur aanwezig zonder al te veel onderbegroeiing. Het dichte

bladerdak laat ook nauwelijks licht toe waardoor andere soorten weinig kans maken. Bij

dunningen in ieder geval inlandse soorten vrijstellen, de rest vooral op stamkwaliteit

beoordelen. De neiging bestaat om niet te hard te dunnen om te voorkomen dat door veel

lichttoetreding eikels gaan uitlopen. In randzones zou dit een uitbreiding kunnen betekenen en

dat willen we liever niet, zeker niet in gebieden met het accent 'natuur'. Kleinschalige

veilingen om wat afwisseling in structuur te krijgen, behoren tot de mogelijkheden. Zij dienen

weloverwogen plaats te vinden omdat er steeds de kans bestaat dat ze weer vollopen met

zaaüingen. Planten van andere soorten is dan geen optie omdat Amerikaanse eik sneller

groeit. Ringen is een goede manier om meer staand «angdurig!) dood hout te krijgen of kan

als een soort dunning bezien worden. De dunning is toch de methode om de soort in bedwang

te houden. De Amerikaanse eik heeft recreatieve- (mooie herfstkleuren!) en houtteeltkundige

waarde, geen natuurwaarde.

5.2.8. den.

Te vinden in 'Streefbeeld 2'. Oudere opstanden staan alleen in de Stiphoutse bossen, in de

Brouwhuissche heide een paar jonge. Een soort die zowel voor de recreatie als de

productiefunctie als de natuur niets in petto heeft. Niet firaai om te zien, monotoon, geen

onderbegroeiing en het hout is voor de handel niets waard. Kortom ideaal om om te vormen,

zeker in gebieden met het accent 'natuur'. Kleinschalige veflingen zijn nodig om dit te

realiseren. Een natuurlijke veijonging van Berk en Groveden met wat geplante Zomer-of

Wintereiken ertussen zal de toekomst zijn. Ringen is verder niet van toepassing gezien de

diameter.

5.2.9. Andere boomsoorten.

Te vinden in de 'Streefbeelden 1 t/m 4'. De oppervlakte Beuk, Berk, Es, Fijnspar,

Omorikaspar, Tsuga, Japanse lariks, Oostenrijkse den, Sitkaspar en Contortaden is per soort

zo klein dat ze niet behandeld worden

in de lijst van 'Representatieve opstanden . Wat de

naaldhoutsoorten betreft, aflen exoten, kunnen ze in kleinere hoeveelheden blijven

voorkomen ter afwisseling, ook afliankelijk van de flmctieaccent. Ze produceren nauwelijks

of geen zaailingen zodat ze geen bedreiging vormen voor uitbreiding.

36

5,2.10. Wegen- en padenstructuur,

Het huidige wegen- en padennet 'm de Stiphoutse bossen en de Brouwhuissche heide stamt

hoofdzakelijk uit de tijd van de bosaanleg en was uitsluitend gericht op een doelmatige

bosexploitatie. De structuur is daardoor veelal rechtlijnig van opzet. Wandelaars en fietsers

zien al lang van tevoren wat er komen gaat, verrassingseffecten blijven uit. Ter verbetering

zouden ze een meer slingerend verloop moeten krijgen. Bij het vellen van vei]'ong'mgsgaten

liggen hiervoor de mogelijkheden. Door deze gaten over een bestaand pad heen te projecteren

en het oorspronkelijk trace in de veijonging op te nemen, kan de route om de veij onging

gelegd worden. Het rechtlijnige beeld wordt hiermee op een eenvoudige manier doorbroken.

37

6 FINANCIEEN.

Over inkomsten en uitgaven kan voor de toekomst een aantal algemeenheden worden

opgesteld. Zo zullen op korte termijn de houtopbrengsten tijdelijk toenemen en daarna weer

geleidelijk afliemen tot het oude niveau, zullen verjongingen,tijdelijk meer geld kosten door

aanplant en bodemvoorbereiding, enz. Jaarlijks zal alles beschreven worden in een

'Werkplan' wat als basis dient en waarin verwachte inkomsten en uitgaven besproken

worden. Omdat er vooraf een planning is, kunnen bijvoorbeeld subsidies uit regelingen

optimaal benut worden. Er is meer zicht op de te verwachten kosten en opbrengsten.

De meeste kosten zullen op de langere termijn vrij constant blijven, zoals:

- Puur bosbouwkundige maatregelen (blessen, houtmoten, onrendabele dunningen,

prunusbestrijding): per jaar worden vergelijkbare oppervlakten behandeld.

- Opstellen van hetjaarhjks Werkplan: grotendeels subsidiabel vanwege deelname aan dit

project geïntegreerd bosbeheer.

- Onderhoud van bospaden: jaarlijks een vergelijkbaar bedrag.

- Uren gemeentelijke dienst (Stedelijke ontwikkeling en Beheer): rn'ir of meer vast aantal

uren per jaar.

- Eigendomslasten: deze vaste lasten varieren niet of nauwelijks.

Inkomsten die vrij con~ blijven zijn:

Beheerssubsidie van de rijksoverheid: worden in perioden van 6 jaar toegekend maar zal

ook in de toekomst redelijk constant blijven.

Meer variabele posten zijn:

- Inkomsten uit houtverkoop: deze zijn afliankelijk van het te oogsten volume, kwaliteit en

inarktprijsontwikkeling. Per jaar worden echter vergelijkbare oppervlakten behandeld,

maar desondanks kunnen inkomsten varieren.

- Inkomsten uit jachtpacht: afilankelijk van het wel'of niet verlengen van de pacht-

contr?Lcten.

Uitgaven ten behoeve van veijongingen: afliankefijk van de aanwezige noodzaak en

nazorg kunnen ze van jaar tot jaar varieren.

- Uitgaven ten behoeve van de recreatie: zullen toenemen door hoger voorzieningsniveau

en toenemend zwerfvuil.

- Uitgaven ten behoeve van natuurterreinen: zullen redelijk constant blijven, echter ad hoc

werkzaamheden zullen zeker voorkomen.

Ad hoc subsidies: kunnen variabel optreden.

Een belangrijk deel van de kosten en inkomsten bij het bosbeheer zijn dus uit te drukken in

jaarlijks terugkerend. Dit maakt dat een redelijk betrouwbare meerjarige kostenranüng op te

stellen is. Te verwachten is dat op basis van de toekomstige maatregelen het bosbouwkundig

beheer financieel n-án of meer hetzelfde zal 2ijn als in de afgelopen jaren. Geen radicale

koerswijzigingen dus. Al eerder is er op gewezen dat met het geïntegreerd bosbeheer een

aanvaardbaar kostenniveau ten aanzien van het bosbouwkundig beheer' nagestreefd wordt,

daarbij de kosten voor eigenaarslasten, recreatieve voorzieningen, natuurterreinen en

landschappelijke elementen niet inbegrepen.

p

FB .. @"-,domBakelsebossen

N

Bijlage 1. Afbakening project Brouwhuissche heide

Oppervlakte binnen GBB-aanvraag

Oppervlakte buiten GBB-aanvraag, wel binnen aanvullend project

Oppervlakte buiten project

Schaal 135.000

Sdphoutse bossen

Bossen rondo

N

Bijlage 2. Functieaccenten Brouwhuissche het

Multifunctioneel bos

Muififunctioneel bos met accent natuur

Muififunctioneel bos met accent recreatie

Schaal 1 35.000

Stphoutse bossen

Bossen rondom Bakelse bossen

N

Bijlage 3. Regeling Natuurbeheer 2000

Geen pakket

Basispakket plas en ven

Basispakket moeras

Batispakket heide

Baáispakket bos

Bos met verhoogde natuurwaarde (A)

Natuurbos

Toelichtng:

Basispakket bos; hiervoor gelden geen bijzondere eisen Brouwhuissche held,]

Bos met verhoogde natuurwaarde (A); hiervoor geldt dat binnen een

periode van 6 jaar in aangewezen delen een bepaalde hoeveelheid

dikke dode bomen, gemengd bos en inheemse boomsoorten

aanwezig moeten zijn

Schaal 1 :35.000

Sbphoutse bossen

Bossen rondo

Bijlage 4. Werkblokken

Werkblok 1

Brouwhuissche heide

Werkblok 2

Werkblok 3

Werkblok 4

Werkblok 5

Schaal 135.000

p 0

ruk"*

Bossen rondom Bakelse bossen

N

Bijlage 5. Streefbeelden

Inlandse eik 1 Beuk 1 Berk

Brouwhuissche held,]

Groveden 1 Inlandse eik/ Berk, max. 1 0% Exoten

60% Exoten, 40% Inheems

40% Exoten, 60% Inheems

Schaal 1 35.000

BIJLAGE 6 :Beschrijving van 22 representatieve opstanden.

Boslype: Vaklafdeling:

Zomereik Groot Goor: 595d en 598a.

Groveden Stiphoutsebossen: 4,11,19a,110g,113a,1Z4een125e.

Brouwbuissche heide: 204a en 213h.

Corsicaanse den Stiphoutse bossen: 3Sql, 106e en 113d.

Brouwbuissche heide: 202.

Douglas Stim)houtse bossen: 102a, 103a en 110b.

Abies grandis St' houtse bossen: 33e en 109m.

IP

Amerikaanse eik Stiphoutse bossen: 110h.

Weyniouthden Stiphoutse bossen: 125a.

Per vaWafdelinL, oi) @ierna volgende bladzijden. Zij vertegenwoordigen het betreffende

bos zo goed mogelijk@

Beschrijving representatieve opstanden.

Algemeen:

vawafd 595d, Groot Goor

oppervlakte 2,22 ba.

(hoofd)boomsoort Zomereik

jaar aanleg 1896 van heersende boomlaag

diameter 50 cm. van heersende boomlaag

hoogte 26 m. van heersende boomlaag

bodemtype/PNV beekeerd, eilbulbe

functieaccent natuur

streefbeeld eilbulbe

Heersende boomlaag:

mengboomsoort aanwezig <20%, beuk

kroonsluiting gevarieerd

potentiele T-bomen 60-120/ha.

dikke bomen (>40cm) aanwezig >10/ha.

struiklaag 0,5 m - kronendak:

aanwezig verspreid en concentraties, 95%

hoogte struiklaag tot kronendak

samenstelling struiklaag mengboomsoorten, struikvormers

mengboomsoort, struikvormers berk, zwarte els, Am.eik, beuk, vuitboom, lijsterbes,

prunus, krent, hulst, prunus padus

aandeel mengboomsoort onvoldoende

aandeel am. eik 1%

aandeel prunus 5%

kruidlaag 0 - 0,5 m:

aanwezig gedeeltelijk, moslvaren/braam/riet/salamonszegell

klimop

belemmering nat. verjonging gedeeltelijk

nat. verjonging aanwezig verspreidlconcentraties >5/m2

samenstelling nat. verjonging struikvormers

mengboomsoort, struikvormers prunus padus, lijsterbes, vuilboom

aandeel am. eik -

aandeel prunus 0-5%

dood hout:

aftakelende bomen <10/ha. aantal >30cm dbh aangeven: 2 st.

staand dood hout <10[ha. aantal >30cm dbh aangeven: 2 st.

liggend dood hout geen aantal >30cm dbh aangeven: st.

---

Beschrijving representatieve opstanden.

Algemeen:

vaklafd 598a, Groot Goor

oppervlakte 2,21 ha.

(hoofd)hoomsoort Zomereik

jaar aanleg 1890 van.heersende boomlaag

diameter 45 cm. van heersende boomlaag

hoogte 26 m. van heersende boomlaag

bodemtype/PNV beekeerd, eilbulbe

functieaccent natuur

streefbeeld eilbulbe

Heersende boomlaag:

mengboomsoort aanwezig <20%, esdoorn/ beuk in de rand

kroonsluiting gevarieerd en openingen -

potentiele T-bomen 60-120/ba.

dikke bomen (>40cm) aanwezig >10/ha.

struiklaag 0,5 m - kronendak:

aanwezig verspreid en concentraties, 95%

hoogte struiklaag tot kronendak

samenstelling struiklaag mengboomsoorten, struikvormers

mengbooms.oort, struikvormers esdoorn, beuk, zwarte eis, prunus avium, vlier,

lijsterbes, prunus padus

aandeel mengboomsoort onvoldoende

aandeel am. eik -

aandeel prunus 0-5%

kruidlaag 0 - 0,5 m:

aanwezig gedeeltelijk, moslvaren/braam/vlier/prunus padus/

hop/framboos

belemmering nat. verjonging gedeeltelijk

nat. verjonging aanwezig verspreid

samenstelling nat. verjonging mengboomsoort/struikvormers

men2boomsoort, struikvormers esdoorn, prunus padus, vlier

aandeel am. eik -

aandeel prunus 0-5%

dood hout:

aftakelende bomen <10/ha. aantal >30cm dbh aangeven: 2 st.

staand dood hout <10/ha. aantal >30cm dbh aangeven: 1 st.

liggend dood hout geen aantal >30cm dbh aangeven: st.

Beschrijving representatieve opstanden.

Algemeen:

vaklafd 4, Stiphoutse bossen

oppervlakte 3,89 ha.

