- Bestuur
- Commissiestukken
Commissiestukken
Documentdatum | 29-06-2004 |
---|---|
Bestuursorgaan | Commissie Ruimtelijk Fysiek |
Documentsoort | Commissiestukken |
Samenvatting |
INHOUD INLEIDING 1 1 INVENTARISATIE 2 1.1 Stiphoutse bossen 2 1.1.1 Algemeen 2 1.1.2 Geschiedenis 2 1.1.3 Bosontwikkeling 3 1.1.4 Bodem en vocht 4 1.1.5 Flora en fauna 4 1.1.6 Natuurterreinen 4 1.1.7 Recreatie 5 1.2 Brouwhuissche heide 5 1.2.1 Algemeen 5 1.2.2 Geschiedenis 5 1.2.3 Bosontwikkeling 5 1.2.4 Bodem en vocht 6 1.2.5 Flora en fauna 6 1.2.6 Recreatie 6 1.3 Groot Goor 6 1.3.1 Algemeen 6 1.3.2 Geschiedenis 6 1.3.3 Bosontwikkel' 6 mg 1.3.4 Bodem en vocht 7 1.3.5 Flora en fauna 7 1.3.6 Recreatie 7 1.4 Warande 7 1.4.1 Algemeen 7 ,1.4.2 Geschiedenis 8 1.4.3 Bosontwikkeling 8 1.4.4 Bodem en vocht 8 1.4.5 Flora en fauna 8 1.4.6 Recreatie 9 1.5 Bossen rand Bakelse bossen 9 1.5.1 Algemeen 9 1.5.2 Geschiedenis en bosontwikkeling 9 1.5.3 Flora en fauna 9 1.5.4 Bodem en vocht 9 1.5.5 Recreatie 9 2 BELEIDSKADERS 10 2.1 Rijk 10 2.2 Provincie Noord-Brabant 1 0 2.3 Gemeente 12 3 VISIE 14 3.1 Geintegreerd bosbeheer 14 3.2 Doelstelling 15 3.3 Functicaccenten 16 3.4 Consequenties voor beheer 16 3.5 Ruimtelijke vertaling 17 3.5.1 Stiphoutse bossen 17 3.5.2 Brouwhuissche heide 20 3.5.3 Groot Goor 21 3.5.4 Warande 22 3.5.5 Bossen rond Bakelse bossen 23 4 BEBEERMAATREGELEN OP HOOFDLIJNEN 25 4.1 Maatregelen 25 4.1.1 Dunning 25 4.1.2 Onrendabele dunning 27 4.1.3 Structuurvariatie 27 4.1.4 Dood hout 28 4.1.5 Veijonging 28 4.1.6 Prunusbestrijding 29 4.1.7 Bestrijd'mg Amerikaanse eik 30 4.1.8 Bosrandenbeheer 30 4.1.9 Bodembedekkers 30 4.2 Organisatie' 30 4.2.1 Regeling Natuurbeheer 30 4.2.2 Werkplannen en Werkblokken 3 1 4.2.3 Controles op werkzaamheden 3 1 5 INVULLING STREEFBEELDEN EN BEHEER OP KORTE TERMIJN 32 5.1 Streefbeelden 32 5.2 Beheer op korte terinijn 32 5.2.1 Zomereik 33 5.2.2 Grovedennenbos met Berk en Inlandse eik 33 5.2.3 Grovedennenbos met Amerikaanse eik 33 5.2.4 Douglas 34 5.2.5 Corsicaanse den 34 5.2.6 Abies grandis 34 5.2.7 Amerikaanse eik 35 5.2.8 Weyinouthden 35 5.2.9 Andere boomsoorten 35 5.2.10 Wegen- en padenstructuur 36 6 FINANCIEEN 37 Bijlage 1 : Kaart ligging van de bos- en natuurterreinen van de Gemeente Helmond en de oppervlakten binnen- en buiten het project 'Geintegreerd bosbeheer'. Bijlage 2: Kaart 'Functieaccenten'. Bijlage 3: Kaart 'Regeling Natuurbeheer 2000'. Bijlage 4: Kaart'Werkblokken'. Bijlage 5: Kaart 'Streefbeelden'. Bijlage 6: Beschrijving 'Representatieve opstanden'. Bijlage 7: Beheerkaarten en opstandsleggers. INLEIDING. De provincie Noord-Brabant streeft naar een verbetering van de functievervwling van de brabantse bossen. Daarvoor zal het bosbeheer -naast de productie van hout evenzeer gericht zijn op de functies natuur, recreatie en cultuurhistorie. In de praktijk betekent dit dat het bos begeleid moet worden naar een min of meer natuurlijk ccosysteem waaruit hout geoogst kan worden, echter zonder ingnjpende gevolgen voor de bosontwikkeling. In de meeste gevallen vergt dit een totaal andere benadering van de beheerder. Het brabantse bos is grotendeels aangelegd in het begin van de 20e eeuw om de voormalige heidegronden productief te maken. Het beheer was net als in de landbouw gericht op het voortbrengen van een product, in dit geval hout. De natuurwaarde van deze bossen was gering en er werd niet bewust naar gestreefd. Door de vlaktegewijze houtoogst werd deze ontwikkeling ook vroegtijdig in de kiem gesmoord. Hoewel de ontwikkeling van natuur- en recreatieve waarden de laatste jaren een steeds belangrijker doel is geworden, kan er op dit terrein door de traditionele bosbeheertechniek en nauwelijks vooruitgang geboekt worden. De Gemeente Helmond vormt nog een positieve uitzondering maar ook hier is een omschakel'mg naar een totaal andere benadering van het bos noodzaken k om gericht resultaat te bereiken. Ter stimulering heeft de Provincie de 'Regeling Geintegreerd Bosbeheer' in het leven geroepen. Deze regeling voorziet in een bijdrage voor de overschakeling op geïntegreerd bosbeheer middels voorlichting en het opstellen van toegespitste beheer- en werkplannen. Dit beheerplan vormt de eerste aanzet tot deze omschakeling. Hoofdstuk 1 behandelt de inventarisatie: welke objecten worden besproken, hoe zien ze er momenteel uit en hoe zijn ze ontstaan. In hoofdstuk 2 wordt het beleid van Rijk, Provincie en Gemeente m.bt. bossen weergegeven. Hoofdstuk 3 behandelt de multfflmctionele visie met daarin de doelstelling en de functieaccenten, ook ruimtelijk vertaald naar de bosobjecten. In hoofdstuk 4 worden de beheermaatregelen op hoofdlijnen besproken. Hoofdstuk 5 geeft een invulling naar streefbeelden en het beheer op korte termijn. Hoofdstuk 6 tenslotte geeft in het kort wat algemeenheden t.a.v. de financieen- De diverse kaarten in de bijlagen zorgen voor een visualisering van belangrijke punten uit dit plan. 2 1. INVENTARISATIE. De Gemeente Helmond bezit in totaal ca. 595 ha. bos-, natuur- en reereatieterre'men. In dit plan wordt een oppervlakte van 519 ha. bos- en natuurterrein behandeld. Graslanden, kleine landschappelijke elementen, wilgenstruweel, e.d. komen in dit plan niet voor. Dus vallen de Bundertj es en de landschappelijke elementen ten noorden van het Groot or en ten zui westen van de Warande af. Van die overgebleven 519 ha. zijn 437 ha. opgenomen in het project Geintegreerd Bosbeheer (GBB). De Warande, de versnipperde bospercelen rond de Bakelse bossen en de vennen en heide in de Stiphoutse bossen vallen niet onder dit GBB. Ze worden echter wel beschreven in dit plan. 0 Stiphoutse bossen: met een oppervlakte van 394 ha. het grootste bosgebied, gelegen ten westen van Stiphout aan weerszijden van de weg naar Gerwen. Zoals gezegd bestaat een deel uit heide en vennen en is aldus 360 ha. opgenomen in het project GBB. 0 Brouwhuissche heide: oppervlakte 49 ha., gelegen in het zuid-oosten van de gemeente, tegen de N279. De totale oppervlakte is opgenomen in het project GBB. 0 Groot Goor: het bos (zonder graslanden en landschappelijke erernenten) heeft een oppervlakte van 28 ha., gelegen even ten zuid-oosten van Mierlo-Hout tegen het Eindhovens kanaal. Deze oppervlakte is opgenomen in het project GBB. 0 Warande: het bos (zonder landschappelijke elementen) heeft een oppervlakte van 28 ha. en is gelegen aan de noord-west rand van Helmond. De Warande is niet opgenomen in het project GBB. 0 Bossen rond Bakelse bossen: oppervlakte 20 ha., verspreid liggende bospercelen ten oosten van Helmond richting Bakel. De oppervlakte is niet opgenomen in het project GBB. Bijlage 1 geeft de ligging van de bos- en natuurterreinen van de Gemeente Helmond en de oppervlakten binnen- en buiten het project Geintegreerd Bosbeheer (GBB). 1.1 STIPHOUTSE BOSSEN. I. I. I. Algemeen. De Stiphoutse bossen vormen geen zelfstandige boskem maar maken onderdeel uit van een groter bosgebied. In het noorden, op het grondgebied van de Gemeente Laarbeek, verkocht Helmond in januari 1997 aan biergigant Bavaria een aangrenzende oppervlakte van 52 ha. bos, Molenheide genaamd. Ook in het noorden grenst het aan een zeer grote,. beboste vülawijk (Gerwensche heide/Molenheide) en in het zuid-westen ten zuiden van de Gerwenseweg aan bossen in het bezit van derden (Papenvoortsche heide). 1.1.2. Geschiedenis. De oude naam van de Stiphoutse bossen, "Geeneindsche heide", geeft aan dat we te maken hebben met een 'heideontginningsbos'. Vanaf het jaar 1923 werd de heide beplant met Groveden, een soort die als pionier op de toch wel magere grond goed uit de voeten kon. Dit planten gebeurde perceelsgewijs en een strak patroon van lange, rechte wegen en paden is nog steeds te herkennen. Het gebied bestond destijds uit struikheide op de drogere delen, dopheide op de nattere delen en de moerasachtige laagten, verspreid liggende vennen en reeds aanwezige solitaire- of in kleinere groepen staande dennen. Vooral in het noorden en in het zuiden waren de gronden reliefrijker wat duidt op stuifzand. Het gebied rondom het Kamerven is destijds buiten de bebossing gehouden. 3 1.1.3. Bosontwikkeling. De dennen werden tijdens de werkverschaffaig grootschalig in monocukures geplant met de bedoeling een bijdrage te leveren aan de toenemende vraag naar hout. Tot aan het begin van de jaren '60 was de markt voor mijnhout bepalend voor de afzet. De bomen werden op jonge leeftijd (30-40 jaar) vlaktegewijs geveld. De kapvlakten die ontstonden, werden daarna opnieuw als monocultures beplant. Op de betere gronden, zoals aan de noordzijde van de Gerwenseweg, maakte men vanaf de jaren '50 ook gebruik van sneller groeiende soorten als Douglas, Abies grandis, Corsicaanse den, Fijnspar, Tsuga en Amerikaanse eik. Dit zijn allen soorten die niet van nature in Nederland voorkomen en derhalve 'exoten' worden genoemd. In 1989, na het maken van het eerste Bosbeheersplan (looptijd 1989 t/m 1993) voor de Gemeente Helmond, is een aanzet gegeven voor een meer 'natuurvolgend' beheer. Het waren de eerste stappen naar een geïntegreerd bosbeheer. Tussen 1989 en 1991 zijn de laatste restjes kapvlakten en stormgaten bebost uit het 'oude' tijdperk, totaal ruim 13 ha. Daarna is er zeer incidenteel nog wat loofhout geplant. Sinds dat plan is de nadruk komen te liggen op het dunnen van de oude(re) opstanden. Door dit regelmatig te doen, bijvoorbeeld lx i)er 4-5 jaren, en dit volgens een bepaald systeem uit te voeren, wat we 'hoogdunning' noemen, ontstaat een bos waar meer licht in kan toetreden. Hierdoor ontwikkelt zich een onderetage van bomen en. struiken waardoor er meer variatie in de bosstructuur komt. Met name in de oude Grovedennen is sindsdien zo'n onderlaag van loofhout ontstaan. De 'saaie dennenakkers' worden langzaam omgetoverd naar een meer visueel aantrekkelijk type bos. Het streven is naar bos met een gevarieerde leeftijdsopbouw, gunstig voor dieren, planten en mensen. Maar nog steeds bestaan die eerste- en tweede generatie bosaanplanten hoofdzakelijk uit naaldbomen met soorten als Groveden, Corsicaanse den, Douglas, Abies grandis en Spar. Het aandeel loofboomsoorten als Zomereik en Berk is nog beperkt, zeker in volwassen vorm. In de oude(re) opstanden neemt de structuurvariatie momenteel toe: door een uitbreidende onderbegroeüng zal de verticale structuur gaan toenemen. De jonge(re) geplante percelen zijn echter door een dichte stand nog structuurann waardoor de totale horizontale structuur nog matig ontwikkeld is. Hierbij zei ook vermeld dat tot in het begin van de jaren '90 in geplante vakken elke vorm van opslag consequent werd weggehaald, wat wederom een monocultuur opleverde. Dat er mogelijkheden liggen voor een zgn. 'natuurlijke veijonging' is op vele plaatsen te zien. Vooral Berk, Amerikaanse eik en Lijsterbes zijn op diverse. plekken reeds veelvuldig aanwezig terwijl Zomereik, Groveden en Douglas plaatselijk ook matig/redelijk vertegenwoordigd is. Het is een kwestie van licht, vocht en van aanwezige zaadbronnen. In potentie zijn er echter voldoende mogelijkheden tot veijonging waan-nee het bos zichzelf in stand kan houden. Binnen de 'exaten' valt nog een sh-uiksoort op die wat extra aandacht behoeft en waarvan de aan-/afwezigheid belangrijk is voor een verdere ontwikkeling van het bos: de Amerikaanse vogelkers, ook wel 'Prunus' genoemd of 'Bospest'. Deze soort werd geïntroduceerd en aangeplant/gezaaid omdat het blad snel zou verteren en daardoor een snellere bodemverbetering te weeg zou brengen. Door een snelle groei en een dito natuurlijke verbreiding kan deze soort alle andere veijonging onderdnikken en zo een bedreiging vormen voor verdere bosontwikkelingen. De Gemeente heeft dit gevaar onderkend en sinds een tiental jaren wordt deze soort dan ook structureel bestreden. 4 1. 1.4. Bodem en vocht. Voor bos en bosontwikkeling is de relatie met de bodem en het aanwezige vocht natuurlijk zeer belangrijk. Tot het begin van de vorige eeuw bestond het gebied uit drogere- en vochtigere heide. Op de lagere delen zijn onder invloed van hoge grondwaterstanden de 'veldpodzolgronden' ontstaan. Zij zijn in de Stiphoutse bossen te vinden in het centrale deel (de vakken 30 t/m 35 en 101 t/m 1 10) en hebben de beste groeipatenties voor de verschillende boomsoorten. Doordat het grondwater minder diep zit heeft deze bodem een redelijk vochtleverend vermogen en staan er bijvoorbeeld Douglassen van ruim 30 meter hoog. Rond deze veldpodzolen vinden we de 'haarpodzolgronden' en in het uiterste zuiden de reliefrijke 'duinvaaggronden'. Deze beide laatstgenoemde bodems hebben een minder goede groeiverwachting voor de diverse boomsoorten en daarbij komt dat het beschikbare vocht door een lage grondwaterstand veel minder is. Het zijn de drogere gronden met vaak 'Bochtige smele' als grassoort aanwezig terwijl op de veldpodzolgrond de grassoort 'Pijpestrootje' overheerst. Door het ontbreken van een natuurlijke afwatering op de lagere delen is bij de aanleg van het bos overgegaan tot het graven van een uitgebreid ontwateringsstelsel. Dit stelsel van sloten werd tot 'm de beginjaren '90 regelmatig onderhouden. Door een teruglopende grondwaterstand stonden ze s'zomers (en vaak delen van de winter) droog. Gekscherend is vaker geopperd om een recreatieve 'slatenroute' te maken. Momenteel wordt gestreefd het 'gebiedseigen' water zoveel mogelijk binnen het terrein te houden. 1. 1. 5. Flora en fauna. ï Onder invloed van de 3 v's (verdroging, verzuring, vermesting) is er in de afgelopen decennia veel veranderd in de vegetatie van bossen in Nederland. We kunnen gerust spreken van een 'storings'-vegetatie. Het zijn soorten als Braam, Pijpestrootje, Stekelvaren en Rankende helmbloem die de overhand krijgen door een overmaat aan stikstof en die een natuurlijke ontwikkeling van interessante soorten vaak in de weg staan. Opvallend is dat Vuilboom (struik!) in grote delen van het complex nagenoeg afwezig is. Plaatselijk komt Hulst, Adelaarsvaren, Kamperfoelie, Mossoorten en de zeldzame Eikvaren voor. Voorheen kwam bij herbebossingsprojecten massaal S~eide in de plantvoren op, een gunstig teken voor recentelijk uitgevoerde projecten rond de diverse vennen. De enige soort die serieuze problemen kan geven voor de bosveijonging is het Pijpestrootje. Plaatselijk is deze grasmat zo dicht dat 1<:ieming en ontwikkeling van jonge bomen niet kan optreden. Opvallend is het geringe aantal broedende roofvogels in de Stiphoutse bossen. Tijdens het blessen van 85 ha. oud(er) bos in 2001 werd alleen maar een nest (oud!) van een Buizerd gevonden. In een bos met zo'n omvang op z'n minst opmerkelijk te noemen, temeer omdat het met de roofvogelstand in Nederland prima gesteld is. En ook roofvogels passen zich prima aan bij een groter wordende reereatiedruk. De stand van het Ree, als enige mogelijke 'predator' van bosverjonging, is momenteel normaal te noemen. De soort kan zich wel binnen enkele jaren behoorlijk vermeerderen en zich aanpassen aan de recreatie. 1. 1. 6. Natuurterre'men. In de Stiphoutse bossen liggen verspreid een aantal vennen en heideterreinen. Het meest bekend bij het grote publiek zijn het 'Kamerven' en het 'Witven'. Alleen al door hun aanwezigheid en open karakter vormen ze een waardevolle afwisseling in een zee van bomen. Een afwisseling die zowel door diverse soorten planten, als dieren, als mensen ruimschoots gewaardeerd wordt. Soorten als Struik- en Dopheide, Zonnedauw, Gentiaan, Zeggensoorten, Insecten, Libellen, VI'mders, Hagedissen, Wulpen, Boomleeuweriken, Boompiepers, Geelgorzen, talrijke kleinere- en grotere trekvogels op weg naar nieuwe bestemmingen en vele soorten zoogdieren zijn afliankelijk van dit soort oasen. 5 Uit een onderzoek 'm 1999 bleek dat de vennen en heideterre'men te maken hadden met negatieve effecten van verdroging, verzuring en vermesting. Naar aanleiding hiervan zijn bij de vennen zeer recentelijk herstelmaatregelen uitgevoerd. De openheid is teruggebracht, organisch materiaal en slib is verwijderd en de taluds zijn hersteld. Betere omstandigheden dus voor tal van organismen. Eerder werden regelmatig delen van heideterreinen geplagd om de groei van heide te bevorderen. 1.1.7. Recreatie. De Stiphoutse bossen vervullen een belangrijke rol voor de recreatie. Gelegen tussen de twee grote woonkemen Emdhoven-Nuenen-Gerwen en Hehnond-Stiphout-Lieshout zal de druk in de toekomst alleen maar toenemen. Het bos wordt vooral in de weekenden veelvuldig gebruikt door wandelaars, hondenbezitters, fietsers en ruiters. En het moet gezegd, het gebied heeft ook een uitstraling (gekregen!) als dat van een grote boswachters, een 'woud' om langdurig in te verpozen. Negatieve effecten zijn op diverse plaatsen waar te nemen: veel betreding van de diverse natuurterreinen, paarden die wandelpaden stuklopen en afval bij de parkeerplaatsen aan de Gerwenseweg en het Kamersven (en daarbuiten!). Korton-i, er is nog werk aan de winkel! 1.2 BROUVYTHUISSCBE BEIDE. 1.2. l. Algemeen. De Brouwhuissche heide werd voor het grootste deel in 1998 aangekocht van de Gemeente Deume. Voor de doorsnijding van de provinciale weg N279 maakte het deel uit van een groot bosgebied met dezelfde naam tussen Deume-Vlierden en Heimond-Brouwhuis. Momenteel ligt het vrij geïsoleerd tussen het grote industrieterrein BZOB en die provinciale weg. Aan de zuidzijde ligt nog bos van derden. 1.2.2. Geschiedenis. Het gebied bestond vroeger uit heide en enkele losse bosjes. Begin jaren '20 is een begin gemaakt met de bebossing. Net als de Stiphoutse bossen dus een 'heideontginningsbos', alleen was het gehele gebied erg droog. Ook hier werd weer de pioniersoort Groveden aangeplant, later als tweede generatie ook Corsicaanse den. Zodoende bestaat bijna het hele bos uit naaldhout. Ook hier is duidelijk perceelsgewijs gewerkt met een strak en recht padensysteem. 1.2.3. Bosontwikkeling. De bosaanleg en de gedachten erachter zijn dezelfden als die van de Stiphoutse bossen. Maar nog meer ademt de Brouwhuissche heide de sfeer van een monocultuur dennenbos 'oude stijl'. Een type bos waarvan er vroeger op de anne zandgronden in zuid-oost Brabant genoeg te vinden waren. Zelfs nu staan de oude(re) bomen nog dichter op elkaar, een echt houtproductie-gevoel. Door de dichte stand, wat voor het grootste deel op conto van het bosbeleid van de Gemeente Deume komt, heeft er zich nauwelijks een onderetage kunnen vonnen. Het ontbreken van een ondergroei dus die het geheel wat prettiger had kmmen maken, zowel voor mens, dier als plant. Tesamen met die geïsoleerde, inspiratieloze ligging niet een geweldige voedingsbodem voor actieve aandacht. Echter na de verwerving zijn een paar jaar geleden enkele vakken jonger naaldhout krachtig uitgedund om meer licht in de opstanden te verkrijgen. Ook werd toen de veelvuldig voorkomende Amerikaanse vogelkers ('Bospest') bestreden. Maar zoals gezegd, zowel in verticale- als in horizontale zin is het bos over het algemeen stractuurann te noemen en is er wat dat betreft nog veel werk te verrichten. Potenties in die richting zijn er zeker aanwezig 6 alhoewel inlandse loofhoutsoorten op deze arme grond waarschijnlijk een niet al te lang leven beschoren zijn. 1.2.4. Bodem en vocht. Het gebied heeft de armste bosgrond van de Gemeente Helmond. Arm en droog! Verreweg de grootste oppervlakte wordt ingenomen door 'haarpodzolgrond'. De groeiverwachting voor de diverse boomsoorten is matig te noemen. Door de lage grondwaterstand en doordat de grond nauwelijks leem bevat, is het vochthoudend vennogen ook matig. Een typisch voorbeeld van omstandigheden voor Groveden aangevuld met wat Inlandse eik en Berk. 1.2.5. Flora en fauna. Er is tot op heden nauwelijks een onderetage ontstaan van interessante soorten. I-lier en daar is wat Amerikaanse eik, Zomereik en Berk opgekomen. De bodembedekking, als die al aanwezig is, bestaat voor een groot deel uit Bochtige smele hier en daar aangevuld met wat Pijpestrootje, Stekelvaren en Braam. Langs de-paden staat zo nu en dan wat Struikheide. Er zijn verder geen andere terreintypen dan bos aanwezig. 1.2.6. Recreatie. De recreatieve druk is beperkt door de zeer geïsoleerde ligging. Voor mensen uit Helmond en Brouwhuis moet een omvangrijk en oninteressant industrieterrein worden doorkruist en voor degenen uit de Gemeente Deume is het te ver. Er zijn tal van andere mogelijkheden wat dat betreft. En het bos nodigt ook niet echt uit. Het gebied wordt dus beperkt gebruikt door wandelaars en ruiters uit de buurt. 1.3 GROOT GOOR. 1.3.1. Algemeen. Het bosgebied het Groot Goor vormt een zelfstandige boskem. Toch is dit bos niet los te zien van een groter, landschappelijk fraai ingericht gebied bestaande uit graslanden, singels, bornenrijen, solitaire bomen, knotwilgen en grotere- en kleinere bossages. Kortom een zeer kleinschalige, hannonieuze omgeving met natuur-, landschappelijke- en cultuurhistorische waarden. En dit gehele gebied is grotendeels in eigendom van de Gemeente Helmond. Het is gelegen tussen Mierlo-Hout, de Zuid-Wifiemsvaart en het Eindhovens kanaal. 1.3.2. Geschiedenis. In tegenstelling tot de hierboven beschreven bosgebieden (Stiphoutse bossen en Brouwhuis- sche heide) behoort het Groot Goor tot een 'landgoedbos'. Het maakte vroeger deel uit van de "Heerlijckheit Hehnont' en bestond uit beemden en natuurlijke bosschages in het dal van de Goorloop en de Aa en was bestemd voor de jacht en voor het weiden van vee. Het bos in haar huidige omvang was al aanwezig rond 1900, zei het niet meer als onderdeel van de Heerlijckheit. Aan de laanbomen langs de paden is te zien dat het bos toen al statig moest zijn en een functie van wandelbos had gekregen. In het begin van de vorige eeuw kwam het Groot Goor in bezit van de Gemeente. 1.3.3. Bosontwikkelin2. De oudste bomen in het Groot Goor dateren van 1865, de meeste echter van na 1885. Dit zijn de waardevolle, monumentale opstanden Zomereik die door het hele bos te vinden zijn. In de loop der vele jaren heeft zich op deze rijke bodem een dichte onderetage van inheemse boom- en struiksoorten ontwikkelt wat een hoge natuurwaarde geeft. Het bos oogt hiermee zelfregulerend en lijkt erg stabiel in haar ontwikkeling. 7 Na 1940 zijn er echter ook andere loof- en naaldboomsoorten ingebracht zoals Beuk, Es, Esdoorn, Populier, Douglas, Lariks en Fijnspar. Diverse 'exaten' waaronder Amerikaanse eik, Esdoorn, en de genoemde naaldboomsoorten verdragen in hun jeugd veel schaduw en vertonen een snelle j eugdgroei waardoor ze de vestiging van inheemse soorten kwmen onderdrukken. In 1990 zijn mede hierom een vak Fijnspar en Populier omgevonnd in resp. Zomereik en Es. Momenteel bestaat nog zo'n 10-15% van het bos uit uitheemse boomsoorten. Maar al met al ziet het bos er, zeker in de loofhoutopstanden, stractuurrijk uit en bezit het een natuurlijke uitstraling. Ongetwijfeld het best natuurlijk ontwikkeld bos van de Gemeente Helmond. Het is daardoor veel minder een parkbos te noemen dan bijvoorbeeld de Warande. 1.3.4. Bodem en vocht. Door de ligging 'm een beekdal (vocht!) hebben we te maken met een 'beekeerdgrond'. De groeiverwachting van deze beekeerd voor de diverse boomsoorten, waaronder Zomereik, Es en Beuk, zijn gemiddeld tot goed te noemen. De bosbodem heeft zich hier in het Groot Goor in vergelijking met de heideontginningsbossen langer kunnen ontwikkelen zodat een meer stabiele situatie is ontstaan. De gemiddelde laagste grondwaterstand zit ca. 1 meter onder het maaiveld, in de winter tot minder dan een halve meter. Het is niet name voor de oude Eiken en Beuken van cruciaal belang dat het grondwaterpeil vrij constant blijft. Treedt er langdurige vematting op dan kunnen wortels verrotten en gaat de boom dood. 1.3.5. Flora en fauna. De onderetage van het bos is zoals gezegd vrij afwisselend en vormt met de boometage een natuurlijke overgang. De volgende soorten zijn in de onderbegroeiing waargenomen: verschillende soorten gras waaronder Ruwe smele, Pitrus, Riet, Braam, Framboos, Brandnetel, Varens, Kamperfoelie, Vuilboom, Vlier, Hazelaar, Inheemse vogelkers, Hulst, Sleedoom, Lijsterbes, Berk, Wilg, Els, Es en Zomereik. Ook buiten het bos in het opener graslandgebied en langs het Eindhovens kanaal is de vegetatie/onderetage redelijk tot goed ontwikkeld, zodat het geheel als een eenheid - als een natuurgebied -overkomt. Afgezien van het bos zelf komen in het bosobject geen andere specifieke natuurterreinen voor. Het bos is vooral s'zomers een eldorado voor struweelvogels als Tjiftjaf, Fitis, Zwartkop, Tuinfluiter, Gekraagde roodstaar@ Vliegenvanger, Boomkruiper, Boomklever, Roodborst en Mezensoorten. Over het Eindhovens kanaal scheert regelmatig een Ysvogel. Opvallend zijn de grote aantallen Spechten waarvan alle vier de soorten aanwezig zijn. Zij voelen zich thuis in de oude bomen. Ook Reeen zijn aanwezig gezien de veeg- en ligplaatsen. 