- Bestuur
- Raadsnotulen 1 april 2003
Raadsnotulen 1 april 2003
Documentdatum | 01-04-2003 |
---|---|
Bestuursorgaan | Gemeenteraad |
Documentsoort | Raadsnotulen |
Samenvatting |
NOTULEN VIJFDE vergadering van de raad der gemeente Heimond, gehouden op dinsdag 1 april 2003 des avonds om halfacht. Bij aanvang der vergadering zijn aanwezig de leden: L. den Breejen, C.H.M. van der Burgt, W.M.H. Dams, H.M.J.M. van Dijk, mevrouw E.P.W. van Dortmont, S. Ferwerda, L.T.J. Fransen, J.L. Henraat, E.R.M. Hesen, E.A.H. van Kilsdonk, G.T.H. KJaus, W. Kerkx, J.H.J. Kuijpers, J.F.J. Kuypers, mevrouw M.M. de Leeuw-Jongejans, mevrouw M.A.J. Mattheij-van Woensel, mevrouw A. Meinardi, S. Mokadim, T.J. van Mullekom, M. Naoum, G.B. Praasterink, L.J.A. Ristenpatt, J.H.J.M. Roefs, A.J.G. Sauvé, L.M.M. Smfts, O.A.W.M. Spierings, mevrouw J.M.G. Spierings-van Deursen, A. Spruijt, P.H.C. Streeder, T.J.W. van de Ven, J.G.M. Verbakel, C.J.M. Vereijken, J.M.C. van Wetering, A.F.H. Wijnen, en S.H. Yeyden. Afwezig zijn de leden: M.A. Tijani en mevrouw J.A.M. Witteveen-van den Berg. Voorts zijn aanwezig de wethouders: C.J. Bethiehem, R.A.C. van Heugten, J.B.C.W. van den Heuvel, mevrouw B.M. Houthooft-Stockx en P.G.M. Tielemans. VOORZITTER: drs. A.A.M. Jacobs, burgemeester, SECRETARIS: mr. J.P.T.M. Jaspers, griffier. De VOORZITTER: Dames en heren!' Alvorens u uit te nodigen voor een korte overdenking voor- afgaand aan de vergadering, wil ik u meegeven om daarin de slachtoffers te herdenken die onschuldig vallen bij de oorlog die thans plaatsvindt in Irak. Ik wil daarom de overdenking iets langer laten duren dan gebruikelijk is. Nadat de aanwezigen enige ogenblikken van stilte in acht hebben genomen, opent de VOORZITTER de vergadering. Hierna deelt hij mede dat bericht van verhindering is binnengekomen van mevrouw Witteveen en de heer Tijani. Aanwiazinci van een lid als bedoeld in artikel 16 van het reglement van orde 2002. De VOORZITTER trekt nummer 6, zodat eventuele hoofdelijke stemmingen zullen aanvangen bij de heer Ferwerda. Daarna spreekt de VOORZITTER als volgt: Dames en heren! Ik stel u voor te beginnen met de behandeling van het voorstel met betrekking tot de voetbalaccommodatie KJein Arsenal van de aanvullingsagenda. Ik heb een verzoek gekregen van de advocaat van de vereniging om vijf minuten over dit onderwerp te mogen inspreken. Ik geef daartoe het woord aan de heer De Rijk. De heer DE RIJK: Dames en heren! Over het onderwerp staat al een en ander op schrift. Ik zal dat in ieder geval aan het college overhandigen. Er zit een belangrijke bijlage bij over recente ontwik- kelingen bij de KNVB. De heer HESEN (FEH): De heer De Rijk spreekt de raad toe. Ik neem aan dat wij de stukken ook ontvangen. De heer BETHLEHEM (wethouder): De bijlage waar de heer De Rijk over spreekt, is de brief van de KNVB. De raad heeft die brief al ontvangen. -2- 1 april 2003. De heer DE RIJK- De voorzitter heeft mij vi# minuten gegund om de recente stand van zaken met betrekking tot de positie van Wein Arsenal in de juridische kwestie te belichten. Hartelijk dank daarvoor. Ik wil in de eerste plaats het college bedanken voor alle inzet die het in de afgelopen maanden heeft getoond. Vorig jaar is de zaak opnieuw ter hand genomen. Dit gebeurde met voortvarendheid. Het is echter jammer dat er nog steeds geen nieuw voetbalterrein voor Wein Arsenal is. Voor wat betreft de positie van KJein Arsenal met betrekking tot de voelbalcompetftie 2003104 heeft zich een recente ontwikkeling voorgedaan. In de correspondentie die aan de raad is toegezonden, wordt telkens 1 mei 2003 als fatale datum genoemd. KJein Arsenal heeft echter van de KNVB wederom uitstel gekregen: als midden augustus 2003 een vervangend voetbalterrein voorhanden is dat voldoet aan de eisen van de KNVB, mag KJein Arsenal deelnemen aan de voetbalcompetftie 2003104. Met andere woorden: 1 mei 2003 zou de fatale datum zijn, maar de termijn is verruimd. In het schrijven aan de gemeenteraad, gedateerd 26 maart 2003, aangaande de uitspraak die de kantonrechter in voorlopige voorziening heeft gewezen met betrekking tot de vordering tot ontruiming van veld 2 van HW, wordt het woordje "onverwachf genoemd. AJs je de overwegingen en dergelijke goed bestudeert, dan kan de uitspraak van de kantonrechter echter niet "onverwachf'genoemd worden. De gemeente Heimond wist al vanaf juni 2001 dat KJein Arsenal over een nieuw voetbalterrein diende te beschikken. In ieder geval was de gemeente toen al voornemens om de toekenning van