Oioofd)boomsoort Grovedeii

jaar aanleg 1937 van heersende boomlaag

diameter 27 cm. van heersende boomlaag

hoogte 19 m. van heersende boomlaag

bodemtype/PNV duinvaaggrond, gdleilbe

functieaccent recreatie

streefbeeld gdleilbe

Heersende boomlaag:

niengboomsoort aanwezig <20%, zomereik en berk in de rand

kroonsluiting gelijkmatig tot gevarieerd

potentiele T-bomen 60-1201ba.

dikke bomen (>40cm) aanwezig <10/ha.

struiklaag 0,5 m - krolielidak:

aanwezig verspreid en concentraties, 90%

hoogte struiklaag 0,5xboomhooete

samenstelling struiklaag mengboomsoorten, struikvormers

mengboomsoort, struikvorniers berk, zomereik, Am.eik, lijsterbes, vuilboom

aandeel mengboomsoort voldoende

aandeel am. eik 2%

aandeelorunus 0-5%

kruidlaag 0 - 0,5 m:

aanwezig eeltelijk, bochtige smelelvaren/mos

ged

belemmering nat. verjonging gedeeltelijk

nat. verjonging aanwezig verspreid

samenstelling nat. -verjonging inengboomsoort, struikvormers

mengboomsoort, struikvormers berk, lijsterbes

aandeel am. eik 1%

aandeel prunus 0-5%

dood hout:

aftakelende bomen <10/ha. aantal >30cm dbh aangeven: 1 st.

staand dood hout geen aantal >30cm dbh aangeven: st.

liggend dood hout <10/ha. aantal >30cm dbh aangeven: 2 st.

Beschrijving representatieve opstanden.

Algemeen:

vaklafd 11, Stiphoutse bossen

oppervlakte 5,15 ha.

(hoofd)boomsoort Groveden

jaar aanleg 1935 van heersende boomlaag

diameter 26 cm. van heersende boomlaag

hoogte 19 m. van heersende boomlaag

bodemtype/PNV duinvaaggrond, gdleilbe

fiincticaccent recreatie

streefbeeld gdleilbe

Heersende boomlaag:

mengboomsoort aanwezig <20%, Am.eik en zomereik in de rand

kroonsluiting gelijkmatig tot gevarieerd

potentiele T-bomen 60-120/lia.

dikke bomen (>40cm) aanwezig <10/ha.

struiklaag 0,5 m - kronendak:

aanwezig verspreid en concentraties, 85%

hoogte struiklaag 0,5xbooiiihoogte

samenstelling struiklaag mengboomsoorten, struikvormers

mengboomsoort, struikvormers berk, zomereik, Am.eik. lijsterbes, vuilboom, krent

aandeel mengboomsoort voldoende

aandeel am. eik 5%

aandeelprunus 0-5%

kruidlaag 0 - 0,5 m:

aanwezig gedeeltelijk, bochtige smelelvaren/mos

belemmering nat. verjonging gedeeltelijk

nat. verjonging aanwezig verspreid

samenstelling nat. verjonging mengboomsoort, struikvormers

mengboomsoort, struikvormers berk, lijsterbes

aandeel am. eik 1%

aandeel prunus 0-5%

dood hout:

aftakelende bomen <10/ha. aantal >30cm dbh aangeven: 1 st.

staand dood hout <10/ha. aantal >30cm dbh aangeven: 1 st.

liggend dood hout <10/ha. aantal >30cm dbh aangeven: 1 st.

Beschrijving representatieve opstanden.

Al emeen:

9

vaklafd 19a,. Stiphoutse bossen

oppervlakte 2,20 ha.

(hoofd)boomsoort Groveden

jaar aanleg 1934 van heersende boomlaag

diameter 25 cm. van heersende boomlaag

hoogte 18 m. van heersende boomlaag

bodemtype/PNV haarpodzol, gdleilbe

functieaccent recreatie

streefbeeld gdleilbe

Heersende boomlaag:

mengboomsoort aanwezig <20%, Am.eik en zomereik in de rand

kroonsluiting gelijkmatig tot gevarieerd

potentiele T-bomen 60-120/ba.

dikke bomen (>40cm) aanwezig geen

struiklaag 0,5 m - kronendak:

aanwezig verspreid en concentraties, 60%

hoogte struiklaag 0,5xboomhoogte

samenstelling struiklaág mengboomsoorten, struikvormers

mengboomsoort, struikvormers berk, zomereik, Am.eik, lijsterbes, vuilboom, krent

aandeel mengboomsoort voldoende

aandeel am. eik 5%

ndeel prunus 0-5%

aa

kruidlaag 0 - 0,5 m:

aanwezig gedeeltelijk tot geheel, bochtige sinelelvaren/mos

belemmering nat. verjonging gedeeltelijk

nat. verjonging aanwezig verspreid

samenstelling nat. verjonp-ing mengboomsoort, struikvormers

mengboomsoort, struikvormers berk, lijsterbes

aandeel am. eik 1%

aandeel i')runus 0-5%

dood hoi-,t:

aftakelende bomen <10/lia. aantal >30cm dbh aangeven: 1 st.

staand dood hout geen aantal >30cm dbh aangeven: st.

liggend dood hout <10/ha. aantal >30cm dbh aangeven: 1 st.

Beschrijving representatieve opstanden.

Algemeen:

vaklafd 110g, Stiphoutse bossen

oppervlakte 2,30 ha.

(hoofd)boomsoort Groveden

jaar aanleg 1928 van heersende boomlaag

diameter 23 cm. van heersende boomlaag

hoogte 19 m. van heersende boomlaag

bodemtype/PNV veldpodzol, gdlei[bulbe

functieaccent natuur

streefbeeld gdleil(bu)lbe

Heersende boomlaag:

mengboomsoort aanwezig <20%, zomereik en Am.eik in de rand

kroonsluiting F-eli

-ikmatig tot gevarieerd-

potentiele T-bomen 60-120/ba.

dikke bomen (>40cm) aanwezig- geen

struiklaag 0,5 m - kronendak:

aanwezig verspreid, 60%

hoogte struiklaag 0,5xboomhoogte

samenstelling struiklaa£ mengboomsoorten, struikvormers

mengboomsoort, struikvormers berk, Am.eik, Iiisterbes, vuilboom, krent, prunus

aandeel mengboomsoort voldoende

aandeel am. eik 5%

aandeel prunus 5%

kruidlaag 0 - 0,5 m:

aanwezig gedeeltelijk, pijpestrootjelmoslvaren

belemmering nat. verjonging gedeeltelijk

nat. verjonging aanwezig verspreid

samenstelling nat. verjonging mengboomsoort, struikvormers

mengboomsoort, struikvormers berk, lijsterbes

aandeel am. eik 1%

aandeel prunus 0-5%

dood hout:

aftakelende bomen geen aantal >30cm dbh aangeven: st.

staand dood hout <10/ha.

aantal >30cm dbh aangeven: - st.

liggend dood hout geen aantal >30cm dbh aangeven: st.

Beschrijving representatieve opstanden.

Algemeen:

vaklafd 113a, Stiphoutse bossen

oppervlakte 2,95 ha.

(hoofd)boomsoort Groveden

jaar aanleg 1927 van heersende booinlaag

diameter 27 cm. van heersende boomlaag

hoogte 20 m. van heersende boomlaag

bodemtype/PNV haarpodzol, gdleitbe

functieaccent natuur

streefbeeld gdleilbe

Heersende boomlaag:

mengboomsoort aanwezig <20%, zomereik, Am.eik en douglas in de rand

kroonsluiting gelijkmatig tot gevarieerd

potentiele T-bomen 60-120/ba.

dikke bomen (>40cm) aanwezig geen

struiklaag 0,5 m - kronendak:

aanwezig verspreid en concentraties, 90 %

hooate struiklaag 0,5xboomhoogte

samenstelling struiklaag mengboomsoorten, struikvormers

mengboomsoort, struikvormers zoinereik(veel), berk, Am.eik, lijsterbes, vrunus

aandeel mengboomsoort voldoende

aandeel am. eik 2%

aandeel prunus 5%

kruidlaag 0 - 0,5 m:

aanwezig geheel, pijpestrootjelmoslvaren/braam

belemmering nat. verjonging gedeeltelijk

nat. verjonging aanwezig verspreid en concentraties >5m2

samenstelling nat. verjonging mengboomsoort, struikvormers

mengboomsoort, struikvoemers berk, lijsterbes

aandeel am. eik 1 %

aandeel prunus 0-5%

dood hout:

aftakelende bomen geen aantal >30cm dbh aangeven: st.

staand dood hout geen aantal >30cm dbh aangeven: st.

liggend dood hout <10/ha. aantal >30cm dbh aangeven: st.

Beschrijving representatieve opstanden.

Algemeen:

vawafd 124e, Stiphoutse bossen

oppervlakte 3,37 ha.

(hoofd)boomsoort Groveden

jaar aanleg 1931 van heersende hoomlaag

diameter 26 cm. van heersende boomlaag

hoogte 19 m. van heersende boomlaag

bodemtype/PNV haarpodzol, gdleilbe

functicaccent natuur

streefbeeld gdleilbe

Heersende boomlaag:

mengboomsoort aanwezig <20%, zomereik, Am.eik en Cors.den in de rand

kroonsluiting gelijkmatig tot gevarieerd

potentiële T-bomen 60-120/ba.

dikke bomen (>40cm) aanwezig geen

struiklaag 0,5 m - kronendak:

aanwezig verspreid en concentraties, 85%

hoo

_gte struiklaag 0,5xboomhoogte

samenstelling struiklaag hoofdboomsoort, mengboomsoorten, struikvormers

mengboomsoort, struikvormers zomereik(veel), berk. Am.eik, douglas, groveded,

lijsterbes, krent, prunus

aandeel mengboomsoort voldoende

aandeel am. eik 1%

aandeel prunus 5%

kruidlaag 0 - 0,5 m:

aanwezig geheel, bochtige smelelmoslvaren

belemmering nat. verjonging gedeeltelijk

nat. verjonging aanwezig verspreid en concentraties >5/m2

samenstelling nat. verjonging mengboomsoorten, struikvormers

mengboomsoort, struikvormers zomereik, berk, lijsterbes

aandeel am. eik -

aandeel prunus 0-5%

dood hout-

aftakelende bomen geen aantal >30cm dbh aangeven: st.

staand dood hout <10/ha. aantal >30cm dbh aangeven: - st.

liggend dood hout <10/ha. aantal >30cm dbh aangeven: - st.

Beschrijving representatieve opstanden.

Al emeen:

9

valdafd 125e, Stiphoutse bossen

oppervlakte 2,29 ha.

(hoofd)boomsoort Groveden

jaar aanleg 1929 van heersende boomlaag

diameter 26 cm. van heersende boomlaag

hoogte 19 m. van heersende boomlaag

bodemtype/PNV haarpodzol, gd/eilbe

functicaccent natuur

streefbeeld gdleilbe

Heersende boonilaag:

mengboomsoort aanwezig <20%, Am.eik en zomereik in de rand

kroonsluiting gelijkmatig tot gevarieerd

potentiele T-bomen 60-120/ba.

dikke bomen (>40cm) aanwezig geen

struiklaag 0,5 m - kronendak:

aanwezig verspreid en concentraties, 85%

hoogte struiklaag 0"5xboomhoogte

samenstelling struiklaag mengboomsoorten, struikvormers

mengboomsoort, struikvormers zomereik(yeel), Am.eik, berk, douglas, lijsterbes,

vuilboom, krent, prunus

aandeel mengboomsoort voldoende

aandeel am. eik 2%

aandeel prunus 5%

kruidlaag 0 0,5 m:

aanwezig geheel, pijpestrootjelbochti2e smelelvaren/mos

belemmering nat. vei@ionging gedeeltelijk

nat. verjonging aanwezig verspreid en concentraties >5/m2

samenstelling nat. verjonging mengboomsoorten, struikvormers

men2hoomsoort, struikvormers zomereik, Am.eik, berk, weymouthden, lijsterbes,

vuilboom

aandeel am. eik 1 %

aandeel prunus 0-5%

dood hout:

aftakelende bomen <10/ha. aantal >30cm dbh aangeven: st.

staand dood hout geen aantal >30cm dbh aangeven: st.

liggend dood hout <10/ha. aantal >30cm dbh aangeven: st.

menging pijpestrootie en bochtige smele!

Besclifijving representatieve opstanden.

Algemeen:

vaklafd 204a, Brouwhuissche heide

akte 5,03 ha.

oppervl

(hoofd)boomsoort Groveden

jaar aanleg 1951 van heersende boomlaag

diameter 19 cm. van heersende boomlaag

hoogte 15 m. van heersende boomlaag

bodemtype/PNV haarpodzollveldpodzol, gdleilbe

functieaccent multifunctioneel

streefbeeld gdleilbe

Heersende boomlaag:

menp-hoomsoort aanwezig <20%, Am. eik, zomereik

kroonsluitin2 gelijkmatig

potentiele T-bomen <60/ha.

dikke bomen (>40cm) aanwezig geen

struiklaag 0,5 m - kronendak:

aanwezig verspreid en concentraties, 45%

hoogte struiklaag tot kronendak

samenstelling struiklaag mengboomsoorten, struikvórmers

mengboomsoort, struikvormers Am.eik, zomereik, berk, lijsterbes, vuilboom

aandeel mengboomsoort onvoldoende

aandeel am. eik 40%

aandeel prunus 5%

kruidlaag 0 - 0,5 m:

aanwezig gedeeltelijk, bochtige smelelpijpestrootje/varen/

rankende helmbloemladelaarsvaren

belemmering nat. verjonging ja

nat. verjonging aanwezig verspreid

samenstelling nat. verjonging mengboomsoort, struikvormers

mengboomsoort, struikvormers berk, vuilboom

aandeel am. eik -

aandeel prunus 5%

dood hout:

aftakelende bomen <10/ha. aantal >30cm dbh aangeven: - st.

staand dood hout <10/ha. aantal >30em dbh aangeven: - st.

liggend dood hout <10/ha. aantal >30cm dbh aangeven: - st.