1.3.6. Recreatie. Tesamen met een afwisselende omgeving vervult het bos een belangrijke recreatieve functie. Het is gelegen tegen een grote stadswijk van waaruit de mensen komen en tevens doorkruist een regionale fietsroute, de Stmbrechtseheide route, het bosgebied. De natuurlijke uitstraling, de floristische- en fáunistische soortenrijkdom, de statige lanen maar ook de smalle natuurpaden, de verrassende overgangen, de algehele diversiteit vonnen samen een décor voor een aantrekkelijk eb'ed voor wandelaar en fietser. g 1.4 WARANDE. 1.4. l. Algemeen. De Warande vormt een zelfstandige boskern en is gelegen aan de noord-west rand van Helmond. Ten zuiden ligt een aangrenzend park met twee grote vijvers en een dierenpark. Ten westen en ten noorden van de Warande, in de richting van Stiphout en Kasteel Croy, bestaat de omgeving uit vrij kleinschalig agrarisch landschap met verspreid liggende bosjes. 1.4.2. Geschiedenis. Ook de Warande maakte vroeger deel uit van de 'Heerlijckheit Helmont'. Het werd als onderdeel van een landgoed in 1757 in haar huidige vonn aangelegd. Het parkachtige bos diende als landschappelijke verfiraaiing en wandelbos. Ook de Warande behoort dus tot een 'landgoedbos' en het ligt ook in het beekdal van de Goorloop die het bos aan de westzijde passeert. Cultuurhistorisch dus een belangrijk gebied. Het bos werd in 1929 door de gemeente aangekocht van de familie Wesselman. Sinds decennia is het het drukst bezochte wandelbos van de gemeente. 1.4.3. BosontwikkeliM. De oudste opstand dateert van 1834 en tot 1860 zijn de meeste huidige bomen geplant. Het zijn de monumentale Zomereiken, zowel in bosverband als laanbomen, waar de Warande om bekend staat. Een statig wandelbos door ouderdom en geordendheid, met een strak padensysteem. De opstanden hebben een parkachtige uitstraling, zelfs de oude bomen staan nog in rijverband. Bijna overal is een struikachtige onderetage aanwezig zodat een verticale structuur redelijk te herkennen is. Alleen plaatsen met een dichte laag Adelaarsvaren zijn OP struiken afwezig. Dit geeft echter een mooie afivisselende werking. Indejaren'30isbijdeherbebossin ookgebruikgernaaktvanEs.Later,vooralindebegin 9 jaren '80, is Beuk geplant. Van laatst genoemde soort zijn ook hele oude exemplaren aanwezig. Het beleid van de gemeente is er sinds 1990 op gericht zoveel mogelijk Zomereik te laten prevaleren. 1.4.4. Bodem en vocht. In de Warande zijn twee bodemtypen te onderscheiden: in het zuiden en westen een 'veld- podzol' en in het noord-oosten een 'beekeerdgrond'. Beiden bezitten, in tegenstelling tot het Groot Goor, lemig fijn zand en hebben dan ook een gemiddelde- tot goede groeiverwachting voor Zomereik. In het noord-oosten is het meestal wel vochtiger omdat het grondwater dichter onder het maaiveld zit. Zoals eerder ook bij het Groot Goor opgemerkt is het van cruciaal belang voor oude Eiken en Beuken dat het grondwater niet te veel fluctueert. 1.4.5. Flora en fauna. De onderetage van de Warande wordt gevormd door een aantrekkelijke afwisseling van enerzijds Adelaarsvaren en anderzijds kleine of grotere groepen struiken bestaande uit Rhododendron, Taxus, Hulst, Vlier, Hazelaar, Inheemse vogelkers en Lijsterbes. Deels is deze begroeiing parkachtig aangeplant. Plaatsen waar de Adelaarsvarens voorkomen, de hogere delen, zullen in de winter als 'kaal' worden ervaren terwijl er in de zomer 'rust' van uitgaat. Andere soorten in de onderetage zijn Braam, Klimop, Bosbes, Pitrus, Dubbelloof, Framboos, Brandnetel, Vuilboom, Berk, Es, Beuk en Haagbeuk. In het bos zelf komen geen andere specifieke natuurterremen voor, bij de bostuin is wel een moerasachtige hoek aanwezig. Holbewonende vogels zijn kenmerkend voor dit bosgebied zoals de vier soorten Spechten en de Boomklever. Bij de gracht rond de begraafplaats is vaker de Ysvogel te bewonderen en in het water bevinden zich Salamanders en Kikkers. In de oude bomen zit een Roekenkolonie. Er huizen minder stuweelvogels dan in het Groot Goor. 9 1.4.6 Recreatie. Het bos vervult een zeer belangrijke rol voor de wandelaar en fl~r. De uitstraling, de ligging in de stadsrand, een aangrenzend wandelpark met gazons, vijvers en dierenverblijven, parkeergelegenheden, zitbanken, een bostuin, een restaurant, een midgetgolfbaan, diverse sportaccommodaties, de regionale fietsroute 'Croyroute' en een parkachtig beheer vonnen een zeer aantrekkelijk gegeven voor dagrecreatie. Geen van de bosgebieden wordt dan ook zo druk bezocht als de Warande. 1.5 BOSSEN ROND BAKELSE BOSSEN. 1.5. l. Algemeen., Deze bossen bestaan uit een aantal losliggende bospereelen rondom het 'Bakelse bos'. Dit bosgebied van 116 ha. werd in het voorjaar van 1997 verkocht aan de 'Waterleidingmaatschappij Oost-Brabant', tegenwoordig 'Brabant Water' genoemd, en fungeert als waterwingebied. De overgebleven percelen vormen een onderdeel van de bosrand maar worden van het bos afgescheiden door de provinciale weg N279..Ze liggen in het oosten van Helmond richting Bakel. Een deel ligt tegen de woonwijk 'Dierdonk' aan. 1.5.2. Geschiedenis en bosontwikkelim. Net als de Stiphoutse bossen en de Brouwhuissche heide behoren deze percelen tot een 'heideontginningsbos' en is de geschiedenis hiennee te vergelijken. Zo rond 1900 bestond ook dit gebied uit heide en losliggende bosjes en in het midden van de vorige eeuw is er bos geplant. Naaldhoutsoorten overwegen waarbij de Groveden de belangrijkste rol vervult. Er moet hier en daar nog flink gedund worden om een verticale structuur te bewerkstelligen. 1.5.3. Flora en fauna. Plaatselijk komt een onderetage van Berk en Amerikaanse eik voor. Verder is als onderbegroeüng aanwezig: Bochtige smele, Pijpestrootje, Braan-1, Stekelvaren, Mossen, Vuüboom en Lijsterbes. Er zijn verder geen andere terreintypen dan bos aanwezig. 1.5.4. Bodem en vocht. Net als de Bakelse bossen zelf ligt het merendeel der percelen op 'duinvaaggrond'. Dit is een anne grond en bovendien zit het grondwater diep. De groeiverwachting voor de diverse boomsoorten is minder goed, voor dennen het best. 1.5.5. Recreatie. Een aantal percelen liggen direkt aan de woonwijk 'Dierdonk' en hier is dan ook sprake van enig recreatief gebruik. De rest van de percelen hebben nauwelijks een recreatieve functie door een geïsoleerde ligging ten opzichte van het eigenlijke Bakelse bos. Het Bakelse bos zelf kent daarentegen een grote recreatieve druk. 10 2 BELEIDSKADERS. In dit hoofdstuk wordt het beleid van Rijk, Provincie en Gemeente met betrekking tot de bossen weergegeven, voor zover het van belang is voor het opstellen van dit beheersplan. De gegevens zijn gedeeltelijk overgenomen uit de 'Startnotitie voor het project Geintegreerd Bosbeheer voor de bossen van de Gemeente Helmond', opgesteld door de Bosgroep 'Zuid Nederland'. 2. 1. Mk. Het 'Structuurschema Groene Ruimte' (1993) van het ministerie van LNV geeft het ruimtelijk beleid voor een aantal functies van het landelijk gebied weer. Hierin zit onder andere een thema over het ereeren van zodanige duurzame condities dat de natuurwaarden 'm de Ecologische Hoofd Structuur (EHS) kunnen worden gerealiseerd, danwel duurzaam in stand gehouden worden. Maatregelen worden ook genoemd voor zgn. buffergebieden. De meeste bossen van de Gemeente Helmond behoren tot de EH De nota 'Natuur voor Mensen, Mensen voor Natuur - nota natuur"bos en landschap in de 21 e eeuw' (2000) schetst de aanpak van het natuurbeleid tot 2010 met een doorkijk naar 2020. De nota vervangt het Natuurbeleidsplan, Nota Landschap, Bosbeleidsplan en het Strategisch Plan van Aanpak Biodiversiteit. Met de integratie van de verschillende nota's wil de overheid een meer samenhangend natuurbeleid nastreven. De ontwikkelingen in het bosbeheer zijn positief- het geïntegreerd bosbeheer heeft de afgelopen jaren op grote schaal ingang gevonden en heeft geleid tot een voor natuur en recreatie aantrekkelijk bos. De productiedoelstelling voor bos wordt losgelaten, men streeft wel een duurzame houtoogst na in 70% van het areaal. Hierbij wordt gestreefd naar kwaliteitsverbetering van het hout en een doelmatige combinatie van natuurbeheer en houtproductie (geïntegreerd bosbeheer). 2.2. Provincie Noord-Brab In het 'Streekplan Noord-Brabant' (1992) is het ruimtelijk beleid van de provincie voor de periode 1992-2007 vastgelegd. Het plan geeft een Groene Hoofd Structuur (GHS) voor Noord-Brabant. De GHS omvat meer gebieden dan de EHS. De bos- en natuurterreinen van de Gemeente Hehnond vallen nagenoeg geheel binnen de GHS. De provincie heeft inmiddels een nieuw 'Streekplan Noord-Brabant' (2002) uitgebracht. Hierin is het ruimtelijk beleid voor de periode 2002-2012 vastgelegd. De Groene Hoofdstructuur wordt in het nieuwe streekplan in een geactualiseerde vorm voortgezet. In de GHS-natuur worden een aantal elementen onderscheiden: - In de zogenaamde 'Natuurparels' is het beleid gericht op maximale rust en ruimte voor de ontwikkeling van natuur- en landschapswaarden. Deze terreinen ontlenen hun waarde aan bijzondere natuurwaarden vanwege specifieke omstandigheden van de bodem of het (grond)water of het zijn terreinen die deze waarden nog niet hebben maar wel worden nagestreefd. In het geval van Helmond zijn deze 'Natuurparels': het Kamerven, Schapengracht, Wasven, Kromven. Witven en De Meer (allen in de Stiphoutse bossen) en het gehele bos van het Groot Goor en de Warande. - 'Leefgebieden kwetsbare soorten': Rust, beslotenheid, hoge waterpeilen en stabiliteit in de inrichting en het beheer van het gebied zijn belangrijke b~ansvoorwaarden voor amflbieen, reptielen en bijzondere planten. Deze leefgebieden liggen in de Stiphoutse bossen in de zuid- rand van het Kamerven, Kikkerven en de heide bij het Wasven. Verder bijvoorbeeld de landbouwgebieden rond het Groot Goor en de Warande (ook weidevogels). In de 'Overige bos- en natuurgebieden' is naast de maximale rust en ruimte ten behoeve van de natuur- en landschapswaarden ook ruimte voorzien voor een houtproductieve functie. Het zijn de bossen op de droge(re) gronden. Ze bevatten minder hoge natuurwaarden Of kennen minder hoge streefbeelden dan de 'Natuurparels'. Het zijn de bosgebieden van de Stiphoutse bossen, Brouwhuissche heide en de bossen rond de Bakelse bossen. 'Zoekgebied waterberging': ter vergroting van de bergingscapaciteit van beken en overige regionale wateren. Deze gebieden zijn nog niet concreet begrensd. In aanmerking komen het Groot Goor, de Warande en het oostelijk deel van de bossen rond de Bakelse bossen. - 'Waterwinning': ter bescherming van kwetsbare grondwaterwinning zijn de bossen rond de Bakelse bossen een beschermingszone en het noordelijk deel van de Stiphoutse bossen een boringsvrije zone. Alhankelijk van de milieuverordening zal hier mogelijk een beperking gelden voor bestrijdingsiniddelen. - Daarnaast worden 'Ecologische verbindingszones' onderscheiden: lineaire structuren langs dijken, waterlopen, wegen, spoor- en vaarwegen e.d. die van belang zijn of kunnen zijn voor de migratie van planten- en/of diersoorten van het ene naar het andere natuurgebied. De 'Beleidsvisie en Stimuleringskader voor de Brabantse bossen' (1 997) vomit een provinciale vertaling van het (voormalige) bosbeleidsplan van de rijksoverheid, met name m het kader van de overdracht van een aantal taken en verantwoordelijkheden jegens bossen en bosbeleid van het njk naar de provincies. Om de flinctievervulling te verbeteren is het van belang dat het beheer meer op de functies en hun onderlinge samenhang gericht wordt. Gestreefd wordt naar meer kleinschaligheid, ongelijkjarigheid, boomsoortenmengmgen en meer dood hout in het bos. Deze beleidslijn geldt voor de mulff"ctionele bossen en voor een groot deel van de bossen binnen de natuurkemgebieden uit de Groene Hoofdstructuur (GHS). In het 'WaterhuishoudinMIan 2' (1 998) geeft de provincie haar strategische beleidskader voor het integrale waterbeleid en -beheer weer. Ze streeft naar een duurzaam gebruik van watersystemen. De basis voor het waterbeleid wordt gevormd door waterhuishoudkandige flmcties. De functie 'water voor de groene hoofdstructuur' geldt voor de meeste bos- en natuurgebieden en is onderverdeeld in een aantal deelflmcties waarbij de deelfunctie's 'watematuur' (vennen in Stiphoutse bossen), 'water voor de landnatuur' (Stiphoutse bossen: rondom Kamerven, strook van Kikkerven via Wasven, Kromven naar Witven, rondom de Meer en noordoostelijk deel van bos tegen Bavaria, het Groot Goor en de Warande) en 'water voor de overige groene hoofdstructuur' (rest Stiphoutse bossen, Brouwhuissche heide en bossen rond de Bakelse bossen) voor de Gemeente Helinond van belang zijn. De 'Natuurdoelenkaart 1: 100.000' (2001) geeft het streefbeeld voor 201 8 weer voor de natuur in de bestaande en begrensde Ecologische Hoofdstructuur. Het bos op deze kaart wordt in twee categoneen verdeeld namelijk 'multifunctioneel bos' en 'natuurbos/bos met verhoogde natuurwaarden'. M~ctioneel bos vervult meerdere maatschapelijke functies tegelijkertijd, met name de functies natuur, recreatie en houtproductie. Natuurbos vervult een flmctie t.b.v. de natuur waarbij extensieve recreatie meestal wel mogelijk is. Bos met verhoogde natuurwaarden vervult weer meerdere maatschappelijke functies tegelijkertijd (natuur, houtproductie en recreatie) maar hierbij ligt een nadruk op de natuurwaarden van het bos. In Hehnond vallen de Brouwhuissche heide en de bossen rond de Bakelse bossen onder 'multifunctioneel bos' en de Stiphoutse bossen, het Groot Goor en de Warande onder 'natuurbos/bos met verhoogde natuurwaarden'. Het realiseren van de verschillende doeltypen op de Natuurdoelenkaart gebeurt echter op basis van vrijwilligheid. 12 2.3. Gemeente. In het 'Landschapsbeleidsplan' (1997) is een uitwerking van de visie, verwoord in het 'Groene Raamwerk Helmond' (1 996), voor het buitengebied van de gemeente Helmond weergegeven: - In de Stiphoutse bossen wordt een verhoging van de natuurwaarden voorgestaan, met name in het noordelijk gebied. Het beleid is gericht op de ontwikkeling van gemengd loofbos. De vennen en heideterreinen worden behouden en ontwikkeld. Het zuidelijk deel wordt als multifunctioneel bos weergegeven. Er wordt gestreefd naar een zonering in de recreatie waarbij het zuidelijk deel de recreatieve druk moet opvangen. - In het Groot Goor en de Warande dient het bosbeheer gericht te zijn op de mogelijkheden van zeer oud bos in samenhang met een ecologische ontwikkeling gerelateerd aan de vochtige component. Ook wordt gestreefd naar een grotere samenhang in het beekdal en naar vergroting van het leefgebied voor amfibieen (aanleg van poelen). De recreatieve mogelijkheden moeten vergroot worden. De Warande is weergegeven als een bos t.b.v. een park en voor de recreatie, het Groot Goor als broekbos en beemd. - De Brouwhuissche heide en de bossen rond de Bakelse bossen vallen binnen de versterking groene kaders Heimond-Oost. Het beheer is gericht op de multifin-refionaliteit. In het 'Lange Termijnplan Bossen' (1 997) wordt het gemeentelijk bosbeleid meer inhoudelijk verwoord. De doelstellingen werden echter bepaald voor de verkoop van de Bakelse bossen aan de Waterleidingmaatschappij Oost-Brabant en voor de aankoop van de Brouwhuissche heide van de Gemeente Deume. Hierdoor zijn de uitgangssituaties van deze bosgebieden sterk veranderd. In het LTP wordt gestreefd naar multifunctionele bossen waar de de functies houtproductie, natuurontwikkeling en recreatie geïntegreerd worden. Bij natuurterremen wordt gestreefd naar behoud, versterking en/of ontwikkeling van de natuurlijke-, landschappelijke- en cultuurhistorische waarden en wordt extensieve recreatie alleen toegestaan als de hoofddoelstelling niet wordt geschaad. In het centrale deel van de Stiphoutse bossen wordt het accent gelegd op recreatie en houtproductie, in de overige delen zijn de drie functies gelijkwaardig. In de Warande is het bieden van mogelijkheden voor extensieve recreatie hoofddoel naast het behouden van cultuurhistorische- en landschappelijke waarden. Houtproductie en natuurontwikkeling zijn hier ondergeschikt. De hoofddoelstelling voor het Groot Goor bestaat uit het bieden van extensieve recreatiemogelijkheden in een bos met een hoge mate van natuurlijkheid. Houtproductie in de vorm van dunning is een beheermiddel. In 'Enige Aanbevelingen t.a.v. de Recreatie in de Bossen van de Gemeente Helmond' (1993) wordt per bosgebied een handreiking gegeven wat er gedaan kan worden om de aantrekkelijkheid van de bossen voor het publiek te vergroten. Enerzijds vanuit de bosbouw bezien, anderzijds hoe de mensen te begeleiden in een stukje natuur. In 'Onderzoek en Advies Herstel Vennen OBN - vennen Stiphoutse bossen gemeente Helmond' (1999) zijn alle vennen in de Stiphoutse bossen geïnventariseerd op biotische en a-biotische omstandigheden en worden herstelniaatregelen aangedragen. In vervolg daarop is het concept 'Hydrologisch vooronderzoek Stiphoutse bos, Heimond' (2002) verschenen. Hier staan aanbevelingen in naar de mogelijkheden van vematting op lokaal niveau binnen de Stiphoutse bossen middels het aanbrengen van stuwtjes in afwaterende sloten. Dit in de buurt van De Meer, het Kromven, Kulkesven en Langdaalven en zou een verschuiving kunnen betekenen naar 'vochtigere' boomsoorten. 13 in het 'Bosbeheersplan 1989 t/m 1993' (1989) en het 'Bosbeheersplan 1995 t/m 1999' (1995) heeft het bosbeleid een ontwikkeling doorgemaakt van een traditioneel beheer naar een meer multifunctionele doelstelling, daannee de maatschappelijke ontwikkelingen en het rijks- en provinciaal beleid volgend. In de loop van de laatste 12 jaar is er bij het bosbeheer steeds meer gebruik gemaakt van spontane processen zoals natuurlijke veijonging, mede ingegeven door de storm van januan 1990. Beheersingrepen zijn kleinschaliger geworden en steeds meer gericht op behoud en toename van inheemse boomsoorten, mengmgsvormen, structuur en natuurwaarden. In feite is daannee de weg naar geïntegreerd bosbeheer al op een beperkte, experimentele wijze ingeslagen. Met het 'boetseren met hout' is toen al begonnen! 14 3 VISIE. 3. 1. Geintegreerd bosbeheer. Uit het voorgaande blijlEr is gekozen voor een duurzame instandhouding van het bos met een multifunctionele visie waarbij de functies crecreatie', 'natuur' en 'houtproductie' zo kleinschalig mogelijk met elkaar verweven worden. Afhankelijk van de uitgangssituaties zijn er flincticaccenten te leggen. Geintegreerd bosbeheer is een beheersmethode met geleidelijke beheersmaatregelen die aan- sluiten op spontane processen dus aansluiten op de natuurlijke ontwikkeling. Deze beheersvorm leidt op den duur tot een gevarieerder-, gemengder- en structuurrijker bos. Een belangrijk gevolg van de overschakeling op geïntegreerd bosbeheer is dat het bos in de toekomst niet meer als een productiemiddel wordt gezien maar als een min of meer natuurlijk ecosysteem waaruit geoogst kan worden. Dit is een nieuwe benaderwijze van het bos en vraagt samen met veranderde maatschappelijke wensen om een aanscherping van de doelstellingen. De gemeente wil de volgende uitgangspunten hanteren: Het bewust omgaan met aanwezige natuurwaarden; Het scheppen van een aantrekkelijk woon- en werkklimaat voor de inwoners; Het bieden van mogelijkheden voor recreatie en toerisme binnen de gemeente; Een acceptabel kostenniveau van het beheer. In het kort betekent dit voor de drie hoofdfuncties van het bos het volgende: NATUUR: De kwaliteit van de natuur loopt in ons land nog steeds achteruit met name in de oorspronkelijke ecosystemen. De Gemeente Helmond erkent een verantwoordelijkheid in deze. Ze wil in het eigen bosbezit de aanwezige natuurwaarden behouden en verder ontwikkelen. RECREATIE: Het bos vormt voor de inwoners van de gemeente een belangrijke ontspanningsmogelijkheid. Om deze reden wil zij de recreatieve waarde van de bossen verbeteren o.a.door de gebieden meer natuurlijk te laten overkomen. Dit geldt voor extensieve vormen van recreatie zoals wandelen, fietsen en paardrijden. Daar waar negatieve effecten te verwachten zijn zal de recreatie zoveel mogelijk afgeleid worden. In natuurterremen wordt recreatie toegestaan mits de natuurwaarden niet worden aangetast. HOUTPRODUCTIE: Het nederlandse bos voorziet in amper 10% van de nationale houtbehoefte. De gemeente wil hier een bijdrage aan leveren middels een dunnings- of groepsgewijze oogst. Daarnaast geldt dat houtoogst een inkomstenbron van het bos is en noodzakelijk voor een duurzaam en kostendekkend beheer. Wel zal de houtproductie zich meer gaan richten op kwaliteit in plaats van kwantiteit. Naast de bovengenoemde functies zijn ook van belang: LANDSCHAPSSCHOON: De gemeente hecht grote waarde aan gevarieerde en aantrekkelijke overgangszones van het open gebied naar het gesloten bos. In het 'Groene Raamwerk' (1 996) worden de overgangen en randen van het stedelijk gebied naar het buitengebied als waardevol bestempeld. Dit speelt vooral bij het beekdallandschap waar tevens gestreefd wordt naar behoud van de typische beekdalkwaläteiten als beplantingselementen, wegenpatroon, onverharde wegen, bospercelen, etc. In het dal van de Goorloop wordt ook gestreefd naar versterking en herstel van de herken- baarheid en continuïteit van de Goorloop als beekloop. 15 CULTUURMSTORIE: Op een aantal plaatsen in het bos zijn elementen aanwezig met cultuurhistorische waarde: Door menselijk handelen zijn zichtbare elementen ontstaan zoals bijvoorbeeld houtwallen, lanenpatronen en -beplantingen en een gracht. De gemeente acht het van groot belang deze elementen te behouden en waar nodig te herstellen. Het ontginningspatroon van de 'heideontginningsbossen' dat kenmerkend is voor de wijze waarop bosaanleg in de eerste helft van de vorige eeuw werd aangepakt, met strakke boswegen en brandsingels, heeft weinig zeldzaaniheidswaarde. Overal in het nederlandse bos zijn ze in ruime mate voorhanden. ARCHEOLOGM: In de bossen van de Gemeente Helmond liggen enkele archeologische vindplaatsen (Warande) en archeologische attentiegebieden (Kikkerven in Stiphoutse bossen). De gemeente wil deze terreinen beschermen en hun waarden in stand houden. GEOMORFOLOGIE/AARDKUNDIGE WAARDEN: Binnen de bossen liggen geomorfologische terreinvormen van natuurlijke oorsprong (bijv. stuifduinen in reliefrijke duinvaaggronden) en terreinen met cultuurhistorische waarden (bijv. hakhoutwallen). Deze geomorfologische-laardkundige waarden zullen-in stand worden gehouden. KOSTENBEIHEERSING: Traditioneel bosbeheer is een kostbare onderneming geworden en leidt niet tot de gewenste resultaten. Geintegreerd beheer betekent meer duurzaamheid met lagere kosten. 3.2. Doelstelling. Vanuit de hierboven geschetste overwegingen is de volgende beheersdoelstelling voor de bos- en natuurterreinen van de Gemeente Helmond te fonnulieren: Bossen: Het zo optimaal mogelijk laten samengaan van de functies natuur, landschaps- schoon, recreatie en houtproductie tegen een aanvaardbaar kostenniveau. Natuurterreinen: Behoud en ontwikkeling van de natuurlijke- en landschappelijke waarden, met een recreatief medegebruik indien het hoofddoel niet wordt geschaad. Concreet betekent dit: 0 Het bos wordt niet meer gezien als een productiemiddel maar als een min of meer natuurlijk ecosysteem waaruit geoogst kan worden. 0 Zoveel mogelijk dienen de bossen de verschillende flmcties tegelijkertijd te vervullen (multifunctionaliteit) waarbij wel accenten kunnen worden gelegd. 0 Deze accenten worden toegekend waar bijzondere waarden of potenties in het spel zijn, waar bepaalde ontwikkelingen worden nagestreefd of waar fricties bestaan tussen de verschillende flmcties. 0 De bossen dienen een hoge belevingswaarde en visuele aantrekkelijkheid te bezitten ten dienste van de recreatie. 0 Elementen die voor de flora en fauna belangrijk zijn, dienen behouden te blijven en verder ontwikkeld te worden. Bovendien dient er gestreefd te worden naar een zo natuurlijk mogelijke soortensamenstelling. 0 Zeldzame cultuurhistorische waarden, archeologische waarden en natuurlijke- danwel cultuurhistorische terreinvormen worden behouden. 0 Er dient gestreefd te worden naar en verbetering van de houtkwaliteit. 0 Door een versterking van de mantel- en zoomvegetatie wordt de overgang van open- naar gesloten ruimte meer geleidelijk gemaakt. 16 Gestreefd dient te worden naar een aanvaardbaar kostenniveau ten aanzien van het bosbouwkundig beheer, daarbij kosten voor eigenaarslasten, recreatieve voorzieningen, natuurterreinen en landschappelijke elementen niet inbegrepen. 