voetbalvelden en de huursystematiek te herstructureren. Het is belangrijk dat ik dit opmerk. De kantonrechter overwoog immers hoe het in godsnaam mogelijk was dat de huurovereenkomst met HVV was opgezegd tegen 1 januari 2003 en dat alle andere voetbalverenigingen in Heimond door middel van een schrijven, gedateerd 26 maart 2003, een opzegging krijgen tegen 1 juni 2003, terwijl volgens de geldende normen de verenigingen zich vóór 1 mei 2003 moeten aanmelden. De kantonrechter heeft die gang van zaken dus absoluut niet begrepen en mijns inziens terecht niet begrepen. De kantonrechter heeft aangegeven dat de gemeente eerst tot een adequate belangenafweging en inventarisatie zou moeten komen. In feite is dat echter al gebeurd, want de KNVB heeft in juni 2002 een uitgebreid inventarisatierapport opgesteld. Daaruit bleek dat bij verschillende voetbalclubs in Heimond gelegenheid en ruimte is om KJein Arsenal te huisvesten. Of dat rapport adequaat in de procedure is besproken, weet ik niet. KJein Arsenal heeft daar geen rol in gespeeld. Het is namelijk een zaak geweest tussen de gemeente Heimond en HVV. In ieder geval is het zo dat de kantonrechter voorlopig - het gaat immers om een voorlopige procedure - heeft geoordeeld dat de gemeente haar huiswerk moet overdoen. Ik heb de nadruk gelegd op voorlopig. Ik kom daarmee bij het volgende deel van mijn verhaal. In de brief van 26 maart - die ook aan de gemeenteraad is gezonden - staat: "( ... ) onder de ontbindende voorwaarde dat het ruimtelijke en juridische traject de realisatie mogelijk maakt [van de herhuisvesting van KJein Arsenai]." Het ruimtelijke traject is met succes in gang gezet. Het juridische traject is enkel via een verzoek tot voorlopige voorziening in werking gesteld. Wat er nodig is, is namelijk een adequate bodemprocedure, waarbij de belangen van alle Heimondse voetbalverenigingen, maar zeker van KJein Arsenal, helder in beeld worden gebracht. Op basis daarvan kan van één van de voetbalclubs in Heimond een veld worden gevorderd. AJ met al is dus sprake van een situatie waarbij het juridisch traject nog niet volledig is doorlopen. Er kan dus nog niet gesteld worden dat er sprake is van een eindskuatie met betrekking tot de positie van KJein Arsenal. Daarbij in aanmerking nemende het zojuist door mij gestelde, te weten het recente nieuws van de KNVB dat de aanmeiding van KJein Arsenal voor de komende voetbalcompetitie ook nog in augustus 2003 kan geschieden. KJein Arsenal stelt zich op het standpunt dat de gemeente voor wat de capacfteitsinventarisatie betreft haar huiswerk zou moeten overdoen, althans in het kader van een te voeren bodemprocedure. Het KNVB-rapport is een neutraal rapport en dient daarbij als handreiking en leidraad te worden gehanteerd. Ik wil namens KJein Arsenal de raad van de gemeente Heimond verzoeken om het college op- dracht te geven om, op basis van de in juni 2002 opgestelde inventarisatie van de bestaande voetbal- accommodaties in Heimond, alsnog via een bodemprocedure een voetbalveld voor Kjein Arsenal te vorderen, dan wel ervoor zorg te dragen dat KJein Arsenal vóór 1 augustus 2003 voorlopig de beschik- king krijgt over een vervangend veld waarop in ieder geval de thuiswedstrijden gespeeld kunnen worden en dat voldoet aan de minimale eisen die de KNVB heeft gesteld. AJ met al is het dus zo dat het juridische traject dat is ingezet, absoluut nog niet beëindigd hoeft te worden. Ik vind dat de brief van 26 maart 2003 een beetje de suggestie wekt dat het college niet weet wat het verder met de zaak aan moet. Als jurist kan ik zeggen dat een voorlopige voorziening echt een -3- 1 april 2003. voorlopig oordeel is. Gedane zaken nemen geen keer, maar ik denk dat in de loop van 2002 gekozen had moeten worden voor een adequate bodemprocedure. Ik doe nogmaals het verzoek om het college opdracht te verlenen om een bodemprocedure te voeren. Pas daarna kan gezegd worden dat er een adequaat juridisch traject doorlopen is. De heer FERWERDA (GL@D66): Voorzitter! Ik zou graag van de heer De Rijk willen weten hoe lang een bodemprocedure duurt De heer DE RIJK- Die duurt langer dan een voorlopige voorziening. Het ligt er een beetje aan hoe partijen zich ten opzichte van elkaar in het proces opstellen. Het hangt er bijvoorbeeld van af of er lange termijnen worden gegund om schriftelijke stukken in te dienen et cetera. Een dergelijke procedure zal lopen bij de Sector kanton Heimond. Met voortvarend procederen, zou er binnen één jaar een eind- vonnis geveld kunnen