Beschrijving representatieve opstanden.

Algemeen:

vaklafd 213b, Brouwhuissche heide

oppervlakte 2,07 ha.

(hoofd)hoomsoort Groveden

jaar aanleg 1925 van heersende boomlaa,g

diameter 24 cm. van heersende boomlaag

hoogte 16 in. van heersende hoomlaag

bodemtype[PNV haarpodzol, gdleilbe

functieaccent multifunctioneel

streefbeeld gdleilbe

Heersende boomlaag:

mengboomsoort aanwezig nee

kroonsluiting gevarieerd

potentiele T-bomen <60/ha

dikke bomen (>40cm) aanwezig geen

struiklaag 0,5 m - kronendak:

aanwezig verspreid, 20%

hoogte struiklaag tot kronendak

samenstelling struiklaag mengboomsoorten, struikvormers

mengboomsoort, struikvormers Am.eik, zomeileik, berk, tamme kastanje, lijsterbes

aandeel mengboomsoort onvoldoende

aandeel am. eik 15%

aandeel prunus 20%

kruidiaag 0 - 0,5 m:

aanwezig geheel, bochtige smelelvaren

belemmering nat. verjonging ja

nat. verjonging aanwezig nee

samenstelling nat. verjonging

mengboomsoort, struikvormers

aandeel am. eik

aandeel prunus 40%

dood hout:

aftakelende bomen geen aantal >30cm dbh aangeven: st.

staand dood hout geen aantal >30cm dbh aangeven: st.

liggend dood hout <10/ha. aantal >30cm dbh aangeven: - st.

Beschrijving representatieve opstanden.

Algemeen:

vaklafd 35q1, Stiphoutse bossen

oppervlakte 2,01 ha.

(hoofd)boomsoort Corsicaanse den

jaar aanleg 1955 van heersende boomlaag

diameter 25 cm. van heersende boomlaag

hoogte, 16 m. van heersende boomlaag

bodemtype/PNV veldpodzol, gdleilbutbc

functicaccent natuur

streefbeeld gdleil(bu)lbe

Heersende boomlaag:

mengboomsoort aanwezig <20%, zomereik in de rand

kroonsluiting gelij kmatiiz tot Gevarieerd -

potentiele T-bomen 60-120/ha.

dikke bomen (>40cm) aanwezig <10/ha.

struiklaag 0,5 m - kronendak:

aanwezig verspreid, 5-10%

hoogte struiklaag 0,5xboomhoogte

samenstelling struiklaag mengboomsoorten, struikvormers

mengboomsoort, struikvormers zomereik, br-rk@ Am.eik, lijsterbes, prunus

aandeel mengboomsoort onvoldoende

aandeel am. eik 1%

aandeel prunus 2%

kruidlaag 0 - 0,5 m:

aanwezig geheel, pijpestrootje/varen

belemmering nat. verjonging ja

nat. verjonging aanwezig verspreid

samenstelling nat. verjonging mengboomsoort, struikvormers

mengboomsoort, struikvormers zomereik, berk, lijsterbes, prunus

aandeel am. eik -

aandeel prunus 5%

dood hout:

aftakelende bomen <10/ha. aantal >30em dbh aangeven: st.

staand dood hout geen aantal >30cm dbh aangeven: st.

liggend dood hout <10/ha. aantal >30cm dbh aangeven: st.

Beschrijving representatieve opstanden.

Algemeen:

vaklafd 106e, Stiphoutse bossen

oppervlakte 2,25 ha.

(hoofd)boomsoort Corsicaanse den

jaar aanleg 1964 van heersende boomlaág

diameter 22 cm. van heersende boomlaag

hoogte 16 in. van heersende boomlaag

bodemtype/PNV haarpodzol, gdleilbe

functicaccent recreatie

streefbeeld 60% exoten, 40% inheems

Heersende boomlaag:

mengboomsoort aanwezig <20%, Am.eik, zomereik en berk in de rand

kroonsluiting gelijkmatig

potentiele T-bomen 60-120/ba.

dikke bomen (>40cm) aanwezig geen

struiklaag 0 5 m - kronendak:

aanwezig verspreid en concentraties, 15%

hoogte struiklaag 0,5xboomhoogte

samenstelling struiklaag mengboomsoort, struikvormers

mengboomsoort, struikvormers douglas, lijsterbes, prunus

aandeel mengbooinsoort onvoldoende

aandeel am. eik 1%

aandeel prunus 5%

kruidlaag 0 - 0,5 m:

aanwezig gedeeltelijk, moslvarentbraam

belemmering nat. 'verjonging gedeeltelijk

nat. verjonging aanwezig verspreid en concentraties >5/m2

samenstelling nat. verjonging mengboomsoort, struikvormers

mengboomsoort, struikvormers douglas, lijsterbes, hulst

aandeel am. eik 1%

aandeel prunus 0-5%

dood hout:

aftakelende bomen <10/ha. aantal >30cm dbh aangeven: st.

staand dood hout geen aantal >30cm dbh aangeven: st.

liggend dood hout <10/ha aantal >30cm dbh aangeven: st.

Besclirijving representatieve opstanden.

Algemeen:

vaklafd 113d, Stiphoutse bossen

oppervlakte 1,61 ba.

(hoofd)boomsoort Corsicaanse den

jaar aanleg 1969 van heersende boomlaa2

diameter 19 cm. van heersende boomlaag

hoogte 17 m. van heersende boomlaag

bodemtype/PNV haarpodzol, gdleilbe

functicaccent natuur

streefbeeld gdleilbe

Heersende boomlaag:

mengboomsoort aanwezig <20%, Am.eik en zomereik in de rand

kroonsluiting gelijkmatig

potentiele T-bomen 60-120/ha.

dikke bomen (>40cm) aanwezig geen

struiklaag 0,5 m - kronendak:

aanwezig verspreid en concentraties, 70%

hoogte struiklaag 0,5xboomhoogte

samenstelling struiklaag mengboomsoort, struikvorme rs

mengboomsoort, struikvormers berk, lijsterbes, prunus

aandeel mengboomsoort onvoldoende

aandeel am. eik -

aandeel prunus 15%

kruidlaag 0 - 0,5 m:

aanwezig gedeeltelijk, pijpestrootjelmoslvaren

belemmering nat. v tong-ing gedeeltelijk

nat. verjonging aanwezig verspreid en concentraties >5/m2

samenstelling nat. verjonging mengboomsoort, struikvormers

mengboomsoort, struikvormers berk, lijsterbes, krent, prunus

aandeel am. eik -

aandeel prunus 5%

dood hout:

aftakelende bomen >10/ha. aantal >30cm dbh aangeven: st.

staand dood hout geen aantal >30cm dbh aangeven: st.

liggend dood hout geen aantal >30cm dbh aangeven: st.

Beschrijving representatieve opstanden.

Algemeen:

vaklafd 202, Brouwhuissche heide

oppervlakte 2,53 ha.

(hoofd)boomsoort Corsicaanse den

jaar aanleg 1951 van heersende boomlaag

diameter 22 cm. van heersende hoomlaag

hoogte 16 in. van heersende boomlaag

bodemtype/PNV haarpodzol (zuidrand veldpodzol), gdleilbe

functieaccent multifunctioneel

streefbeeld gdleilhe

Heersende boomlaag:

mengboomsoort aanwezig nee

kroonsluiting gevarieerd

potentiele T-bomen 6.0-1201ha.

dikke bomen (>40cm) aanwezig geen

struiklaag 0,5 m - kronendak:

aanwezig verspreid, 5%

hoogte struiklaag 0,5xboomhoogte

samenstelling struiklaag mengboomsoorten, struikvoriters

mengboomsoort, struikvormers zomereik, Am.eik, berk, lijsterbes, vuilboom

aandeel mengboomsoort onvoldoende

aandeel am. eik 5%

aandeel prunus 5%

kruidlaag 0 - 0,5 m:

aanwezig geheel, bochtige smelelvaren/rankende

belmbloeml(pijpestrootje)

belemmering nat. verjonging ja

nat. verjonging aanwezig verspreidlconcentraties >5/m2

samenstelling nat. verjonging mengboomsoorten/struikvormers

mengboomsoort, struikvormers zomereik, groveden, vuilboom, lijsterbes

aandeel am. eik -

aandeel prunus 5%

dood hout:

aftakelende bomen <10/ha. aantal >30cm dbh aangeven: st.

staand dood hout geen aantal >30cm dbh aangeven: st

liggend dood hout geen aantal >30cm dbh aangeven: st.

Beschrijving representatieve opstanden.

Algemeen:

vaklafd 102a, Stiphoutse bossen

oppervlakte 3,19 ha.

(hoofd)boomsoort Douglas

jaar aanleg 1954 van heersende hoomlaag

diameter 32 cm. van heersende boomlaag

hoogte 28 m. van heersende hoomlaag

bodemtype/PNV veldpodzol, gdleilbulhe

functieaccent recreatie

streefbeeld 60% exoten, 40% inheems

Heersende boomlaag:

mengboomsoort aanwezig <20%, zomereik, Am.eik, berk, groveden

kroonsluiting gelijkmatig tot gevarieerd

potentiele T-bomen 60-120/ha.

dikke bomen (>40cm) aanwezig >10/ha.

struiklaag 0,5 m - kronendak:

aanwezig nee

hoogte struiklaag

samenstelling struiklaag

mengboomsoort, struikvormers

aandeel mengboomsoort geen

aandeel ai-n-. eik 1%

aandeelprunus 0-5%

kruidlaag 0 - 0,5 m:

aanwezig gedeeltelijk, moslvaren

belemmering nat. verjonging gedeeltelijk

nat. verjonging aanwezig verspreid en concentraties >5/m2

samenstelling nat. verjonging hoofdboomsoort (60%)

mengboomsoort, struikvormers -

aandeel am. eik 2%

aandeelprunus 0-5%

dood hout:

aftakelende bomen geen aantal >30cm dbh aangeven: st.

staand dood hout geen aantal >30cm dbh aangeven: st.

liggend dood hout <10/ha. aantal >30cm dbh aangeven: 1 st.

Beschrijving representatieve opstanden.

Algemeen:.

vaklafd 103a, Stiphoutse bossen

oppervlakte 3,06 ha.

(hoofd)boomsoort Douglas

jaar aanleg 1948 van heersende boomlaag

diameter 33 cm. van heersende boomlaag

hoogte 28 m. van heersende boomlaag

bodemtype/PNV veldi)odzol, gdleilbulbe

functieaccent recreatie

streefbeeld 60% exoten, 40% inheems

Heersende boomlaag:

mengboomsoort aanwezig <20%, zomereik, beuk, Jap.lariks, tsuga

kroonsluiting gelijkmatig

potentiele T-bomen 60-120/ha.

dikke bomen (>40cm) aanwezi2 >10/ha.

struiklaag 0,5 m - kronendak:

aanwezig nee

hoogte struiklaag

samenstelling struiklaag

mengboomsoort, struikvormers

aandeel mengboomsoort geen

aandeel am. eik 1%

aandeelprunus 0-5%

kruicflaag 0 - 0,5 m:

aanwezig gedeeltelijk, moslvaren

belemmering nat. verjonging gedeeltelijk

nat. verjonging aanwezig verspreid en concentraties >5/m2

samenstelling nat. verjonging hoofdboomsoort (40%)

mengboomsoort, struikvormers -

aandeel am. eik 1%

aandeelprunus 0-5%

dood hout:

aftakelende bomen geen aantal >30cm dbh aangeven: st.

staand doo d hout geen aantal >30cm dbh aangeven: st.

liggend dood hout geen aantal >30cm dbh aangeven: st.

Beschrijving representatieve opstanden.

Algemeen:

vaklafd 110b, Stiphoutse bossen.

oppervlakte 1,13 ha.

(hoofd)boomsoort Douglas

jaar aanleg 1975 van heersende boomlaag

diameter 18 cm. van heersende boomlaag

hoogte 20 m. van heersende boomlaag

bodemtype/PNV veldpodzol, gdleilbulbe

functieaccent natuur

streefbeeld 40% exoten. 60% inheems

Heersende boomlaag:

mengboomsoort aanwezig <20%, zomereik in de rand

kroonsluitiniz gelijkmatig

i)otentiele T-bomen 60-120/ha.

dikke bomen (>40cm) aanwezig geen

struiklaag 0,5 m - kronendak:

aanwezig nee

hoogte struiklaag

samenstelling struiklaag

mengboomsoort, struikvormers

aandeel mengboomsoort geen

aandeel am. eik -

aandeel prunus 0-5%

kruidlaag 0 - 0,5 m:

aanwezig nee

belemmering nat. verjonging gedeeltelijk

nat. verjonging aanwezig nee

samenstelling nat. verjonging

mengboomsoort, struikvormers

aandeel am. eik

aandeel prunus 0-5%

dood hout:

aftakelende bomen geen aantal >30cm dbh aangeven: st.

staand dood hout geen aantal >30cm dbh aangeven: st.

liggend dood hout <10/ha. aantal >30cm dbh aangeven: st.

Beschrijving representatieve opstanden.

Algemeen:

vaklafd 33e, Stiphoutse bossen

oppervlakte 2,13 ba.