3.3. Functieaccenten. Geintegreerd bosbeheer is per definitie de meest geschikte beheersvonn om aan de gestelde doelstelling te voldoen. Het beoogt immers het samengaan van de verschillende functies op dezelfde plaats. De functies en accenten voor het bosbeheer kunnen nu op basis van beleid ~.2) en beheersdoelstelling (hfdst.3.2) gefonnuleerd worden. Ze worden ook weergegeven op een zogenaamde 'functieaccentenkaart' (Bijlage 2). Multifunctioneel bos: In een deel van de bosobjecten is geen functieaccent gelegd. Het beheer is hier gericht op het samengaan van de drie verschillende functies. De inspanning is gefocusd op het omvormen van de vaak monatone(re) bossen naar een wat betreft structuur, leeftijd en boomsoortensamenstelling gevarieerder bos. Aandachtspunten hierbij zijn een vergroting van het aandeel inheemse loofboomsoorten, het gebruik van spontane bosverjonging, toename van de hoeveelheid staand en liggend dood hout en meer oude bomen. De overgang tussen bos en open ruimte kan meer geleidelijk worden gemaakt door middel van structuurrijke mantel- en zoomvegetaties. Recreatie richt zich op de extensieve vormen zoals wandelen, fietsen en paardrijden. Voor de gemeentebossen vallen de 'Brouwhuissche heide' en de 'Bossen rond de Bakelse bossen' binnen dit type multiflmctioneel bos. Multifunctioneel bos met accent natuur: Daar waar in het bos sprake is van aanwezige bijzondere natuurwaarden, bijzondere biotische en abiotische kenmerken en goede ontwikkelingsmogelijkheden, komt het accent van het beheer te liggen op behoud en ontwikkeling van aanwezige natuurwaarden. Het beheer in deze delen van het bos is gericht op het behouden van zoveel mogelijk soortendiversiteit en het ereeren van zodanige biotopen dat soorten zich op de lange tennijn kunnen ontwikkelen en nieuwe soorten zich in het gebied kunnen vestigen. Hierbij moet het gaan om inheemse soorten. Het aanwijzen van kleine 4 reservaten' behoort hier tot de mogelijkheden. Recreatief medegebruik is mogelijk in extensieve vormen (wandelen/fietsen) voorzover de aanwezige c.q. te ontwikkelen natuurwaarden niet nadelig worden beïnvloed. De 'Noordelijke helft van de Stiphoutse bossen' en het 'Groot Goor' vallen in deze categorie bos. Multifunctioneel bos met accent recreatie: Daar waar het bos gelegen is in de invloedssfeer van de bebouwing of nabij belangrijke invalswegen komt het accent van het beheer te liggen op recreatie. Het verschil met het multifunctionele bos zonder accent is dat extra aandacht wordt gegeven aan het vergroten van de visuele belevingswaarde en de gevarieerdheid van het bos en dat hier een hoger recreatief voorzieningenniveau aanwezig zal zijn. Binnen dit type bos vallen de 'Zuidelijke helft van de Stiphoutse bossen' en de 'Warande'. 3.4. Consequenties voor beheer. Een aantal consequenties zal het veranderend beheer zeker hebben, waarbij enkele belangrijke zijn: - Natuurlijke processen bppalen de bosontwikkeling: Natuurlijke veijonging vormt de basis van het toekomstig bos. - Streven naar een hoger aandeel inheemse (boom)soorten: Afhankelijk van functieaccenten en haalbaarheid zullen soorten als Inlandse eik, Beuk, Es, Winterlinde Berk, Groveden, Lijsterbes, Vuilboom, Hulst, Taxus, Inlandse vogelkers en Wilgen in belangrijke mate het bosbeeld gaan bepalen. Het proces moet zodanig begeleid worden dat veijonging van uitheemse soorten zoals Douglas, Amerikaanse eik, Esdoorn en Amerikaanse vogelkers niet gaat domineren. - Streven naar mengingen in soorten en leeftijden: Dit leidt tot een grotere stabiliteit bij calamiteiten als stormschade en aantastingen door insecten of schimmels. Daarnaast zullen de natuur- en recreatieve waarden toenemen. 17 - Streven naar oude bomen: Een deel van do bomen zal de maximaal haalbare leeftijd kunnen realiseren. Oude en dikke bomen vallen op, zijn herkenbaar, vormen een belangrijk element in een recreatief aantrekkelijk bos, bieden gunstige voorwaarden voor een scala aan plant- en diersoorten en geven het bos een grotere stabiliteit. - Dode bomen laten staan: Veel insecten, schimmels, vogels en zoogdieren zijn alhankel ijk van dood hout. Vooral staande, dikke dode bomen zijn van belang. Langs wegen en paden zullen ze echter omgezaagd moeten worden. - Bij de productie van hout verschuift het accent van kwantiteit na kwalite : Bomen met de beste houtkwaliteit worden bij een dunning meer ruimte gegeven. Op tennijn kan de oogst van zwaar kwaliteitshout zorgen voor een meer kostendekkend bosbeheer. - Verhoping van de belevingswaarde: Veel van de voorgaande aandachtspunten zijn gericht op een verhoging van de natuurwaarde. En dit is weer gunstig voor de recreatieve aantrekkelijkheid. Er zijn ook specifiek op de recreant gerichte beheersmaatregelen zoals het ruim vrijstellen van markante bomen, boomgroepen of lanen. Ze zullen meer in het oog springen en daardoor meer gewaardeerd worden. - Rust voor flora en fauna: Ingrijpende beheerswerkzaamheden mogen niet plaatsvinden in de voortplantingstijd van reptielen, ampflbieen, vogels en zoogdieren en in het vegetatieseizoen. Dat betekent rust in het bos tussen half maart en begin september. 3.5. Ruimtelijke vertalin,2. Uit de combinatie van doelstelling, functicaccenten en groeiplaatsmogelijkheden is in grote lijnen af te leiden hoe het bos er op de lange termijn uit gaat zien. Deze zgn. 'Streefbeelden' worden hierna per bosgebied uitgewerkt en bieden een handvat voor de te realiseren doelen op korte termijn. 3.5. 1. Stiphoutse bossen. Zoals hierboven aangegeven zijn de Stiphoutse bossen in een noordelijke en zuidelijke helft verdeeld. De indeling komt voort uit de ligging en de betekenis van de diverse vennen en heideterreinen in het noorden en de wens om juist dit gebied recreatief te ontzien. In het noorden dus meer het accent op natuur, in het zuiden meer op recreatie. Noordelijke helft (175 ha.bos) met flmctieaccent 'Multifunctioneel bos met accent natuur': Zoals gezegd liggen hier dus de natuurgebieden, zijnde de vennen en heide, met als absolute uitblinker het 'Kamerven'. De diverse terreintjes met natuurwaarden liggen mooi verspreid door dit noordelijk gebied zodat geen twijfel is gerezen omtrent de grensaanduiding. Nadat in het verleden wel vaker geplagd is in de heide, zijn afgelopen winter alle vennen hersteld. Het vrijgekomen organische materiaal is afgevoerd, de randen zijn van begroeiing ontdaan en de taluds zijn hersteld. Deze herstelwerkzaamheden zijn voortgekomen uit het plan 'Onderzoek en advies herstel vennen Stiphoutse bossen' en werden via het OBN (Over-levingsplan Bos en Natuur) voor een groot deel gesubsidieerd. Het doel is om gunstige voorwaarden te scheppen voor zeldzame plant- en diersoorten. Tevens zal door het vellen van bomen rond de vennen minder vocht onttrokken worden waardoor het oppervlak water groter wordt. Het meer open karakter tenslotte vormt een welkome afwisseling in een zee van bomen. De bossen in dit deel van de Stiphoutse bossen zijn zeer divers te noemen. In principe wordt gestreefd naar een structuurrijk bos met een hoog aandeel van inheemse boom- en stniiksoorten. Momenteel staan er echter vele soorten 'exaten' (= uitheems) zoals Douglas, Abies grandis, Fijnspar, Omorika-spar, Sitkaspar, Tsuga, Japanse lariks, Corsicaanse den, Oostenrijkse den, Weymouthden en Amerikaanse eik. Het gaat om een behoorlijke oppervlal-.te (42 0/o) maar gelukkig staan er soorten bij die zich niet of nauwelijks natuurlijk veijongen. Douglas en Amerikaanse eik doen dit bijvoorbeeld wel en dienen daardoor in de gaten te worden gehouden. Wat willen we in dit deel van de Stiphoutse bossen waar de natuurflmetie zo belangrijk wordt: Een hoger aandeel inheemse bomen (en struiken). Om dit te bereiken zullen dus exMiddels gerichte keuzes wordt ingegrepen om veranderingen te bewerkstelligen. Zo kunnen inheemse soorten worden vrijgesteld bij dunningen, kwmen gaten gekapt worden bij een aanwezige onderbegroeiing of bij zaadbomen of voor het aanbrengen van een beplanting. In verschillende leeftijdsklassen is dit te realiseren. Op de lange termijn worden exoten getolereerd maar zeker 75% van de oppervlakte moet dan bestaan uit inheemse soorten. Dat betekent wel dat 30 hectare exoot omgevormd moet worden! Meer gemengd, ongelijkjarig en structuurrijk bos. Ingrepen zijn gericht op het ontwikkelen en in stand houden van diverse mengvormen, zowel in horizontale- als in verticale zin. Hiermee is een groot voordeel voor de natuurwaarden te behalen, zeker ten opzichte van een monocultuur, gelijkjarig en dus structuurloos bos. Het bos moet er als het ware overal verschillend uitzien, met veel structuur. En er is geen enkel bezwaar om door middel van planten (bijvoorbeeld Zomer- en Wintereik, Beuk, Winterlinde) meer sturing te geven aan een gevarieerder soortenbeleid. De boomsoorten moeten dan wel aangepast zijn aan de betreffende groeiplaats. Meer inspelen op natuurlijke processen. Er wordt meer overgelaten aan de natuurlijke ontwikkeling zoals bijvoorbeeld een natuurlijke veijonging, het afsterven van bomen, het echt oud laten worden van bomen, het laten liggen van omgewaaide bomen e.d. Het moet uiteraard geen gevaarlijke situatie opleveren voor het publiek. En fraai gevormde bomen, boomgroepen, lanen e.d. krij en de mogelijkheid om echt oud te worden. -9 - Meer dood hout in het bos. Veel organismen zijn afhankelijk van dood hout. Indien dit niet op een natuurlijke wijze gebeurt, kan de natuur een handje geholpen worden. Door bomen te 'ringen' (= het weghalen van een strookje bast rondom de boom) kan het aandeel dood hout vergroot worden. Exaten komen hier het eerst voor in aanmerking. Een aantal van tenminste vier dode bomen per hectare zal voldoende zijn. En omdat je volledig in de hand hebt waar die dode bomen komen, zal er geen gevaar ontstaan voor het publiek. - Kleinschalige veilingen. Indien er bijvoorbeeld voor een veijonging toch geveld moet worden, dienen de ingrepen kleinschalig te gebeuren. Maximaal 0,30 hectare aaneengesloten en minimaal 1,5-2x de boomhoogte om toch voldoende licht te krijgen. - Behouden van kwaliteit en openheid in natuurterreinen. Rondom vennen en op de heide dient de openheid te blijven. Naast het verwijderen van opslag en andere ongewenste begroeiing kan ook gedacht worden aan begrazing. Het Kamerven zou zich hiervoor uitstekend lenen. Door het plaatsen van een raster zal het (illegaal!) honden uitlaten, paardrijden, ATB-en e.d. dan ook verminderen. Rust in open gebieden is bepalend of soorten zich gaan vestigen of uitbreiden. Naast het behoud van openheid is het behoud van de kwaliteit van de afzonderlijke natuurterreinen zeer belangrijk. Heide behoort bijvoorbeeld tot het cultuurlandschap en zal daarom beheerd moeten worden, vennen kunnen verlanden, Gentianen en wulpen kunnen verdwijnen. Monitoring is daarom belangrijk. - Beter randenbeheer. Randen bestaan in dit verband uit alle overgangen van gesloten naar (half)open. Zowel in de overgang van bos naar landbouwgrond, als van bos naar natuurterrein. als van paden naar bos, als van gaten in het bos zelf zijn 'zoom- en/of mantelvegetaties' te creeren. Vegetaties dus die de harde overgang en meestal rechte lijnen van bos naar open moeten nivelleren, moeten samensmelten. Meestal bestaat de mantel uit diverse sh-uiksoorten en, mits goed gelegen en aan de omgeving aangepast, zijn ze zeer belangrijk voor zomninnende soorten zoals vlinders. Ook visueel komt alles natuurlijker over. 19 - Beter beheer van water. Het is zeer belangrijk te vermelden dat zowel in het bos als in de natuurterreinen (vennen en drassige laagten) het gebiedseigen water zoveel mogelijk vastgehouden moet worden. Er mag geen water uit het terrein wegvloeien. Zo flingeert het bos als waterbuffer. In nattere tijden kan het dus voorkomen dat een plek of pad voor het publiek niet begaanbaar is. Het is dan zo! - Extensieve vormen van recreatie. Het is de bedoeling om in dit deel van de Stiphoutse bossen de recreatie zo extensief mogelijk te houden. Van enkele wandelroutes zullen gedeelten door dit gebied lopen en zelfs de mooiere plekken aandoen. Het is echter niet wenselijk extra voorzieningen te ereeren voor fietsen, ATB-en, paardrijden, honden uitlaten en picknicken. Wandelen blijft hier het motto. - Aangepaste vormen van houtproductie. Er zal in de toekomst veel hout (dus geld) vrijkomen uit dunningen en kleinschalige groepenkap. Dit alles om het bos gemengder, ongelijkjariger, stmctuurrijker, kortom aantrekkelijker te maken. Er zullen verschuivingen optreden van uitheems naar inheems, van productief naar minder productief, van kwantiteit naar kwaliteit. Dit alles dient geleidelijk te gebeuren. Er liggen goede mogelijkheden voor de productie van zwaar kwaliteitshout. De uitvoering moet van hoge kwaliteit zijn, zowel bij het aangeven van de bomen die geveld worden alsook bij de houthandelaar die de bomen daadwerkelijk omzaagt. Zonder goede uitvoering heeft dit plan geen toekomst! Zuidelijke helft (1 85 ha.bos) met flmctieaccent 'Multi "ctioneel bog met accent recreatie': Ook hier is het bos zeer divers te noemen en aantrekkelijk voor de recreant. Hier ligt ook het 'Witven' en 'De Meer', beide vennen met een grote recreatieve aantrekkingskracht. Het eerstgenoemde ven met relatief weinig natuurwaarde de laatste met meer natuurwaarde. Verder is er een open stuifzandgebied, de 'Zandbergen' genaamd, met daaromheen het oudste bos van het gebied en is er een akkerland waar momenteel mais geteeld wordt. Er zijn diverse parkeermogelijkheden, twee stroken bos zijn aangewezen als uitlaatgebied voor honden, de Gerwenseweg maakt onderdeel uit van de 'Kempenroute' van de ANWB, er loopt een regionale fietsroute en er is een ruiterroute. Het zal duidelijk zijn dat hier de recreant het best aan z'n trekken komt. De bossen zijn binnen het gebied en afhankelijk van de bodem zeer afivisselend te noemen. Ten noorden van de Gerwenseweg liggen de goede gronden met een hoog aandeel aan uidieemse boomsoorten (75%, exclusief de vakken 41 t/m 44). Her staan ruim 30 meter hoge Douglassen terwijl het aandeel Inlandse eiken ook redelijk te noemen is. Daarnaast dus nog een heel scala van andere soorten, in- en uitheems. Uniek zijn de groepen Wintereiken en Haagbeuken bij het 'Witven'. Ten zuiden van de Gerwenseweg zijn de armere gronden en overheerst de Groveden. Hier is het aandeel exoten duidelijk n-iinder (21%, inclusief de vakken 41 t/m 44), alhoewel Amerikaanse eik zich behoorlijk heeft gevestigd. De aandacht in de zuidelijke helft van de Stiphoutse bossen ligt bij het verhogen van de visuele belevingswaarde, het vergroten van de gevarieerdheid van het bos en het vergroten van de mogelijkheden voor de reereant. In concreto betekent dit het volgende: Ontwikkelen van recreatieve voorzieningen. Naast het bos- en natuuraspect zijn er diverse mogelijkheden voor aanleg, verbetering en uitbreiding van recreatieve voorzieningen. Te noemen zijn: het aanleggen van gemarkeerde wandelroutes, het geleiden en verbeteren en uitbreiden van parkeermogelijkheden, het aanbrengen van infonuatiepanelen over het gebied, het aanleggen van enkele grasweidjes voor vertoeving en spel, het verbeteren van de 'Zandbergen' voor spelende kinderen, een betere geleiding van ruiters, het eventueel aanleggen van een ATB-route en het uitbreiden van het aantal picknick-sets, zitbanken en 20 - prullenbakken op gewenste plaatsen. Het zal duidelijk zijn dat dit alles de nodige financiele investeringen zal vergen tesanien met de broodnodige controles hierop, inclusief bosafsluitingen, bebordingen, snoei voor routes e.d. Bij de Nuenensedijk ligt een 'mooie' maisakker, in eigendom van de gemeente, waar na opzegging van de pacht een plan gemaakt kan worden voor recreatieve doeleinden. Zo worden de 'recreatieve centra' verspreid door het hele gebied, zo gezegd 'van elk wat wils', van natuurbeleving en ontspanning tot sport en spel (er ligt ook een uitgebreid sportcomplex in dit deel van het bos). Mogelijk dat er nog een uitlaatplaats voor honden ten zuiden van de Gerwenseweg geprojecteerd kan worden. - Een hoger aandeel inheemse bomen. Dit onderwerp ligt niet zo extreem als bij het noordelijk deel van de Stiphoutse bossen. Exaten worden veel meer getolereerd en zullen in de toekomst blijven voorkomen, alleen in iets mindere mate. Moeten er echter keuzes gemaakt worden tussen inheems of uitheems, bijvoorbeeld bij dunningen of ter verhoging van de afwissel'mg en beleving, dan zal inheems prevaleren. Uiteindelijk zal er een verschuiving van 10-20% plaatsvinden richting inheems en dan voornamelijk loofilout. - Meer gemengd, ongelijkjarig en strlictuurrijker bos. Ook hier worden ingrepen uitgevoerd die de monatoonheid en gelijkjarigheid moeten doorbreken. In de Groveden is reeds een positieve ontwikkeling op gang gekomen, in de vakken met exoten is er nog veel verbetering te wensen zowel in horizontaal- als in verticaal opzicht. Het komt de belevingswaarde ten goede als er meer structuur en afwisseling in het bos te vinden is. Dit kan op een natuurlijke wijze gebeuren, bijvoorbeeld een natuurlijke verjonging, of door middel van het aanbrengen van een beplanting (bijvoorbeeld Zomer- en Wintereik, Beuk, Winterlinde) om een gevarieerder soortenaanbod te realiseren. Kleinschalige veilingen. Om het bos gevarieerder en afwisselender te maken, kan het nodig zijn om kleinschalige groepenkap toe te passen. Ook hier maximaal 0,30 hectare aaneengesloten en minimaal 1,5-2x de boomhoogte om voldoende licht te krijgen, voor een nataurlijke veijonging of voor planten. Meer markante bomen. Voor het verhogen van de belevingswaarde is het ook van belang dat markante bomen, boomgroepen en lanen meer beeldbepalend worden. Zij dienen als herkenningspunt voor de recreant. Een oude dikke boom wordt tenslotte meer gewaardeerd dan een dunnere. Hertoe mogen ze tot in lengte van jaren blijven staan. - Meer dood hout in het bos. Ook hier is het gunstig om voor de natuurwaarden meer dood hout in het bos te hebben. Door middel van het 'ringen' van minimaal vier bomen per hectare, buiten de invloedssfeer van het publiek, kan het aandeel dood hout vergroot worden. Exoten komen hier als eerste voor in aanmerking. - Beheer natuurterreinen. Rond de vennen is openheid zeer belangrijk alsook de kwaliteit van de gebieden zelf. Ook de 'Zandbergen' met directe omgeving dient open te blijven. Het zijn toch de interessante afwisselingen binnen het grote bosgebied. - Beter beheer van water. Het is duidelijk dat ook hier het gebiedseigen water vastgehouden moet worden. - Houtproductie. Uit dunningen en kleinschalige groepenkap zal in de toekomst veel hout vrijkomen wat na verloop van tijd een steeds grotere diameter heeft. Er liggen hier pruna mogelijkheden voor zwaar kwaliteitshout zowel in de Groveden als in de exaten Douglas en Corsicaanse den. Ook hier is het belangrijk dat de totale uitvoering van de werkzaamheden van hoge kwaliteit moet zijn. Dit vormt namelijk de basis voor verdere ontwikkelingen! 3.5.2. Brouwhuissche heide. In de Brouwhuissche heide ligt de functie op 'Multifunctioneel bos' en zijn er dus geen specifieke accenten gelegd. Het beheer is hier gericht op het samengaan van de drie verschillende functies zonder een voorkeur te geven. 21 Zoals eerder aangegeven bestaat de Brouwhuissche heide voornamelijk uit naaldhout, met name Groveden en Corsicaanse den.. Zowel in verticale- als horizontale zin is het bos over het algemeen structuurann te noemen en de oude(re) bomen staan nog dicht op elkaar. Door de geïsoleerde-, weinig inspiratievolle ligging, het vroegere beleid van de Gemeente Deume en het huidige aanzien is er op het gebied van de drie verschillende functies nog weinig te vinden. Het bos nodigt daarom niet echt uit. Het is zaak om dit gebied eens flink en gericht bosbouwkundig aan te pakken, maar of het daarna interessant genoeg is voor de mens is daarbij de grote vraag. Er kunnen diverse maatregelen genoemd worden om de ontwikkelingen op het gebied van natuur, recreatie en houtproductie op gang te brengen. Meer gemengd, ongelijkjarig en structuurrijker bos. Dit is in feite het belangrijkste punt om snel tot veranderingen te komen, voor de natuur en voor de recreant. Inzet is de omvonning van een monocultuur, gelijkjarig en stractuurann bos naar een gemengder, ongelijkjarig dus structuurrijker bos. Hiervoor moet er flink gekapt worden zowel in de vorm van dunningen, waarbij inheemse soorten voorrang hebben, als ook door middel van het maken van gaten. Er moet licht op de bodem van het bos komen. Zonder licht geen verjongmg, geen onderetage, geen afwisseling. In deze gaten kan een natuurlijke veijonging van Berk, Groveden en in mindere mate Inlandse eik optreden of kan bijgeplant worden (Zomer- en Wintereik). Kleinschalige veilingen. Kleinschalige groepenkap dus van 0,05 tot 0,30 hectare aaneengesloten Afhankelijk van de dikte van de grasmat of de strooisellaag zal een lichte bodembewerking nodig zijn om zaad eerder te laten ontkiemen. Meer dood hout in het bos. Om de natuurwaarden snel te bevoordelen worden in de oudere opstanden ca. vier bomen per hectare geringd, zo mogelijk exoten en anders Grovedennen. Meer markante bomen. Reeds fl-aaie bomen of boomgroepen worden verder vrijgesteld zodat ze later beeldbepalend zijn. Houtproductie. Bij de dunningen zullen de kwalitatief betere bomen verder worden vrijgesteld maar het blijft de vraag of dat te zijner tijd zwaar kwaliteitshout oplevert. Beheer ten behoeve van de recreatie. Door gerichte bosbouwkundige ingrepen te plegen, zie hierboven, wordt het bos ook voor het publiek aantrekkelijker. De belevingswaarde zal namelijk langzaamaan toenemen. Of dat dit de recreant aanspreekt is moeilijk in te schatten. Mogelijk dat het beperkt aanbrengen van recreatieve voorzienmgen zoals zitbanken, een paar picknick-sets e.d. een lokker is. Verdere voorzieningen zijn niet zinvol. 3.5.3. Groot Goor. Het Groot Goor heeft het functieaccent 'Multifunctioneel bos met accent natuur' ge-kregen. Er zijn diverse redenen aan te geven waarom de natuurfunctie hier zo zwaar weegt: de ligging in het beekdal van de Goorloop, de huidige waarde van het bos, het bos in relatie met de directe omgeving en de waarde die de verschillende beleidsplannen aan dit bos toekennen. Het is duidelijk dat hier een zeer interessant bos ligt. Het bos ziet er momenteel al zeer ontwikkeld uit: een hoog aandeel aan inheemse boom- en struiksoorten met een grote varieteit aan leeftijden, veel afwisseling, natuurlijk overkomend en structuurrijk. Een eldorado voor fauna en flora. Voor de wandelaar zeer aantrekkelijk: dichtbij het stedelijk gebied, statige lanen met dikke bomen maar ook smalle natuurpaden, verrassende afwisselingen op velerlei gebied en een directe omgeving die ook zeer uitnodigend werkt. Voor de fietser een doorgaande regionale route. 22 Het bos lijkt 'af op velerlei gebied. Hier en daar kan nog wat sturend worden opgetreden maar dit zal geen grote veranderingen teweeg brengen. En dat hoeft en mag ook niet! - Beheer ten behoeve van de natuur. Zoals ook al eerder beschreven lijkt het een prachtig 'natuurbos'. En dat is het ook. Er zal een zo hoog mogelijke leeftijd van de heersende bomen nagestreefd worden ter verhoging van de afwisseling en het behoud van een stabiel bosklimaat. D'r staan nog een paar opstanden met bijna monocultuur exoten (Fijnspar, Japanse lariks) die, zonder al te grote ingrepen en geleidelijk, omgevormd kunnen worden naar inheems loolhout (bijvoorbeeld Zornereik, Beuk, Winterlinde, Es). Er is echter geen enkel bezwaar om een aantal van hen als overstaanders te behouden. - Dood hout. Bomen die in de toekomst op een natuurlijke wijze dood gaan en geen gevaar opleveren voor het publiek moeten blijven staan. Verspreid door het bos kwmen (dunningsgewijs) nog enkele bomen geringd worden om het aandeel dood hout te vergroten. Hiervoor komen exoten als eerste in aanmerking. - Beter beheer van water. Het beheer van het waterpeil in het Groot Goor is van groot belang. Dit vraagt om niet al te grote fluctuaties omdat anders de oude Eiken en Beuken afsterven. Een onderzoek om in de toekomst tot een stabiel waterbeheer te komen is, ook m relatie met de omgeving, wenselijk. ~ Amflbieen. Om het leefgebied van amfibieen uit te breiden, zijn er mogelijk nog plaatsen te vinden waar een poel gegraven kan worden. - Integratie met omgeving. Er liggen mogelijkheden om het beheer van de bossen en omliggende graslanden te integreren waardoor de samenhang van het landschap versterkt wordt. Een integratie kan de historische ligging van Helmond als 'beekdalstad' benadrukken. - Beheer ten behoeve van de recreatie. Het bos biedt een aantrekkelijk décor voor de wandelaar en fietser en de recreatie moet ook in de toekomst extensief gehouden worden. Voor de fietser worden geen extra voorzieningen getroffen en dat geldt zeker voor de ATB-er. Voor de rustzoekende wandelaar wordt een gemarkeerde wandelroute uitgezet die aansluiting vindt op een route door het noordelijker gelegen gebied. Een info-paneel, wat extra zitbanken en een picknick-set zal zeker tot de mogelijkheden behoren. Ook voor echte natuurstudie en educatie is het bos zeer aantrekkelijk. Deze mensen zullen zich ook OP minder goede paden begeven en dat is juist de bedoeling. Dus moet goed gekeken worden welke paden onderhouden worden en welke niet of minder. Voor elke bezoeker wat wils! Houtproductie. Van echte houtproductie is in het Groot Goor geen sprake. Om mooie bomen oud te laten worden, om laanbomen meer ruimte te geven of om sturing te geven aan het soort bomen zal zo nu en dan een dunning noodzakelijk zijn. Hierbij zal er hout vrijkomen. Dit moet echter puur gezien worden als een middel om het bos in de gewenste richting te ontwikkelen. Bij een eventuele dunning zal dus wel de kwaliteit van de, bomen een belangrijke rol spelen. 