worden. Het is aan de gemeente en de gemeenteadvocaat welk juridisch traject gekozen wordt, maar ik heb zojuist al gesteld dat eigenlijk vorig jaar al gekozen had moeten worden voor een bodemprocedure. Bij brief van 26 februari 2003 is de huur van alle door de verenigingen gehuurde velden per 31 juli 2003 opgezegd. Bij één vereniging, HVV, is de huurovereenkomst echter opgezegd tegen 1 januari 2003. Daarbij komt nog de datum van 1 mei 2003 van de KNVB. Voor zover ik de uit- spraak van de kantonrechter kan interpreteren, heeft hij gezegd dat een dergelijke gang van zaken vreemd is. De VOORZITTER: Mijnheer De Rijk! U gaat verder dan het geven van een antwoord op de vraag van de heer Ferwerda. De heer SMITS (HB): Er wordt ook gesproken over een hoger beroep. Wat is het verschil met het voorstel van de heer De Rijk? De heer DE RIJK- De uitspraak is op 24 maart 2003 gewezen. Binnen vier weken kan daartegen hoger beroep worden ingesteld. Dan ben je echter toch gebonden aan de feiten en omstandigheden die bij een voorlopige voorzieningprocedure al aan de orde zijn geweest. Met andere woorden: je komt toch terug op de belangenafweging die heeft plaatsgevonden en de schriftelijke bescheiden die in de proce- dure zijn ingediend. Je verandert er niets aan dat de huuropzeggingen en dergelijke zijn geschied zoals ze zijn geschied en dat de inventarisatie van de capaciteit, althans zoals die aan de kantonrechter is gepresenteerd, voor hem niet overtuigend is. Naar mijn mening is er een adequaat KNVB-rapport waar- uit blijkt dat er genoeg ruimte is. De heer PRAASTERINK (SDHOH): Ik begrijp uit de woorden van de heer De Rijk dat een bodemprocedure ongeveer een jaar zou kunnen duren. De heer DE RIJK: Ik gaf zojuist een indicatie. De VOORZITTER: De heer De Rijk heeft zojuist uitgelegd dat de duur afhankelijk is van de wijze waarop de partijen met elkaar omgaan, of er uitstel wordt verleend en of er sprake is van repliek en dupliek et cetera. Het is bekend dat een bodemprocedure ongeveer anderhalf á tweeënhalfjaar kan duren. De heer PRAASTERINK (SDHOH): Een bodemprocedure biedt dus op korte termijn geen uit- komst. De heer DE RIJK: Als vóór 1 augustus 2003 voor KJein Arsenal een tijdelijke oplossing wordt gevonden, die eruit bestaat dat KJein Arsenal gebruik kan maken van één voetbalveld - meer wordt er niet gevraagd -, dan kan in die tussentijd een bodemprocedure worden opgestart. Ten aanzien van het gebruik van vootbalterreinen kunnen er goede afspraken worden gemaakt over hoe je met elkaar om- gaat, bijvoorbeeld over de lengte van het tijdelijke gebruik. Alle mogelijkheden liggen dus nog open. De heer HESEN (FEH): De uitspraak heeft betrekking op de oplossing die gevonden zou zijn op het terrein van HW. Er loopt echter nog een ander traject, dat beoogt de capaciteit te inventariseren en op grond daarvan tot een herverdeling te komen. Volgens mij vormde dat voor de kantonrechter de -4- 1 april 2003. reden om te zeggen dat eerst de inventarisatie zou moeten worden afgewacht en dat op grond daarvan tot een gelijkwaardige verdeling tussen de clubs zou moeten worden gekomen. Ik vraag mij af wat een bodemprocedure daaraan toevoegt. De heer DE RIJK- De oplossing waarvoor nu is gekozen, bestaat hierin dat één veld van HW definitief wordt gevorderd op grond van de algehele reorganisatie van de wijze waarop voetbalterreinen ter beschikking worden gesteld aan Heimondse voetbalclubs. De ene vereniging heeft bijvoorbeeld wél een huurcontract en de andere niet. Daar is wat onduidelijkheid over. Daar wilde de gemeente Heimond één lijn in brengen. De gemeente heeft nu helemaal niets. AJs binnen vier weken tegen de uitspraak in voorlopige voorziening geen hoger beroep wordt ingesteld, dan krijgt die kracht van gewijsde en is daarmee onaantastbaar. De gemeente zal een definitief oordeel moeten krijgen, want er zal een veld gevorderd moeten worden. Dat zal middels een bodemprocedure moeten gebeuren. De VOORZITTER stelt hierna allereerst aan de orde: l" Aanvullingsagenda Voorstel met betrekking tot de voetbalaccommodatie KJein Arsenal (Bijlacie 85). De heer DAMS (VVD): Voorzitter! Naar de mening van onze fractie heeft het college en het amb- telijk apparaat al hetgeen gedaan wat in de rede lag om te trachten te forceren dat KJein Arsenal speel- gelegenheid zou krijgen met ingang van het seizoen 2003104. De rechterlijke uitspraak heeft daar on- weerlegbaar een stokje voor gestoken. Een hoger beroep of bodemprocedure kan daar, blijkens de woorden van de heer