(hoofd)boomsoort Abies grandis

jaar aanleg 1964 van heersende boomlaag

diameter 21 cm. van heersende boomlaag

hoogte 22 m. van heersende boomlaag

bodemtype/PNV veldpodzol, gdleilbulbe

functieaccent recreatie

streefheeld 60% exoten, 40% inheems

Heersende boomlaag:

mengboomsoort aanwezig < 20%, zomereiw Am. eik in de rand

kroonsluiting gelijkmatig

potentiele T-bomen <60/ha

dikke bomen (>40cm) aanwezig <10/ha.

struiklaag 0,5 m - kronendak:

aanwezig nee

hoogte struiklaag

samenstelling struiklaag

inengboomsoort, struikvormers

aandeel mengboomsoort geen

aandeel am. eik -

ndeel prunus 0-5%

aa

kruidlaag 0 - 0,5 m:

aanwezig gedeeltelijk, mos

belemmering nat. verjonging gedeeltelijk

nat. verjonging aanwezig nee

samenstelling nat. verjonging

mengboomsoort, struikvormers

aandeel am. eik

aandeel prunus 0-5%

dood hout:

aftakelende bomen >10/ha. aantal >30cm dbh aangeven: - st.

staand dood hout >10/ha. aantal >30cm dbh aangeven: - st.

liggend dood hout <10/ha. aantal >30cm dbh aangeven: - st.

slechte vitaliteit!

Beschrijving representatieve opstanden.

Algemeen:

vawafd 109m, Stiphoutse bossen

oppervlakte 1,40 ha.

(hoofd)boomsoort Abies grandis

jaar aanleg 1964 van heersende boomlaag

diameter 22 cm. van heersende boomlaag

hoogte 20 m. van heersende boomlaa2

bodemtype/PNV haarpodzol, gdleilbe

functieaceént natuur

streefbeeld gdleilbe

Heersende boomlaag:

mengboomsoort aanwezig <20%, zomereikl Am. eik en berk in de rand

kroonsluiting gelijkmatig en gevarieerd'

potentiele T-bomen <60/ha.

dikke bomen (>40cm) aanwezig <10/ha.

struiklaag 0,5 m - kronendak:

aanwezig verspreid, 2%

hoogte struiklaag <2m.

samenstelling struiklaag struikvormers

mengboomsoort, struikvormers prunus, lijsterbes

aandeel mengboomsoort onvoldoende

aandeel am. eik 1%

aandeel prunus 2%

kruidlaag 0 - 0,5 m:

aanwezig gedeeltelijk, moslvaren/pijpestrootje

belemmering nat. verjonging gedeeltelijk

nat. verjonging aanwezig verspreid

samenstelling nat. verjonging struikvormers

mengboomsoort, struikvormers prunus, lijsterbes

aandeel am. eik 2%

aandeel prunus 2%

dood hout:

aftakelende bomen >10/ha. aantal >30cm dbh aangeven: - st.

staand dood hout >10/ha. aantal >30cm dbh aangeven: - st.

liggend dood hout geen aantal >30cm dbh aangeven: st.

slechte vitaliteit!

Beschrijving representatieve opstanden.

Algemeen:

vaklafd 110h, Stiphoutse bossen

oppervlakte 1,18 ha.

(hoofd)boomsoort Amerikaanse eik

jaar aanleg 1931 van heersende boomlaag

diameter 30 cm. van heersende boomlaag

hoogte 23 m. van heersende boomlaag

bodemty

. pe/PNV veldpodzol, gdleilbulbe

functieaccent nat]']-iiir

streefbeeld 40% exoten, 60% inheems

Heersende boomlaag:

mengboomsoort aanwezig <->0%, zomereik/douglas

kroonsluiting gelijkmatig

potentiele T-bomen, 60-120/ba.

dikke bomen (>40cm) aanwezig <10/ha.

struildaag 0,5 m - kronendak:

aanwezig verspreid, 15%

hoogte struiklaag <),5xboomhoogte

samenstelling struiklaa2 hoofdbooftisoort, men2boomsoorten, struikvormers

M. engboomsoort, struikvormers Amerikaanse eik, douglas, lijsterbes

aandeel mengboomsoort onvoldoende

aandeel am. eik 200/o

aandeel prunus 0-5%

kruidlaag 0 - 0,5 m:

aanwezig gedeeltelijk, pijpestrootje/varenlkamperfoelie

belemmering nat. verjonging gedeeltelijk

nat. verjonging aanwezig verspreidlconcentraties >5/m2

samenstelling nat. verjonging hoofdboomsoort

mengboomsoort, struikvormers -

aandeel am. eik 70%

aandeel prunus 0-5%

dood hout:

aftakelende bomen geen aantal >30cm dbh aangeven: st.

staand dood hout <10/ha. aantal >30cm dbh aangeven: st.

liggend dood hout 2een aantal >30cm dbh aangeven: st.

Beschrijving representatieve opstanden.

Algemeen:

vaklafd 125a, Stiphoutse bossen

oppervlakte 0,86 ha.

(hoofd)boomsoort Weymouthden

jaar aanleg 1975 van heersende boomlaag

diameter 19 cm. van heersende boomlaag

hoogte 16 m. van heersende boomlaag

bodemtype/PNV haarpodzol, gdleilbe

functieaccent natuur

streefbeeld gdleilhe

Heersende boomlaag:

mengboomsoort aanwezig <20%, Am.eik en zomereik in de rand

kroonsluiting gelijkmatig tot gevarieerd

potentiele T-bomen 60-120/ha.

dikke bomen (>40cm) aanwezig geen

struiklaag 0,5 m - kronendak:

aanwezig nee

hoogte struiklaag

samenstelling struiklaag

mengboomsoort, struikvormers

aandeel mengboomsoort geen

aandeel am. eik -

aandeel prunus 2%

kruidlaag 0 - 0,5 m:

aanwezig gedeeltelijk, mos

belemmering nat. verjonging Gedeeltelijk

nat. verjonging aanwezig nee

samenstelling nat. verjonging

mengboomsoort, struikvormers

aandeel am. eik

aandeel prunus 2%

dood hout:

aftakelende bomen <10/ha. aantal >30em dbh aangeven: - st.

staand dood hout <10/ha. aantal >30cm dbh aangeven: - st.

liggend dood hout <10/ha. aantal >30cm dbh aangeven: - st.

126.

12

36

118b

36d

36k

112b 3Sq1 3

11

112.

34h

349

10 1(>6,

06b

101b

102.

12

3a

N

Bijlage 7. Beheerkaarteh A

Schaal 1 10.000

Bijlage 7. Beheerkaarten

Schaal 1 15.01}0

61

mi

Bijlage 7. Beheerkaarten

Schaal 1 15.000

Opstandregister gemeente Heimond

Afd Oppervlakte Terreintype 1Hoofdboom 1 Jaar vá-n-áán-le-gTD-oelpakket 1% inheems] % menging ]Nevenboomsoorten

1 a 0,44 onaemenad naaldbos Oostenrijkse den 1939 Basispakket bos 10 is berk, Amerikaanse vogelkers, inlandse eik, lijsterbes

1 b 0,22 gemengd naaldlloofbos grove dan 1935 Basispakket bos 90 35 Amerikaanse eik, berk, Amerikaanse vogelkers, inlandse eik,

1 c 0,53 q@@idbos Corsicaanse den 1939 Basispakket bos 10 15 Amerikaanse eik, berk, Amerikaanse vogelkers, inlandse eik,

1 d 0,36 ongemengd loofbos Amerikaanse eik 1939 Basispakket bos 5 5

1 e 0,36 gemengd naaldlloofbos grove den Basispakket bos 85 50 Amerikaanse eik, berk, Amerikaanse vogelkers, inlandse eik,

2 1,16 gemengd naald/loofbos grove den 1938 Pluspakket bos met verhoogde natuurwaarde (A) 70 50 Amerikaanse eik, berk, Amerikaanse vogelkers, inlandse eik,

3 a 2.53 gemengd naaldlloofbos grove den 1936 Pluspakket bos met verhoogde natuurwaarde (A) 85 25 Amerikaanse eik, berk, inlandse eik, lijsterbes, krent

3 b 0,50 ongemengd loofbos Amerikaanse eik 1936 Pluspakket bos met verhoogde natuurwaarde (A)

4 3,89 gemengd naaldlloofbos grove den 1937 Pluspakket bos met verhoogde natuurwaarde (A) 90 20 Amerikaanse eik, berk, Amerikaanse vogelkers, inlandse eik, lijsterbes

5 a 1,46 onaemenad naaldbos grove den 1946 Pluspakket bos met verhoogde natuurwaarde (A) 99 10 berk, inlandse eik, krent

5 b 0,64 ongemengd naaldbos grove den 1933 Pluspakket bos met verhoogde natuurwaarde (A) 99 15 berk, inlandse eik,

5 e 0,88 ongemengd naaldbos Japanselariks 1950 Basispakket bos 5 5 berk, inlandse eik.

6 a 0,75 onqemenqd naaldbos grove den 1937 Pluspakket bos met verhoogde natuurwaarde (A) 99 15 berk. inlandse eik,

6 b 0.44 onciemenad naaldbos grove den 1934 Pluspakket bos met verhoogde natuurwaarde (A) 99 10 berk, inlandse eik,

6 c 1,04 onaemenad naaldbos grove den 1988 Pluspakket bos met verhoogde natuurwaarde (A) 99 3 berk,

7 0,88 ongemengd naaldbos grove den 1934 Pluspakket bos met verhoogde natuurwaarde (A) 99 5 berk, inlandse eik,

8 a 0,74 onoemena.d naaldbos grove den 1985 Pluspakket bos met verhoogde natuurwaarde (A) 99 5 inlandse eik,

8 b 1,96 ongemengd naaldbos grove den 1947 Pluspakket bos met verhoogde natuurwaarde (A) 99 10 berk, inlandse eik,

8 c 0,23 ongemengd naaldbos Corsicaanse den 1965 Pluspakket bos met verhoogde natuurwaarde (A) 3 5 berk, inlandse eik,

9 a 0,74 ongemengd naaldbos Oostenrijkse den 1947 Basispakket bos 2 3 Amerikaanse eik, inlandse eik,

9 b 0,38 onaemenad naaldbos grove den 1947 Pluspakket bos met verhoogde nat urwaarde (A) 95 6 Amerikaanse eik, berk, inlandse eik, Corsicaanse den

9 cl 0,08 gemengd naaldlloofbos Corsicaanse den 1971 Pluspakket bos met verhoogde natuurwaarde (A) 60 40 groveden, inlandse eik,

9 c2 0.0 gemengd naaldlloofbos Corsicaanse den 1971 Pluspakket bos met verhoogde natuurwaarde (A) 60 .. proveden, inlandse eik,

9 d 0.27 ongemengd aaldbos grove den 1992 Pluspakket bos met verhoogde natuurwaarde (A) 5 5

9 e 0,52 ongemengd naaldbos grove den 1947 Pluspakket bos met verhoogde natuurwaarde (A) 99 10 berk, inlandse eik,

10 a 10,41 onaemenad naaldbos grove den 1910 Pluspakket bos met verhoogde natuurwaarde (A) 99 is berk, inlandse eik,

10 b 0,28 ongemengd loofbos Amerikaanse eik 1965 Pluspakket bos met verhoogde natuurwaarde (A) 5 5 groveden, inlandse eik,

1 e 86 aemenad naald/loofbos grove den 1943 Pluspakket bos met verhoogde natuurwaarde (A) 99 20 berk, inlandse eik,

10 d 0,58 ongemengd naaldbos grove den 1948 Pluspakket bos met verhoogde natuurwaarde (A) 99 10 berk, inlandse eik,

10 e 3,70 akker Geen pakket

11 5.15 gemengd naaldlloofbos grove den 1935 Pluspakket bos met verhoogde natuurwaarde (A) 80 20 Amerikaanse eik, berk, inlandse eik, lijsterbes

12 1,75 gemengd naaldlloofbos grove den 1938 Pluspakket bos met verhoogde natuurwaarde (A) 80 30 Amerikaanse eik, berk, Amerikaanse vogelkers, inlandse eik, lijsterbes

13 a 0,61 onciemenqd naaldbos douqlas 1939 Basispakket bos__ 5 10 Amerikaanse eik, berk, inlandse eik,

13 b 0,45 gemengd loof/naaldbos Amerikaanse eik 1950 Basispakket bos 5 40 iberk, douplas, Amerikaanse vogelkers, fijnspar

13 c 0,40 gemengd loof/naaldbos Amerikaanse eik 1939 Basispakket bos liapanse lariks

13 d 0.6 aemenad naald/loofbos grove d n 1939 Basispakket bos

14 a 2,26 gemengd naald/loofbos grove den 1946 Basispakket bos 95 40 Amerikaanse eik, berk, lijsterbes

14 b 0,30 ongemengd naaldbos douglas 1949 Basispakket bos is 15

14 c 0,57 ongemengd naaldbos douglas 1948 Basispakket bo 10 10 Amerikaanse eik, groveden, inlandse eik, lijsterbes

15 a 0,42 onaemenad naaldbos Corsicaanse den 1961 Basispakket bos 10 is Amerikaanse eik, berk, Amerikaanse vogelkers, inlandse eik, lijsterbes

15 b 0,59 ongemengd loofbos Amerikaanse eik 1961 Basispakket bos 5 5 Amerikaanse eik, berk, Amerikaanse vogelkers, lijsterbes

15 c 2,19 aemencid naaldlloofbos grove den 1937 Basispakket bos 90 40 Amerikaanse eik. berk, Amerikaanse vogelkers, inlandse eik, lijsterbes

17 b 2,41 gemengd naaldlloofbos grove den 1934 Pluspakket bos met verhoogde natuurwaarde (A) 70 40 Amerikaanse eik, berk, Amerikaanse vogelkers, inlandse eik,

17 c 0,95 ongemengd naaldbos grove den 1988 Pluspakket bos met verhoogde natuurwaarde (A) 99 5 berk, inlandse eik.