3.5.4. Warande. In de Warande ligt de functie op 'Multifunctioneel bos met accent recreatie'. Nergens in Hehnond is een bosgebied wat zo druk bezocht wordt door het publiek als hier. Het is vroeger ook aangelegd als een wandelbos en dat is zo gebleven. Het bos vervult dus een zeer belangrijke rol voor de wandelaar en fietser. De uitstraling die het heeft door ouderdom en geordendheid, het intensieve padensysteem met oude laanbomen, de ligging in de stadsrand, een aangrenzend wandelpark met gazons, vijverpartijen en dierenverblijven, parkeergelegen- heden, een bostuin, een restaurant, een midgetgolfbaan en diverse sportaccommodaties vormen een zeer aantrekkelijk gegeven voor dagrecreatie. 23 Het bos bestaat geheel uit inheems loolhout: Zomereik, Beuk en Es. Verreweg de meeste Eiken zijn monumentaal te noemen, alsook de Eikenlanen en bepaalde gedeelten Beuk. De onderetage is gevarieerd in soorten en hoogten. Ook parkachtige struiken als Rhododendron, Taxus en Hulst ontbreken niet. Op plaatsen met een dichte laag Adelaarsvaren zijn struiken afwezig. Dit geeft echter een mooie afwisselende werking. Net als het Groot Goor lijkt ook de Warande 'af te zijn in velerlei opzichten. Hier en daar kan wat sturend worden opgetreden maar dit zal geen grote veranderingen teweeg brengen. - Beheer ten behoeve van de cultuurhistorie. Het zal duidelijk zijn dat het landgoedkarakter van de Warande behouden moet blijven. De structuur van de paden, de laanbomen, de begraafplaats met gracht in het centrum van het bos, de ovale vorm van het bos en de Zomereik als belangrijkste boomsoort zijn duidelijke landgoedkarakteristieken. Ze dienen vanwege hun cultuurhistorische waarde in de huidige vorm bewaard te blijven. - Beheer ten behoeve van de recreatie. In het recreatieve beheer komen in de toekomst geen grote veranderingen. Door de geringe oppervlakte van het bos en de herkenbaarheid is het uitzetten van een wandelroute bijvoorbeeld overbodig. De werkzaamheden zullen voornamelijk bestaan uit het begaanbaar houden van de paden en wat cosmetisch werk aan de aanwezige voorzieningen en beplantingen. Zo kan er op plaatsen in de randen van het bos een onderbegroeiing van struiken aangebracht worden die de storende bebouwing van huizen en sportaccommodaties aan het zicht onttrekt. Te denken valt verder aan het incidenteel planten van boomsoorten als Paardekastanje, Winterl'mde en Sequoiadendron op markante plaatsen. Dit puur als doorbreking van de unifonniteit, als aardigheid. Eerder zijn zo al een paar Taxodiums geplant en staan er ook Tamme kastanjes. Beheer ten behoeve van de natuur. Ondanks het sterke parkachtige karakter, de hoge recreatiedruk en de kleinere oppervlakte is er een relatief hoge natuurwaarde. Dit als gevolg van de rijke bodem en de hoge ouderdom van de bomen. Ook hier wordt een zo hoog mogelijke leeftijd van de heersende bomen nagestreefd ter verhoging van de afwisseling en het behoud van een stabiel bosklimaat. Het monumentale karakter kan behouden blijven als er alleen veijongd wordt op plaatsen waar spontaan open plekken ontstaan door sterfte of windworp. De weerstand tegen de kaalslagen uit het verleden hebben hun lering getrokken. Eventuele herplant dient te geschieden met Zomereik. Dood hout. Bomen die in de toekomst van nature dood gaan en geen gevaar opleveren voor het publiek moeten blijven staan. Zo nu en dan zou een boom geringd kwinen worden als een soort dunningsingreep. Beter beheer van water. Ook in de Warande is het beheer van het waterpeil zeer belangrijk omdat de vitaliteit van de oude bomen hieraan is gerelateerd. Grote fluctuaties zijn uit den boze. Een belangrijk punt! Amflbieen. Mogelijk dat er nog een plek gevonden kan worden voor het graven van een poel voor amflbieen. Houtproductie. Van een echte houtproductie is ook in de Warande geen sprake. Met name in de jongere opstanden zal zo nu en dan een dunning noodzakelijk zijn. Deze zal echter steeds als middel dienen om het bos in een bepaalde ontwikkeling te sturen. En daarbij zal ongetwijfeld naar de kwaliteit van de bomen gekeken worden. 3.5.5. Bossen rond de Bakelse bossen. In de bossen rond de Bakelse bossen ligt de functie op 'Multifunctioneel bos' en zijn er dus geen specifieke accenten gelegd. Het beheer is hier gericht op het samengaan van de drie verschillende functies zonder een voorkeur te geven. 24 De losliggende bospereelen bestaan voornamelijk uit naaldhoutsoorten waarbij de Groveden de belangrijkste rol vervult, hier en daar aangevuld met Berk en Amerikaanse eik. De gedeelten tegen de woonwijk 'Dierdonk' hebben plaatselijk een redelijke onderbegroeiing 'van Inlandse eik, Berk, Amerikaanse eik, Lijsterbes en Vuilboom. De rest staat nog te dicht zodat van een verticale structuur nauwelijks sprake is. De volgende maatregelen zijn van belang voor het op gang brengen van de ontwikkeling van de natuur, recreatie en houtproductie. - Meer gemengd, ongelijkjarig en stmctuurrijker bos. Het zijn de belangrijkste termen om de ontwikkelingen op gang te brengen. In de vakken tegen 'Dierdonk' is in het verleden normaal gedund zodat een verdere structurering voommnelijk moet komen uit het kappen van kleinschalig gaten. In de rest van de percelen zal flink gedund moeten worden en eventueel gaten gekapt om meer licht op de bodem te krijgen. Zonder licht geen verjongmg, geen afwisseling, geen structuur. In de gaten kan bijgeplant worden (Zomer- en Wintereik) en verder een natuurlijke veijonging. - Kleinschalige veilingen. Kleinschalige groepenkap dus tussen de 0,05 en 0,30 hectare aaneengesloten. Eventueel een bodembewerking afliankelijk Van de dikte van de grasmat. - Dood hout. Er kunnen ca. vier bomen per hectare geringd worden om het aandeel dood hout te vergroten. exoten of anders Grovedennen. - Markante bomen. Fraaie bomen of boomgroepen worden verder vrijgesteld zodat ze later meer beeldbepalend worden. - Houtproductie. De kwalitatief betere bomen worden bij de dunningen bevoordeeld zodat mogelijk in de toekomst kwaliteitshout te oogsten valt. - Beheer ten behoeve van de recreatie. Bovengenoemde maatregelen zullen de belevings- waarde voor het publiek doen toenemen. Tegen 'Dierdonk' is dit van belang, in de andere percelen nauwelijks. Het verder aanbrengen van recreatieve voorzieningen is niet zinvol. 25 4 BEHEERMAATREGELEN OP HOOFDLIJNEN. In de navolgende paragrafen worden de beheersmaatregelen voor geïntegreerd bosbeheer in zijn algemeenheid besproken. Daarnaast een paar onderwerpen ten aanzien van de organisatie. 4.1 Maatregelen. 4. 1. 1. Dunning. De dunning is verreweg de belangrijkste beheersmaatregel voor de toekomstige samenstelling en ontwikkeling van het bos. Tevens vormen deze houtopbrengsten de grootste financiele inkomstenbron van het bos. Het is een periodieke ingreep die de onderlinge concurrentie- verhoudingen tussen de bomen beïnvloed. En deze concurrentie speelt zich af in het bovenste deel van het bos, in de kronenlaag dus. Bij de dunning worden de eerste keuzes gemaakt door naar de kronen van de individuele bomen te kijken. We spreken daarom van een 'hoogdunning'. Het gevolg van zo'n ingreep is dat de blijvende bomen meer naalden c.q. bladeren kunnen vormen wat de diktegroei ten goede komt. Bomen met bijzondere waarden voor natuur, recreatie en/of houtproductie krijgen zo extra groeiruimte-door het wegnemen van hun grootste concurrent(en). Ze kunnen zich daarna beter ontwikkelen totdat de ruimte opnieuw gevuld wordt (groei!) en de bomen elkaar weer gaan hinderen. Dit zal gemiddeld na vijf groeiseizoenen het geval zijn waarna een volgende dunning nodig is. Dit proces herhaalt zich totdat er uiteindelijk zo'n 60 tot 120 oude bomen per hectare over zijn met de best haalbare natuur-, recreatie- of houtkwaliteit. Ook genetisch gezien zullen dit de beste bomen zijn waarmee ze een ideale zaadbron vormen voor de volgende generatie bos. De op natuurkwaliteit of belevingswaarde geselecteerde bomen c.q. boomgroepen zullen bij de dunningen meer ruimte krijgen dan de rest van de bomen. Hiertoe behoren ook laanbomen. Het is belangrijk dat de opvallende verschijningsvonn blijft bestaan. Vaak is deze kwaliteit gelegen in een lage aanzet van grillige en zware takken. Met name deze lage takken kunnen zich alleen handhaven in een min of meer open ruimte waar zonlicht vrij toegang heeft. De bomen moeten dus als het ware in het centrum van kleine open plekken staan. De lage betakking en vrije stand zorgt voor opvallende verschijningen die herkenbare punten in het bos opleveren. Deze bomen worden nooit geoogst. Ze mogen zo oud mogelijk worden en kunnen daarna een aanzienlijke bijdrage leveren aan de voorraad dood hout. De op houtkwaliteit geselecteerde bomen kunnen geleidelijk geoogst worden. Het moment van oogsten wordt bepaald door de financiele situatie op de houtmarkt en /of de behoefte aan liquide middelen voor het beheer. Naannate de bomen langer blijven staan neemt de stamomvang en daarmee de verkoopwaarde toe. Voorwaarde is wel dat dit moet gebeuren voordat verval (rot!) optreedt als gevolg van ouderdom. De toenemende oogstreserve aan kwaliteitsstammen resulteert op termijn in een grotere flexibiliteit in de bedrijfsvoering. Gemengd bos. In gemengde bossen wordt de dunning volgens dezelfde principes uitgevoerd met het verschil dat er keuzes tussen verschillende boomsoorten gemaakt moeten worden. In de meeste opstanden staan naast de hoofdboomsoort ook nog andere soorten. van heel weinig tot redelijk veel. Het belangrijkste uitgangspunt bij de dunning is het behouden c.q. stimuleren van de menging. Bepaalde soorten genieten echter een duidelijke voorkeur. De Inlandse eik bijvoorbeeld is een inheemse soort met een lange levensduur, een zeer goede houtkwaliteit en een grote natuur- en landschappelijke waarde. Ffij past daannee bij uitstek in de gewenste bosbeelden. In het Groot Goor en de Warande veelvuldig aanwezig, in de Stiphoutse bossen op de betere gronden matig tot redelijk aanwezig, in de Brouwhuissche 26 heide en de bossen rond het Bakels bos nauwelijks aanwezig. Iedere levensvatbare Inlandse eik zal daarom bij dunningen begunstigd worden ten opzichte van alle andere boomsoorten. Alleen in de Stiphoutse bossen zullen de zeldzame soorten Beuk en Haagbeuk voorlopig voorrang hebben op de Inlandse eik. De inheemse Berk zou van nature een belangrijk aandeel hebben in de Helmondse bossen. Vanwege een beperlde afzetmarkt is hij echter lange tijd uit het bos geweerd. Ook de traditionele bosarbeider had er maar weinig mee op, ze waren een pest voor de jonge aanplanten. Zo is in Helmond de Berk tot in het begin van de negentiger jaren in de jongere vakken rucksichtslos bestreden. Voor de productie van kwaliteitshout speelt de Berk een zeer bescheiden rol, voor het bosecosysteem echter een belangrijke rol. Het blad helpt bij een betere vertering van de zich ophopende laag afgevallen bladeren en naalden. Hiermee komt een gunstige bodemvorming tot ontwikkeling en de in de strooisellaag opgehoopte voedingsstoffen komen weer in de kringloop. In een veijonging bieden Berken beschutting aan andere boomsoorten tegen extreme klimaatomstandigheden zoals nachtvorsten. Kortom de Berk heeft een belangrijke verzorgende functie in een op natuurlijke grondslagen beheerd bos. De Berk zal daarom tijdens dunningen vrijgesteld worden, zeker exemplaren met een goede groei. Ook voor de 'verloofmg' van het bos een belangrijke soort: door de snelle groei ook sneller structuur te verkrijgen dus sneller een hogere belevingswaarde, zeker in een naaldbosomgeving. Afhankelijk van plaats en situatie in het bos gaat de Berk dan ook voor de inheemse Groveden. Uitheemse boomsoorten die zich niet of nauwelijks natuurlijk veijongen zullen op de lange termijn uit het bos verdwijnen simpelweg omdat ze niet voor nageslacht kunnen zorgen. Mits ze een goede groei vertonen zullen ze de komende decennia een aanzienlijke bijdrage aan de houtproductie leveren. In dit soort opstanden worden wel de inheemse soorten bij de dunningen verder vrijgesteld. Uitheemse soorten die zich wel natuurlijk veijongen, kunnen een prob leem vonnen voor een gevarieerde bosontwikkeling. De Amerikaanse eik en de Douglas zijn hier voorbeelden van. Door hun snelle jeugdgroei en het vermogen om ook onder schaduwrijke omstandigheden te overleven, zijn ze m staat alle andere soorten te onderdrukken. Het is dus van groot belang om hun verspreiding voorlopig beperkt te houden tot de gebieden waar ze toch al het hoofdaandeel vortnen. Een idee zou zijn om de opstanden relatief dicht te houden zodat een veijonging door lichtgebrek achterwege blijft. In de rest van het bos zullen beide soorten tijdens dunningen geleidelijk aan teruggedrongen worden, zeker in de gebieden met het beheersaccent 'natuur'. Toekomstbomen. Zoals in het begin van dit hoofdstuk besproken zullen de dunningen worden uitgevoerd volgens het principe van de 'hoogdunning'. De best gevormde bomen zullen in de kronenlaag worden vrijgesteld van hun grootste concurrent(en). Onderstandige exemplaren die de concurrentieslag in feite al verloren hebben, worden gehandhaafd om grotere windsnelheden te remmen en het gevaar voor stonnschade beperkt te houden. Een andere vorm van hoogdunning is de 'toekomstbomenmethode'. Daarbij richt de dunning zich al in een jongere fase op bomen die uiteindelijk de eindopstand gaan vormen. Indien de opstand tot op een hoogte van 6 a 7 meter geen levende takken meer bezit, worden per hectare 60 tot 120 zogenaamde 'toekomstbomen' met de beste houtkwaliteit geselecteerd verspreid in de opstand. De bomen worden gemerkt en de toekomstige dunningen zijn gericht op het optimaal ontwikkelen van deze bomen. Tussen de toekomstbomen in blijft de ingreep beperkt en is met name gericht op de toegankelijkheid van de opstand voor de exploitatie. De 'normale' hoogdunning waar de laatste jaren steeds mee gewerkt is, heeft pffim voldaan. Een probleem met de toekomstbomenmethode is het na jaren weer terugvinden van de gemerkte 27 exemplaren. De merktekens zijn namelijk na een paar jaren verdwenen en omdat er ten behoeve van houtopbrengsten en toegankelijkheid ook tussendoor gedund wordt, is er nauwelijks onderscheid te maken met een normale hoogdunning. De 'toekomstbomen- methode' zal dan ook maar beperkt toegepast worden in jongere bossen met een buitengewoon goede houtkwaliteit. En omdat de dunning verreweg de belangrijkste beheersmaatregel voor de samenstelling en ontwikkeling van het bos is en in welke vonn die uiteindelijk ook toegepast wordt: er zullen steeds belangrijke keuzes gemaakt moeten worden. De werkzaamheid die daarbij hoort is het zogenaamde 'blessen', het aangeven van de bomen die eruit moeten. En het oude gezegde 'blessen = beleid' geldt meer en meer 'm de hedendaagse moderne bosbouw. Doordat het systeem van blessen in de loop der jaren veranderde en er steeds te weinig bomen weggehaald werden, liep de ontwikkeling van het helmondse bos ernstige vertraging op. De gemeente onderkende dit probleem en sinds 2000 wordt het bleswerk door een erkend bosadviesbureau uitgevoerd. 4.1.2. Onrendabele dunning. Tot begin negentiger jaren werd er veel aandacht besteed aan jongere opstanden. Opslag van Berk werd heftig bestreden en de eerste (onrendabele) dunningen werden op een te jonge leeftijd uitgevoerd. Dit is bosbouwkundig gezien geheel niet nodig, ja zelfs verwerpelijk. Het is zaak zo snel mogelijk tot 6 meter hoogte een natuurlijke takafsterving te krijgen en daarvoor is een dichte stand der bomen noodzakelijk. Elke voortijdige ingreep in die richting is een onnodige fmanciele uitgave en alleen te rechtvaardigen indien mengsoort(en) dreigen te verdwijnen. Als prettige bijkomstigheid worden bovendien slecht groeiende exemplaren via een natuurlijke selectie geelimineerd. Zoals het er nu naar uitziet zal pas op een leeftijd van ca. 15-20 jaar, afliankelijk van groeisnelheid, oorspronkelijk (plant)verband en boomsoort, de eerste onrendabele dunning uitgevoerd moeten worden. Deze ingreep moet redelijk fors plaatsvinden, zodanig dat de opstand opgenomen kan worden in de overige 5-jaarlijkse dunningscyclus. Het is duidelijk dat reeds op deze leeftijd inheems loolhout de voorkeur geniet en dat er steeds gestreefd moet worden naar een mengingsvorm. Verder kwmen de stamvorm, de vitaliteit en de mate van takidgheid doorslaggevende criteria zijn. 4.1.3. Stiuetuurvariatie. Zoals ook eerder is aangegeven is op diverse plaatsen in het bos nog weinig of geen sprake van een horizontale- of verticale structuur. Dit is met name het geval in sommige delen van de Stiphoutse bossen, de Brouwhuissche heide en de bossen rond de Bakelse bossen. Vooral in de heideontginningsbossen dus. Door stonnen zijn op enkele plekken kleine gaten ontstaan ' dels een natuurlijke ve 'onging heeft plaatsgevonden. Dit heeft aantrekkelijke waar mmid ri bosbeelden opgeleverd zowel voor de natuur, als voor de afwisseling, als voor de beleving. Dit idee zou wenselijk zijn voor een groter deel van het bos. Deze variatie aan structuur kan gestimuleerd worden door het kleinschalig kappen van gaten in eenvormige opstanden. De minimale oppervlakte van de gaten is 1,5-2x de boomhoogte, de maximale oppervlakte 0,30 hectare aaneengesloten. De gezamelijke oppervlakte van de gaten kan tot 20% van een opstand beslaan maar over het hele bosobject gezien mag deze niet meer dan 10% zijn. Het aanbrengen van stractuurvanatie is vooral effectief in grote aaneengesloten oppervlakten monocultuurachtig ouder bos. Het zicht levert dan over honderden meters niets anders op dan dezelfde saaie kale stannnen of een hoge gesloten groene wand langs het pad. In de Stiphoutse bossen zijn dit vooral opstanden van Abies grandis, Corsicaanse den. Douglas en Weymouthden. De vitaliteit van de meeste Abies grandis is hier al jarenlang zeer matig. In de vakken Groveden is op diverse plaatsen reeds een mooie ondergroei van loolhout aanwezig. 28 Omdat het aandeel Groveden echter aanzienlijk is, zullen ook hier gaten gekapt worden Om meer variatie en afwisseling te krijgen. Vooral in de Stiphoutse bossen zal ook zeker de mogelijkheid van het planten van jonge loofbomen in een ruim plantverband een idee zijn, om een gevarieerder soortensamenstelling te krijgen. Zo hier en daar en met name in Corsicaanse den zal een natuurlijke veijonging moeilijk te realiseren zijn door een dichte vegetatie van Pijpestrootje. In de Brouwhuissche heide en de bossen rond de Bakelse bossen komen in principe alle oudere monocultuurachtige opstanden voor het kappen van gaten in aamnerking. Een algemene opmerking is dat open plekken het meest toevoegen aan de belevingswaarden indien ze in de buurt van paden gesitueerd zijn. Eventueel biedt dit ook mogelijkheden om het rechtlijnige verloop van de paden te veranderen. 4.1.4. Dood hout. Door verschillende omstandigheden kunnen individuele bomen of boomgroepen het loodje leggen of omwaaien. In het verleden werden ze bij een dunning steeds opgeruimd. Paddestoelen, insecten en daarmee onder andere veel vogelsoorten kregen nauwelijks de kans hier van te profiteren. De laatste jaren blijven ze daarom doelbewust staan. Alleen langs wegen en paden, waar gevaarlijke situaties kunnen ontstaan voor het publiek, worden ze verwijderd. De hoeveelheid dood hout neemt dus spontaan toe. Meestal zijn het echter de dunne onderstandige exemplaren die de concurrentie verliezen en afsterven. Voor de natuur zijn met name dikke dode bomen van belang. Maar omdat ze altijd een dominante positie innemen is de sterfte onder deze categorie bijzonder laag. Een snelle toename van de hoeveelheid dik dood hout is dus alleen actief te realiseren door middel van ringen of omzagen. Tijdens het uitzetten van een dunning kunnen een aantal dikke dunningsbomen van mindere houtkwaliteit geringd worden. Al eerder werd opgemerkt dat exaten hiervoor het eerste in aamnerking komen. Zware Amerikaanse eiken of Douglassen bijvoorbeeld die vaak niet geveld kunnen worden zonder grote schade aan te richten aan de rest van de opstand, of in een omgeving waar door nattigheid een verantwoorde houtoogst niet mogelijk is, of in een relatief kleine opstand waar maar een paar bomen geveld moeten worden en dit meer schade aan de onderbegroeiing teweeg brengt dan dat het geld oplevert, of direct langs een veijonging waar meer licht moet komen en eigenlijk geen boom geveld kan worden vanwege schade. Een paar voorbeelden waar het ringen van bomen toepasbaar is en een geleidelijke aftakeling in deze gevallen de beste optie is. Het is duidelijk dat er langs wegen en paden niet geringd mag worden. In druk bezochte bossen waar dikwijls een fijnmaziger padennet is, kunnen alleen op grotere afstand hiervan dode bomen blijven staan en is het ook mogelijk om in beperkte mate te ringen. Met de deelname aan de 'Regeling Natuurbeheer' zijn bepaalde delen van het bos aangewezen waar binnen 6, 12 of 18 jaar vier dode bomen per hectare moeten staan met een diameter van tenminste 30 centimeter (zie Bijlage 3). Dit is een absoluut n-finimum maar met de hiervoor beschreven methoden zeker haalbaar. Ook buiten de aangegeven percelen zullen op deze manier dikke dode bomen gecreeerd worden. Bij omgewaaide bomen is het wenselijk ze in zijn geheel te laten liggen voor een natuurlijker beeld. Bovendien ontstaan er dan ook geen gevaarlijke situaties door het zagen in hout onder spaning. 4.1.5. V n Veijonging van het bos vindt in principe op natuurlijke wijze plaats. Dit wil zeggen dat de milieuomstandigheden ter plaatse bepalen welke boomsoorten er kunnen ontkiemen en opgroeien. De hoeveelheid licht op de bodem, de aanwezigheid van zaadbronnen en de concurrentie van de vegetatie zijn bepalende factoren in de samenstelling en ontwikkeling van de veijonging. Door gebruik te maken van natuurlijke verjonging zullen alleen exemplaren overleven die het best aan de plaatselijke omstandigheden zijn aangepast. Deze natuurlijke 29 selectie zorgt voor een optimale genetische aanpassing. Alhankelijk van de gewenste ontwikkeling kan de bosbeheerder het verjongingsproces op zijn beloop laten of invloed uitoefenen op de milieuomstandigheden. De hoeveelheid licht is daarbij een van de belangrijkste factoren. Zij kan beïnvloed worden door de dunningsintensiteit en het kappen van gaten. Iedere boomsoort heeft licht nodig om te kunnen groeien maar de lichtbehoefte per soort verschilt aanzienlijk. Schaduwverdragende soorten als Douglas, Amerikaanse eik en Beuk zullen bij weinig licht gaan domineren. Pas bij een toename van licht ontstaan er mogelijkheden voor Inlandse eik, Berk en Groveden. De beheerder heeft hiermee een instrument in handen om de soortensamenstelling te beïnvloeden. Voor een geslaagde veijonging is het noodzakelijk dat er voldoende gewenste zaa aanwezig zijn. De zaden van de meeste soorten verspreiden zich over niet al te grote afstanden zodat veijonging over het algemeen in de buurt van zaadbomen plaatsvindt. Bij het kappen van gaten kan heel bewust gekeken worden naar de richting ten opzichte van de zaadbron. Hierbij speelt de overheersende windrichting natuurlijk een belangrijke rol. Voor Eik en Beuk minder (zware zaden), voor de andere soorten echter wel van belang. Bij gebrek aan goede zaadbronnen kan het noodzakelijk zijn om gewenste soort(en) bij te planten. Dit kan het geval zijn voor Inlandse eik (Zomer- en Wintèreik), Beuk, Haagbeuk, Winterlinde, Es, Zwarte els en Ratelpopulier. Bijvoorbeeld in de Stiphoutse bossen komen bepaalde soorten nauwelijks voor terwijl er plaatselijk zeker geschikte groeiplaatsen aanwezig zijn. Bijplanten gebeurt meestal met wat groter plantsoen, de zogenaamde 'veren', in een ruimer verband (3x3 meter of 4x4 meter). Hiertussen zullen andere soorten natuurlijk veijongen zodat er in ieder geval een menging tot stand is gekomen. Een andere belangrijke factor die een grote invloed kan hebben op de soortensamenstelling is de aanwezigheid en vonn van het vegetatiedek en de strooisenaag. Een gesloten grasmat van Bochtige smele of Pijpestrootje of een dik pak strooisel Oaag onverteerde naalden of bladeren) zal de veijonging van bijvoorbeeld Berk, Groveden en Douglas verhinderen. Deze soorten kiemen het beste als er snel contact gemaakt kan worden met de minerale ondergrond. Een gesloten vegetatie maakt dit onmogelijk en bij een dik pak strooisel ontstaat al snel bij warm weer een vochttekort. Eiken krijgen daarentegen een grote hoeveelheid reservevoedsel mee en hebben daardoor geen enkele moeite met de doorworteling van een strooisellaag. Bovendien willen Vlaamse gaaien, muizen en eekhoorns graag eikels ingraven en zorgen daannee voor betere omstandigheden tot kieming. Door plaatselijke bewerking van de vegetatie en stro'oisellaag kan de samenstelling van de verjonging uitstekend beïnvloed worden. Met het oppervlakkig ploegen van voren of het machinaal afplaggen van plekken van 1,5x1,5 meter wordt de minerale ondergrond bloot gelegd waardoor Berk en Groveden kunnen kiemen. In de tussenliggende vegetatie kan de Inlandse eik zich dan vestigen. Door de afstanden tussen ploegvoren of plagplekken te varieeren, kan de mengverhouding tussen de verschillende boomsoorten beïnvloed worden. 