De Rijk, geen versnelling aan geven. Wij onderschrijven daarom het standpunt van het college zoals vervat in zijn schrijven van 26 maart 2003 ten aanzien van het onderzoek naar her- schikking van de aanwezige bestaande capaciteit aan voetbalvelden. In het verlengde daarvan zijn wij van mening dat het verzoek van de KNVB om een garantie erg prematuur is. Waar geen garantie aanwezig is, kan die ons inziens ook niet gegeven worden. De hand- reiking van de KNVB is daarom in feite een oneigenlijke handreiking. Ons inziens lijkt het er op dat de KNVB zijn eigen straatje wil schoonvegen. Onze fractie adviseert het college daarom om geen toe- zegging te doen, zolang er geen eenduidige helderheid is over de mogelijkheden voor een herschikking van de bestaande capaciteit. Ons advies ligt daarmee in lijn met het niet meer ondernemen van po- gingen om tussentijds een oplossing te forceren. De heer ROEFS (CDA): Voorzitter! Wein Arsenal staat wederom op de raadsagenda. Dat is spijtig te noemen. Op 3 december 2002 is het besluit genomen om KJein Arsenal te huisvesten op het HVV- terrein. Dat was op basis van vrijwilligheid niet haalbaar en daarom moest de gang naar de kanton- rechter gemaakt worden om een oplossing af te dwingen. De rechter heeft geoordeeld dat het op dit moment te prematuur is om een veld van HVV te vorderen. Daarmee zijn wij terug bij af. Hoe nu verder? De CDA-fractie is van mening dat wij het voorstel van het college dienen te volgen. Er is door college en ambtelijk apparaat veel tijd, geld en energie gestoken in het forceren van een oplossing voor de huisvestingsproblematiek van KJein Arsenal. Jammer genoeg is dat niet gelukt. De CDA-fractie is van mening dat in lijn met de uitspraak van de kantonrechter via de reguliere weg de mogelijkheden onderzocht moeten worden om te komen tot een herschikking van de capaciteit van de bestaande voetbalvelden. Volgens ons is al het mogelijke gedaan om tot een oplossing te komen. Het verder trachten te forceren van een tussentijdse oplossing vinden wij een verspilling van energie van financiële middelen. Dat betekent dat er vóór 1 mei geen garantie gegeven kan worden dat er per 1 augustus een veld beschikbaar is voor Klein Arsenal. Dat kan namelijk pas bepaald worden als de inventarisatie achter ons ligt. Bovendien moet bekend zijn hoeveel teams elke vootbalvereniging inschrijft voor de competitie van de KNVB. Wij zijn ons bewust van het feit dat ook de tijd een rol gaat spelen. Er zal nader overleg gevoerd moeten worden met de KNVB. Wij spreken nog steeds de hoop uit dat huisvestingsproblemen van ver- enigingen opgelost kunnen worden door goed overleg binnen het verenigingsleven in Heimond. De heer HESEN (FEH): In december van het vorige jaar heeft de gemeenteraad van Heimond na een zware bevalling er klip en klaar voor gekozen dat voetbalvereniging Klein Arsenal, die vanwege de -5- 1 april 2003. ontwikkeling van het plan Suytkade zonder terrein kwam te zitten, aan een nieuw veld geholpen zou moeten worden. Een belangrijke overweging hierbij was dat, geredeneerd vanuit de KNVB-normatiek, er een duidelijke overcapaciteit aan voetbalvelden was bij de overige clubs. De logische conclusie was dan ook dat een van clubs met overcapaciteit aan velden, een veld zou moeten inleveren voor KJein Arsenal. Per slot van rekening zijn de velden gewoon met publieke middelen tot stand gebracht. Het valt niet in te zien waarom een club opgeheven zou moeten worden zonder dat er sprake is van schaarste. Al is het maar in het kader van de sport, want sport verbroedert immers. Wij wisten natuurlijk ook wel dat deze zaak niet gemakkelijk zou verlopen. Daarom is een besluit genomen dat het karakter heeft van een drietrapsraket. KJein Arsenal zou tijdelijk de beschikking krijgen over een kantine en niet aan de competitie 2002103 kunnen deelnemen. Vooruklopend op de totale her- verdeling van alle voetbalvelden over de verschillende clubs, zou een procedure gestart worden om KJein Arsenal dichtbij het brongebied, bij HVV, onder te brengen. Per slot van rekening is bij HVV al jaren sprake van een overtollig veld. Bovendien bood dit gebied de meeste kans. Natuurlijk kwam de rechter eraan te pas, want HVV stelde zich te weer. Er ligt nu een juridische uitspraak die inhoudt dat op grond van het rechtsgelijkheidsbeginsel HVV geen veld hoeft in te leveren, vooruitlopend op de inventarisatie van alle clubs. Het zou namelijk theoretisch mogelijk zijn dat het aan- tal elftallen van HW verdubbelt, waardoor HW