18 a 1,70 aemenad naaldlloofbos grove den 1934 Pluspakket bos met verhoogde natuurwaarde (A) 70 40 berk, douglas, inlandse eik, lijsterbes

18 b 0,43 onqemengd naaldbos Abies grandis 1960 Pluspakket bos met verhoogde natuurwaarde (A) 5 5 Amerikaanse eik, inlandse eik,

18 e 0,56 onqemengd loofbos Amerikaanse eik 1934 Pluspakket bos met verhoogde natuurwaarde (A)

18 d 0,84 ongemengd naaldbos grove den 1934 Pluspakket bos met verhoogde natuurwaarde (A) 99 15 berk, inlandse eik, lijste es

18 el 0,57 ven Basispakket plas en ven 0 25

18 e2 2,03 gemengd naaldlloofbos grove den 1910 Pluspakket bos'met verhoogde natuurwaarde (A) 90 .. Amerikaanse eik, berk, Inlandse eik,

19 a 2,20 gemengd naaldlloofbos grove den 1934 Pluspakket bos met verhoogde natuurwaarde (A) 90 35 berk, Amerikaanse vogelkers, inlandse eik,

19 b 1,50 gemengd naald/loofbos inlandse 1986 Pluspakket bos met verhooc

eik jde natuurwaarde (A) 99 30 berk,

20 1,50 oncemenqd naaldbos grove den 1947 Pluspakket bos met verhoogde natuurwaarde (A) 95 10 Amerikaanse eik, berk, inlandse eik,

21 1,52 on2emengd.naaldbos grove den 1947 Pluspakket bos met verhoogde natuurwaarde (A) -95 10 Amerikaanse eik, berk, inlandse eik,

22 a 1.29 on-emenqd naaldbos Corsicaanse den 1985 Basispakket bos 5 5 berk,

22 b 1,64 ongemengd n aldbos grove den 1946 P[uspakket bos met verhoogde natuurwaarde (A) 95 3 berk, Amerikaanse vogelkers, inlandse eik,

23 1,81 ongemengd naaldbos grove den 1935 1Pluspakket bos met verhoogde natuurwaarde 80 1 25 berk, douglas, Amerikaanse vogelkers, Inlandse eik,

24 0,22 gemengd naaldbos Japanse lariks

1951 1Geen pakket 5 1 40 Idouglas, inlandse eik,

1 van 9 20-6-2002

-----

Opstandregister gemeente Heimond

Vak Afd] Oppervlakte Terreintvoe Hoofdboom Jaar van aanleg Doelpakket % inheems Nevenboomsoorten

76 erikaans eik, berk. douqias, inlandse eik, liisterbes

25a 1,27 gemen d naald/loofbos grove den 1932 Pluspakket bos met verhoogde natuu

25b 0,27 gemengd naaldlloofbos douglas 1947 Pluspakket bos met verhoogde natuurwaarde (A) 25 25 Amerikaanse vogelk rs. inlandse eik,

26a 0,45 ongem ngd naaldbos douglas 1947 Pluspakket bos-met verhoogde natuurwaarde (A) 5 10 Amerikaanse eik, lijsterbes

1928 Pluspakket bos met verhoogde natuurwaarde (A) 60 50 Amerikaanse eik, berk, douqlas

26b 4,18 gemen d naaldlloofbos grove den

26e 0,57 gemengd naaldlloofbos grove den 1936 Pluspakket bos el verhoogde natuurwaarde (A) 50 60 Amerikaanse eik, Corsicaanse den

27a 1,29 gemengd naaldlloofbos grove den 1929 Pluspakket bos met verhoogde natuurwaarde (A) 60 50 Amerikaanse eik, berk, douglas, lijsterbes

27b 1,24 gemengd naaldlloofbos Corsicaanse den 1985 Pluspakket bos met verhoogde natuurwaarde (A) 50 50 douglas, groveden, inlandse eik,

e 2,04 gemengd naaldlloofbos grove den 1929 Pluspakket bos met verhoogde natuurwaarde (A) 80 20 Amerikaanse eik, douglas, inlandse eik, lijsterbes

27

27d 1,66 gemengd naaldlloofbos Oostenrijkse den 1976 Pluspakket bos met verhoogde natuurwaarde (A) 60 60 berk, douglas, inlandse eik,

28a 0,48 ongemengd n aldbos arove den 1929 Pluspakket bos met verhoogde natuurwaarde (A) 0 is Amerikaanse eik, berk, inlandse eik,-

28b 0,93 gemengd naaldlloofbos grove den 1990 Pluspakket bos met verhoogde atuurwaarde (A) 80 30 Amerikaanse eik, berk, douqias, inlandse eik,

28c 0,15 gemengd loofbos berk 1967 Pluspakket bos met verhoogde natuurwaarde (A) 99 30 inlandse eik,

28d 1,21 ongemengd n aldbos grove den 1929 Pluspakket bos met verhoogde natuurwaarde (A) 90 1 5 Amerikaanse eik. berk, inlandse eik,

28e 1,06 aemenqd naaldlloofbos Oostendikse den 1966 Basispakket bos 30 30 berk, groveden, inlandse eik,

28f 0,46 ongemengd aaldbos wevmouthden 1967 Pluspakket bos met verhoogde natuurwaarde (A) 0 10 Amerikaanse eik,

q naaldbos inlandse eik 1997 Pluspakket bos met verhoogde natuurwaarde (A) 99 20 aroveden,

0,76 gemengd loof/

28h 1,91 ongemengd naaldbos grove den 1929 Pluspakket bos el verhoogde natuurwaarde (A) 90 15 Amerikaanse eik, berk, inlandse eik,

28i 0,83 gemengd naaldlloofbos Corsicaanse den 1969 Basispakket bos 20 20 berk, inlandse eik,

29%a 1,40 ongemengd naaldbos grove den 1933 Pluspakket bos met verhoogde natuurwaarde (A) 99 5 berk, inlandse eik,

29b 1,32 ongemengd n aldbos wevmouthden 1978 Basispakket bos 0 10 Amerikaanse eik,

29c 1,26 gemen d naaldlloofbos 9 ve den 1933 Basispakket bos 70 30 Amerikaanse eik, inlandse eik,

30 2,14 gemengd n a[daoofbos Basispakket bos 70 30 Amerikaanse eik, berk, inlandse eik,

31a 0,54 gemengd loofbos Amerikaanse eik Basispakket bos 50 60 berk, fijnspar

31b 1,07 ongemengd naaldbos grove den- 1965 Basispakket bos 99 5 inlandse eik,

iic 1,10 ongemengd aaldbos doualas 1979 Basispakket bos 1 0 10 berk, beuk, inlandse eik,

31d 1,24. ongemengd aaldbos douqlas 1980 Basispakket bos 0 0

31e 1,26 gemengd naaldbos - Oostenrijkse den 1971 Basis@akket b@s 50 50 qroveden.

31f 0,90 onqemengd naaldbos Corsicaanse den 1963 Basispakket bos 5 15 Amerikaanse elk, inlandse eik,

1984 Basispakket bos 90 10 Amerikaanse eik.

31q 1,29 ongemengd n aldbos grove den

31h 1,66 gemengd nee dlloofbos grove den 1931 Basispakket bos 80 30 Amerikaanse eik, berk, Inlandse eik,

311 0,47 ongemengd naaldbos Corsicaanse den 1964. Basispakket bos 2 2 berk,

32a 0,39 ongemengd n aldbos douglas 1984 Basispakket bos 0 0

32b 6,67 ongemengd naaldbos doualas 1954- Basispakket bos 0 0

-c 0.22 overig terrein Basispakket bos

32d 0,15 ongem douglas 1984 Basispakket bos 0 0

32e 0,13 ongemengd naaldbos ouqias 1991 Basispakket bos 0 0

32f 0,34 ongemengd naaldbos omorikaspar 1969 Basispakket bos 0 0

33a 1,41_ ongem nad naaldbos grove den 1989 Basispakket bos 99 10 berk, Inlandse eik,

aaldbos omorikaspar 1964 Basispakket bos 0 0

33b 0,31 ongemengd n

c 0,69 onqemengd naaldbos inlandse eik 1985 Basispakket bos 98 3 douglas, groveden,

33d 1 gemen d naaldlloofbos grove den 1925 Basispakket bos 99 20 1Amerikaanse eik, berk, beuk,

3e 2,13 ongemengd naai bos ies grandis 1964 Basis@akket bos 10 10 berk, inlandse eik,

33f 1,41 ongemengd naaldbos douglas 1960 Basispakket bos 5 5 be

33u 0,49 ongemengd naaldbos douglas 1964 Basispakket bos 5

34a 0,50 ongem ngd naaldbos Corsicaanse den 1963 Basispakket bos 10 10 be k,

34b 0,61 on-qemengd naaldbos omorikaspar 1964 Basispakket bos 10 10 inlandse eik,

34c 0,21 ongemengd naaldbos Corsicaanse den 1972 Basispakket bos 10 10 berk,

grove den 1992 Basispakket bos 98 5 jberk,

34d 0,24 overig terrein

34e 1,24 gemen d naaldlloofbos grove den 1990 Basispakket bos 99 20 berk, beuk,

34f 2,67 ongemengd naaldbos Abies arandis 1969 Basispakket bos 0 0

ldlloofbos cirove den 1960 Basispakket bos 99 20 berk,

34g 0.79 gemengd naa 0 50 inlandse eik, Corsicaanse den

34h 3,35 emengd naaldlloofbos douqiäs 1990 Basispakket bos

341 1,oó-- l ongemengd naaldbos grove den 1989 Basispakket bos 99 3 Inlandse eik,

k 0,94 lonqemenq nee os 1.es grahdis 1981 Basispakket bos 20 20 groveden,

34

34111 0.63 ongemengd naaldbos omorikaspar 1978 Basispakket bos 10 10 Derk, groveden, inlandse eik,

34m 0,69 gemengd naaldlloofbos arove den 1925 Basispakket bos 80 25 Amerikaanse eik, Inlandse eik,

35a 1,22 ongemengd naaldbos rove den 1958 Basispakket bos 99 5 inlandse eik,

0,48 ongemengd naaldbos Abies grandis 1980 Basispakket bos 10 10 Amerikaanse eik, berk, inlandse eik,

Opstandregister gemeente Heimond

VakFA-fd7 Op-pervlakte Terreintype Hoofdboom Jaar van aanleg Doelpakket % inheems % menging INevenboomsoorten

35 c 0,31 ongemengd naaldbos doucilas 1987 Basispakket bos 0 0

35 d 0.85 ongemengd naaldbos fijnspar 1967 Basispakket bos 2 1 berk,

35 e 0,91 ongemengd naaldbos tsuga 1982 Basispakket bos 4 4 groveden. inlandse eik,

35 f 1,35 ongemengd naaldbos omorikaspar 1978

Basispakket bos 5 5 Amerikaanse eik, berk, inlandse eik,

35 g 0,57 gemengd naaldlloofbos grove den 1927 Basispakket bos 85 20 Amerikaanse eik, berk, inlandse eik,

35 h 1,39 ongemenqd naaldbos douglas 1961 Basispakket bo 5 5 inlandse eik, fijnspar

aldbos fijnspar 1967 Basispakket bos 2 1 berk,

35 i 0.68 ongemengd n

35 k 0,70 ongemengd naaldbos tsuga 1977 Basispakket bos 0 0

35 1 0,52 ongemengd naaldbos tsuga 1980 Basispakket bos 10 10 groveden,

35 m 0,98 ongemengd naaldbos douglas 1986 Basispakket bos is 15 berk, groveden, inlandse eik,

35 n 0,79 gemengd naaldlloofbos Corsicaanse den 1984 Basispakket bos 50 30 groveden, Inlandse eik,

~5,5- -o 0,34 onqemenqd naaldbos tsuga 1981 Basispakket bo 10 10 berk, inlandse eik,

35 p 1,02 dnqemengd naaldbos grove den 1927 Basispakket bos 90 10 Amerikaanse eik, berk, inlandse eik,

35 ql 2,01 ongemengd naaldbos Corsicaanse den 1953 Basispakket bos 3 3 berk, inlandse eik,

35 q2 0,0 ven Basispakket bos

36 a 1,60 ongemengd.naaldbos arove den 1927 Pluspakket bos met verhoogde natuurwaarde (A) 80 15 Amerikaanse eik, berk, inlandse eik,

36 b 0,72 ongemengd naaldbos douglas 1986 Pluspakket bo met verhoogde natuurwaarde (A) 15 15 berk, groveden, inlandse e

36 c 1,32 onqemenqd naaldb1os döuqias 1977 Pluspakket bos met verhoogde natuurwaarde (A) 0 0

30 Amerikaanse eik, berk, beuk. dou'gias,

36 d 4,83 gemengd naald/loofbos grove den 1927 Pluspákket bos met verhoogde natuurwaarde (A) 85

36 e 1,17 ongemengd naaldbos Abies grandis 1977 met verhoogde natuurwaarde (A) 10 0

36 f 0,94 ongemengd naaldbos grove den 1 990 Basispakket bos 90 10 Amerikaanse eik, inlandse eik,

36 g 0,93 ongemengd naaldbos grove den 1927 Pluspakket bos met verhoogde natuurwaarde (A) 99 10 berk, inlandse eik,