4.1.6. PrunusbegájdinR. Vanaf 1990 is de bestrijding van de uitheemse Amerikaanse vogelkers, ookwel Prunus of Bospest genaamd, structureel aangepakt. Zij vormde een continue bedreiging voor een natuurlijke bosontwikkeling. Momenteel is het gehele bosgebied van Helmond meerdere keren behandeld. Voorafgaande aan een dunning werd het totale dunningsblok van Prunus gezuiverd. Dit alles heeft ertoe geleid dat de Amerikaanse vogelkers nu met een relatief geringe inspanning onder controle wordt gehouden. Het zijn in feite al jaren nabehandelingen. Alle en in de Brouwhuissche heide, in 1998 grotendeels aangekocht. kan mogelijk de Prunus 30 nog de kop opsteken, maar ook hier zal dit snel beheersbaar zijn. Omdat de verspreiding ook door besetende vogelsoorten veroorzaakt wordt, veelal lijstersoorten, kan deze over grote(re) afstanden plaatsvinden bijvoorbeeld vanuit landschappelijke beplantingen of particuliere bossen waar de Gemeente geen invloed op heeft. Dit is voornamelijk het geval bij de Stiphoutse bossen, de Brouwhuissche heide en de bossen rond de Bakelse bossen. Het blijft dus zaak om eens in de vijfjaren en vooruitlopende op de dunning een geheel werkblok van Primus te ontdoen. Stobbenbehandeling moet in verband met een neergaande sapstroming in de herfst worden uitgevoerd, zo in de maanden september tot en met november met vorstvrij en droog weer. Plukken en steken kan na half mei gebeuren, indien het blad eraan staat en ze dus makkelijk te herkennen zijn 4.1.7. Bestiijding Amerikaanse eik. Vooral in de Stiphoutse bossen vormt veijonging en opslag van Amerikaanse eik eenzelfde probleem als de Prunus. Plaatselijk is hij zo dominant vertegenwoordigd dat een veijonging van andere soorten nauwelijks voorkomt. Een zeer snelle agressieve groener met een dicht bladerdak waardoor geen licht op de bodem kan toetreden. De ontwikkeling naar een gevarieerd bos wordt er ernstig door gehinderd. In standen waar dit probleem speelt, kan OP een bestrijding tot de mogelijkheden behoren bijvoorbeeld tegelijkertijd met de Prunus. Dikkere bomen kunnen tijdens een dunning geoogst worden of geringd. 4.1.8. Bosrandenbeheer. Vooral in de Stiphoutse bossen en de Brouwhuissche heide liggen er mogelijkheden voor een aangepast bosrandenbeheer. Aan de randen worden omstandigheden geereeerd waarbij een zoom-' en/of 'mantelvegetatie' tot ontwikkeling kan komen. En onder randen wordt verstaan: overgangen van bos naar landbouwgronden en ook randen in het bos zelf zoals we die vinden langs wegen en paden, kruispunten van paden, natuurterreintjes en open gaten. Zoomvegetaties bestaan uit lagere planten als grassen, heide en bloemen, mantelvegetaties veelal uit struikvonners. Het is de bedoeling dat er meer geleidelijke overgangen komen tussen open ruimten en gesloten bos, dus niet meer volgens rechte strakke lijnpatronen maar meer speelser en afwisselender. Indien dit gebeurt op plaatsen waar veel zonlicht kan toetreden, bijvoorbeeld aan de noordzijde van een pad, dan hebben zonmmnende soorten als vlinders, libellen en andere insecten daar veel baat bij. Nu blijkt dat de Vuilboom een zeer belangrijke struik is voor veel van deze soorten en ook Meidoorn, Sleedoom en Wilg. Overwogen kan worden om extra aandacht te besteden aan de randen en eventueel deze struiken te planten op de daarvoor gepaste bodem. Vuilboom komt bijvoorbeeld weinig voor in de Stiphoutse bossen. 4.1.9. Bodembedekkers. Tot nu toe is er steeds gesproken over bomen en in mindere mate stniiken. Mogelijk dat proefsgewijs nog iets gedaan kan worden aan de lagere vegetatie. Bosbessen bijvoorbeeld komen in de regio Heimond niet voor, waarschijnlijk omdat er geen zaad in de omgevmg voorhanden is. Het zou een idee zijn om op geschikte plekken in de Stiphoutse bossen wat Bosbes uitte zetten. Zoiets is bijvoorbeeld ook mogelijk met Adelaarsvaren waarvan wortelstokken makkelijk aangroeien. Het publiek vindt dit soort varen altijd als 'rustiek' overkomen. Een tapijt van Bosbes of Adelaarsvaren heeft natuurlijk ook wel iets! 4.2. Organisatie. 4.2. 1. Regeling Natuurbeheer. Naast het project 'Geintegreerd Bosbeheer' is het goed te vermelden dat de Gemeente met haar bossen ook in de 'Regeling Natuurbeheer 5zit en daarvoor van het Rijk een jaarlijkse bijdrage krijgt. Deze regeling is een voortzetting van de vroegere regeling 'Functiebeloning Bos'. In het kader hiervan worden delen van het bos aangegeven waar binnen een langere 31 termijn (ca. 20 jaar) bijvoorbeeld een aandeel dood hout aanwezig moet zijn, waar sprake moet zijn van gemengd bos of waar een bepaald aandeel inheemse boomsoorten moet staan (zie Bijlage 3). Deze eisen passen echter geheel binnen het proj eet 'Geintegreerd Bosbeheer' en worden ook in de jaarlijkse Werkplannen verwerkt. 4.2.2. ~r lannen en.Werkblokken. Sinds 1990 wordt ieder jaar een 'Werkplan' voor de bossen opgesteld en zijn langzaam belangrijke positieve veranderingen in het bosbouwkundig denken en handelen doorgevoerd. Achterstallige werkzaamheden werden ingehaald en er kwam een meer planmatige aanpak in plaats van hap-snap werken. Ieder jaar werd een aaneengesloten stak bos behandeld op het gebied van dunning, onrendabele dunning, vrijstelling, prunusbestrijding, padenonderhoud e.d. Deze aanpak in de vorm van een Werkplan zal ook in de toekomst blijven, zelfs uitgebreid worden. Voor een doelmatige planning en uitvoering van de beheerswerkzaamheden is het gehele bosgebied reeds ingedeeld in een vijftal 'Werkblokken'. De blokindeling heeft een aantal voordelen: - Het werkterrein ligt geconcentreerd, toezicht op de werkzaamheden is daardoor eenvoudiger. - Na de houtoogst gaat het herstellen van recreatieve voorzieningen en van wegen en paden makkelijker. - Na de houtoogst heeft een relatief grote oppervlakte van het bos een aantal jaren rust. Dit is gunstig voor dier, plant en mens. Het systeem is als volgt: in jaar 1 wordt Prunus bestreden, eventueel Amerikaanse eik, en worden dunnmgen en gaten geblest, 'geringd' en het hout gemeten; in jaar 2 vindt de houtoogst plaats en de onrendabele dunningen; in jaar 3 kunnen eventueel bomen (bij)geplant worden in de verjongingsgroepen; in jaar 4 een eventuele inboet. Met dit systeem zijn bijvoorbeeld de omstandigheden voor de verkoop van het hout gunstiger omdat de hoeveelheid en kwaliteit ruim van tevoren bekend zijn. De maatregelencyclus is als volgt (zie Bijlage 4): Jaar van Blessen, Ringen, Houtoogst Aanplant: Inboeten: uitvoering Pnmusbestrijding: Onrend.dun.: 2002 Werkblok 1 Werkblok 5 Werkblok Werkblok 2003 Werkblok 2 Werkblok 1 Werkblok Werkblok 2004 Werkblok 3 Werkblok 2 Werkblok 1 Werkblok 2005 Werkblok 4 Werkblok 3 Werkblok 2 Werkblok 1 2006 Werkblok 5 Werkblok 4 Werkblok 3 Werkblok 2 2007 Werkblok 1 Werkblok 5 Werkblok 4 Werkblok 3 etc. 4.2.3. Controles op werkzaamheden. Rest nog de opmerking dat tot nu toe de inhoudelijke controles op specifieke werkzaamheden onvoldoende uitgevoerd worden. Met een oppervlakte van ca. 520 hectare bos- en natuurterrein heeft Helmond een grote verantwoordelijkheid naar de toekomst. De kwaliteit van de uitvoering is daarbij minstens even belangrijk als al het bureauwerk. 32 5 INVULLING STREEFBEELDEN EN BEBEER OP KORTE TERMIJN. De bosgebieden zijn ingedeeld in een aantal 'Streefbeelden': hoe willen we dat ze er op lange termijn uit gaan zien. Dit is afhankelijk van de flmctieaccenten die ze gekregen hebben maar uiteraard ook van de bodem en de beschikbare hoeveelheid vocht. De laatste componenten bepalen in feite wat er van nature kan groeien. Dus is ook van belang de zogenaamde 'Potentieel Natuurlijke Vegetatie' (PNV): wat zou er voor bos gestaan hebben als de mens nooit had ingegrepen. Deze PNV zal daarom worden meegenomen in de 'Streefbeelden'. Bijlage 5 brengt de 'Streefbeelden' in kaart. 5. l. Streefbeelden. 1. Inlandse eik 1 Beuk / Berk. De PNV in deze bossen is ook Inlandse eik, Beuk en Berk. Het zijn de bossen op de betere beekdalgronden zoals die te vinden zijn in het Groot Goor en de )Marande. Hier en daar op de vochtigere plaatsen aangevuld met Es. Een stractuurrijk bos met vele inheemse struiksoorten die er momenteel al in hoge mate te vinden zijn. 2. Groveden / Inlandse eik / Berk. De PNV is droog Groveden-, Inlandse eik-, Berken-bos. Het zijn de armere 'haarpodzol- gronden' en de 'duinvaaggronden' in de heideontghmingsbossen die aan deze voorwaarden voldoen. Zoals op de kaart te zien is beslaat het een groot deel van de Sijphoutse bossen, de totale B rhuiss he heide en de Boss i rond de Bgkelse bossen. De mogelijkheid van een klein aandeel (ca. 100/o) exoten blijft aanwezig. In de Stiphoutse bossen zullen in de directe omgeving van de inliggende natuurterreinen voornamelijk inheemse soorten gaan voorkomen. 3. 60% Exoten (DouRlas, Fijngpar, Abies, Omorika. etc."@ 40% Inheems (Eik, Beuk Linde Berk, Groveden). De PNV is Groveden- Inlandse eik-, Beuk-, Berken-bos. Ze zijn te vinden op de rijkere veldpodzolgrond' in de Stiphoutse bossen ten noorden van de Gerwenseweg. Geheel gelegen in het gebied waar het accent op de 'recreatie' komt te liggen. Momenteel 75% aan exaten aanwezig, in de toekomst dus rond de 60%. Zodoende een verschuiving naar meer mlands loofhout. 4. 40% Exoten (Douglas, FijnMar, Tsusza, etc.), 60% Inheems -,ik, B uk, oved iberk etc@. De PNV is hier nog steeds droger Groveden-, Inlandse eik-, (Beuk-), Berken-bos. Het is een smalle strook als overgang van de'haarpodzolgron& naar de 'veldpodzolgrond', te vinden in de StiDhoutse bossen. Een overgang ook in boomsoortensamenstelling, van de armere Groveden, Inlandse eik en Berk naar de rijkere Douglas, Inlandse eik en Beuk. De totale oppervlakte beslaat ca. 47 hectare waarvan momenteel 7 1 % uit exoten bestaat. Ten noorden van de Gerwenseweg, waar het accent op 'natuur' komt te liggen, zal dit percentage dus fors omlaag moeten ten gunste van inlandse soorten, mogelijk ook 'vochtigere' soorten. Ten zuiden van de Gerwenseweg waar het accent 'recreatie' is, zal slechts een geringe verandering naar inlandse soorten optreden. 5.2. Behe r M korte termijn. Er zijn een aantal opstanden geselecteerd die een representatief beeld geven van het Helmonds bosbezit. Afhankelijk van de uitgangssituatie, groeiplaatseigenschappen en flmctieaccenten zijn 22 zogenaamde 'Representatieve opstanden' of bostypes bezocht en in detail beschreven in Bijlage 6. De uitgangssituatie is hiermee in grote lijnen vastgelegd ten behoeve van een concrete beheersevaluatie over vijfjaar. Per bostype worden de beheersmaatregelen voor de eerste vijf jaar uitgewerkt waardoor de sturing naar het gewenste 'Streefbeeld' tot ontwikkeling komt. 33 Het is duidelijk dat in de toekomst de verandering in de soortensamenstelling moet komen van dunningen (vrijstellen van inlandse soorten, meer licht op de bodem voor natuurlijke veijonging) en het maken van kleinschalige veilingen (voor natuurlijke verjonging of het aanbrengen van een beplanting). Hieronder volgen de ingrepen op korte termijn per bostype. De beschrijving van de 'Representatieve opstanden' vormt hierbij de basis. 5.2. 1. Zomereik. Te vinden in 'Streefbeeld l'.Het zijn de oude opstanden zoals we die vinden 'm het Groot Goor en de Warande. In de Stiphoutse bossen mondjesmaat aanwezig, ook omdat dit bosgebied veel jonger van leeftijd is. Buitengewoon aantrekkelijk voor mens, dier en plant, met veel onderbegroeiing in diverse stadia. Dunningen in deze opstanden zullen in de toekomst nauwelijks plaatsvinden, kleinschalige veilingen idem dito. Er is geen enkele reden te bedenken voor omvorming. Hier en daar zou een enkele boom geringd kunnen worden als een soort dunning en voor het vergroten van het aandeel staand dood hout. Indien open plekken ontstaan door het groepsgewijs sterven van bomen, zullen grote Zomereiken (maat laanboom) geplant worden. Dit geldt eventueel ook voor dode- of slechte laanbomen. Uiteraard zullen jongere opstanden Eik (en andere soorten!) in het Groot Goor en de Warande wel gedund worden om de kans te k-rijgen ook oud, fraai en markant te worden. 5.2.2. Grovedennenbos met Berk en Inlandse eik. Te vinden in 'Streefbeeld 2'. In de oude Grovedennenopstanden met een open vegetatie van zowel Pijpestrootje als Bochtige smele is een onderetage tot ontwikkeling gekomen van Inlandse eik en Berk met hier en daar een Amerikaanse eik. In de Stiphoutse bossen komen ze veelvuldig voor en zijn er prachtige voorbeelden hiervan te vinden, zowel in het noordelijk- als in het zuidelijk deel. De oude Groveden laat relatief veel licht door waarmee deze onderetage zich goed heeft weten te handhaven. Middels dunningen wordt de lichtinval periodiek vergroot waardoor de ontwikkeling van Inlandse eik en Berk door kan blijven gaan. Omdat echter het areaal van dit bostype behoorlijk groot is en ook dezelfde visuele verschijningsvorm heeft, zullen ook kleinschalige gaten in de Groveden gekapt worden. Het bos wordt minder monotoon, krijgt meer structuur, loofbomen krijgen plaatselijk de overhand, er komt meer afwisseling in het geheel. Er wordt gericht gekeken naar plaatsen die hiervoor m aanmerking komen, een combinatie van mindere Dennen met goed ontwikkelde Eiken zou ideaal zijn. Vooral Inlandse eiken worden in ieder geval verder vrijgesteld. Verder zijn de ingrepen gericht op stamkwaliteit en landschappelijk fraaie bomen met een goed ontwikkelde kroon. Dit geldt zowel voor Groveden als Inlandse eik als Berk. Amerikaanse eiken die de onderotage of de oude Grovedennen hinderen, zullen geveld worden of geringd ten behoeve van staand dood hout. Meer dood hout zal er ook komen door slechte Grovedennen te ringen. Indien Amerikaanse eiken als laanbomen aanwezig zijn, zal individueel bekeken worden of ze inlandse soorten in de weg staan. Vaak vinden we onder deze bomen een zaaibed van veijonging en het is maar de vraag of het vellen van de ouderboom verstandig is. 5.2.3. Grovedennenbos met Amerikaanse eik. Te vinden in 'Streefbeeld 2'. Vooral op de Brouwhuissche heide en rond de Nuenensedijk in de Stiphoutse bossen zijn oude opstanden van Groveden te vinden met een hoger percentage Amerikaanse eik. Het is onduidelijk waarom juist hier het aandeel zo hoog is, misschien is de soort gezaaid omdat men dacht dat dit de strooiselvertering zou verbeteren. De bomen zijn plaatselijk tot in het kronendak doorgedrongen en dreigen de Groveden en de onderetage van Inlandse eik en Berk te verdringen. Ten behoeve van de natuur- en belevingswaarde mag het aandeel Amerikaanse eik niet meer dan 10 tot 15% bedragen en hebben inlandse soorten met een goede stamkwaliteit of opvallende verschijningsvonn tijdens dunningen altijd voorrang. Te handhaven Amerikaanse eiken moeten een goede stamkwaliteit hebben of een bijdrage 34 leveren aan een aantrekkelijk bosbeeld. Het is een uitstekende boomsoort om het aandeel staand dood hout (ringen!) te vergroten. In de gebieden met het accent 'natuur' zal het aandeel Amerikaanse eik veel lager uitkomen dan in de andere soorten gebieden. 5.2.4. Douglas. Te vinden in 'Streefbeeld 3 en 4'. De Douglas komt als een min of meer rnonocultuur alleen voor in de Stiphoutse bossen en beslaat daar een aanzienlijke oppervlakte. Zo hier en daar komen Zomereik, Berk, Beuk en Groveden in het kronendak voor. In enkele stormgaten uit 1990 is een natuurlijke veijonging van Douglas ontstaan die, samen met laanbomen van loofhout, het eentonige beeld enigszins doorbreken. Naast soms een tapijt van mos en decimeter hoge zaailingen (die geen lang leven beschoren zijn door gebrek aan licht) is er verder geen onderbegroeling. Over het algemeen bezitten de Douglassen een heel redelijke stamvorin en daardoor kwaliteit. Hier staan waarschijnlijk de hoogste exemplaren uit de verre omgeving! Bij de dunningen zullen de inheemse soorten verder vrijgesteld worden en is de keuze daarna gericht op het vrij stellen van markante bomen en bomen met een goede houtkwahteit. Naast het dunnen zullen kleinschalige veilingen nodig zijn om het aanzien wat afwisselender te maken. Storrngaten kunnen dan ook groter worden gemaakt. Bij deze veilingen is het wenselijk de gaten in te planten met groter plantsoen inlands loolhout. bijvoorbeeld Zomer- of Wintereik, Beuk of Winterlinde. Daarnaast zullen deze veijongingsgroepen ook vollopen met zaailingen van Douglas en Berk zodat in de toekomst een menging ontstaat. Staand dood hout zal toenemen door minder kwaliteit bomen te ringen, ook een methode om een bestaand gat groter te maken. Het zal duidelijk 2@ijn dat vooral in de gebieden met accent 'natuur' het aandeel Douglas naar beneden moet. 5.2.5. Corsicaanse den. Te vinden in 'Streefbeeld 2, 3 en 4'. Verspreid voorkomend in redelijke oppervlakten in de Stiphoutse bossen en Brouwhuissche heide. In Stiphout vooral in Pijpestrootje- en in Brouwhuis in Bochtige smelevegetatie. In de kronenlaag nauwelijks gemengd met andere soorten bomen, in de onderetage echter heel wisselend begroeid met andere bomen en struiken wat perspectief voor de toekomst betekent. De Corsicaanse den is in het verleden veel aangeplant voor z'n snelle groei en goede houtkwaliteit maar is niet optimaal aangepast aan ons klimaat. Er ziji! redelijk veel problemen met de vitaliteit en daardoor is de soort ongeschikt voor een duurzaam bosbeheer. En nog steeds is bij de dunning de vitaliteit het belangrijkste selectiecriterium, voor de stanikwaliteit. Dode bomen kunnen blijven staan in het kader van meer dood hout in het bos en doen ook verder geen schade, kwijnende bomen echter kunnen door schinunelwerking naburige exemplaren aantasten en zullen zo de productiefunctie ondermijnen. Buiten de gebieden met het accent 'natuur' zullen dus bij dunningen deze m'mder vitale bomen geruimd worden. Verder worden natuurlijk de inlandse soorten vrijgesteld. Vanwege het monotone karakter van de opstanden zullen ook hier kleinschalige veli ingen gepland worden. Dit op plaatsen waar de vitaliteit of de stamkwaliteit te wensen overlaat, waar reeds een onderbegroeiing van loofhout aanwezige is of waar zaadbomen van inlands loofliout voor natuurlijke veijonging kunnen zorgen. In Pijpestrootjevegetatie zal zo hier en daar bodemverwonding nodig zijn om de veijonging te doen slagen. Eventueel kan groter plantsoen van Eiken, op de betere gronden ook Beuken of Winterlinde in ruim verband middels planten ingebracht worden. Dit alles om de afwisseling en de natuurlijkheid te vergroten, zeker in de gebieden met het accent 'natuur'. 5.2.6. Abies grandis. Te vinden in 'Streefbeeld 2, 3 en 4'. Voorkomend alleen in de Stiphoutse bossen en bijna geheel ten noorden van de Gerwense-weg. In monocultuur aangelegd en nog steeds zonder enige menging of onderbegroeiing, saaiheid ten top! Ook een soort die nauwelijks aan het klimaat is aangepast en die er ook kwa bodem niet thuis hoort. Slecht op een paar plaatsen 35 lijkt de vitaliteit redelijk maar bij het overgrote deel is deze zeer matig tot slecht te noemen. En dit is reeds jaren het geval zodat het voor de toekomst weinig perspectief biedt. Voor een duurzaam bosbeheer dus geen optie, te meer ook dat het hout voor de handel geen enkele waarde heeft. Alleen recreatief gezien, ter afwisseling. een reden om de soort in kleine oppervlakten of in menging te behouden. Dunning heeft alleen zin waar de vitaliteit nog redelijk is, voor de rest moet de omvonning komen uit kleinschalige veilingen. Omdat de meeste opstanden toch op de betere gronden liggen, is het planten van Eiken, Beuken enlof Winterlinden een goede optie om snel tot meer afwisseling te komen ook voor de soortensamenstelling. Mits goed geplaatst zal een natuurlijke veijonging van Berk Qangs paden) en Groveden (aangrenzende vakken) de gaten verder vullen. Het ringen van Abies grandis om meer dood hout te krijgen zal niet nodig zijn. 5.2.7. Amerikaanse eik. Te vinden in 'Streefbeeld 2, 3 en 4'. Opstanden van deze soort vinden we voornamelijk in de Stiphoutse bossen, enkelen in de Brouwhuissche heide en de bossen rond de Bakelse bossen. Bijna geheel als monocultuur aanwezig zonder al te veel onderbegroeiing. Het dichte bladerdak laat ook nauwelijks licht toe waardoor andere soorten weinig kans maken. Bij dunningen in ieder geval inlandse soorten vrijstellen, de rest vooral op stamkwaliteit beoordelen. De neiging bestaat om niet te hard te dunnen om te voorkomen dat door veel lichttoetreding eikels gaan uitlopen. In randzones zou dit een uitbreiding kunnen betekenen en dat willen we liever niet, zeker niet in gebieden met het accent 'natuur'. Kleinschalige veilingen om wat afwisseling in structuur te krijgen, behoren tot de mogelijkheden. Zij dienen weloverwogen plaats te vinden omdat er steeds de kans bestaat dat ze weer vollopen met zaaüingen. Planten van andere soorten is dan geen optie omdat Amerikaanse eik sneller groeit. Ringen is een goede manier om meer staand «angdurig!) dood hout te krijgen of kan als een soort dunning bezien worden. De dunning is toch de methode om de soort in bedwang te houden. De Amerikaanse eik heeft recreatieve- (mooie herfstkleuren!) en houtteeltkundige waarde, geen natuurwaarde. 5.2.8. den. Te vinden in 'Streefbeeld 2'. Oudere opstanden staan alleen in de Stiphoutse bossen, in de Brouwhuissche heide een paar jonge. Een soort die zowel voor de recreatie als de productiefunctie als de natuur niets in petto heeft. Niet firaai om te zien, monotoon, geen onderbegroeiing en het hout is voor de handel niets waard. Kortom ideaal om om te vormen, zeker in gebieden met het accent 'natuur'. Kleinschalige veflingen zijn nodig om dit te realiseren. Een natuurlijke veijonging van Berk en Groveden met wat geplante Zomer-of Wintereiken ertussen zal de toekomst zijn. Ringen is verder niet van toepassing gezien de diameter. 5.2.9. Andere boomsoorten. Te vinden in de 'Streefbeelden 1 t/m 4'. De oppervlakte Beuk, Berk, Es, Fijnspar, Omorikaspar, Tsuga, Japanse lariks, Oostenrijkse den, Sitkaspar en Contortaden is per soort zo klein dat ze niet behandeld worden in de lijst van 'Representatieve opstanden . Wat de naaldhoutsoorten betreft, aflen exoten, kunnen ze in kleinere hoeveelheden blijven voorkomen ter afwisseling, ook afliankelijk van de flmctieaccent. Ze produceren nauwelijks of geen zaailingen zodat ze geen bedreiging vormen voor uitbreiding. 36 5,2.10. Wegen- en padenstructuur, Het huidige wegen- en padennet 'm de Stiphoutse bossen en de Brouwhuissche heide stamt hoofdzakelijk uit de tijd van de bosaanleg en was uitsluitend gericht op een doelmatige bosexploitatie. De structuur is daardoor veelal rechtlijnig van opzet. Wandelaars en fietsers zien al lang van tevoren wat er komen gaat, verrassingseffecten blijven uit. Ter verbetering zouden ze een meer slingerend verloop moeten krijgen. Bij het vellen van vei]'ong'mgsgaten liggen hiervoor de mogelijkheden. Door deze gaten over een bestaand pad heen te projecteren en het oorspronkelijk trace in de veijonging op te nemen, kan de route om de veij onging gelegd worden. Het rechtlijnige beeld wordt hiermee op een eenvoudige manier doorbroken. 