het betrokken veld zelf nodig zou kunnen hebben. Theo- retisch gezien is dat inderdaad mogelijk, ware het niet dat een dergelijke opleving van het ledenaantal de laatste tien jaar bij mijn weten bij geen enkele club is opgetreden, zo ook bij HVV niet. In feite verandert er dus niets. Behalve dan dat het niet zinvol is om vóór 1 augustus te beginnen. De betekenis van de rechterlijke uitspraak is volgens mij geen andere dan dat wij met een tijdsprobleem komen te zitten. Gelukkig doet de rechter in zijn uitspraak een aardige suggestie om het probleem op te lossen. In het vonnis maakt de rechter er immers gewag van dat de gemeente Heimond zou kunnen uitspreken dat KJein Arsenal na de inventarisatie over een veld zou kunnen beschikken en dat de KNVB, beschikkend over die wijsheid, een competitieschema mét en zonder KJein Arsenal zou kunnen opstellen. De uit- spraak lijkt mij niet problematisch, gegeven het feit dat uit zowel het KNVB-onderzoek als de gemeen- telijke inventarisatie van vorig jaar bleek dat er een grote overcapaciteit aan velden was. Inmiddels ligt er een brief van de KNVB waarin de bereidheid wordt uitgesproken om samen met de gemeente Heimond en Wein Arsenal tot een oplossing te komen en dat er tot midden augustus 2003 nog voldoende tijd is om de zaak af te wikkelen. Dat komt dan mooi uit, want uit niets in het vonnis van de kantonrechter blijkt dat betwist wordt dat de gemeente het recht niet zou hebben om tot een her- verdeling van de velden te komen. Integendeel zelfs, want dat specifiek erkende recht is juist de reden om niet vooruitlopend op de inventarisatie een veld te vorderen van HVV, gegeven de theoretische mogelijkheid dat deze club opeens een extatische groei zou doormaken. Een en ander betekent dat alles gezet moet worden op de generale beleidslijn die door de raad is bepaald. Er moet worden uit- gesproken dat de gemeente Heimond garandeert dat op één van de bestaande velden ruimte gemaakt wordt voor Wein Arsenal. Gegeven de huidige overcapaciteit hoeft dat geen probleem te zijn. De KNVB is bereid om tot midden augustus en waarschijnlijk langer - gegeven de positieve insteek van de brief - de tijd te geven om een speelterrein aan te wijzen. Er moet sowieso geïnventariseerd worden wat de behoefte is per club. En er moet strikt worden vastgehouden aan het schema en dan zal aan het eind van het liedje zeer waarschijnlijk blijken dat deze voorziening alsnog op het HVV-terrein gerealiseerd kan worden. De raad stelt de kaders en moet daarom duidelijk uitspreken wat die wil. Wij willen allemaal graag de standpunten van het college onderschrijven. Zoals men weet, ben ik daar tegenwoordig dol op. Ik meen echter dat de raad met betrekking tot dit geval heel specifiek moet zijn. Daarom dien ik een motie in die ik als volgt heb verwoord: "De gemeenteraad van Heimond in vergadering bijeen d.d. 1 april ter beraadslaging over de ont- stane situatie inzake de huisvesting van voetbalvereniging KJein Arsenal, gegeven het vonnis in kort geding d.d. 24 maart 2003, Overwegende: - Dat de gemeenteraad in december heeft besloten dat voetbalvereniging Kjein Arsenal die vanwege de nieuwe stadsuftieg zonder accommodatie is komen te verkeren en de gemeente Heimond alles in het werk moet stellen om deze vereniging elders te huisvesten - Dat uit het KNVB-onderzoek naar de bezetting van de Heimondse voetbalvelden alsmede uit de gemeentelijke inventarisatie daarna klip en klaar is komen vast te staan dat er sprake is van onderbezetting -6- 1 april 2003. Dat de gemeenteraad bovendien een beleidslijn heeft uitgezet die de gemeente Heimond in de gelegenheid moet stellen de verhuurcontracten met de Heimondse voetbalverenigingen zodanig te herdefiniëren dat zij, bij gebleken onderbezetting, kan beschikken over de over- capaciteit teneinde te herschikken c.q. ander sportief gebruik mogelijk te maken Dat laatstgenoemde beleidslijn thans door het vonnis voorliggend is geworden op de beleidslijn om vooruitlopend op de uitkomst van de inventarisatie al een voorziening voor [gein Arsenal op het HW-terrein te realiseren Besluit 1 . uit te spreken dat de gemeenteraad van Heimond garandeert dat KJein Arsenal kan beschikken over een voetbalveld binnen de overcapaciteit aan velden die in Heimond sinds jaar en dag beschikbaar is; 2. het college op te dragen onverkort het geschetste tijdspad voor de inventarisatie en her- definiëring van de contracten door te zetten teneinde half augustus duidelijkheid te kunnen verschaffen over de realisering