36 . h 1,18 ongemengd naaldbos Oostendjkse den 1976 Pluspakket bos met verhoogde natuurwaarde (A) 15 5 berk, inlandse eik,

36 1 i 0,59 onaemenad naaldbos grove den 1985 Basispakket bos 99 3 berk,

36 k 0,78 gemengd loof/naaldbos inlandse eik 1985 Basispakket bos 85 40 tsuga

37 a 0,70 gemengd naaldlloofbos grove den 1933 Basispakket bos 70 40 Amerikaanse eik, berk, inlandse eik, lijsterbes

37 b 0,81 ongemengd naaldbos grove den 1986 Basispakket bos 99 5 berk, inlandse eik,

37 c 2,76 gemengd naaldaoofbos grove den 1933 Basispakket bos 70 40 Amerikaanse eik, berk, douglas, inlandse eik, lijsterbes

38 1,99 gemengd naaldlloofbos grove den 1932 Basispakket bos 80 35 Amerikaanse eik, berk, inlandse eik, Japanse lariks

39 a 0,19 onqemenqd naaldbos Japanse lariks 1950 Basispakket bos 1 1 berk,

39 b 0,45 ongemengd naaldbos Corsicaanse den 1969 Basisp kket bos 0 10 Japanse lariks

39 c 0,17 ongemengd n aldbos Abies cirandis 1958 Basispakket bos 0 0

39 d 0,96 gemengd.naa[daoofbos cirove den 1932 Basispakket bos 60 40 Amerikaanse eik, berk, Inlandse eik,

bos Basispakket bos

39 e 0,78 0

41 a 0,33 gemengd loof os Europese lariksitkaspar 1970 Basispakket bos 95 40 wilg, populier

41 b 0,66 nemenad naaldlloofbos grove den 1926 Basispakket bos 80 30 Amerikaanse eik, berk, inlandse eik,

41 c 1,25 gemengd naaldlloofbos grove den 1939 Basispakket bos 80 25 Amerikaanse eik, berk, inlandse eik,

42 a 1,04 ongemengd naaldbos douglas 1953 Basispakket bos 5 5 Amerikaanse eik, inlandse eik,

42 b 0,32 gemengd naaldlloofbos grove den 1931 Basispakket b s 80 30 Amerikaanse eik, berk, inlandse eik,

42 c 0,76 gemengd naaldlloofbos grove den 1948 Basispakket bos 80 20 Amerikaanse eik, berk, inlandse elk,

42 d 1,06 gemen2d.naaldlloofbos grove den 1944 Basispakket bos 85 25 Amerikaanse eik, berk, inlandse eik,

43 2,28 onnemenqd naaldbos grove den 1931 Basispakket bos 5 5

44 1,28 ongemengd naaldbos grove den 1943 Basispakket bos 5 5

101 a 1,02 gemengd loof/naaldbos inlandse eik 1910 Basispakket bos 50 50 berk, douglas, fijnspar

101 b 7,43 ongemengd naaldbos douglas 1954 Basispakket bos 2 7 Amerikaanse eik, berk, inlandse eik,

101 c 0,14 ongemengd loofbos inlandse eik 1960_ Basispakket bos 99 0

a 3,19 ongemengd naaldbos douglas 1954 Basispakket bos 6 7 Amerikaanse eik, berk, inlandse eik,

102 b 0,91 onqemencid naaldbos Corsicaanse den 1961 Basispakket bos 5 5 berk,

102. c 0,32 onge engd naaldbos fijnspar 1954 Basispakket bos 0 0 berk,

102 d 0,38 ongemengd naaldbos douglas 1954 Basispakket bos 0 0

103 a 3,06 ongemengd naaldbos douglas 1948 Basispakket bos 0 0

1031 b 1 0,57 ongemengd naaldbos fijnspar 1964 Basispakket bos 0 0

1031 c 1 1,48 ongemengd naaldbos douglas 1951 Basispakket bos 0 5 Ameri,k,aanse eik, Japanse lariks

104 a 2,89 ongemengd naaldbos douglas 1931 Basispakket bos 5

104 b 0.39 b s Amerikaanse eik 1 1931 1Basispakket bos 0

a 5,01 ongemengd naaldbos douglas 1 Amerikaanse eik, berk. Inlandse eik,

1:54 1Basispakketbos 5 10

b 2,02 gemengd loof/naaldbos Inlandse eik 31 1Basispakket bos 70 60 berk, Japanse ariks, thuja

c 0,82 @water 1Basispakket plas en ven 0 1

3 van 9 20-6-2002

Opstandregister gemeente Heimond

Vak Afd Oppervlakte Terreintype Hoofdboom Jaar v n aanieq Doe pa ket % inheems % menging Nevenboomsoorten

106 a 0,61 ongemengd n aldbos omodkaspar 1965 Pluspakket bos met verhoogde natuurwaarde (A) 6 10 Amerikaanse eik, berk, inlandse eik,

106 b 3,29 ongemengd naaldbos grove den 1924 Pluspakket bos met verhoogde natuurwaarde (A) 97 5 Amerikaanse eik, berk, douglas, inlandse eik, liisterbes

106 c 0,87 gemengd naaldlloofbos grove den 1924 Pluspakket bos met verhoogde natuurwaarde (A) 85 20 Amerikaanse eik, berk,

106 d 1,34 gemengd naaldlloofbos grove den 1985 Pluspakket bos met verhoogde natuurwaarde (A) 90 30 Amerikaanse eik, inlandse eik,

106 e 2,25 ongemengd naaldbos Corsicaanse den 1964 Basispakket bos 5 5 berk, inlandse eik, thuia

107 a 0,44 onqemengd naaldbos grove den 1989 Basispakket bos 95 5 Amerikaanse eik, berk,

107 b 0.06 ongemengd naaldbos tsuga 1940 Basispakket bos 0 25

107 c 1,11 ongeme gd naaldboá arove den 1924 Basispakket bos 95 6 Amerikaanse eik, berk, inlandse eik,

107 d 0,19 ongem ngd naaldbos dounias 1965 Basispakket bos 1 1 inlandse eik,

107 e 0,61 ongemengd n aldbos grove den 1989 Basispakket bos 95 10 berk, douglas, inlandse eik,

107 f 0,56 ongemengd n aldbos omorikaspar 1976 Basispakket bos 3 6 Amerikaanse eik, berk, inlandse eik,

107 q 0,28 onqemengd naaldbos fijnspar 1965 Basispakket bos 0 0

107 h 0,38 ongemëngd naaldbos omorikaspar --1965 Basispakket bos 3 6 Amerikaanse eik, berk, inlandse eik,

107 i 1,33 gemengd naaldbos Abies grandis 1965 Basispakket bos 0 30 douglas,

107 k 0,22 gemengd naaldlloofbos douglas 1965 Basispakket bos 95 40 Amerikaanse eik, groveden,

107 1 1,23 ongemengd naaldbos Corsicaanse den 1956 Basispakket bos 5 6 Amerikaanse eik, berk, inlandse eik,

107 m 1,87 aemenad naaldbos Abies qrándis 1963 Basispakket bos 0 30 douqlas,

107 n 1,4 qemen d naaldlloofbos grove den 1924 Basispakket bos 75 25 Amerikaanse eik,

107 o 0,20 gemengd naaldbos douqlas 1940 Basispakket bos 0 20 tsuqa

107 p 0,23 gemengd naa dbos douglas 1970 Basispakket bos 0 20 tsuga

108 a 1,77 gemengd loof/naaldbos inlandse eik 1989 Basispakket bos 95 40 Amerikaanse eik, groveden,

108 b 0,40 ongemengd naaldbos omorikaspar 1967 Basispakket bos 0 0

108 c 0,88 ongemengd naaldbos fijnspar 1961 Basispakket bos 10 10 inlandse eik,

108 d 0,32- onqemengd naaldbos dounias 1961 Basispakket bos 3 5 Amerikaanse eik, berk, inlandse eik,

108 e 1,77 ongemengd naaldbos Abies qrandis 1960 Basispakket bos 1 1 inlandse eik,

108 f 0,15 ongemengd n aldbos tsuga 1962 Basispakket bos 5 5 inlandse eik,

108 0 0,70 ongemengd n aldbos cirove den 1926 Pluspakket bos met verhoogde natuurwaarde (A) 95 10 Amerikaanse eik, berk, inlandse eik,

108 h 1 0,44 gemengd nee dlloofbos fijnspar 1940 Basispakket bos 10 30 berk, beuk, douglas, tsuga

108 h2 0,16 ven Basispakket bos

108 i 0,16 onciemenqd naaldbos fijnspar 1976 Basispakket bos 0 5 Amerikaanse eik.

108 k 0,27 ongemengd n aldbos Japanse lariks 1991 Basispakket bos 0 5 Amerikaanse eik,

108 1 0,76 ngd naaldbos douqlas 1985 Basispakket bos 0 5 Amerikaanse eik,

109 a 1,25 gemen d naaldlloofbos douglas 1932 Pluspakket bos met verhoogde n tuurwaarde (A) 10 20 inlandse eik, Japanse lariks, fijnspar

109 b 0,51 ongemengd naaldbos fijnspar 1963 Basispakket bos 2 4 Amerikaanse eik, berk, douglas,

log c 1,07 ongemengd naald os Abies qrandis 1963 Basispakket bos 5 5 berk, inlandse eik,

109 d 0,82 onqemenqd naaldbos Corsicaanse den 1963 Bas at 2 2 Amerikaanse eik, inlandse eik,

109 e 0,18 ongemengd naaldbos qrove den 1926 Pluspakket bos met verhoogde natuurwaarde (A) 99 10 berk, inlandse eik,

log f 0,32 ongem ngd naaldbos sitkaspar 1977 Pluspakket bos met verhoogde natuurwaarde (A) 0 0

109 q 0,40 ongemengd naaldbos fijnspar 1964 Pluspakket bos met verhoogde natuurwaarde (A) 0 0

109 h 0,62 ongemengd naaldbos grove den 1926 Pluspakket bos met verhoogde natuurwaarde (A) 95- 5 berk,

109 i 0,50 ongemengd naaldbos weymouthden 1962 Pluspakket b s met verhoogde natuurwaarde (A) 0 5 douglas,

109 k 0,54 qemengd naaldlloofbos arove den 1926 Pluspakket bos met verhoogde natuurwaarde (A) 85 25 Amerikaanse eik, berk, inlandse eik,

109 1 0,54 ongemengd naaldbos qrove den 1 990 Pluspakket bos met verhoogde natuurwaarde (A) 99 0

log m 1,40 ongemengd n aldbos Abies qrandis 1964 Plus.pakket bos met verhoogde natuurwaarde (A) 3 4 Amerikaanse eik@ berk, inlandse eik_

109 n 1,00 Pluspakket bos met verhoogde natuurwaarde (A) 99 3 Amerikaanse eik, berk, inlandse eik, lijsterbes

ongemengd naaldbos grove den 1926

110 a 0,81 gemengd loof/naaldbos beuk 1986 Basispakket bos 70 50 Amerikaanse eik, berk, douglas, inlandse eik,

110 b 1,13 onnemencid naaldbos douglas 1975 Basispakket bos 5 5 inlandse eik,

110 c 0,81 onqemengd naaldbos_ Abies grandis 1983 Basispakket bos 15_ 15 groveden,

110 d 0,63 ongemengd naaldbos douqias 1965 Basispakket bos 5 1 0 Amerikaanse eik, berk, inlandse eik,

110 e 0,53 ongemengd naaldbos ornorikaspar 1969 Basispakket bos 0 10 Amerikaanse eik, douplas,

-f 0,94 ong mengd naaldbos . omorikaspar 1975 Basispakket bos 0 1 0 JAmerikaanse eik, douglas,

110 q 2,30 ongemengd naaldbos arove den 1928 Pluspakket bos met verhoogde natuurwaarde (A) 97 10 Amerikaanse eik, berk,

110 h 1,18 gemengd loof/naal.dbos Amerikaanse eik 1931 Basispakket bos 5 3 douglas, inlandse eik,

-o f 0,1 onaemenod naaldbos douglas 1975 Basispakket bos 10 10 Amerikaanse eik, berk, inlandse eik,

1,0 k 0,85 onaemenad naaldbos douglas, 1975 Basispakket bos 0 5 Amerikaanse eik,

1,1 a 0,55 ongemengd loofbos nlandse eik 1931 Basispakket bos 99 0

idouqlas

ongemengd naaldbos 1932 Basispakket bos 5 1 5 inlandse eik, Japanse lariks

1,1 d loof/naaldbos JAmerikaanse eik 1931 Basispakket bos 3 10 beuk, douglas, inlandse eik,

Opstandregister gemeente Heimond

Vak Afd Oppervlakte Terreintype Hoofdboom Jaar van aanleg Docipakket 'inheemst% menging ]Nevenboomsoorten

111 d 0,30 gemengd toofbos inlandse eik 1968 Basispakket bos 70 50 Amerikaanse eik, berk,

111 e 0,41 ongemengd naaldbos douglas 1963 Basispakket bos 0 io Amerikaanse eik,

111 f 0,58 gemengd naald/loofbos grove den 1933 Basispakket bos 80 20 Amerikaanse eik, douglas,

112 a 1,43 gemengd naaldlloofbos grove den 1927 Pluspakket bos met verhoogde natuurwaarde (A) 99 25 berk, Inlandse eik.