37 6 FINANCIEEN. Over inkomsten en uitgaven kan voor de toekomst een aantal algemeenheden worden opgesteld. Zo zullen op korte termijn de houtopbrengsten tijdelijk toenemen en daarna weer geleidelijk afliemen tot het oude niveau, zullen verjongingen,tijdelijk meer geld kosten door aanplant en bodemvoorbereiding, enz. Jaarlijks zal alles beschreven worden in een 'Werkplan' wat als basis dient en waarin verwachte inkomsten en uitgaven besproken worden. Omdat er vooraf een planning is, kunnen bijvoorbeeld subsidies uit regelingen optimaal benut worden. Er is meer zicht op de te verwachten kosten en opbrengsten. De meeste kosten zullen op de langere termijn vrij constant blijven, zoals: - Puur bosbouwkundige maatregelen (blessen, houtmoten, onrendabele dunningen, prunusbestrijding): per jaar worden vergelijkbare oppervlakten behandeld. - Opstellen van hetjaarhjks Werkplan: grotendeels subsidiabel vanwege deelname aan dit project geïntegreerd bosbeheer. - Onderhoud van bospaden: jaarlijks een vergelijkbaar bedrag. - Uren gemeentelijke dienst (Stedelijke ontwikkeling en Beheer): rn'ir of meer vast aantal uren per jaar. - Eigendomslasten: deze vaste lasten varieren niet of nauwelijks. Inkomsten die vrij con~ blijven zijn: Beheerssubsidie van de rijksoverheid: worden in perioden van 6 jaar toegekend maar zal ook in de toekomst redelijk constant blijven. Meer variabele posten zijn: - Inkomsten uit houtverkoop: deze zijn afliankelijk van het te oogsten volume, kwaliteit en inarktprijsontwikkeling. Per jaar worden echter vergelijkbare oppervlakten behandeld, maar desondanks kunnen inkomsten varieren. - Inkomsten uit jachtpacht: afilankelijk van het wel'of niet verlengen van de pacht- contr?Lcten. Uitgaven ten behoeve van veijongingen: afliankefijk van de aanwezige noodzaak en nazorg kunnen ze van jaar tot jaar varieren. - Uitgaven ten behoeve van de recreatie: zullen toenemen door hoger voorzieningsniveau en toenemend zwerfvuil. - Uitgaven ten behoeve van natuurterreinen: zullen redelijk constant blijven, echter ad hoc werkzaamheden zullen zeker voorkomen. Ad hoc subsidies: kunnen variabel optreden. Een belangrijk deel van de kosten en inkomsten bij het bosbeheer zijn dus uit te drukken in jaarlijks terugkerend. Dit maakt dat een redelijk betrouwbare meerjarige kostenranüng op te stellen is. Te verwachten is dat op basis van de toekomstige maatregelen het bosbouwkundig beheer financieel n-án of meer hetzelfde zal 2ijn als in de afgelopen jaren. Geen radicale koerswijzigingen dus. Al eerder is er op gewezen dat met het geïntegreerd bosbeheer een aanvaardbaar kostenniveau ten aanzien van het bosbouwkundig beheer' nagestreefd wordt, daarbij de kosten voor eigenaarslasten, recreatieve voorzieningen, natuurterreinen en landschappelijke elementen niet inbegrepen. p FB .. @"-,domBakelsebossen N Bijlage 1. Afbakening project Brouwhuissche heide Oppervlakte binnen GBB-aanvraag Oppervlakte buiten GBB-aanvraag, wel binnen aanvullend project Oppervlakte buiten project Schaal 135.000 Sdphoutse bossen Bossen rondo N Bijlage 2. Functieaccenten Brouwhuissche het Multifunctioneel bos Muififunctioneel bos met accent natuur Muififunctioneel bos met accent recreatie Schaal 1 35.000 Stphoutse bossen Bossen rondom Bakelse bossen N Bijlage 3. Regeling Natuurbeheer 2000 Geen pakket Basispakket plas en ven Basispakket moeras Batispakket heide Baáispakket bos Bos met verhoogde natuurwaarde (A) Natuurbos Toelichtng: Basispakket bos; hiervoor gelden geen bijzondere eisen Brouwhuissche held,] Bos met verhoogde natuurwaarde (A); hiervoor geldt dat binnen een periode van 6 jaar in aangewezen delen een bepaalde hoeveelheid dikke dode bomen, gemengd bos en inheemse boomsoorten aanwezig moeten zijn Schaal 1 :35.000 Sbphoutse bossen Bossen rondo Bijlage 4. Werkblokken Werkblok 1 Brouwhuissche heide Werkblok 2 Werkblok 3 Werkblok 4 Werkblok 5 Schaal 135.000 p 0 ruk"* Bossen rondom Bakelse bossen N Bijlage 5. Streefbeelden Inlandse eik 1 Beuk 1 Berk Brouwhuissche held,] Groveden 1 Inlandse eik/ Berk, max. 1 0% Exoten 60% Exoten, 40% Inheems 40% Exoten, 60% Inheems Schaal 1 35.000 BIJLAGE 6 :Beschrijving van 22 representatieve opstanden. Boslype: Vaklafdeling: Zomereik Groot Goor: 595d en 598a. Groveden Stiphoutsebossen: 4,11,19a,110g,113a,1Z4een125e. Brouwbuissche heide: 204a en 213h. Corsicaanse den Stiphoutse bossen: 3Sql, 106e en 113d. Brouwbuissche heide: 202. Douglas Stim)houtse bossen: 102a, 103a en 110b. Abies grandis St' houtse bossen: 33e en 109m. IP Amerikaanse eik Stiphoutse bossen: 110h. Weyniouthden Stiphoutse bossen: 125a. Per vaWafdelinL, oi) @ierna volgende bladzijden. Zij vertegenwoordigen het betreffende bos zo goed mogelijk@ Beschrijving representatieve opstanden. Algemeen: vawafd 595d, Groot Goor oppervlakte 2,22 ba. (hoofd)boomsoort Zomereik jaar aanleg 1896 van heersende boomlaag diameter 50 cm. van heersende boomlaag hoogte 26 m. van heersende boomlaag bodemtype/PNV beekeerd, eilbulbe functieaccent natuur streefbeeld eilbulbe Heersende boomlaag: mengboomsoort aanwezig <20%, beuk kroonsluiting gevarieerd potentiele T-bomen 60-120/ha. dikke bomen (>40cm) aanwezig >10/ha. struiklaag 0,5 m - kronendak: aanwezig verspreid en concentraties, 95% hoogte struiklaag tot kronendak samenstelling struiklaag mengboomsoorten, struikvormers mengboomsoort, struikvormers berk, zwarte els, Am.eik, beuk, vuitboom, lijsterbes, prunus, krent, hulst, prunus padus aandeel mengboomsoort onvoldoende aandeel am. eik 1% aandeel prunus 5% kruidlaag 0 - 0,5 m: aanwezig gedeeltelijk, moslvaren/braam/riet/salamonszegell klimop belemmering nat. verjonging gedeeltelijk nat. verjonging aanwezig verspreidlconcentraties >5/m2 samenstelling nat. verjonging struikvormers mengboomsoort, struikvormers prunus padus, lijsterbes, vuilboom aandeel am. eik - aandeel prunus 0-5% dood hout: aftakelende bomen <10/ha. aantal >30cm dbh aangeven: 2 st. staand dood hout <10[ha. aantal >30cm dbh aangeven: 2 st. liggend dood hout geen aantal >30cm dbh aangeven: st. --- Beschrijving representatieve opstanden. Algemeen: vaklafd 598a, Groot Goor oppervlakte 2,21 ha. (hoofd)hoomsoort Zomereik jaar aanleg 1890 van.heersende boomlaag diameter 45 cm. van heersende boomlaag hoogte 26 m. van heersende boomlaag bodemtype/PNV beekeerd, eilbulbe functieaccent natuur streefbeeld eilbulbe Heersende boomlaag: mengboomsoort aanwezig <20%, esdoorn/ beuk in de rand kroonsluiting gevarieerd en openingen - potentiele T-bomen 60-120/ba. dikke bomen (>40cm) aanwezig >10/ha. struiklaag 0,5 m - kronendak: aanwezig verspreid en concentraties, 95% hoogte struiklaag tot kronendak samenstelling struiklaag mengboomsoorten, struikvormers mengbooms.oort, struikvormers esdoorn, beuk, zwarte eis, prunus avium, vlier, lijsterbes, prunus padus aandeel mengboomsoort onvoldoende aandeel am. eik - aandeel prunus 0-5% kruidlaag 0 - 0,5 m: aanwezig gedeeltelijk, moslvaren/braam/vlier/prunus padus/ hop/framboos belemmering nat. verjonging gedeeltelijk nat. verjonging aanwezig verspreid samenstelling nat. verjonging mengboomsoort/struikvormers men2boomsoort, struikvormers esdoorn, prunus padus, vlier aandeel am. eik - aandeel prunus 0-5% dood hout: aftakelende bomen <10/ha. aantal >30cm dbh aangeven: 2 st. staand dood hout <10/ha. aantal >30cm dbh aangeven: 1 st. liggend dood hout geen aantal >30cm dbh aangeven: st. Beschrijving representatieve opstanden. Algemeen: vaklafd 4, Stiphoutse bossen oppervlakte 3,89 ha. Oioofd)boomsoort Grovedeii jaar aanleg 1937 van heersende boomlaag diameter 27 cm. van heersende boomlaag hoogte 19 m. van heersende boomlaag bodemtype/PNV duinvaaggrond, gdleilbe functieaccent recreatie streefbeeld gdleilbe Heersende boomlaag: niengboomsoort aanwezig <20%, zomereik en berk in de rand kroonsluiting gelijkmatig tot gevarieerd potentiele T-bomen 60-1201ba. dikke bomen (>40cm) aanwezig <10/ha. struiklaag 0,5 m - krolielidak: aanwezig verspreid en concentraties, 90% hoogte struiklaag 0,5xboomhooete samenstelling struiklaag mengboomsoorten, struikvormers mengboomsoort, struikvorniers berk, zomereik, Am.eik, lijsterbes, vuilboom aandeel mengboomsoort voldoende aandeel am. eik 2% aandeelorunus 0-5% kruidlaag 0 - 0,5 m: aanwezig eeltelijk, bochtige smelelvaren/mos ged belemmering nat. verjonging gedeeltelijk nat. verjonging aanwezig verspreid samenstelling nat. -verjonging inengboomsoort, struikvormers mengboomsoort, struikvormers berk, lijsterbes aandeel am. eik 1% aandeel prunus 0-5% dood hout: aftakelende bomen <10/ha. aantal >30cm dbh aangeven: 1 st. staand dood hout geen aantal >30cm dbh aangeven: st. liggend dood hout <10/ha. aantal >30cm dbh aangeven: 2 st. Beschrijving representatieve opstanden. Algemeen: vaklafd 11, Stiphoutse bossen oppervlakte 5,15 ha. (hoofd)boomsoort Groveden jaar aanleg 1935 van heersende boomlaag diameter 26 cm. van heersende boomlaag hoogte 19 m. van heersende boomlaag bodemtype/PNV duinvaaggrond, gdleilbe fiincticaccent recreatie streefbeeld gdleilbe Heersende boomlaag: mengboomsoort aanwezig <20%, Am.eik en zomereik in de rand kroonsluiting gelijkmatig tot gevarieerd potentiele T-bomen 60-120/lia. dikke bomen (>40cm) aanwezig <10/ha. struiklaag 0,5 m - kronendak: aanwezig verspreid en concentraties, 85% hoogte struiklaag 0,5xbooiiihoogte samenstelling struiklaag mengboomsoorten, struikvormers mengboomsoort, struikvormers berk, zomereik, Am.eik. lijsterbes, vuilboom, krent aandeel mengboomsoort voldoende aandeel am. eik 5% aandeelprunus 0-5% kruidlaag 0 - 0,5 m: aanwezig gedeeltelijk, bochtige smelelvaren/mos belemmering nat. verjonging gedeeltelijk nat. verjonging aanwezig verspreid samenstelling nat. verjonging mengboomsoort, struikvormers mengboomsoort, struikvormers berk, lijsterbes aandeel am. eik 1% aandeel prunus 0-5% dood hout: aftakelende bomen <10/ha. aantal >30cm dbh aangeven: 1 st. staand dood hout <10/ha. aantal >30cm dbh aangeven: 1 st. liggend dood hout <10/ha. aantal >30cm dbh aangeven: 1 st. Beschrijving representatieve opstanden. Al emeen: 9 vaklafd 19a,. Stiphoutse bossen oppervlakte 2,20 ha. (hoofd)boomsoort Groveden jaar aanleg 1934 van heersende boomlaag diameter 25 cm. van heersende boomlaag hoogte 18 m. van heersende boomlaag bodemtype/PNV haarpodzol, gdleilbe functieaccent recreatie streefbeeld gdleilbe Heersende boomlaag: mengboomsoort aanwezig <20%, Am.eik en zomereik in de rand kroonsluiting gelijkmatig tot gevarieerd potentiele T-bomen 60-120/ba. dikke bomen (>40cm) aanwezig geen struiklaag 0,5 m - kronendak: aanwezig verspreid en concentraties, 60% hoogte struiklaag 0,5xboomhoogte samenstelling struiklaág mengboomsoorten, struikvormers mengboomsoort, struikvormers berk, zomereik, Am.eik, lijsterbes, vuilboom, krent aandeel mengboomsoort voldoende aandeel am. eik 5% ndeel prunus 0-5% aa kruidlaag 0 - 0,5 m: aanwezig gedeeltelijk tot geheel, bochtige sinelelvaren/mos belemmering nat. verjonging gedeeltelijk nat. verjonging aanwezig verspreid samenstelling nat. verjonp-ing mengboomsoort, struikvormers mengboomsoort, struikvormers berk, lijsterbes aandeel am. eik 1% aandeel i')runus 0-5% dood hoi-,t: aftakelende bomen <10/lia. aantal >30cm dbh aangeven: 1 st. staand dood hout geen aantal >30cm dbh aangeven: st. liggend dood hout <10/ha. aantal >30cm dbh aangeven: 1 st. Beschrijving representatieve opstanden. Algemeen: vaklafd 110g, Stiphoutse bossen oppervlakte 2,30 ha. (hoofd)boomsoort Groveden jaar aanleg 1928 van heersende boomlaag diameter 23 cm. van heersende boomlaag hoogte 19 m. van heersende boomlaag bodemtype/PNV veldpodzol, gdlei[bulbe functieaccent natuur streefbeeld gdleil(bu)lbe Heersende boomlaag: mengboomsoort aanwezig <20%, zomereik en Am.eik in de rand kroonsluiting F-eli -ikmatig tot gevarieerd- potentiele T-bomen 60-120/ba. dikke bomen (>40cm) aanwezig- geen struiklaag 0,5 m - kronendak: aanwezig verspreid, 60% hoogte struiklaag 0,5xboomhoogte samenstelling struiklaa£ mengboomsoorten, struikvormers mengboomsoort, struikvormers berk, Am.eik, Iiisterbes, vuilboom, krent, prunus aandeel mengboomsoort voldoende aandeel am. eik 5% aandeel prunus 5% kruidlaag 0 - 0,5 m: aanwezig gedeeltelijk, pijpestrootjelmoslvaren belemmering nat. verjonging gedeeltelijk nat. verjonging aanwezig verspreid samenstelling nat. verjonging mengboomsoort, struikvormers mengboomsoort, struikvormers berk, lijsterbes aandeel am. eik 1% aandeel prunus 0-5% dood hout: aftakelende bomen geen aantal >30cm dbh aangeven: st. staand dood hout <10/ha. aantal >30cm dbh aangeven: - st. liggend dood hout geen aantal >30cm dbh aangeven: st. Beschrijving representatieve opstanden. Algemeen: vaklafd 113a, Stiphoutse bossen oppervlakte 2,95 ha. (hoofd)boomsoort Groveden jaar aanleg 1927 van heersende booinlaag diameter 27 cm. van heersende boomlaag hoogte 20 m. van heersende boomlaag bodemtype/PNV haarpodzol, gdleitbe functieaccent natuur streefbeeld gdleilbe Heersende boomlaag: mengboomsoort aanwezig <20%, zomereik, Am.eik en douglas in de rand kroonsluiting gelijkmatig tot gevarieerd potentiele T-bomen 60-120/ba. dikke bomen (>40cm) aanwezig geen struiklaag 0,5 m - kronendak: aanwezig verspreid en concentraties, 90 % hooate struiklaag 0,5xboomhoogte samenstelling struiklaag mengboomsoorten, struikvormers mengboomsoort, struikvormers zoinereik(veel), berk, Am.eik, lijsterbes, vrunus aandeel mengboomsoort voldoende aandeel am. eik 2% aandeel prunus 5% kruidlaag 0 - 0,5 m: aanwezig geheel, pijpestrootjelmoslvaren/braam belemmering nat. verjonging gedeeltelijk nat. verjonging aanwezig verspreid en concentraties >5m2 samenstelling nat. verjonging mengboomsoort, struikvormers mengboomsoort, struikvoemers berk, lijsterbes aandeel am. eik 1 % aandeel prunus 0-5% dood hout: aftakelende bomen geen aantal >30cm dbh aangeven: st. staand dood hout geen aantal >30cm dbh aangeven: st. liggend dood hout <10/ha. aantal >30cm dbh aangeven: st. Beschrijving representatieve opstanden. Algemeen: vawafd 124e, Stiphoutse bossen oppervlakte 3,37 ha. (hoofd)boomsoort Groveden jaar aanleg 1931 van heersende hoomlaag diameter 26 cm. van heersende boomlaag hoogte 19 m. van heersende boomlaag bodemtype/PNV haarpodzol, gdleilbe functicaccent natuur streefbeeld gdleilbe Heersende boomlaag: mengboomsoort aanwezig <20%, zomereik, Am.eik en Cors.den in de rand kroonsluiting gelijkmatig tot gevarieerd potentiële T-bomen 60-120/ba. dikke bomen (>40cm) aanwezig geen struiklaag 0,5 m - kronendak: aanwezig verspreid en concentraties, 85% hoo _gte struiklaag 0,5xboomhoogte samenstelling struiklaag hoofdboomsoort, mengboomsoorten, struikvormers mengboomsoort, struikvormers zomereik(veel), berk. Am.eik, douglas, groveded, lijsterbes, krent, prunus aandeel mengboomsoort voldoende aandeel am. eik 1% aandeel prunus 5% kruidlaag 0 - 0,5 m: aanwezig geheel, bochtige smelelmoslvaren belemmering nat. verjonging gedeeltelijk nat. verjonging aanwezig verspreid en concentraties >5/m2 samenstelling nat. verjonging mengboomsoorten, struikvormers mengboomsoort, struikvormers zomereik, berk, lijsterbes aandeel am. eik - aandeel prunus 0-5% dood hout- aftakelende bomen geen aantal >30cm dbh aangeven: st. staand dood hout <10/ha. aantal >30cm dbh aangeven: - st. liggend dood hout <10/ha. aantal >30cm dbh aangeven: - st. Beschrijving representatieve opstanden. Al emeen: 9 valdafd 125e, Stiphoutse bossen oppervlakte 2,29 ha. (hoofd)boomsoort Groveden jaar aanleg 1929 van heersende boomlaag diameter 26 cm. van heersende boomlaag hoogte 19 m. van heersende boomlaag bodemtype/PNV haarpodzol, gd/eilbe functicaccent natuur streefbeeld gdleilbe Heersende boonilaag: mengboomsoort aanwezig <20%, Am.eik en zomereik in de rand kroonsluiting gelijkmatig tot gevarieerd potentiele T-bomen 60-120/ba. dikke bomen (>40cm) aanwezig geen struiklaag 0,5 m - kronendak: aanwezig verspreid en concentraties, 85% hoogte struiklaag 0"5xboomhoogte samenstelling struiklaag mengboomsoorten, struikvormers mengboomsoort, struikvormers zomereik(yeel), Am.eik, berk, douglas, lijsterbes, vuilboom, krent, prunus aandeel mengboomsoort voldoende aandeel am. eik 2% aandeel prunus 5% kruidlaag 0 0,5 m: aanwezig geheel, pijpestrootjelbochti2e smelelvaren/mos belemmering nat. vei@ionging gedeeltelijk nat. verjonging aanwezig verspreid en concentraties >5/m2 samenstelling nat. verjonging mengboomsoorten, struikvormers men2hoomsoort, struikvormers zomereik, Am.eik, berk, weymouthden, lijsterbes, vuilboom aandeel am. eik 1 % aandeel prunus 0-5% dood hout: aftakelende bomen <10/ha. aantal >30cm dbh aangeven: st. staand dood hout geen aantal >30cm dbh aangeven: st. liggend dood hout <10/ha. aantal >30cm dbh aangeven: st. menging pijpestrootie en bochtige smele! Besclifijving representatieve opstanden. Algemeen: vaklafd 204a, Brouwhuissche heide akte 5,03 ha. oppervl (hoofd)boomsoort Groveden jaar aanleg 1951 van heersende boomlaag diameter 19 cm. van heersende boomlaag hoogte 15 m. van heersende boomlaag bodemtype/PNV haarpodzollveldpodzol, gdleilbe functieaccent multifunctioneel streefbeeld gdleilbe Heersende boomlaag: menp-hoomsoort aanwezig <20%, Am. eik, zomereik kroonsluitin2 gelijkmatig potentiele T-bomen <60/ha. dikke bomen (>40cm) aanwezig geen struiklaag 0,5 m - kronendak: aanwezig verspreid en concentraties, 45% hoogte struiklaag tot kronendak samenstelling struiklaag mengboomsoorten, struikvórmers mengboomsoort, struikvormers Am.eik, zomereik, berk, lijsterbes, vuilboom aandeel mengboomsoort onvoldoende aandeel am. eik 40% aandeel prunus 5% kruidlaag 0 - 0,5 m: aanwezig gedeeltelijk, bochtige smelelpijpestrootje/varen/ rankende helmbloemladelaarsvaren belemmering nat. verjonging ja nat. verjonging aanwezig verspreid samenstelling nat. verjonging mengboomsoort, struikvormers mengboomsoort, struikvormers berk, vuilboom aandeel am. eik - aandeel prunus 5% dood hout: aftakelende bomen <10/ha. aantal >30cm dbh aangeven: - st. staand dood hout <10/ha. aantal >30em dbh aangeven: - st. liggend dood hout <10/ha. aantal >30cm dbh aangeven: - st. Beschrijving representatieve opstanden. Algemeen: vaklafd 213b, Brouwhuissche heide oppervlakte 2,07 ha. (hoofd)hoomsoort Groveden jaar aanleg 1925 van heersende boomlaa,g diameter 24 cm. van heersende boomlaag hoogte 16 in. van heersende hoomlaag bodemtype[PNV haarpodzol, gdleilbe functieaccent multifunctioneel streefbeeld gdleilbe Heersende boomlaag: mengboomsoort aanwezig nee kroonsluiting gevarieerd potentiele T-bomen <60/ha dikke bomen (>40cm) aanwezig geen struiklaag 0,5 m - kronendak: aanwezig verspreid, 20% hoogte struiklaag tot kronendak samenstelling struiklaag mengboomsoorten, struikvormers mengboomsoort, struikvormers Am.eik, zomeileik, berk, tamme kastanje, lijsterbes aandeel mengboomsoort onvoldoende aandeel am. eik 15% aandeel prunus 20% kruidiaag 0 - 0,5 m: aanwezig geheel, bochtige smelelvaren belemmering nat. verjonging ja nat. verjonging aanwezig nee samenstelling nat. verjonging mengboomsoort, struikvormers aandeel am. eik aandeel prunus 40% dood hout: aftakelende bomen geen aantal >30cm dbh aangeven: st. staand dood hout geen aantal >30cm dbh aangeven: st. liggend dood hout <10/ha. aantal >30cm dbh aangeven: - st. Beschrijving representatieve opstanden. Algemeen: vaklafd 35q1, Stiphoutse bossen oppervlakte 2,01 ha. (hoofd)boomsoort Corsicaanse den jaar aanleg 1955 van heersende boomlaag diameter 25 cm. van heersende boomlaag hoogte, 16 m. van heersende boomlaag bodemtype/PNV veldpodzol, gdleilbutbc functicaccent natuur streefbeeld gdleil(bu)lbe Heersende boomlaag: mengboomsoort aanwezig <20%, zomereik in de rand kroonsluiting gelij kmatiiz tot Gevarieerd - potentiele T-bomen 60-120/ha. dikke bomen (>40cm) aanwezig <10/ha. struiklaag 0,5 m - kronendak: aanwezig verspreid, 5-10% hoogte struiklaag 0,5xboomhoogte samenstelling struiklaag mengboomsoorten, struikvormers mengboomsoort, struikvormers zomereik, br-rk@ Am.eik, lijsterbes, prunus aandeel mengboomsoort onvoldoende aandeel am. eik 1% aandeel prunus 2% kruidlaag 0 - 0,5 m: aanwezig geheel, pijpestrootje/varen belemmering nat. verjonging ja nat. verjonging aanwezig verspreid samenstelling nat. verjonging mengboomsoort, struikvormers mengboomsoort, struikvormers zomereik, berk, lijsterbes, prunus aandeel am. eik - aandeel prunus 5% dood hout: aftakelende bomen <10/ha. aantal >30em dbh aangeven: st. staand dood hout geen aantal >30cm dbh aangeven: st. liggend dood hout <10/ha. aantal >30cm dbh aangeven: st. Beschrijving representatieve opstanden. Algemeen: vaklafd 106e, Stiphoutse bossen oppervlakte 2,25 ha. (hoofd)boomsoort Corsicaanse den jaar aanleg 1964 van heersende boomlaág diameter 22 cm. van heersende boomlaag hoogte 16 in. van heersende boomlaag bodemtype/PNV haarpodzol, gdleilbe functicaccent recreatie streefbeeld 60% exoten, 40% inheems Heersende boomlaag: mengboomsoort aanwezig <20%, Am.eik, zomereik en berk in de rand kroonsluiting gelijkmatig potentiele T-bomen 60-120/ba. dikke bomen (>40cm) aanwezig geen struiklaag 0 5 m - kronendak: aanwezig verspreid en concentraties, 15% hoogte struiklaag 0,5xboomhoogte samenstelling struiklaag mengboomsoort, struikvormers mengboomsoort, struikvormers douglas, lijsterbes, prunus aandeel mengbooinsoort onvoldoende aandeel am. eik 1% aandeel prunus 5% kruidlaag 0 - 0,5 m: aanwezig gedeeltelijk, moslvarentbraam belemmering nat. 'verjonging gedeeltelijk nat. verjonging aanwezig verspreid en concentraties >5/m2 samenstelling nat. verjonging mengboomsoort, struikvormers mengboomsoort, struikvormers douglas, lijsterbes, hulst aandeel am. eik 1% aandeel prunus 0-5% dood hout: aftakelende bomen <10/ha. aantal >30cm dbh aangeven: st. staand dood hout geen aantal >30cm dbh aangeven: st. liggend dood hout <10/ha aantal >30cm dbh aangeven: st. Besclirijving representatieve opstanden. Algemeen: vaklafd 113d, Stiphoutse bossen oppervlakte 1,61 ba. (hoofd)boomsoort Corsicaanse den jaar aanleg 1969 van heersende boomlaa2 diameter 19 cm. van heersende boomlaag hoogte 17 m. van heersende boomlaag bodemtype/PNV haarpodzol, gdleilbe functicaccent natuur streefbeeld gdleilbe Heersende boomlaag: mengboomsoort aanwezig <20%, Am.eik en zomereik in de rand kroonsluiting gelijkmatig potentiele T-bomen 60-120/ha. dikke bomen (>40cm) aanwezig geen struiklaag 0,5 m - kronendak: aanwezig verspreid en concentraties, 70% hoogte struiklaag 0,5xboomhoogte samenstelling struiklaag mengboomsoort, struikvorme rs mengboomsoort, struikvormers berk, lijsterbes, prunus aandeel mengboomsoort onvoldoende aandeel am. eik - aandeel prunus 15% kruidlaag 0 - 0,5 m: aanwezig gedeeltelijk, pijpestrootjelmoslvaren belemmering nat. v tong-ing gedeeltelijk nat. verjonging aanwezig verspreid en concentraties >5/m2 samenstelling nat. verjonging mengboomsoort, struikvormers mengboomsoort, struikvormers berk, lijsterbes, krent, prunus aandeel am. eik - aandeel prunus 5% dood hout: aftakelende bomen >10/ha. aantal >30cm dbh aangeven: st. staand dood hout geen aantal >30cm dbh aangeven: st. liggend dood hout geen aantal >30cm dbh aangeven: st. Beschrijving representatieve opstanden. Algemeen: vaklafd 202, Brouwhuissche heide oppervlakte 2,53 ha. (hoofd)boomsoort Corsicaanse den jaar aanleg 1951 van heersende boomlaag diameter 22 cm. van heersende hoomlaag hoogte 16 in. van heersende boomlaag bodemtype/PNV haarpodzol (zuidrand veldpodzol), gdleilbe functieaccent multifunctioneel streefbeeld gdleilhe Heersende boomlaag: mengboomsoort aanwezig nee kroonsluiting gevarieerd potentiele T-bomen 6.0-1201ha. dikke bomen (>40cm) aanwezig geen struiklaag 0,5 m - kronendak: aanwezig verspreid, 5% hoogte struiklaag 0,5xboomhoogte samenstelling struiklaag mengboomsoorten, struikvoriters mengboomsoort, struikvormers zomereik, Am.eik, berk, lijsterbes, vuilboom aandeel mengboomsoort onvoldoende aandeel am. eik 5% aandeel prunus 5% kruidlaag 0 - 0,5 m: aanwezig geheel, bochtige smelelvaren/rankende belmbloeml(pijpestrootje) belemmering nat. verjonging ja nat. verjonging aanwezig verspreidlconcentraties >5/m2 samenstelling nat. verjonging mengboomsoorten/struikvormers mengboomsoort, struikvormers zomereik, groveden, vuilboom, lijsterbes aandeel am. eik - aandeel prunus 5% dood hout: aftakelende bomen <10/ha. aantal >30cm dbh aangeven: st. staand dood hout geen aantal >30cm dbh aangeven: st liggend dood hout geen aantal >30cm dbh aangeven: st. Beschrijving representatieve opstanden. Algemeen: vaklafd 102a, Stiphoutse bossen oppervlakte 3,19 ha. (hoofd)boomsoort Douglas jaar aanleg 1954 van heersende hoomlaag diameter 32 cm. van heersende boomlaag hoogte 28 m. van heersende hoomlaag bodemtype/PNV veldpodzol, gdleilbulhe functieaccent recreatie streefbeeld 60% exoten, 40% inheems Heersende boomlaag: mengboomsoort aanwezig <20%, zomereik, Am.eik, berk, groveden kroonsluiting gelijkmatig tot gevarieerd potentiele T-bomen 60-120/ha. dikke bomen (>40cm) aanwezig >10/ha. struiklaag 0,5 m - kronendak: aanwezig nee hoogte struiklaag samenstelling struiklaag mengboomsoort, struikvormers aandeel mengboomsoort geen aandeel ai-n-. eik 1% aandeelprunus 0-5% kruidlaag 0 - 0,5 m: aanwezig gedeeltelijk, moslvaren belemmering nat. verjonging gedeeltelijk nat. verjonging aanwezig verspreid en concentraties >5/m2 samenstelling nat. verjonging hoofdboomsoort (60%) mengboomsoort, struikvormers - aandeel am. eik 2% aandeelprunus 0-5% dood hout: aftakelende bomen geen aantal >30cm dbh aangeven: st. staand dood hout geen aantal >30cm dbh aangeven: st. liggend dood hout <10/ha. aantal >30cm dbh aangeven: 1 st. Beschrijving representatieve opstanden. Algemeen:. vaklafd 103a, Stiphoutse bossen oppervlakte 3,06 ha. (hoofd)boomsoort Douglas jaar aanleg 1948 van heersende boomlaag diameter 33 cm. van heersende boomlaag hoogte 28 m. van heersende boomlaag bodemtype/PNV veldi)odzol, gdleilbulbe functieaccent recreatie streefbeeld 60% exoten, 40% inheems Heersende boomlaag: mengboomsoort aanwezig <20%, zomereik, beuk, Jap.lariks, tsuga kroonsluiting gelijkmatig potentiele T-bomen 60-120/ha. dikke bomen (>40cm) aanwezi2 >10/ha. struiklaag 0,5 m - kronendak: aanwezig nee hoogte struiklaag samenstelling struiklaag mengboomsoort, struikvormers aandeel mengboomsoort geen aandeel am. eik 1% aandeelprunus 0-5% kruicflaag 0 - 0,5 m: aanwezig gedeeltelijk, moslvaren belemmering nat. verjonging gedeeltelijk nat. verjonging aanwezig verspreid en concentraties >5/m2 samenstelling nat. verjonging hoofdboomsoort (40%) mengboomsoort, struikvormers - aandeel am. eik 1% aandeelprunus 0-5% dood hout: aftakelende bomen geen aantal >30cm dbh aangeven: st. staand doo d hout geen aantal >30cm dbh aangeven: st. liggend dood hout geen aantal >30cm dbh aangeven: st. Beschrijving representatieve opstanden. Algemeen: vaklafd 110b, Stiphoutse bossen. oppervlakte 1,13 ha. (hoofd)boomsoort Douglas jaar aanleg 1975 van heersende boomlaag diameter 18 cm. van heersende boomlaag hoogte 20 m. van heersende boomlaag bodemtype/PNV veldpodzol, gdleilbulbe functieaccent natuur streefbeeld 40% exoten. 