van genoemde voorzieningen; 3. Het college op te dragen de budgettaire ruimte die door de raad hiervoor ter beschikking is gesteld voor genoemde realisering te reserveren; 4. Het college op te dragen gedurende de periode van inventarisatie de tijdelijke kantine van Wein Arsenal aan de wethouder Ebbenlaan te handhaven. En gaat over tot de orde van de dag." Voorzitter! Aangezien er in het kader van het dualisme voor het indienen van een motie slechts één handtekening nodig is, is de motie door mijzeff ondertekend. De VOORZITTER: U spreekt dit laatste uit met enige genoegdoening. Twijfelde u eraan dat andere raadsleden de motie wilden ondertekenen? De heer HESEN (FEH): Welnee. Mevrouw VAN DORTMONT (HSP): Voorzitter! Wij willen uitspreken dat het college er alles aan gedaan heeft om KJein Arsenal aan een voetbalveld te helpen. Toen de zaak niet verliep zoals zou moeten, heeft de HSP-fractie zich herhaaldelijk sceptisch uitgelaten over de gang van zaken. Vanwege het feit dat de rechtszaak een negatieve beslissing heeft voortgebracht, vinden wij dat het een en ander erg ver gaat. In de krant van vanochtend hebben wij kunnen lezen dat voetbalverenigingen zich fel zullen keren tegen het openbreken van de contracten. Wij zien de bui al hangen. Wij hebben allerlei informatie ingewonnen en het blijkt dat Hetmondse voetbalclubs wel individuele spelers willen onderbrengen, maar geen volledige teams. Wij dragen de voetbalsport een warm hart toe en betreuren de gang van zaken. Wij denken echter dat na augustus 2003 voor Kjein Arsenal dit boek eindelijk gesloten kan worden. Mocht er geld over zijn, dan weet de HSP-fractie wel waar dat binnen de voetbalwereid goed voor zou kunnen worden gebruikt. De heer DEN BREEJEN (PvdA): Dat is nogal een uitspraak, die laatste. Voorzitter! Wij kunnen vaststellen dat deze zaak een lange geschiedenis heeft. Wat mij betreft, kan er nog steeds een vergelijking worden getrokken met de Haagse Boys. Als je bedenkt hoe die club vroeger gehuisvest was, dan is het triest om te constateren wat er nu van geworden is. AJs je kijkt naar wat er op dit moment aan de hand is op het voormalige terrein van Kdein Arsenal, dan moet e vaststellen dat KJein Arsenal daar het gehele seizoen had kunnen voetballen, hoewel ik weet dat iets dergelijks geen begaanbare weg is vanwege allerlei juridische gevolgen. Wij zijn akkoord gegaan met het realiseren van een speelveld voor Kdein Arsenal op het terrein van HW. Wij hadden gehoopt dat het college dat op de meest zorgvuldige wijze zou doen. Uit de formuleringen van de kantonrechter blijkt dat er enerzijds sprake is van een voortvarend beleid van het college, waar wij zeker achter blijven staan en dat ook doorschemert in de brief die aan de raad is ver- zonden, maar dat er anderzijds sprake is van een zekere onzorgvuldigheid, althans zo kunnen de for- muleringen van de rechter geïnterpreteerd worden. Dit stemt ons triest. Ik vind dat het college zich dat zou moeten aantrekken. De vraag blijft of het college nog in hoger beroep gaat. Op deze vraag is eigen- lijk al min of meer antwoord gegeven, maar ik vind dat ik deze vraag toch nog een keer moet stellen. In de brief wordt daar namelijk niet op ingegaan, terwijl er toch een mogelijkheid is. In de raad is toentertijd een bedrag van e 200.000,-- vastgesteld voor realisering van een veld en -7- 1 april 2003. accommodatie op het terrein van HVV. Wat de PvdA betreft, blijft dit bedrag daarvoor gereserveerd, ook Ms mocht blijken dat er een ander veld c.q. accommodatie in beeld komt. Wij hebben vernomen dat de KNVB uitstel heeft verleend. De PvdA-fractie is van mening dat er sprake is van een inspanningsverplichtng tussen nu en half augustus. Dat zouden wij ook gezegd hebben zonder de brief van de KNVB. Ik vind het namelijk niet gepast om in deze situatie op je gemak achterover te leunen en de zaak te bestuderen alsof het een masteropleiding betreft waar je minstens vier jaar over kan doen. Er is sprake van een verstoorde relatie. Het is van belang voor de sportwereld dat die zo snel mogelijk opgeklaard wordt. Laten wij eerlijk zijn: het is eigenlijk veel meer een cultureel probleem dan een sportief probleem. Voor ieders gevoel zou het beter zijn als IQein Arsenal een eigen terrein zou hebben in plaats van deze inbreukachtige gang van zaken. Maar ja, het verplaatsen van twee voetbal- clubs op een dusdanige manier dat ze beide een nieuw terrein krijgen dat ook nog past bij de omvang van de clubs, is niet realistisch en bovendien erg duur. Er