112 b 1,73 gemengd loofbos inlandse eik 1986 Basispakket bos 99 35 berk,

112 e 0,27 ongemengd naaldbos tsuga 1962 Basispakket bos 2 2 inlandse eik,

112, d 1,01 onqemenqd naaldbos douqlas 1962 Basispakket bos 0 0

112 e 0,87 onoemenad naaldbos Abies arandis 1967 Basispakket bos 2 3 Amerikaanse eik, inlandse eik,

112 1f 0,15 ongemengd n aldbos fijnspar 1967 Basispakket bos 0 0

112 g 0,6 gemengd loofbos inlandse eik 1983 Basispakket bos 99 35 berk,

112 h 0,22 ongemengd naaldbos Abies grandis 1967 Basispakket bos 5 5 berk, groveden,

112 i 0,36 ongemengd naaldbos omorikaspar 1967 Basispakket bos 0 0

112 k 0,21 overig terrein grove den 1992 Basispakket bos 90 0

112 1 0,84 ongemengd naaldbos Corsicaanse den 1967 Basispakket bos 0 5 Amerikaanse eik, douglas, groveden,

112 m 0,24 gemengd loofbos acacia 1975 Basispakket bos 1 3 JAmerikaanse eik, berk,

112 n 1,3 ongemengd naaldbos Abies grandis 1975 Basispakket bos 3 3 Amerikaanse eik, berk, inlandse eik,

112 o 0,64 gemengd naald/loofbos grove den 1927 Basispakket bos 75 25 Amerikaanse eik,

p 0,77 onnemenad naaldbos douglas 1981 Basispakket bos 3 5 Amerikaanse eik, berk,

q 1,67 gemengd loof/naaldbos Amerikaanse eik 1931 Basispakket os 0 3 douglas,

112 r 0,25 ongemengd naaldbos fijnspar 1963 Basispakket bos 0 5 douglas,

112 s 0,72 ongemengd naaldbos douglas 1954 Basispakket bos 0 0 Amerikaanse eik,

113 a 2,95 oemenad naaldlloofbos grove den 1927 Pluspakket bos met verhoogde natuurwaarde (A) 90 20 berk, douglas, inlandse eik,

113 b 0,36 ongemengd naaldbos douglas 1975 Pluspakket bos met verhoogde natuurwaarde (A) 5 5 Amerikaanse eik, berk, inlandse eik,

113 c 0,38 onaemenad naaldbos douglas 1981 Pluspakket bos met verhoogde natuurwaarde (A) 5 5 Amerikaanse eik, berk, Inlandse eik,

113 d 1,61 onaemenad naaldbos Corsicaanse den 1961 Basispakket bos 0 0 Amerikaanse eik,

113 e 0,11 wildakker Basispakket bos

113 f 0,33 ongemengd naaldbos weymouthden 1983 Basispakket bos 7 7 berk, inlandse eik.

113 g 0,46 ongemengd naaldbos grove den 1971 Basispakket bos 90 10 Amerikaanse eik, douglas,

113 h 1,07 gemengd naaldlloofbos weymouthden 1983 Basispakket bos 10 20 berk, groveden, inlandse eik,

113 i 2,2 gemengd naald/loofbos grove den 1927 Basispakket bos 80 40 Amerikaanse eik, berk,

114 a 1,79 ongemengd naaldbos grove den 1989 Pluspakket bos met verhoogde natuurwaarde (A) 99 5 berk, inlandse eik,

114 b 1,23 ongemengd naaldbos grove den 1926 Pluspakket bos met verhoogde natuurwaarde (A) 99 1 0 berk, inlandse eik,

114 e 1,04 onaemencid naaldbos Corsicaanse den 1958 Pluspakket bos met verhoogde natuurwaarde (A) 3 3 berk, inlandse eik,

114 dl 0,51 ven Basispakket plas en ven 0

114 d2 1.02 heide Basispakket heide 0

114 e 0,29 gemengd naaldlloofbos Corsicaanse den 1960 Basispakket bos 0 20 berk, inlandse eik, thuja

114 f 0,35 gemengd naaldlloofbos grove den 1992 Basispakket bo 5 35 inlandse eik, pc, thuia

114, q 0,35 ongemengd naaldbos grove den 1992 Basispakket bos 99 0

114 h 1,17 ongemengd naaldbos Corsicaanse den 1968 Basispakket bos 3 3 inlandse eik,

114 i 0.16 gemengd naaldllootbos douglas 1931 Basispakket bos 70 40 berk, beuk, douglas, inlandse eik,

114 k 0,85 gemengd naaldlloofbos grove den 1926 Basispakket bos 90 25 Amerikaanse eik, berk, beuk, douplas,

115 a 3,60 gemengd naaldlloofbos grove den 1932 Basispakket bos 70 50 inlandse eik, Corsicaanse den, lijsterbes

115 b 1,71 gemengd toofbos Amerikaanse eik 1930 Basispakket bos 5 5 inlandse eik,

116 a 1,01 ongemengd naaldbos grove den 1965 Pluspakket bos met verhoogde natuurwaarde (A) 99 2 berk,

116, b 1,03 ongemengd naaldbos grove den 1989 Pluspakket bos met verhoogde natuurwaarde (A) 99 3 berk,

116 c 1,04 water Basis.pakket.plas en ven 99 50 berk, inlandse eik,

116 d 0.77 ongemengd naaldbos douglas 1968 Pluspakket bos met verhoogde natuurwaarde (A) 5 10 berk, omorikaspar, tsuga

116 e 0,47 ongemengd naaldbos Abies cirandis 1966 Pluspakket bos met verhoogde natuurwaarde (A) 7 1 0 berk, groveden, inlandse eik, thuja

116 f 1,o8 gemengd loofbos inlandse eik 1929 Pluspakket bos met verhoogde natuurwaarde (A) 99 3 berk,

116 g 4,34 ongemengd naaldbos grove den 1929 Basispakket bos 95 10 Amerikaanse eik, berk, inlandse eik,

117 5,73 ongemengd naaldbos grove den 1931 Pluspakket bos met verhoogde natuurwaarde (A) 79 10 Amerikaanse eik, berk, douglas, inlandse eik,

118, a 1,26 ongemengd naaldbos grove den 1931 Basispakket bos 99 10 berk, inlandse eik,

118 b 1,52 ongemengd naaldbos douglas 1983 Basispakket bos 5 10 Amerikaanse eik, berk, groveden,

118 c 2.68 ongemengd naaldbos douctias 1982 Basispakket bos 1 2 Amerikaanse eik, berk,

119 a 1,10 gemengd loofbos Amerikaanse eik 1932 Basispakket bos 3 3 berk,

119 b 0,82 gemengd naaldbos Abies grandis 1963 Basispakket bos o 40 douqias, Japanse lariks

119 e 0,65 ongemengd naaldbos Pinus contorta 1965 Basispakket bos 2 3 1 Amerikaanse eik, groveden,

119 d 1.63 ongemengd naaldbos grove den 1946 Basispakket bos 85 10 J Amerikaanse eik, douglas, inlandse eik

5 van 9 20-6-2002

Opstandregister gemeente Heimond

Vak Afd Terrein Hoofdboom Jaar van aanleg Doeipákket % inheems % menging Ne@venboomsoorten

119 e 0,10 onaemened naaldbos douglas 1954 Basispakket bos 10 1 0 berk,

119 f 0,98 gemengd loof/naaldbos berk 1979 Basis.pakket bos 98 1 0 Amerikaanse eik, groveden,

119 9 0,35 ongemengd naaldbos grove den 1932 Basispakket bos 85 10 Amerikaanse eik, berk,

119 h 1,64 gemengd naaldlloofbos grove den 1 980 Basispakket bos 70 30 Amerikaanse eik, berk,

120 a 2,10 gemengd loofbos Amerikaanse eik 1933 Basispakket bos 5 5 berk, Inlandse eik,

120 b 0.37 ciemenqd naald/loofbos grove den 1932 Basispakket bos 70 30 Amerikaanse eik,

120 c 1.08 gemengd loof/naaldbos Inlandse eik 1991 Basispakket bos 50 50 douglas, Japanse lariks

120 dl 0,67 ongemengd naaldbos grove den 1931 Bas spa ei os 5 5

120 d2 0,35 bos Corsicaanse den 1931 Basispakket bos

120 e 0,28 ongemengd naaldbos Corsicaanse den 1931 Basispakket bos 5 5

122 a 0,47 heide Basispakket bos 0

122 a 0,59 heide Basispakket heide

122 a 12,48 moeras en rietland Basispakket moeras 0

122 a 8,82 heide e

122 b 1,39 gemengd naaldlloofbos grove den 1910 Basispakket bos 85 25 berk, beuk, inlandse eik, zeeden

122 c 4,45 gemengd _ naaldlloofbos grove den 1910 Basispakket bos 85 25 berk, beuk, inlandse eik, zeeden

-@2-3 -a 2,20 gemengd naalcl4oofbos grove den 1910 Basispakket bos 80 25 berk, zeeden

123 b 0.82 onqemennd naaldbos Oostenrijkse den 1945 Basispakket bos 3 3 berk,

124 a 0,46 ongemengd naaldbos Oostenrijkse den 1930 Basispakket bos 5 5 berk, douglas, In] ndse eik, krent

124 b 2,51 ongemengd naaldbos grove den 1930 Pluspakket bos met verhoogde natuurwaarde (A) 99 10 berk, inlandse eik.

124 c 1,34 ongemengd n aldbos Basispakket bos 99 0

124 d 1,07 ongemengd n aldbos doualas 1936 Basispakket bos 5 5

124 e 3,37 gemengd naaldlloofbos grove den 1931 Pluspakket bos met verhoogde natuurwaarde (A) 98 20 berk, douglas, inlandse eik.

125 a 0,86 onqemenqd naaldbos weymouthden 1975 Plusoakket bos met verhoogde natuurwaarde (A) 2 4 Amerikaanse eik, inlandse eik.

125 b 1,20 ongemengd naaldbos grove den 1990 Pluspakket bos met verhoogde natuurwaarde (A) 99 3 inlandse eik,

125 c 2,45 ongeme gd naaldbos grove den 1929 Pluspakket bos met verhoogde natuurwaarde (A) 99 1 0 berk, inlandse eik,

125 d 0,30 ongeme gd naaldbos douelas 1936 Pluspakket bos met verhoogde natuurwaarde (A) 5

125 e 2,29 gemeng naaldlloofbos arove den 1929 Pluspakket bos met verhoogde natuurwaarde (A) 95 20 Amerikaanse eik, berk, douglas, Inlandse eik,

125 if 1,25 ongeme gd naaldbos doucilas 1983 Basispakket bos 3 3 berk,

0.34 onc ]spakket bos 5 5

125 a iemenqd naaldbos douqias 1936 Bas

126 al 0,20 ven Pluspakkët bos met verhoogde natuurwaarde (A) 80 40

126 a2 i,oi gemengd naaldlloofbos grove den 1932 Pluspakket bos ei verhoogde natuurwaarde (A) 80 Amerikaanse eik, berk, inlandse eik, wilg

126 b 1,15 gemeng naaldlloofbos grove den 1986 Pluspakket bos met verhoogde natuurwaarde (A) 99 20 berk, Inlandse eik.

126 e 3,72 gemengd naa]daoofbos grove den 1932 Pluspakket bos met verhoogde natuurwaarde (A) 70 40 Amerikaanse eik, berk, douglas, inlandse eik.

127 a 11,22 ongeme gd naaldbos Corsicaanse den 1932 Basispakket bos 5 5 berk, Inlandse eik,

127 b 0.91 onciemenad naaldbos Inlandse eik 1981 Basispakket bos 99 0

128 a 2,66 gemengd aaldlloofbos grove den 1932 Basispakket bos 85 25 Amerikaanse eik, berk, Inlandse eik, lijsterbes

128 b 0,64 gemengd naaldlloofbos Corsicaanse den 1950 Basispakket bos 5 25 Amerikaanse eik, douglas, Inlandse eik,

128 c 1,24 gemengd na ldlloofbos Oostenrijkse den 1932 Basispakket bos 50 50 berk, groveden, inlandse eik,

201 0 81 ongemengd loofbos inlandse eik 1 990 Basispakket bos 99 5 berk,

202 2,53 ongeme gd naaldbos Corsicaanse den 1951 Basispakket bos 5 1 0 Amerikaanse eik, berk, Inlandse eik,

203 3,94 onqemencid naaldbos Corsicaanse den 1950 Basisp@kket bos 2 5 Amerikaanse eik, berk, inlandse eik.