60% inheems Heersende boomlaag: mengboomsoort aanwezig <20%, zomereik in de rand kroonsluitiniz gelijkmatig i)otentiele T-bomen 60-120/ha. dikke bomen (>40cm) aanwezig geen struiklaag 0,5 m - kronendak: aanwezig nee hoogte struiklaag samenstelling struiklaag mengboomsoort, struikvormers aandeel mengboomsoort geen aandeel am. eik - aandeel prunus 0-5% kruidlaag 0 - 0,5 m: aanwezig nee belemmering nat. verjonging gedeeltelijk nat. verjonging aanwezig nee samenstelling nat. verjonging mengboomsoort, struikvormers aandeel am. eik aandeel prunus 0-5% dood hout: aftakelende bomen geen aantal >30cm dbh aangeven: st. staand dood hout geen aantal >30cm dbh aangeven: st. liggend dood hout <10/ha. aantal >30cm dbh aangeven: st. Beschrijving representatieve opstanden. Algemeen: vaklafd 33e, Stiphoutse bossen oppervlakte 2,13 ba. (hoofd)boomsoort Abies grandis jaar aanleg 1964 van heersende boomlaag diameter 21 cm. van heersende boomlaag hoogte 22 m. van heersende boomlaag bodemtype/PNV veldpodzol, gdleilbulbe functieaccent recreatie streefheeld 60% exoten, 40% inheems Heersende boomlaag: mengboomsoort aanwezig < 20%, zomereiw Am. eik in de rand kroonsluiting gelijkmatig potentiele T-bomen <60/ha dikke bomen (>40cm) aanwezig <10/ha. struiklaag 0,5 m - kronendak: aanwezig nee hoogte struiklaag samenstelling struiklaag inengboomsoort, struikvormers aandeel mengboomsoort geen aandeel am. eik - ndeel prunus 0-5% aa kruidlaag 0 - 0,5 m: aanwezig gedeeltelijk, mos belemmering nat. verjonging gedeeltelijk nat. verjonging aanwezig nee samenstelling nat. verjonging mengboomsoort, struikvormers aandeel am. eik aandeel prunus 0-5% dood hout: aftakelende bomen >10/ha. aantal >30cm dbh aangeven: - st. staand dood hout >10/ha. aantal >30cm dbh aangeven: - st. liggend dood hout <10/ha. aantal >30cm dbh aangeven: - st. slechte vitaliteit! Beschrijving representatieve opstanden. Algemeen: vawafd 109m, Stiphoutse bossen oppervlakte 1,40 ha. (hoofd)boomsoort Abies grandis jaar aanleg 1964 van heersende boomlaag diameter 22 cm. van heersende boomlaag hoogte 20 m. van heersende boomlaa2 bodemtype/PNV haarpodzol, gdleilbe functieaceént natuur streefbeeld gdleilbe Heersende boomlaag: mengboomsoort aanwezig <20%, zomereikl Am. eik en berk in de rand kroonsluiting gelijkmatig en gevarieerd' potentiele T-bomen <60/ha. dikke bomen (>40cm) aanwezig <10/ha. struiklaag 0,5 m - kronendak: aanwezig verspreid, 2% hoogte struiklaag <2m. samenstelling struiklaag struikvormers mengboomsoort, struikvormers prunus, lijsterbes aandeel mengboomsoort onvoldoende aandeel am. eik 1% aandeel prunus 2% kruidlaag 0 - 0,5 m: aanwezig gedeeltelijk, moslvaren/pijpestrootje belemmering nat. verjonging gedeeltelijk nat. verjonging aanwezig verspreid samenstelling nat. verjonging struikvormers mengboomsoort, struikvormers prunus, lijsterbes aandeel am. eik 2% aandeel prunus 2% dood hout: aftakelende bomen >10/ha. aantal >30cm dbh aangeven: - st. staand dood hout >10/ha. aantal >30cm dbh aangeven: - st. liggend dood hout geen aantal >30cm dbh aangeven: st. slechte vitaliteit! Beschrijving representatieve opstanden. Algemeen: vaklafd 110h, Stiphoutse bossen oppervlakte 1,18 ha. (hoofd)boomsoort Amerikaanse eik jaar aanleg 1931 van heersende boomlaag diameter 30 cm. van heersende boomlaag hoogte 23 m. van heersende boomlaag bodemty . pe/PNV veldpodzol, gdleilbulbe functieaccent nat]']-iiir streefbeeld 40% exoten, 60% inheems Heersende boomlaag: mengboomsoort aanwezig <->0%, zomereik/douglas kroonsluiting gelijkmatig potentiele T-bomen, 60-120/ba. dikke bomen (>40cm) aanwezig <10/ha. struildaag 0,5 m - kronendak: aanwezig verspreid, 15% hoogte struiklaag <),5xboomhoogte samenstelling struiklaa2 hoofdbooftisoort, men2boomsoorten, struikvormers M. engboomsoort, struikvormers Amerikaanse eik, douglas, lijsterbes aandeel mengboomsoort onvoldoende aandeel am. eik 200/o aandeel prunus 0-5% kruidlaag 0 - 0,5 m: aanwezig gedeeltelijk, pijpestrootje/varenlkamperfoelie belemmering nat. verjonging gedeeltelijk nat. verjonging aanwezig verspreidlconcentraties >5/m2 samenstelling nat. verjonging hoofdboomsoort mengboomsoort, struikvormers - aandeel am. eik 70% aandeel prunus 0-5% dood hout: aftakelende bomen geen aantal >30cm dbh aangeven: st. staand dood hout <10/ha. aantal >30cm dbh aangeven: st. liggend dood hout 2een aantal >30cm dbh aangeven: st. Beschrijving representatieve opstanden. Algemeen: vaklafd 125a, Stiphoutse bossen oppervlakte 0,86 ha. (hoofd)boomsoort Weymouthden jaar aanleg 1975 van heersende boomlaag diameter 19 cm. van heersende boomlaag hoogte 16 m. van heersende boomlaag bodemtype/PNV haarpodzol, gdleilbe functieaccent natuur streefbeeld gdleilhe Heersende boomlaag: mengboomsoort aanwezig <20%, Am.eik en zomereik in de rand kroonsluiting gelijkmatig tot gevarieerd potentiele T-bomen 60-120/ha. dikke bomen (>40cm) aanwezig geen struiklaag 0,5 m - kronendak: aanwezig nee hoogte struiklaag samenstelling struiklaag mengboomsoort, struikvormers aandeel mengboomsoort geen aandeel am. eik - aandeel prunus 2% kruidlaag 0 - 0,5 m: aanwezig gedeeltelijk, mos belemmering nat. verjonging Gedeeltelijk nat. verjonging aanwezig nee samenstelling nat. verjonging mengboomsoort, struikvormers aandeel am. eik aandeel prunus 2% dood hout: aftakelende bomen <10/ha. aantal >30em dbh aangeven: - st. staand dood hout <10/ha. aantal >30cm dbh aangeven: - st. liggend dood hout <10/ha. aantal >30cm dbh aangeven: - st. 126. 12 36 118b 36d 36k 112b 3Sq1 3 11 112. 34h 349 10 1(>6, 06b 101b 102. 12 3a N Bijlage 7. Beheerkaarteh A Schaal 1 10.000 Bijlage 7. Beheerkaarten Schaal 1 15.01}0 61 mi Bijlage 7. Beheerkaarten Schaal 1 15.000 Opstandregister gemeente Heimond Afd Oppervlakte Terreintype 1Hoofdboom 1 Jaar vá-n-áán-le-gTD-oelpakket 1% inheems] % menging ]Nevenboomsoorten 1 a 0,44 onaemenad naaldbos Oostenrijkse den 1939 Basispakket bos 10 is berk, Amerikaanse vogelkers, inlandse eik, lijsterbes 1 b 0,22 gemengd naaldlloofbos grove dan 1935 Basispakket bos 90 35 Amerikaanse eik, berk, Amerikaanse vogelkers, inlandse eik, 1 c 0,53 q@@idbos Corsicaanse den 1939 Basispakket bos 10 15 Amerikaanse eik, berk, Amerikaanse vogelkers, inlandse eik, 1 d 0,36 ongemengd loofbos Amerikaanse eik 1939 Basispakket bos 5 5 1 e 0,36 gemengd naaldlloofbos grove den Basispakket bos 85 50 Amerikaanse eik, berk, Amerikaanse vogelkers, inlandse eik, 2 1,16 gemengd naald/loofbos grove den 1938 Pluspakket bos met verhoogde natuurwaarde (A) 70 50 Amerikaanse eik, berk, Amerikaanse vogelkers, inlandse eik, 3 a 2.53 gemengd naaldlloofbos grove den 1936 Pluspakket bos met verhoogde natuurwaarde (A) 85 25 Amerikaanse eik, berk, inlandse eik, lijsterbes, krent 3 b 0,50 ongemengd loofbos Amerikaanse eik 1936 Pluspakket bos met verhoogde natuurwaarde (A) 4 3,89 gemengd naaldlloofbos grove den 1937 Pluspakket bos met verhoogde natuurwaarde (A) 90 20 Amerikaanse eik, berk, Amerikaanse vogelkers, inlandse eik, lijsterbes 5 a 1,46 onaemenad naaldbos grove den 1946 Pluspakket bos met verhoogde natuurwaarde (A) 99 10 berk, inlandse eik, krent 5 b 0,64 ongemengd naaldbos grove den 1933 Pluspakket bos met verhoogde natuurwaarde (A) 99 15 berk, inlandse eik, 5 e 0,88 ongemengd naaldbos Japanselariks 1950 Basispakket bos 5 5 berk, inlandse eik. 6 a 0,75 onqemenqd naaldbos grove den 1937 Pluspakket bos met verhoogde natuurwaarde (A) 99 15 berk. inlandse eik, 6 b 0.44 onciemenad naaldbos grove den 1934 Pluspakket bos met verhoogde natuurwaarde (A) 99 10 berk, inlandse eik, 6 c 1,04 onaemenad naaldbos grove den 1988 Pluspakket bos met verhoogde natuurwaarde (A) 99 3 berk, 7 0,88 ongemengd naaldbos grove den 1934 Pluspakket bos met verhoogde natuurwaarde (A) 99 5 berk, inlandse eik, 8 a 0,74 onoemena.d naaldbos grove den 1985 Pluspakket bos met verhoogde natuurwaarde (A) 99 5 inlandse eik, 8 b 1,96 ongemengd naaldbos grove den 1947 Pluspakket bos met verhoogde natuurwaarde (A) 99 10 berk, inlandse eik, 8 c 0,23 ongemengd naaldbos Corsicaanse den 1965 Pluspakket bos met verhoogde natuurwaarde (A) 3 5 berk, inlandse eik, 9 a 0,74 ongemengd naaldbos Oostenrijkse den 1947 Basispakket bos 2 3 Amerikaanse eik, inlandse eik, 9 b 0,38 onaemenad naaldbos grove den 1947 Pluspakket bos met verhoogde nat urwaarde (A) 95 6 Amerikaanse eik, berk, inlandse eik, Corsicaanse den 9 cl 0,08 gemengd naaldlloofbos Corsicaanse den 1971 Pluspakket bos met verhoogde natuurwaarde (A) 60 40 groveden, inlandse eik, 9 c2 0.0 gemengd naaldlloofbos Corsicaanse den 1971 Pluspakket bos met verhoogde natuurwaarde (A) 60 .. proveden, inlandse eik, 9 d 0.27 ongemengd aaldbos grove den 1992 Pluspakket bos met verhoogde natuurwaarde (A) 5 5 9 e 0,52 ongemengd naaldbos grove den 1947 Pluspakket bos met verhoogde natuurwaarde (A) 99 10 berk, inlandse eik, 10 a 10,41 onaemenad naaldbos grove den 1910 Pluspakket bos met verhoogde natuurwaarde (A) 99 is berk, inlandse eik, 10 b 0,28 ongemengd loofbos Amerikaanse eik 1965 Pluspakket bos met verhoogde natuurwaarde (A) 5 5 groveden, inlandse eik, 1 e 86 aemenad naald/loofbos grove den 1943 Pluspakket bos met verhoogde natuurwaarde (A) 99 20 berk, inlandse eik, 10 d 0,58 ongemengd naaldbos grove den 1948 Pluspakket bos met verhoogde natuurwaarde (A) 99 10 berk, inlandse eik, 10 e 3,70 akker Geen pakket 11 5.15 gemengd naaldlloofbos grove den 1935 Pluspakket bos met verhoogde natuurwaarde (A) 80 20 Amerikaanse eik, berk, inlandse eik, lijsterbes 12 1,75 gemengd naaldlloofbos grove den 1938 Pluspakket bos met verhoogde natuurwaarde (A) 80 30 Amerikaanse eik, berk, Amerikaanse vogelkers, inlandse eik, lijsterbes 13 a 0,61 onciemenqd naaldbos douqlas 1939 Basispakket bos__ 5 10 Amerikaanse eik, berk, inlandse eik, 13 b 0,45 gemengd loof/naaldbos Amerikaanse eik 1950 Basispakket bos 5 40 iberk, douplas, Amerikaanse vogelkers, fijnspar 13 c 0,40 gemengd loof/naaldbos Amerikaanse eik 1939 Basispakket bos liapanse lariks 13 d 0.6 aemenad naald/loofbos grove d n 1939 Basispakket bos 14 a 2,26 gemengd naald/loofbos grove den 1946 Basispakket bos 95 40 Amerikaanse eik, berk, lijsterbes 14 b 0,30 ongemengd naaldbos douglas 1949 Basispakket bos is 15 14 c 0,57 ongemengd naaldbos douglas 1948 Basispakket bo 10 10 Amerikaanse eik, groveden, inlandse eik, lijsterbes 15 a 0,42 onaemenad naaldbos Corsicaanse den 1961 Basispakket bos 10 is Amerikaanse eik, berk, Amerikaanse vogelkers, inlandse eik, lijsterbes 15 b 0,59 ongemengd loofbos Amerikaanse eik 1961 Basispakket bos 5 5 Amerikaanse eik, berk, Amerikaanse vogelkers, lijsterbes 15 c 2,19 aemencid naaldlloofbos grove den 1937 Basispakket bos 90 40 Amerikaanse eik. berk, Amerikaanse vogelkers, inlandse eik, lijsterbes 17 b 2,41 gemengd naaldlloofbos grove den 1934 Pluspakket bos met verhoogde natuurwaarde (A) 70 40 Amerikaanse eik, berk, Amerikaanse vogelkers, inlandse eik, 17 c 0,95 ongemengd naaldbos grove den 1988 Pluspakket bos met verhoogde natuurwaarde (A) 99 5 berk, inlandse eik. 18 a 1,70 aemenad naaldlloofbos grove den 1934 Pluspakket bos met verhoogde natuurwaarde (A) 70 40 berk, douglas, inlandse eik, lijsterbes 18 b 0,43 onqemengd naaldbos Abies grandis 1960 Pluspakket bos met verhoogde natuurwaarde (A) 5 5 Amerikaanse eik, inlandse eik, 18 e 0,56 onqemengd loofbos Amerikaanse eik 1934 Pluspakket bos met verhoogde natuurwaarde (A) 18 d 0,84 ongemengd naaldbos grove den 1934 Pluspakket bos met verhoogde natuurwaarde (A) 99 15 berk, inlandse eik, lijste es 18 el 0,57 ven Basispakket plas en ven 0 25 18 e2 2,03 gemengd naaldlloofbos grove den 1910 Pluspakket bos'met verhoogde natuurwaarde (A) 90 .. Amerikaanse eik, berk, Inlandse eik, 19 a 2,20 gemengd naaldlloofbos grove den 1934 Pluspakket bos met verhoogde natuurwaarde (A) 90 35 berk, Amerikaanse vogelkers, inlandse eik, 19 b 1,50 gemengd naald/loofbos inlandse 1986 Pluspakket bos met verhooc eik jde natuurwaarde (A) 99 30 berk, 20 1,50 oncemenqd naaldbos grove den 1947 Pluspakket bos met verhoogde natuurwaarde (A) 95 10 Amerikaanse eik, berk, inlandse eik, 21 1,52 on2emengd.naaldbos grove den 1947 Pluspakket bos met verhoogde natuurwaarde (A) -95 10 Amerikaanse eik, berk, inlandse eik, 22 a 1.29 on-emenqd naaldbos Corsicaanse den 1985 Basispakket bos 5 5 berk, 22 b 1,64 ongemengd n aldbos grove den 1946 P[uspakket bos met verhoogde natuurwaarde (A) 95 3 berk, Amerikaanse vogelkers, inlandse eik, 23 1,81 ongemengd naaldbos grove den 1935 1Pluspakket bos met verhoogde natuurwaarde 80 1 25 berk, douglas, Amerikaanse vogelkers, Inlandse eik, 24 0,22 gemengd naaldbos Japanse lariks 1951 1Geen pakket 5 1 40 Idouglas, inlandse eik, 1 van 9 20-6-2002 ----- Opstandregister gemeente Heimond Vak Afd] Oppervlakte Terreintvoe Hoofdboom Jaar van aanleg Doelpakket % inheems Nevenboomsoorten 76 erikaans eik, berk. douqias, inlandse eik, liisterbes 25a 1,27 gemen d naald/loofbos grove den 1932 Pluspakket bos met verhoogde natuu 25b 0,27 gemengd naaldlloofbos douglas 1947 Pluspakket bos met verhoogde natuurwaarde (A) 25 25 Amerikaanse vogelk rs. inlandse eik, 26a 0,45 ongem ngd naaldbos douglas 1947 Pluspakket bos-met verhoogde natuurwaarde (A) 5 10 Amerikaanse eik, lijsterbes 1928 Pluspakket bos met verhoogde natuurwaarde (A) 60 50 Amerikaanse eik, berk, douqlas 26b 4,18 gemen d naaldlloofbos grove den 26e 0,57 gemengd naaldlloofbos grove den 1936 Pluspakket bos el verhoogde natuurwaarde (A) 50 60 Amerikaanse eik, Corsicaanse den 27a 1,29 gemengd naaldlloofbos grove den 1929 Pluspakket bos met verhoogde natuurwaarde (A) 60 50 Amerikaanse eik, berk, douglas, lijsterbes 27b 1,24 gemengd naaldlloofbos Corsicaanse den 1985 Pluspakket bos met verhoogde natuurwaarde (A) 50 50 douglas, groveden, inlandse eik, e 2,04 gemengd naaldlloofbos grove den 1929 Pluspakket bos met verhoogde natuurwaarde (A) 80 20 Amerikaanse eik, douglas, inlandse eik, lijsterbes 27 27d 1,66 gemengd naaldlloofbos Oostenrijkse den 1976 Pluspakket bos met verhoogde natuurwaarde (A) 60 60 berk, douglas, inlandse eik, 28a 0,48 ongemengd n aldbos arove den 1929 Pluspakket bos met verhoogde natuurwaarde (A) 0 is Amerikaanse eik, berk, inlandse eik,- 28b 0,93 gemengd naaldlloofbos grove den 1990 Pluspakket bos met verhoogde atuurwaarde (A) 80 30 Amerikaanse eik, berk, douqias, inlandse eik, 28c 0,15 gemengd loofbos berk 1967 Pluspakket bos met verhoogde natuurwaarde (A) 99 30 inlandse eik, 28d 1,21 ongemengd n aldbos grove den 1929 Pluspakket bos met verhoogde natuurwaarde (A) 90 1 5 Amerikaanse eik. berk, inlandse eik, 28e 1,06 aemenqd naaldlloofbos Oostendikse den 1966 Basispakket bos 30 30 berk, groveden, inlandse eik, 28f 0,46 ongemengd aaldbos wevmouthden 1967 Pluspakket bos met verhoogde natuurwaarde (A) 0 10 Amerikaanse eik, q naaldbos inlandse eik 1997 Pluspakket bos met verhoogde natuurwaarde (A) 99 20 aroveden, 0,76 gemengd loof/ 28h 1,91 ongemengd naaldbos grove den 1929 Pluspakket bos el verhoogde natuurwaarde (A) 90 15 Amerikaanse eik, berk, inlandse eik, 28i 0,83 gemengd naaldlloofbos Corsicaanse den 1969 Basispakket bos 20 20 berk, inlandse eik, 29%a 1,40 ongemengd naaldbos grove den 1933 Pluspakket bos met verhoogde natuurwaarde (A) 99 5 berk, inlandse eik, 29b 1,32 ongemengd n aldbos wevmouthden 1978 Basispakket bos 0 10 Amerikaanse eik, 29c 1,26 gemen d naaldlloofbos 9 ve den 1933 Basispakket bos 70 30 Amerikaanse eik, inlandse eik, 30 2,14 gemengd n a[daoofbos Basispakket bos 70 30 Amerikaanse eik, berk, inlandse eik, 31a 0,54 gemengd loofbos Amerikaanse eik Basispakket bos 50 60 berk, fijnspar 31b 1,07 ongemengd naaldbos grove den- 1965 Basispakket bos 99 5 inlandse eik, iic 1,10 ongemengd aaldbos doualas 1979 Basispakket bos 1 0 10 berk, beuk, inlandse eik, 31d 1,24. ongemengd aaldbos douqlas 1980 Basispakket bos 0 0 31e 1,26 gemengd naaldbos - Oostenrijkse den 1971 Basis@akket b@s 50 50 qroveden. 31f 0,90 onqemengd naaldbos Corsicaanse den 1963 Basispakket bos 5 15 Amerikaanse elk, inlandse eik, 1984 Basispakket bos 90 10 Amerikaanse eik. 31q 1,29 ongemengd n aldbos grove den 31h 1,66 gemengd nee dlloofbos grove den 1931 Basispakket bos 80 30 Amerikaanse eik, berk, Inlandse eik, 311 0,47 ongemengd naaldbos Corsicaanse den 1964. Basispakket bos 2 2 berk, 32a 0,39 ongemengd n aldbos douglas 1984 Basispakket bos 0 0 32b 6,67 ongemengd naaldbos doualas 1954- Basispakket bos 0 0 -c 0.22 overig terrein Basispakket bos 32d 0,15 ongem douglas 1984 Basispakket bos 0 0 32e 0,13 ongemengd naaldbos ouqias 1991 Basispakket bos 0 0 32f 0,34 ongemengd naaldbos omorikaspar 1969 Basispakket bos 0 0 33a 1,41_ ongem nad naaldbos grove den 1989 Basispakket bos 99 10 berk, Inlandse eik, aaldbos omorikaspar 1964 Basispakket bos 0 0 33b 0,31 ongemengd n c 0,69 onqemengd naaldbos inlandse eik 1985 Basispakket bos 98 3 douglas, groveden, 33d 1 gemen d naaldlloofbos grove den 1925 Basispakket bos 99 20 1Amerikaanse eik, berk, beuk, 3e 2,13 ongemengd naai bos ies grandis 1964 Basis@akket bos 10 10 berk, inlandse eik, 33f 1,41 ongemengd naaldbos douglas 1960 Basispakket bos 5 5 be 33u 0,49 ongemengd naaldbos douglas 1964 Basispakket bos 5 34a 0,50 ongem ngd naaldbos Corsicaanse den 1963 Basispakket bos 10 10 be k, 34b 0,61 on-qemengd naaldbos omorikaspar 1964 Basispakket bos 10 10 inlandse eik, 34c 0,21 ongemengd naaldbos Corsicaanse den 1972 Basispakket bos 10 10 berk, grove den 1992 Basispakket bos 98 5 jberk, 34d 0,24 overig terrein 34e 1,24 gemen d naaldlloofbos grove den 1990 Basispakket bos 99 20 berk, beuk, 34f 2,67 ongemengd naaldbos Abies arandis 1969 Basispakket bos 0 0 ldlloofbos cirove den 1960 Basispakket bos 99 20 berk, 34g 0.79 gemengd naa 0 50 inlandse eik, Corsicaanse den 34h 3,35 emengd naaldlloofbos douqiäs 1990 Basispakket bos 341 1,oó-- l ongemengd naaldbos grove den 1989 Basispakket bos 99 3 Inlandse eik, k 0,94 lonqemenq nee os 1.es grahdis 1981 Basispakket bos 20 20 groveden, 34 34111 0.63 ongemengd naaldbos omorikaspar 1978 Basispakket bos 10 10 Derk, groveden, inlandse eik, 34m 0,69 gemengd naaldlloofbos arove den 1925 Basispakket bos 80 25 Amerikaanse eik, Inlandse eik, 35a 1,22 ongemengd naaldbos rove den 1958 Basispakket bos 99 5 inlandse eik, 0,48 ongemengd naaldbos Abies grandis 1980 Basispakket bos 10 10 Amerikaanse eik, berk, inlandse eik, Opstandregister gemeente Heimond VakFA-fd7 Op-pervlakte Terreintype Hoofdboom Jaar van aanleg Doelpakket % inheems % menging INevenboomsoorten 35 c 0,31 ongemengd naaldbos doucilas 1987 Basispakket bos 0 0 35 d 0.85 ongemengd naaldbos fijnspar 1967 Basispakket bos 2 1 berk, 35 e 0,91 ongemengd naaldbos tsuga 1982 Basispakket bos 4 4 groveden. inlandse eik, 35 f 1,35 ongemengd naaldbos omorikaspar 1978 Basispakket bos 5 5 Amerikaanse eik, berk, inlandse eik, 35 g 0,57 gemengd naaldlloofbos grove den 1927 Basispakket bos 85 20 Amerikaanse eik, berk, inlandse eik, 35 h 1,39 ongemenqd naaldbos douglas 1961 Basispakket bo 5 5 inlandse eik, fijnspar aldbos fijnspar 1967 Basispakket bos 2 1 berk, 35 i 0.68 ongemengd n 35 k 0,70 ongemengd naaldbos tsuga 1977 Basispakket bos 0 0 35 1 0,52 ongemengd naaldbos tsuga 1980 Basispakket bos 10 10 groveden, 35 m 0,98 ongemengd naaldbos douglas 1986 Basispakket bos is 15 berk, groveden, inlandse eik, 35 n 0,79 gemengd naaldlloofbos Corsicaanse den 1984 Basispakket bos 50 30 groveden, Inlandse eik, ~5,5- -o 0,34 onqemenqd naaldbos tsuga 1981 Basispakket bo 10 10 berk, inlandse eik, 35 p 1,02 dnqemengd naaldbos grove den 1927 Basispakket bos 90 10 Amerikaanse eik, berk, inlandse eik, 35 ql 2,01 ongemengd naaldbos Corsicaanse den 1953 Basispakket bos 3 3 berk, inlandse eik, 35 q2 0,0 ven Basispakket bos 36 a 1,60 ongemengd.naaldbos arove den 1927 Pluspakket bos met verhoogde natuurwaarde (A) 80 15 Amerikaanse eik, berk, inlandse eik, 36 b 0,72 ongemengd naaldbos douglas 1986 Pluspakket bo met verhoogde natuurwaarde (A) 15 15 berk, groveden, inlandse e 36 c 1,32 onqemenqd naaldb1os döuqias 1977 Pluspakket bos met verhoogde natuurwaarde (A) 0 0 30 Amerikaanse eik, berk, beuk. dou'gias, 36 d 4,83 gemengd naald/loofbos grove den 1927 Pluspákket bos met verhoogde natuurwaarde (A) 85 36 e 1,17 ongemengd naaldbos Abies grandis 1977 met verhoogde natuurwaarde (A) 10 0 36 f 0,94 ongemengd naaldbos grove den 1 990 Basispakket bos 90 10 Amerikaanse eik, inlandse eik, 36 g 0,93 ongemengd naaldbos grove den 1927 Pluspakket bos met verhoogde natuurwaarde (A) 99 10 berk, inlandse eik, 36 . h 1,18 ongemengd naaldbos Oostendjkse den 1976 Pluspakket bos met verhoogde natuurwaarde (A) 15 5 berk, inlandse eik, 36 1 i 0,59 onaemenad naaldbos grove den 1985 Basispakket bos 99 3 berk, 36 k 0,78 gemengd loof/naaldbos inlandse eik 1985 Basispakket bos 85 40 tsuga 37 a 0,70 gemengd naaldlloofbos grove den 1933 Basispakket bos 70 40 Amerikaanse eik, berk, inlandse eik, lijsterbes 37 b 0,81 ongemengd naaldbos grove den 1986 Basispakket bos 99 5 berk, inlandse eik, 37 c 2,76 gemengd naaldaoofbos grove den 1933 Basispakket bos 70 40 Amerikaanse eik, berk, douglas, inlandse eik, lijsterbes 38 1,99 gemengd naaldlloofbos grove den 1932 Basispakket bos 80 35 Amerikaanse eik, berk, inlandse eik, Japanse lariks 39 a 0,19 onqemenqd naaldbos Japanse lariks 1950 Basispakket bos 1 1 berk, 39 b 0,45 ongemengd naaldbos Corsicaanse den 1969 Basisp kket bos 0 10 Japanse lariks 39 c 0,17 ongemengd n aldbos Abies cirandis 1958 Basispakket bos 0 0 39 d 0,96 gemengd.naa[daoofbos cirove den 1932 Basispakket bos 60 40 Amerikaanse eik, berk, Inlandse eik, bos Basispakket bos 39 e 0,78 0 41 a 0,33 gemengd loof os Europese lariksitkaspar 1970 Basispakket bos 95 40 wilg, populier 41 b 0,66 nemenad naaldlloofbos grove den 1926 Basispakket bos 80 30 Amerikaanse eik, berk, inlandse eik, 41 c 1,25 gemengd naaldlloofbos grove den 1939 Basispakket bos 80 25 Amerikaanse eik, berk, inlandse eik, 42 a 1,04 ongemengd naaldbos douglas 1953 Basispakket bos 5 5 Amerikaanse eik, inlandse eik, 42 b 0,32 gemengd naaldlloofbos grove den 1931 Basispakket b s 80 30 Amerikaanse eik, berk, inlandse eik, 42 c 0,76 gemengd naaldlloofbos grove den 1948 Basispakket bos 80 20 Amerikaanse eik, berk, inlandse elk, 42 d 1,06 gemen2d.naaldlloofbos grove den 1944 Basispakket bos 85 25 Amerikaanse eik, berk, inlandse eik, 43 2,28 onnemenqd naaldbos grove den 1931 Basispakket bos 5 5 44 1,28 ongemengd naaldbos grove den 1943 Basispakket bos 5 5 101 a 1,02 gemengd loof/naaldbos inlandse eik 1910 Basispakket bos 50 50 berk, douglas, fijnspar 101 b 7,43 ongemengd naaldbos douglas 1954 Basispakket bos 2 7 Amerikaanse eik, berk, inlandse eik, 101 c 0,14 ongemengd loofbos inlandse eik 1960_ Basispakket bos 99 0 a 3,19 ongemengd naaldbos douglas 1954 Basispakket bos 6 7 Amerikaanse eik, berk, inlandse eik, 102 b 0,91 onqemencid naaldbos Corsicaanse den 1961 Basispakket bos 5 5 berk, 102. c 0,32 onge engd naaldbos fijnspar 1954 Basispakket bos 0 0 berk, 102 d 0,38 ongemengd naaldbos douglas 1954 Basispakket bos 0 0 103 a 3,06 ongemengd naaldbos douglas 1948 Basispakket bos 0 0 1031 b 1 0,57 ongemengd naaldbos fijnspar 1964 Basispakket bos 0 0 1031 c 1 1,48 ongemengd naaldbos douglas 1951 Basispakket bos 0 5 Ameri,k,aanse eik, Japanse lariks 104 a 2,89 ongemengd naaldbos douglas 1931 Basispakket bos 5 104 b 0.39 b s Amerikaanse eik 1 1931 1Basispakket bos 0 a 5,01 ongemengd naaldbos douglas 1 Amerikaanse eik, berk. Inlandse eik, 1:54 1Basispakketbos 5 10 b 2,02 gemengd loof/naaldbos Inlandse eik 31 1Basispakket bos 70 60 berk, Japanse ariks, thuja c 0,82 @water 1Basispakket plas en ven 0 1 3 van 9 20-6-2002 Opstandregister gemeente Heimond Vak Afd Oppervlakte Terreintype Hoofdboom Jaar v n aanieq Doe pa ket % inheems % menging Nevenboomsoorten 106 a 0,61 ongemengd n aldbos omodkaspar 1965 Pluspakket bos met verhoogde natuurwaarde (A) 6 10 Amerikaanse eik, berk, inlandse eik, 106 b 3,29 ongemengd naaldbos grove den 1924 Pluspakket bos met verhoogde natuurwaarde (A) 97 5 Amerikaanse eik, berk, douglas, inlandse eik, liisterbes 106 c 0,87 gemengd naaldlloofbos grove den 1924 Pluspakket bos met verhoogde natuurwaarde (A) 