moet daarom worden voortgegaan met de huidige procedure. De PvdA kan zich vinden in de richting die het college in de brief heeft gegeven ten aanzien van het voortgaan op de ingeslagen weg door middel van een inventarisatie. Ik vind dat het college serieus antwoord moet geven op het zojuist geopperde voorstel om een bodemprocedure te volgen. Het was bovendien een beetje een verwijt in de richting van het college dat er allang een bodemprocedure opgestart had moeten worden met betrekking tot het veld van HVV. Die onduidelijkheid moet het college in zijn beantwoording wegnemen. Desalniettemin kunnen wij met de voortgang van het beleid instemmen. Wij hopen dat het college blijft zoeken naar een tijdelijke voorziening, hoewel ik besef dat dat bijna niet te doen is. Het kan echter niet zo zijn dat er nu al wordt gezegd dat er verder niets meer wordt gedaan. Ik vind het erg vreemd dat de HSP-fractie zegt dat als de zaak niet vóór augustus geregeld wordt, het geld maar tussen de andere clubs verdeeld moet worden. Mevrouw VAN DORTMONT (HSP): Dat heb ik niet gezegd. Ik heb gezegd dat er binnen de voet- balwereid nog wel iets zinvols is om dat geld aan te besteden. Dat is dus iets anders. De heer DEN BREEJEN (PvdA): Volgens mij komt dat op hetzelfde neer. Maar goed, wij hopen op een gedegen antwoord van het college en een gedegen vervolg. De heer FERWERDA (GL/D66): Voorzitter! Ik beschouw de brief van het college van 25 maart 2003 als een soort voortgangsrapportage. Het college dacht het een en ander te kunnen regelen, maar kwam voor een forse hobbel te staan die was aangebracht door de kantonrechter. Iedereen heeft ove- rigens het recht om zijn of haar gelijk te halen als hij of zij denkt dat te hebben. Het college stelt voor om op een zorgvuldige wijze door te gaan. Dat lijkt mij zeer gewenst, gelet op de publieke uitspraken die door andere voetbalclubs zijn gedaan. Wij wensen het college veel succes bij het vinden van een veld voor KJein Arsenal. De heer SMITS (HB): Voorzitter! Vorige week maandag heeft de gemeente van de kantonrechter een rode kaart gekregen; een rode kaart voordat wij het veld betraden. Als je de kranten leest, dan zit er ook nog een gele kaart aan te komen, want de Heimondse voetbalverenigingen ruiken schijnbaar bloed. Ze zien blijkbaar mogelijkheden op grond van de rechterlijke uitspraak. Er zijn dus nog heel veel hobbel- tjes te nemen. Het college heeft na het besluit van de raad zijn best gedaan. Ik heb de kranten erop nageslagen en ik moet zeggen dat de afdeling bestuursjuridische zaken niet al te sterk heeft gehandeld in de rechts- zaak. Ik durf dat gerust te stellen. Ik heb dat ook kenbaar gemaakt aan de wethouder tijdens de verkie- zingen van de leden van de provinciale staten. Als ik vanavond de heer De Rijk hoor over de bodem- procedure, dan vraag ik mij af of de inspanning van het college wel zo geweldig is geweest. Maar goed, na het raadsbesluit zijn het college en het ambtelijk apparaat voortvarend aan de slag gegaan. De heer Den Breejen had het over een inspanningsverplichting met betrekking tot de brief van de KNVB. Deze suggestie vind ik een heel goede. Als ik de motie van de heer Hesen goed gelezen heb, dan zegt die dat in feite ook. Mevrouw Van Dortmont refereerde zojuist aan het verspreiden van spelers over de diverse ver- enigingen. Ik wil haar erop wijzen dat een team van Klein Arsenal aan de competitie heeft meegedaan bij PVV. Een club mag zelf bepalen hoe zij omgaat met de spelers. Het bestuur van Kjein Arsenal zou eens kunnen kijken of ook andere verenigingen een heel team willen opnemen. Maar goed, dat is "des -8- 1 april 2003. hunnes'. Vanaf het begin hebben wij ervoor geopteerd om KJein Arsenal gewoon een eigen veld te geven. Het inbreiden op bestaande sportparken zal straks ook weer moeilijk worden. Ik refereer hierbij aan het artikel in het Heimonds Dagblad. Ik twijfel zelfs of zoiets überhaupt gaat lukken, want er zijn op dit moment verenigingen die proberen het aantal elftäien te verhogen door minder spelers op te geven voor een elftal. Die verenigingen zijn zich dus al aan het wapenen tegen een eventuele inventarisatie. Dat lijkt mij een moeilijke zaak om straks te controleren. Wij moeten het op dit moment doen met de brief en het besluit dat voorligt. Ik denk dat wij op dit moment inderdaad niet verder kunnen komen. Wij moeten proberen om vóór 31 augustus helderheid te krijgen. Naar mijn gevoel moet de KNVB worden medegedeeld dat er op 1 augustus een veld is voor KJein