204 a 5,03 gemengd naaldlloofbos grove den 1951 Basispakket bos 80 25 Amerikaanse eik, berk,

204 b 0,96 ongeme gd naaldbos arove den 1 990 Basispakket bos 95 1 0 Amerikaanse eik, berk, inlandse eik,

211 a 0,89 gemengd naaldllo fbos grove den 1927 Basispakket bos 70 50 Amerikaanse eik, berk, douglas, inlandse elk,

211 2.30 ongemengd naaldbos grove den 1984 Basisp kket bos 90 10 Amerikaanse eik, berk, inlandse eik,

dse eik,

211 c 0,20 gemengd loofbos berk 1988 Basispakket bos 99 40 inlan

Basispakket bos

211 d 0,18 bos dlloofbos grove den 1 sispakket bos 70 50 Amerikaanse eik, berk, inlandse eik,

212 a 0,65 gemengd naa 925 Ba

dlloofbos grove den 1926 Basispakket bos 70 50 Amerikaanse eik, berk, inlandse eik,

212 b 2,02 gemen d naai

212 c 1,02 gemengd naa dlloofbos arove den 1927 Basispakket bos 70 50 Amerikaanse eik, berk, inlandse eik,

212 d 1,17 ongemengd n aldbos arove den 1980 Basispakket bos 95 1 5 Amerikaanse eik, berk, inlandse eik,

213 a 0,81 gemengd naaldlloofbos grove den 1924 Basispakket bos 70 35 Amerikaanse eik, berk,

213 b 2,07 jongem ngd naaldbos grove den 1925- Básispakket bos 0

213 c 1,15 qemenq nee oo os grove en 1985 Basispakket bos 80 25 Amerikaanse eik, berk, krent

213 d ongemengd naaldbos weymouthd n 1985 Basispakket bos 2 5 Amerikaanse eik, groveden,

ongemengd loofbos Amerikaanse eik 1939 Basispakket bos

214 7@l 2 2 berk, groveden,

F21-41 b 1 0,69 gemengd naaldlloofbos grove den 1922 Basispakket bos 1 70 35 1Amerikaanse eik, berk, inlandse eik,

20-6-2002

Opstandregister gemeente Helmond

Vak Afd Oppervlakte 1Terreintype 1Hoofdboom jaar van aaniég7Dóelpakket % inheems % menging Nevenboomsoorten

214 e 1,82 gemengd naaldlloofbos grove den 1923 Basispakket bos 70 35 en aanse ei er nan se e

214 d 0,82 gemengd naaldlloofbos grove den 1922 Basispakket bos 85 20 Amerikaanse eik, berk, inlandse eik,

214 e 1.73 ongemengd naaldbos Corsicaanse den 1971 Basispakket bos 10 10 berk, groveden,

221 a 1,11 gemengd loofbos berk 1995 Basispakket bos 75 25 Amerikaanse eik, inlandse eik,

221 b 1,11 bos grove den 1926 Basispakket bos 0

222 a 2,72 ongem ngd naaldbos grove den 1972 Basispakket bos 90 12 Amerikaanse eik, berk,

222 b 1,86 aemencid naaldlloofbos grove den 1925 Basispakket bos 92 20 Amerikaanse eik, berk, inlandse eik,

id/loofbos < 80

223 a 1,2 gemengd naa irove den 1922 Basispakket bos 25 Amerikaanse eik, berk, inlandse eik, lijsterbes

223 b 1,95 aemenad naaldlloofbos grove den 1923 Basispakket bos 85 25 Amerikaanse eik, berk, inlandse eik, lijsterbes

231 b 0,25 bos inlandse eik Basispakket bos 99 berk,

231 c 0,29 bos inlandse eik Basis.pakket bos 0

231 3,79 ongemengd naaldbos grove den 1984 Basispakket bos 0 5

232 a 1,68 bos grove den 1956 Basispakket bos 70 10 berk,

232. b 0,42 bos grove den 1947 Basispakket bos 70 10 berk,

301 a 7,52 ongemengd loofbos inlandse eik 1860 Basispakket bos 99 1 5 berk, beuk, lijsterbes

301 b 1,01 ongemengd loofbos beuk 1982 Basispakket bos 99 10 inlandse eik, taxus, vlier

301 c 0,76 ongemengd loofbos inlandse eik 1982 Basispakket bos 99 1 5 berk, iijsterbes

301 d 0,45 gemengd loof/naaldbos inlandse eik 1860 Basis.Pakket bos 98 25 berk, beuk, fijnspar

302 a 1,52 ongemenqd loofbos inlandse eik 1839 Basispakket bos 99 15 berk, beuk, berk beuk

302 b 0,15 gemen d loof/naaldbos inlandse eik 1974 Basispakket bos 70 40 douglas, taxus, lier

302 c 0,13 ongem ngd loofbos inlandse eik 1945 Basispakket bos 99 5 beuk,

302 d 0,19 gemengd loofbos inlandse eik 1864 Basis.pakket bos 99 20 berk, beuk,

302 e 0,92 onaemenad loofbos inlandse eik 1989 Basispakket bos 99 5 berk, beuk,

302 f 0,26 gemengd loofbos inlandse eik 1976 Basispakket bos 99 50 beuk,

g 0,46 qernenqd loofbos inlandse eik 1954 Basispakket bo 95 20 berk, beuk, douglas,

303 a 1,39 eemencid loof/naaldbos inlandse eik 1939 Basispakket bos 99 20 beuk, douglas, es ----- ---

303 b 0,95 ongemengd loofbos inlandse eik 1842 Basispakket bos 99 10 berk, beuk,

303 c 1,80 gemengd loof/naaldbos beuk 1982 Basispakket bos 90 20 Amerikaanse eik, inlandse eik. fijnspar, tsuga

303 d 1,0 ongemengd loofbos Inlandse eik 1842 Basispakket bos gs- 5 A a

303 el 2,97 ongemengd lo ofbos inlandse eik 1842 Basispakket bos 90 1 5 berk, rd, v er

303 e2 0.16 water Basispakket bo

303 e3 0,09 ov eriq terrein Basispakket bos

304 a 2,01 ongemengd loofbos inlandse eik 1859 Basispakket bos 99 15 berk, beuk,

304 b 0,55 gemengd loofbos wilg 99 25 inlandse eik, zwart eis

305 a 0,26 gemengd loofbos - beuk 1852 Basispakket bos 99 20 berk, inlandse eik,

305, b 0,49 ongemengd loofbos inlandse eik 1852 Basispakket bos 99 10 berk, beuk, es

305 e 1,50 aemencid loofbos inlandse eik 1934 Basispakket bos 99 40 berk, vlier, es

305 d 0,45 gemengd loofbos inlandse eik 1991 Basispakket bos 99 25 berk,

305 e 0.24 gemengd loofbos beuk 1986 Basispakket bos 99 50 berk, inlandse eik,

306 0,53 bos Geen pakket

311 0,34 bos Geen pakket

312 0,30 bos Geen pakket

315, 0,66 bos Geen pakket

316 0,74 bos Geen pakket

318 0,41 bos Geen pakket

319 a 0,61 gemengd toofbos Geen Pakket

319 b 0.17 produktie grasland Geen pakket

321 0,94 bos Geen Pakket

322 1,05 bos Geen pakket

324 1,98 bos Geen pakket

406 a 0,73 ongemengd loofbos Amerikaanse eik 1965 Geen pakket 5 5 berk, lijsterbes

406 b 3,84 ongemengd n aldbos grove den 1955 Geen pakket 95 10 Amerikaanse eik, berk, inlandse eik,

406 cl 0,77_ gemengd nee daoofbos grove den 1955 Geen pakket 50 50 Amerikaanse eik, berk,

c2 0.2 gemengd naaldlloofbos grove den 1955 Geen pakket 50 Amerikaanse eik, berk,

-@0-6 aemenad naaldlloofbos grove den 1993 Geen Pakket 90 20 Amerikaanse vogelkers, Inlandse eik, vuilboom

... Pakket

,@i-o a bos 5 0

o- b 3,48 bos kket bos 5 0

i 0

-o c bos ikket

7 van 9 20-6-2002

Opstandregister gemeente Heimond

Vak Afdl Oppervlakte Terreintype Hoofdboorn Jaar van aanleg D2t!E@@@ % Inheems % menging Nevenboomsoorten

410 c2 0,33 bos Geen pakket

410 d 1,19 ongemengd n aldbos grove den 1952 Geen pakket 0

411 a 3,35 ongemengd n aldbos grove den 1960 Basispakket bos 5 0

411 b 0 22 bos Básispakket bos

501 0,55 bos

504 0,63 bos

505 0,18 bos

506 0,35 bos

510 0,48 bos

515 0,69 bos

521 0,38 bos

523 0,57 bos

524 0,93 grasland

525 1,05 grasland

526 1,03 grasland

527 1,06 grasland

528 1,26 grasland

529 0,69 grasland

530 0,89 grasland

531 0,86 grasland

537 1,35 bos

539 0,35 bos

542 0,44 bos

543 0,5@ bos

545 1,49 bos

594 a 0,23 bos Japanse lariks 1939 Basispakket bos 50

inlandse eik 1971 Basis@akket bos 99

594 b 1,10 bos

594 c 0,88 bos inlandse eik 1 990 Basispakket bos 85 berk, fijnspar, hazelaar

9

!@9-4 -d 0,47 bos Inlandse eik 1900 Basispakket bos 9

594 e 1,48 bos berk 1948 Basispakket bos 99 es, grauwe els

594 f 0,81 bos es 1972 Basispakket bos 89 inlandse eik, fijnspar

594 u 0,27 bos inlandse eik 1972 Basispakket bos 99 berk,

594 h 0,47 bos inlandse eik 1979 Basispakket bos 99 berk, lijsterbes

5 berk,

594 i 0,69 bos fijnspar 1972 Basispakket bos ogelkers, inlandse eik,

595 a 1,01 gemengd naaldlloofbos Japanselariks 1941 Basispakket bos 60 60 berk, Amerikaanse v

595 b 0,62 gemenad loofbos inlandse eik 1971 Basispakket bos 99 25 berk, liisterbes

595 e 0,36 gemengd naaldlloofbos Japanse lariks 1949 Basispakket bos 60 55 Amerikaanse eik, berk, Amerikaanse -ogelkers, Inlandse eik, lijsterbes

595 d 2,22 bos Inlandse eik 1896 Basispakket bos

595 e 0,62 bos Japanse lariks 1944 Basispakket bos douglas,

595 f 0,16 bos fijnspar 1950 Basispakket bos 50

595 q 0,80 gemengd naa]daoofbos douglas 1950 Basispakket bos 70 50 berk, groveden, inlandse eik, lijsterbes

596 a 0,15 gemengd loofbos inlandse eik 1959 Basispakket bos 99 25 berk, lijsterbes

596 b 0,67 gemengd loofbos inlandse eik 1965 Basispakket bos 99 35 berk, lijsterbes, vlier

596 c 0,59 gemengd loofbós berk 1936 Basispakket bos 99 30 inlandse eik, lijst rbes

596 d 1,05 gemengd loofbos Inlandse eik 1968 Basispakket bos 99 35 berk, ligsterbes

596 e 0,00 gemengd loofbos inlandse eik 1895 Basispakket bos 99 50 berk, liisterbes, wilg

596 e 1,20 gemengd toofbos inlandse eik 1895 Basispakket bos 99 berk, lijsterbes, wilg

597 a 0,50 bos inlandse eik 1971 Ba lspakket bos 99 beuk,

597 b 0,23 gemengd loofbos Inlandse eik 1953 Basispakket bos 99 30 berk, es, Vijsterbes

597 c 0,41 bos beuk 1955 Basispakket bos 99

597 d 0,77 gemengd loofbos inlandse eik 1890 Basispakket bos 95 35 berk, Amerikaanse vogelkers, lijsterbes

inlandse eik 1885 Basispakket bos 99

597 e 0,27 bos 1

597 f 0,92 gemengd loofbos inlandse eik 1979 Basispakket bos 95 35 berk, Amerikaanse vogelkers, lijsterbes, wilg

-997@ a tb met verhoogde natuurwaarde (A) 99 48 berk, beuk, lijste

- lqemeng andse eik 1890 Plusp:kke os rbes

- 1.q:m kk bs met verhoogde natuurwaarde (A) 99 35 berk, beuk, inlandse eik, liesterbes

598 :ng

598 c nd loofbos ikket bos met verhoogde natuurwaarde (A) 99 50 berk, beuk, inland@e eik, lijsterbes

Opstandregister gemeente Heimond

Vakl Afd l Oppervlakte Terreintype 1Hoofdboom 1 Jaar van aanleg Doelpakket J% inheemst% menging INevenboomsoorten

598 d 1,40 onaemencid loofbos inlandse eik 1980 Basispakket b s 99 10 berk, beuk, lijsterbes

598 e 1,16 gemengd loofbos es 1953 Pluspakket bos met verhoogde natuurwaarde (A) 50 50 berk, inlandse eik, populier, lijsterbes

598 f 0,45 aemenad loofbos inlandse eik 1987 Pluspakket bos met verhoogde natuurwaarde (A) 99 20 berk, vlier, esdoorn

598 g 0,53 onge engd loofbos es 1 990 Pluspakket bos met verhoogde natuurwaarde (A) 95 1 0 Amerikaanse eik, berk, lijsterbes

598 h 0,28 gemengd loofbos inlandse eik 1890 Pluspakket bos met verhoogde natuurwaarde (A) 99 20 berk, beuk, lijsterbes

598 i 0.93 gemengd loofbos es 1949 Pluspakket bos met verhoogde natuurwaarde (A) 99 35 berk, inlandse eik, lijsterbes

598 k 0,34 ongemengd loofbos inlandse eik 1986 Pluspakket bos met verhoogde natuurwaarde (A) 99 10 berk, esdoorn, lijsterbes

601 9,75 bos

602 0,55 bos

609 2,21 bos

611 a 0,67 grasland

611 b 0,13 grasland

611 c 0,66 grasland

611 d 1,66 bos

611 e 0,08 grasland

612 a 0,06 grasland

612 b 0,05 grasland

612 c 0,06 grasland

612 d 1,17 bos

612 e 0,06 grasland

618 a 1,47 moeras en rietland

618 b 0,05 bos

618 c 0,04 bos

618 d 1,42 moeras en rietland

618 e 0,07 bos

618 f 0,3() moeras en rietland

618 g b,00 bos

618. 1 0,22 moeras en rietland

618 1 0,00 bos

k 10,01 bos

@1-8 1 0.00 @os

(@l 8- m 0.06 Imoeras en rietland

9 van 9 20-6-2002

Uw Reactie
Uw Reactie