85 20 Amerikaanse eik, berk, 106 d 1,34 gemengd naaldlloofbos grove den 1985 Pluspakket bos met verhoogde natuurwaarde (A) 90 30 Amerikaanse eik, inlandse eik, 106 e 2,25 ongemengd naaldbos Corsicaanse den 1964 Basispakket bos 5 5 berk, inlandse eik, thuia 107 a 0,44 onqemengd naaldbos grove den 1989 Basispakket bos 95 5 Amerikaanse eik, berk, 107 b 0.06 ongemengd naaldbos tsuga 1940 Basispakket bos 0 25 107 c 1,11 ongeme gd naaldboá arove den 1924 Basispakket bos 95 6 Amerikaanse eik, berk, inlandse eik, 107 d 0,19 ongem ngd naaldbos dounias 1965 Basispakket bos 1 1 inlandse eik, 107 e 0,61 ongemengd n aldbos grove den 1989 Basispakket bos 95 10 berk, douglas, inlandse eik, 107 f 0,56 ongemengd n aldbos omorikaspar 1976 Basispakket bos 3 6 Amerikaanse eik, berk, inlandse eik, 107 q 0,28 onqemengd naaldbos fijnspar 1965 Basispakket bos 0 0 107 h 0,38 ongemëngd naaldbos omorikaspar --1965 Basispakket bos 3 6 Amerikaanse eik, berk, inlandse eik, 107 i 1,33 gemengd naaldbos Abies grandis 1965 Basispakket bos 0 30 douglas, 107 k 0,22 gemengd naaldlloofbos douglas 1965 Basispakket bos 95 40 Amerikaanse eik, groveden, 107 1 1,23 ongemengd naaldbos Corsicaanse den 1956 Basispakket bos 5 6 Amerikaanse eik, berk, inlandse eik, 107 m 1,87 aemenad naaldbos Abies qrándis 1963 Basispakket bos 0 30 douqlas, 107 n 1,4 qemen d naaldlloofbos grove den 1924 Basispakket bos 75 25 Amerikaanse eik, 107 o 0,20 gemengd naaldbos douqlas 1940 Basispakket bos 0 20 tsuqa 107 p 0,23 gemengd naa dbos douglas 1970 Basispakket bos 0 20 tsuga 108 a 1,77 gemengd loof/naaldbos inlandse eik 1989 Basispakket bos 95 40 Amerikaanse eik, groveden, 108 b 0,40 ongemengd naaldbos omorikaspar 1967 Basispakket bos 0 0 108 c 0,88 ongemengd naaldbos fijnspar 1961 Basispakket bos 10 10 inlandse eik, 108 d 0,32- onqemengd naaldbos dounias 1961 Basispakket bos 3 5 Amerikaanse eik, berk, inlandse eik, 108 e 1,77 ongemengd naaldbos Abies qrandis 1960 Basispakket bos 1 1 inlandse eik, 108 f 0,15 ongemengd n aldbos tsuga 1962 Basispakket bos 5 5 inlandse eik, 108 0 0,70 ongemengd n aldbos cirove den 1926 Pluspakket bos met verhoogde natuurwaarde (A) 95 10 Amerikaanse eik, berk, inlandse eik, 108 h 1 0,44 gemengd nee dlloofbos fijnspar 1940 Basispakket bos 10 30 berk, beuk, douglas, tsuga 108 h2 0,16 ven Basispakket bos 108 i 0,16 onciemenqd naaldbos fijnspar 1976 Basispakket bos 0 5 Amerikaanse eik. 108 k 0,27 ongemengd n aldbos Japanse lariks 1991 Basispakket bos 0 5 Amerikaanse eik, 108 1 0,76 ngd naaldbos douqlas 1985 Basispakket bos 0 5 Amerikaanse eik, 109 a 1,25 gemen d naaldlloofbos douglas 1932 Pluspakket bos met verhoogde n tuurwaarde (A) 10 20 inlandse eik, Japanse lariks, fijnspar 109 b 0,51 ongemengd naaldbos fijnspar 1963 Basispakket bos 2 4 Amerikaanse eik, berk, douglas, log c 1,07 ongemengd naald os Abies qrandis 1963 Basispakket bos 5 5 berk, inlandse eik, 109 d 0,82 onqemenqd naaldbos Corsicaanse den 1963 Bas at 2 2 Amerikaanse eik, inlandse eik, 109 e 0,18 ongemengd naaldbos qrove den 1926 Pluspakket bos met verhoogde natuurwaarde (A) 99 10 berk, inlandse eik, log f 0,32 ongem ngd naaldbos sitkaspar 1977 Pluspakket bos met verhoogde natuurwaarde (A) 0 0 109 q 0,40 ongemengd naaldbos fijnspar 1964 Pluspakket bos met verhoogde natuurwaarde (A) 0 0 109 h 0,62 ongemengd naaldbos grove den 1926 Pluspakket bos met verhoogde natuurwaarde (A) 95- 5 berk, 109 i 0,50 ongemengd naaldbos weymouthden 1962 Pluspakket b s met verhoogde natuurwaarde (A) 0 5 douglas, 109 k 0,54 qemengd naaldlloofbos arove den 1926 Pluspakket bos met verhoogde natuurwaarde (A) 85 25 Amerikaanse eik, berk, inlandse eik, 109 1 0,54 ongemengd naaldbos qrove den 1 990 Pluspakket bos met verhoogde natuurwaarde (A) 99 0 log m 1,40 ongemengd n aldbos Abies qrandis 1964 Plus.pakket bos met verhoogde natuurwaarde (A) 3 4 Amerikaanse eik@ berk, inlandse eik_ 109 n 1,00 Pluspakket bos met verhoogde natuurwaarde (A) 99 3 Amerikaanse eik, berk, inlandse eik, lijsterbes ongemengd naaldbos grove den 1926 110 a 0,81 gemengd loof/naaldbos beuk 1986 Basispakket bos 70 50 Amerikaanse eik, berk, douglas, inlandse eik, 110 b 1,13 onnemencid naaldbos douglas 1975 Basispakket bos 5 5 inlandse eik, 110 c 0,81 onqemengd naaldbos_ Abies grandis 1983 Basispakket bos 15_ 15 groveden, 110 d 0,63 ongemengd naaldbos douqias 1965 Basispakket bos 5 1 0 Amerikaanse eik, berk, inlandse eik, 110 e 0,53 ongemengd naaldbos ornorikaspar 1969 Basispakket bos 0 10 Amerikaanse eik, douplas, -f 0,94 ong mengd naaldbos . omorikaspar 1975 Basispakket bos 0 1 0 JAmerikaanse eik, douglas, 110 q 2,30 ongemengd naaldbos arove den 1928 Pluspakket bos met verhoogde natuurwaarde (A) 97 10 Amerikaanse eik, berk, 110 h 1,18 gemengd loof/naal.dbos Amerikaanse eik 1931 Basispakket bos 5 3 douglas, inlandse eik, -o f 0,1 onaemenod naaldbos douglas 1975 Basispakket bos 10 10 Amerikaanse eik, berk, inlandse eik, 1,0 k 0,85 onaemenad naaldbos douglas, 1975 Basispakket bos 0 5 Amerikaanse eik, 1,1 a 0,55 ongemengd loofbos nlandse eik 1931 Basispakket bos 99 0 idouqlas ongemengd naaldbos 1932 Basispakket bos 5 1 5 inlandse eik, Japanse lariks 1,1 d loof/naaldbos JAmerikaanse eik 1931 Basispakket bos 3 10 beuk, douglas, inlandse eik, Opstandregister gemeente Heimond Vak Afd Oppervlakte Terreintype Hoofdboom Jaar van aanleg Docipakket 'inheemst% menging ]Nevenboomsoorten 111 d 0,30 gemengd toofbos inlandse eik 1968 Basispakket bos 70 50 Amerikaanse eik, berk, 111 e 0,41 ongemengd naaldbos douglas 1963 Basispakket bos 0 io Amerikaanse eik, 111 f 0,58 gemengd naald/loofbos grove den 1933 Basispakket bos 80 20 Amerikaanse eik, douglas, 112 a 1,43 gemengd naaldlloofbos grove den 1927 Pluspakket bos met verhoogde natuurwaarde (A) 99 25 berk, Inlandse eik. 112 b 1,73 gemengd loofbos inlandse eik 1986 Basispakket bos 99 35 berk, 112 e 0,27 ongemengd naaldbos tsuga 1962 Basispakket bos 2 2 inlandse eik, 112, d 1,01 onqemenqd naaldbos douqlas 1962 Basispakket bos 0 0 112 e 0,87 onoemenad naaldbos Abies arandis 1967 Basispakket bos 2 3 Amerikaanse eik, inlandse eik, 112 1f 0,15 ongemengd n aldbos fijnspar 1967 Basispakket bos 0 0 112 g 0,6 gemengd loofbos inlandse eik 1983 Basispakket bos 99 35 berk, 112 h 0,22 ongemengd naaldbos Abies grandis 1967 Basispakket bos 5 5 berk, groveden, 112 i 0,36 ongemengd naaldbos omorikaspar 1967 Basispakket bos 0 0 112 k 0,21 overig terrein grove den 1992 Basispakket bos 90 0 112 1 0,84 ongemengd naaldbos Corsicaanse den 1967 Basispakket bos 0 5 Amerikaanse eik, douglas, groveden, 112 m 0,24 gemengd loofbos acacia 1975 Basispakket bos 1 3 JAmerikaanse eik, berk, 112 n 1,3 ongemengd naaldbos Abies grandis 1975 Basispakket bos 3 3 Amerikaanse eik, berk, inlandse eik, 112 o 0,64 gemengd naald/loofbos grove den 1927 Basispakket bos 75 25 Amerikaanse eik, p 0,77 onnemenad naaldbos douglas 1981 Basispakket bos 3 5 Amerikaanse eik, berk, q 1,67 gemengd loof/naaldbos Amerikaanse eik 1931 Basispakket os 0 3 douglas, 112 r 0,25 ongemengd naaldbos fijnspar 1963 Basispakket bos 0 5 douglas, 112 s 0,72 ongemengd naaldbos douglas 1954 Basispakket bos 0 0 Amerikaanse eik, 113 a 2,95 oemenad naaldlloofbos grove den 1927 Pluspakket bos met verhoogde natuurwaarde (A) 90 20 berk, douglas, inlandse eik, 113 b 0,36 ongemengd naaldbos douglas 1975 Pluspakket bos met verhoogde natuurwaarde (A) 5 5 Amerikaanse eik, berk, inlandse eik, 113 c 0,38 onaemenad naaldbos douglas 1981 Pluspakket bos met verhoogde natuurwaarde (A) 5 5 Amerikaanse eik, berk, Inlandse eik, 113 d 1,61 onaemenad naaldbos Corsicaanse den 1961 Basispakket bos 0 0 Amerikaanse eik, 113 e 0,11 wildakker Basispakket bos 113 f 0,33 ongemengd naaldbos weymouthden 1983 Basispakket bos 7 7 berk, inlandse eik. 113 g 0,46 ongemengd naaldbos grove den 1971 Basispakket bos 90 10 Amerikaanse eik, douglas, 113 h 1,07 gemengd naaldlloofbos weymouthden 1983 Basispakket bos 10 20 berk, groveden, inlandse eik, 113 i 2,2 gemengd naald/loofbos grove den 1927 Basispakket bos 80 40 Amerikaanse eik, berk, 114 a 1,79 ongemengd naaldbos grove den 1989 Pluspakket bos met verhoogde natuurwaarde (A) 99 5 berk, inlandse eik, 114 b 1,23 ongemengd naaldbos grove den 1926 Pluspakket bos met verhoogde natuurwaarde (A) 99 1 0 berk, inlandse eik, 114 e 1,04 onaemencid naaldbos Corsicaanse den 1958 Pluspakket bos met verhoogde natuurwaarde (A) 3 3 berk, inlandse eik, 114 dl 0,51 ven Basispakket plas en ven 0 114 d2 1.02 heide Basispakket heide 0 114 e 0,29 gemengd naaldlloofbos Corsicaanse den 1960 Basispakket bos 0 20 berk, inlandse eik, thuja 114 f 0,35 gemengd naaldlloofbos grove den 1992 Basispakket bo 5 35 inlandse eik, pc, thuia 114, q 0,35 ongemengd naaldbos grove den 1992 Basispakket bos 99 0 114 h 1,17 ongemengd naaldbos Corsicaanse den 1968 Basispakket bos 3 3 inlandse eik, 114 i 0.16 gemengd naaldllootbos douglas 1931 Basispakket bos 70 40 berk, beuk, douglas, inlandse eik, 114 k 0,85 gemengd naaldlloofbos grove den 1926 Basispakket bos 90 25 Amerikaanse eik, berk, beuk, douplas, 115 a 3,60 gemengd naaldlloofbos grove den 1932 Basispakket bos 70 50 inlandse eik, Corsicaanse den, lijsterbes 115 b 1,71 gemengd toofbos Amerikaanse eik 1930 Basispakket bos 5 5 inlandse eik, 116 a 1,01 ongemengd naaldbos grove den 1965 Pluspakket bos met verhoogde natuurwaarde (A) 99 2 berk, 116, b 1,03 ongemengd naaldbos grove den 1989 Pluspakket bos met verhoogde natuurwaarde (A) 99 3 berk, 116 c 1,04 water Basis.pakket.plas en ven 99 50 berk, inlandse eik, 116 d 0.77 ongemengd naaldbos douglas 1968 Pluspakket bos met verhoogde natuurwaarde (A) 5 10 berk, omorikaspar, tsuga 116 e 0,47 ongemengd naaldbos Abies cirandis 1966 Pluspakket bos met verhoogde natuurwaarde (A) 7 1 0 berk, groveden, inlandse eik, thuja 116 f 1,o8 gemengd loofbos inlandse eik 1929 Pluspakket bos met verhoogde natuurwaarde (A) 99 3 berk, 116 g 4,34 ongemengd naaldbos grove den 1929 Basispakket bos 95 10 Amerikaanse eik, berk, inlandse eik, 117 5,73 ongemengd naaldbos grove den 1931 Pluspakket bos met verhoogde natuurwaarde (A) 79 10 Amerikaanse eik, berk, douglas, inlandse eik, 118, a 1,26 ongemengd naaldbos grove den 1931 Basispakket bos 99 10 berk, inlandse eik, 118 b 1,52 ongemengd naaldbos douglas 1983 Basispakket bos 5 10 Amerikaanse eik, berk, groveden, 118 c 2.68 ongemengd naaldbos douctias 1982 Basispakket bos 1 2 Amerikaanse eik, berk, 119 a 1,10 gemengd loofbos Amerikaanse eik 1932 Basispakket bos 3 3 berk, 119 b 0,82 gemengd naaldbos Abies grandis 1963 Basispakket bos o 40 douqias, Japanse lariks 119 e 0,65 ongemengd naaldbos Pinus contorta 1965 Basispakket bos 2 3 1 Amerikaanse eik, groveden, 119 d 1.63 ongemengd naaldbos grove den 1946 Basispakket bos 85 10 J Amerikaanse eik, douglas, inlandse eik 5 van 9 20-6-2002 Opstandregister gemeente Heimond Vak Afd Terrein Hoofdboom Jaar van aanleg Doeipákket % inheems % menging Ne@venboomsoorten 119 e 0,10 onaemened naaldbos douglas 1954 Basispakket bos 10 1 0 berk, 119 f 0,98 gemengd loof/naaldbos berk 1979 Basis.pakket bos 98 1 0 Amerikaanse eik, groveden, 119 9 0,35 ongemengd naaldbos grove den 1932 Basispakket bos 85 10 Amerikaanse eik, berk, 119 h 1,64 gemengd naaldlloofbos grove den 1 980 Basispakket bos 70 30 Amerikaanse eik, berk, 120 a 2,10 gemengd loofbos Amerikaanse eik 1933 Basispakket bos 5 5 berk, Inlandse eik, 120 b 0.37 ciemenqd naald/loofbos grove den 1932 Basispakket bos 70 30 Amerikaanse eik, 120 c 1.08 gemengd loof/naaldbos Inlandse eik 1991 Basispakket bos 50 50 douglas, Japanse lariks 120 dl 0,67 ongemengd naaldbos grove den 1931 Bas spa ei os 5 5 120 d2 0,35 bos Corsicaanse den 1931 Basispakket bos 120 e 0,28 ongemengd naaldbos Corsicaanse den 1931 Basispakket bos 5 5 122 a 0,47 heide Basispakket bos 0 122 a 0,59 heide Basispakket heide 122 a 12,48 moeras en rietland Basispakket moeras 0 122 a 8,82 heide e 122 b 1,39 gemengd naaldlloofbos grove den 1910 Basispakket bos 85 25 berk, beuk, inlandse eik, zeeden 122 c 4,45 gemengd _ naaldlloofbos grove den 1910 Basispakket bos 85 25 berk, beuk, inlandse eik, zeeden -@2-3 -a 2,20 gemengd naalcl4oofbos grove den 1910 Basispakket bos 80 25 berk, zeeden 123 b 0.82 onqemennd naaldbos Oostenrijkse den 1945 Basispakket bos 3 3 berk, 124 a 0,46 ongemengd naaldbos Oostenrijkse den 1930 Basispakket bos 5 5 berk, douglas, In] ndse eik, krent 124 b 2,51 ongemengd naaldbos grove den 1930 Pluspakket bos met verhoogde natuurwaarde (A) 99 10 berk, inlandse eik. 124 c 1,34 ongemengd n aldbos Basispakket bos 99 0 124 d 1,07 ongemengd n aldbos doualas 1936 Basispakket bos 5 5 124 e 3,37 gemengd naaldlloofbos grove den 1931 Pluspakket bos met verhoogde natuurwaarde (A) 98 20 berk, douglas, inlandse eik. 125 a 0,86 onqemenqd naaldbos weymouthden 1975 Plusoakket bos met verhoogde natuurwaarde (A) 2 4 Amerikaanse eik, inlandse eik. 125 b 1,20 ongemengd naaldbos grove den 1990 Pluspakket bos met verhoogde natuurwaarde (A) 99 3 inlandse eik, 125 c 2,45 ongeme gd naaldbos grove den 1929 Pluspakket bos met verhoogde natuurwaarde (A) 99 1 0 berk, inlandse eik, 125 d 0,30 ongeme gd naaldbos douelas 1936 Pluspakket bos met verhoogde natuurwaarde (A) 5 125 e 2,29 gemeng naaldlloofbos arove den 1929 Pluspakket bos met verhoogde natuurwaarde (A) 95 20 Amerikaanse eik, berk, douglas, Inlandse eik, 125 if 1,25 ongeme gd naaldbos doucilas 1983 Basispakket bos 3 3 berk, 0.34 onc ]spakket bos 5 5 125 a iemenqd naaldbos douqias 1936 Bas 126 al 0,20 ven Pluspakkët bos met verhoogde natuurwaarde (A) 80 40 126 a2 i,oi gemengd naaldlloofbos grove den 1932 Pluspakket bos ei verhoogde natuurwaarde (A) 80 Amerikaanse eik, berk, inlandse eik, wilg 126 b 1,15 gemeng naaldlloofbos grove den 1986 Pluspakket bos met verhoogde natuurwaarde (A) 99 20 berk, Inlandse eik. 126 e 3,72 gemengd naa]daoofbos grove den 1932 Pluspakket bos met verhoogde natuurwaarde (A) 70 40 Amerikaanse eik, berk, douglas, inlandse eik. 127 a 11,22 ongeme gd naaldbos Corsicaanse den 1932 Basispakket bos 5 5 berk, Inlandse eik, 127 b 0.91 onciemenad naaldbos Inlandse eik 1981 Basispakket bos 99 0 128 a 2,66 gemengd aaldlloofbos grove den 1932 Basispakket bos 85 25 Amerikaanse eik, berk, Inlandse eik, lijsterbes 128 b 0,64 gemengd naaldlloofbos Corsicaanse den 1950 Basispakket bos 5 25 Amerikaanse eik, douglas, Inlandse eik, 128 c 1,24 gemengd na ldlloofbos Oostenrijkse den 1932 Basispakket bos 50 50 berk, groveden, inlandse eik, 201 0 81 ongemengd loofbos inlandse eik 1 990 Basispakket bos 99 5 berk, 202 2,53 ongeme gd naaldbos Corsicaanse den 1951 Basispakket bos 5 1 0 Amerikaanse eik, berk, Inlandse eik, 203 3,94 onqemencid naaldbos Corsicaanse den 1950 Basisp@kket bos 2 5 Amerikaanse eik, berk, inlandse eik. 204 a 5,03 gemengd naaldlloofbos grove den 1951 Basispakket bos 80 25 Amerikaanse eik, berk, 204 b 0,96 ongeme gd naaldbos arove den 1 990 Basispakket bos 95 1 0 Amerikaanse eik, berk, inlandse eik, 211 a 0,89 gemengd naaldllo fbos grove den 1927 Basispakket bos 70 50 Amerikaanse eik, berk, douglas, inlandse elk, 211 2.30 ongemengd naaldbos grove den 1984 Basisp kket bos 90 10 Amerikaanse eik, berk, inlandse eik, dse eik, 211 c 0,20 gemengd loofbos berk 1988 Basispakket bos 99 40 inlan Basispakket bos 211 d 0,18 bos dlloofbos grove den 1 sispakket bos 70 50 Amerikaanse eik, berk, inlandse eik, 212 a 0,65 gemengd naa 925 Ba dlloofbos grove den 1926 Basispakket bos 70 50 Amerikaanse eik, berk, inlandse eik, 212 b 2,02 gemen d naai 212 c 1,02 gemengd naa dlloofbos arove den 1927 Basispakket bos 70 50 Amerikaanse eik, berk, inlandse eik, 212 d 1,17 ongemengd n aldbos arove den 1980 Basispakket bos 95 1 5 Amerikaanse eik, berk, inlandse eik, 213 a 0,81 gemengd naaldlloofbos grove den 1924 Basispakket bos 70 35 Amerikaanse eik, berk, 213 b 2,07 jongem ngd naaldbos grove den 1925- Básispakket bos 0 213 c 1,15 qemenq nee oo os grove en 1985 Basispakket bos 80 25 Amerikaanse eik, berk, krent 213 d ongemengd naaldbos weymouthd n 1985 Basispakket bos 2 5 Amerikaanse eik, groveden, ongemengd loofbos Amerikaanse eik 1939 Basispakket bos 214 7@l 2 2 berk, groveden, F21-41 b 1 0,69 gemengd naaldlloofbos grove den 1922 Basispakket bos 1 70 35 1Amerikaanse eik, berk, inlandse eik, 20-6-2002 Opstandregister gemeente Helmond Vak Afd Oppervlakte 1Terreintype 1Hoofdboom jaar van aaniég7Dóelpakket % inheems % menging Nevenboomsoorten 214 e 1,82 gemengd naaldlloofbos grove den 1923 Basispakket bos 70 35 en aanse ei er nan se e 214 d 0,82 gemengd naaldlloofbos grove den 1922 Basispakket bos 85 20 Amerikaanse eik, berk, inlandse eik, 214 e 1.73 ongemengd naaldbos Corsicaanse den 1971 Basispakket bos 10 10 berk, groveden, 221 a 1,11 gemengd loofbos berk 1995 Basispakket bos 75 25 Amerikaanse eik, inlandse eik, 221 b 1,11 bos grove den 1926 Basispakket bos 0 222 a 2,72 ongem ngd naaldbos grove den 1972 Basispakket bos 90 12 Amerikaanse eik, berk, 222 b 1,86 aemencid naaldlloofbos grove den 1925 Basispakket bos 92 20 Amerikaanse eik, berk, inlandse eik, id/loofbos < 80 223 a 1,2 gemengd naa irove den 1922 Basispakket bos 25 Amerikaanse eik, berk, inlandse eik, lijsterbes 223 b 1,95 aemenad naaldlloofbos grove den 1923 Basispakket bos 85 25 Amerikaanse eik, berk, inlandse eik, lijsterbes 231 b 0,25 bos inlandse eik Basispakket bos 99 berk, 231 c 0,29 bos inlandse eik Basis.pakket bos 0 231 3,79 ongemengd naaldbos grove den 1984 Basispakket bos 0 5 232 a 1,68 bos grove den 1956 Basispakket bos 70 10 berk, 232. b 0,42 bos grove den 1947 Basispakket bos 70 10 berk, 301 a 7,52 ongemengd loofbos inlandse eik 1860 Basispakket bos 99 1 5 berk, beuk, lijsterbes 301 b 1,01 ongemengd loofbos beuk 1982 Basispakket bos 99 10 inlandse eik, taxus, vlier 301 c 0,76 ongemengd loofbos inlandse eik 1982 Basispakket bos 99 1 5 berk, iijsterbes 301 d 0,45 gemengd loof/naaldbos inlandse eik 1860 Basis.Pakket bos 98 25 berk, beuk, fijnspar 302 a 1,52 ongemenqd loofbos inlandse eik 1839 Basispakket bos 99 15 berk, beuk, berk beuk 302 b 0,15 gemen d loof/naaldbos inlandse eik 1974 Basispakket bos 70 40 douglas, taxus, lier 302 c 0,13 ongem ngd loofbos inlandse eik 1945 Basispakket bos 99 5 beuk, 302 d 0,19 gemengd loofbos inlandse eik 1864 Basis.pakket bos 99 20 berk, beuk, 302 e 0,92 onaemenad loofbos inlandse eik 1989 Basispakket bos 99 5 berk, beuk, 302 f 0,26 gemengd loofbos inlandse eik 1976 Basispakket bos 99 50 beuk, g 0,46 qernenqd loofbos inlandse eik 1954 Basispakket bo 95 20 berk, beuk, douglas, 303 a 1,39 eemencid loof/naaldbos inlandse eik 1939 Basispakket bos 99 20 beuk, douglas, es ----- --- 303 b 0,95 ongemengd loofbos inlandse eik 1842 Basispakket bos 99 10 berk, beuk, 303 c 1,80 gemengd loof/naaldbos beuk 1982 Basispakket bos 90 20 Amerikaanse eik, inlandse eik. fijnspar, tsuga 303 d 1,0 ongemengd loofbos Inlandse eik 1842 Basispakket bos gs- 5 A a 303 el 2,97 ongemengd lo ofbos inlandse eik 1842 Basispakket bos 90 1 5 berk, rd, v er 303 e2 0.16 water Basispakket bo 303 e3 0,09 ov eriq terrein Basispakket bos 304 a 2,01 ongemengd loofbos inlandse eik 1859 Basispakket bos 99 15 berk, beuk, 304 b 0,55 gemengd loofbos wilg 99 25 inlandse eik, zwart eis 305 a 0,26 gemengd loofbos - beuk 1852 Basispakket bos 99 20 berk, inlandse eik, 305, b 0,49 ongemengd loofbos inlandse eik 1852 Basispakket bos 99 10 berk, beuk, es 305 e 1,50 aemencid loofbos inlandse eik 1934 Basispakket bos 99 40 berk, vlier, es 305 d 0,45 gemengd loofbos inlandse eik 1991 Basispakket bos 99 25 berk, 305 e 0.24 gemengd loofbos beuk 1986 Basispakket bos 99 50 berk, inlandse eik, 306 0,53 bos Geen pakket 311 0,34 bos Geen pakket 312 0,30 bos Geen pakket 315, 0,66 bos Geen pakket 316 0,74 bos Geen pakket 318 0,41 bos Geen pakket 319 a 0,61 gemengd toofbos Geen Pakket 319 b 0.17 produktie grasland Geen pakket 321 0,94 bos Geen Pakket 322 1,05 bos Geen pakket 324 1,98 bos Geen pakket 406 a 0,73 ongemengd loofbos Amerikaanse eik 1965 Geen pakket 5 5 berk, lijsterbes 406 b 3,84 ongemengd n aldbos grove den 1955 Geen pakket 95 10 Amerikaanse eik, berk, inlandse eik, 406 cl 0,77_ gemengd nee daoofbos grove den 1955 Geen pakket 50 50 Amerikaanse eik, berk, c2 0.2 gemengd naaldlloofbos grove den 1955 Geen pakket 50 Amerikaanse eik, berk, -@0-6 aemenad naaldlloofbos grove den 1993 Geen Pakket 90 20 Amerikaanse vogelkers, Inlandse eik, vuilboom ... Pakket ,@i-o a bos 5 0 o- b 3,48 bos kket bos 5 0 i 0 -o c bos ikket 7 van 9 20-6-2002 Opstandregister gemeente Heimond Vak Afdl Oppervlakte Terreintype Hoofdboorn Jaar van aanleg D2t!E@@@ % Inheems % menging Nevenboomsoorten 410 c2 0,33 bos Geen pakket 410 d 1,19 ongemengd n aldbos grove den 1952 Geen pakket 0 411 a 3,35 ongemengd n aldbos grove den 1960 Basispakket bos 5 0 411 b 0 22 bos Básispakket bos 501 0,55 bos 504 0,63 bos 505 0,18 bos 506 0,35 bos 510 0,48 bos 515 0,69 bos 521 0,38 bos 523 0,57 bos 524 0,93 grasland 525 1,05 grasland 526 1,03 grasland 527 1,06 grasland 528 1,26 grasland 529 0,69 grasland 530 0,89 grasland 531 0,86 grasland 537 1,35 bos 539 0,35 bos 542 0,44 bos 543 0,5@ bos 545 1,49 bos 594 a 0,23 bos Japanse lariks 1939 Basispakket bos 50 inlandse eik 1971 Basis@akket bos 99 594 b 1,10 bos 594 c 0,88 bos inlandse eik 1 990 Basispakket bos 85 berk, fijnspar, hazelaar 9 !@9-4 -d 0,47 bos Inlandse eik 1900 Basispakket bos 9 594 e 1,48 bos berk 1948 Basispakket bos 99 es, grauwe els 594 f 0,81 bos es 1972 Basispakket bos 89 inlandse eik, fijnspar 594 u 0,27 bos inlandse eik 1972 Basispakket bos 99 berk, 594 h 0,47 bos inlandse eik 1979 Basispakket bos 99 berk, lijsterbes 5 berk, 594 i 0,69 bos fijnspar 1972 Basispakket bos ogelkers, inlandse eik, 595 a 1,01 gemengd naaldlloofbos Japanselariks 1941 Basispakket bos 60 60 berk, Amerikaanse v 595 b 0,62 gemenad loofbos inlandse eik 1971 Basispakket bos 99 25 berk, liisterbes 595 e 0,36 gemengd naaldlloofbos Japanse lariks 1949 Basispakket bos 60 55 Amerikaanse eik, berk, Amerikaanse -ogelkers, Inlandse eik, lijsterbes 595 d 2,22 bos Inlandse eik 1896 Basispakket bos 595 e 0,62 bos Japanse lariks 1944 Basispakket bos douglas, 595 f 0,16 bos fijnspar 1950 Basispakket bos 50 595 q 0,80 gemengd naa]daoofbos douglas 1950 Basispakket bos 70 50 berk, groveden, inlandse eik, lijsterbes 596 a 0,15 gemengd loofbos inlandse eik 1959 Basispakket bos 99 25 berk, lijsterbes 596 b 0,67 gemengd loofbos inlandse eik 1965 Basispakket bos 99 35 berk, lijsterbes, vlier 596 c 0,59 gemengd loofbós berk 1936 Basispakket bos 99 30 inlandse eik, lijst rbes 596 d 1,05 gemengd loofbos Inlandse eik 1968 Basispakket bos 99 35 berk, ligsterbes 596 e 0,00 gemengd loofbos inlandse eik 1895 Basispakket bos 99 50 berk, liisterbes, wilg 596 e 1,20 gemengd toofbos inlandse eik 1895 Basispakket bos 99 berk, lijsterbes, wilg 597 a 0,50 bos inlandse eik 1971 Ba lspakket bos 99 beuk, 597 b 0,23 gemengd loofbos Inlandse eik 1953 Basispakket bos 99 30 berk, es, Vijsterbes 597 c 0,41 bos beuk 1955 Basispakket bos 99 597 d 0,77 gemengd loofbos inlandse eik 1890 Basispakket bos 95 35 berk, Amerikaanse vogelkers, lijsterbes inlandse eik 1885 Basispakket bos 99 597 e 0,27 bos 1 597 f 0,92 gemengd loofbos inlandse eik 1979 Basispakket bos 95 35 berk, Amerikaanse vogelkers, lijsterbes, wilg -997@ a tb met verhoogde natuurwaarde (A) 99 48 berk, beuk, lijste - lqemeng andse eik 1890 Plusp:kke os rbes - 1.q:m kk bs met verhoogde natuurwaarde (A) 99 35 berk, beuk, inlandse eik, liesterbes 598 :ng 598 c nd loofbos ikket bos met verhoogde natuurwaarde (A) 99 50 berk, beuk, inland@e eik, lijsterbes Opstandregister gemeente Heimond Vakl Afd l Oppervlakte Terreintype 1Hoofdboom 1 Jaar van aanleg Doelpakket J% inheemst% menging INevenboomsoorten 598 d 1,40 onaemencid loofbos inlandse eik 1980 Basispakket b s 99 10 berk, beuk, lijsterbes 598 e 1,16 gemengd loofbos es 1953 Pluspakket bos met verhoogde natuurwaarde (A) 50 50 berk, inlandse eik, populier, lijsterbes 598 f 0,45 aemenad loofbos inlandse eik 1987 Pluspakket bos met verhoogde natuurwaarde (A) 99 20 berk, vlier, esdoorn 598 g 0,53 onge engd loofbos es 1 990 Pluspakket bos met verhoogde natuurwaarde (A) 95 1 0 Amerikaanse eik, berk, lijsterbes 598 h 0,28 gemengd loofbos inlandse eik 1890 Pluspakket bos met verhoogde natuurwaarde (A) 99 20 berk, beuk, lijsterbes 598 i 0.93 gemengd loofbos es 1949 Pluspakket bos met verhoogde natuurwaarde (A) 99 35 berk, inlandse eik, lijsterbes 598 k 0,34 ongemengd loofbos inlandse eik 1986 Pluspakket bos met verhoogde natuurwaarde (A) 99 10 berk, esdoorn, lijsterbes 601 9,75 bos 602 0,55 bos 609 2,21 bos 611 a 0,67 grasland 611 b 0,13 grasland 611 c 0,66 grasland 611 d 1,66 bos 611 e 0,08 grasland 612 a 0,06 grasland 612 b 0,05 grasland 612 c 0,06 grasland 612 d 1,17 bos 612 e 0,06 grasland 618 a 1,47 moeras en rietland 618 b 0,05 bos 618 c 0,04 bos 618 d 1,42 moeras en rietland 618 e 0,07 bos 618 f 0,3() moeras en rietland 618 g b,00 bos 618. 1 0,22 moeras en rietland 618 1 0,00 bos k 10,01 bos @1-8 1 0.00 @os (@l 8- m 0.06 Imoeras en rietland 9 van 9 20-6-2002 |