Arsenal, ondanks het feit dat de wens de vader van de gedachte is. De heer FERWERDA (GL/D66): Voorzitter! Ik zou graag aan de heer Smfts willen vragen wat hij nu werkelijk heeft gezegd. Zegt hij dat de gemeente coüte que coüte ervoor moet zorgen dat er per 1 augustus een veld is? Of zegt hij dat niet? Met zijn formulering kan ik in ieder geval geen kant op. De heer SMITS (HB): Als wij op 1 augustus weten waar de plekken liggen, dan moet het mogelijk zijn om op die datum een veld te kunnen vorderen. De heer FERWERDA (GLJD66): Dat was dus ook de weg die het college is ingeslagen. De heer SMITS (HB): Dat was niet de goede weg, want de rechter heeft de gemeente duidelijk een rode kaart voorgehouden. De afdeling bestuursjuridische zaken heeft daarbij geen goede insteek gemaakt. De heer FERWERDA (GL/D66): Dat zou ik niet durven te zeggen. De heer Smits weet schijnbaar meer dan ik. Hoe kan de heer Smfts aan het college vragen om ervoor te zorgen dat er per 1 augustus een veld is voor KJein Arsenal? Waar is dat op gebaseerd? Het enige veld dat beschikbaar was, lag bij HVV. De heer SMITS (HB): Dat is niet zo. De heer Ferwerda kent schijnbaar het rapport niet. Er zou ruimte zijn bij MULO, Heimondia en zelfs PW. Daar lagen de mogelijkheden om in het kort geding met de rechter over van gedachten te wisselen. Naar mijn gevoel is dat niet goed gebeurd. Hetzelfde ver- kondigde zojuist de heer De Rijk. De heer HESEN (FEH): Voorzftter! Ik wil graag een misverstand uit de weg ruimen. De vordering bij HVV is geschied op grond van het KNVB-rapport. De rechter is volgens mij bij zijn uitspraak ervan uitgegaan dat er een inventarisatie plaatsvindt bij alle clubs. Volgens de rechter valt niet in te zien waarom er, vooruitlopend op de inventarisatie, bij HW een veld gevorderd wordt en bij de andere ver- enigingen niet. Dat is iets anders dan hetgeen de heer Ferwerda zojuist in het debat bracht. Hij zei namelijk dat, als wij de KNVB-lijn gevolgd zouden hebben, de uitspraak waarschijnlijk anders uitgevallen zou zijn en de inventarisatie overbodig was geweest. De VOORZITTER: Ik wil de heer Smits erop wijzen dat het in deze raad niet gebruikelijk is om ambtenaren van afdelingen op het een en ander aan te spreken. De heer Smfts heeft tot tweemaal toe de afdeling bestuursjuridische zaken genoemd als zijnde de afdeling die ons onvoldoende verdedigd heeft. Dat zou in de voetballers twee keer een gele kaart hebben opgeleverd. De heer Smfts staat daar- mee eigenlijk al buiten het speelveld. Voor zover de afdeling bestuursjuridische zaken ons als bestuur geadviseerd heeft over de wijze waarop in deze procedure moet worden opgetreden, is de afdeling mijns inziens terecht uitgegaan van een uitspraak van de raad van eind 2002, volgens welke het niet zo zou mogen zijn dat de gemeente niet kan beschikken over haar eigen velden. De raad heeft toen de wethouder aangespoord een procedure te starten om vanaf het nieuwe seizoen of zo veel later als mogelijk is - ik herinner mij nog dat de heer Fransen dat zei -, te komen tot een inventarisatie en her- verdeling op basis van de behoefte die verenigingen zouden hebben. Ik denk dat binnen de marges die door de raad zelf zijn bepaald (ik ben daar niet negatief over) door onze ambtelijke adviseurs in de richting van het college een juist traject is aangegeven. Het college heeft dat overgenomen en is daarom verantwoordelijk voor de wijze waarop de verdediging ten opzichte van de kantonrechter is gevoerd. -9- 1 april 2003. De heer FRANSEN (VVD): Ik kan het een en ander toevoegen aan het punt dat zojuist aan de orde was. De raad heeft in december een besluit genomen als ware dat de weg die bewandeld zou moeten worden om met succes Wein Arsenal per 1 mei een veld aan te kunnen bieden. Het is zeer spijtig dat deze weg geblokkeerd is door de rechter. Het gaat mij echter te ver om te zeggen dat wij toen de verkeerde keuze gemaakt zouden hebben. Wij zijn er allemaal bij geweest en hebben allemaal het voorstel van het college ondersteunt om de 'HW-weg' te bewandelen, omdat dat ons de beste weg leek. Dat was toen ons aller mening. Het kan toch niet zo zijn dat wij nu gaan zeggen dat het college het verkeerd gedaan heeft? Als dat wél zo is, dan hebben wij het samen verkeerd gedaan. De heer HESEN (FEH): Ik denk dat dat een juiste constatering is. Wij zijn een beetje verstrikt geraakt in ons eigen beleid. Er is een algemene beleidslijn van een totale inventarisatie bij alle clubs en er is een bijzonder traject uitgezet naar HW. Daar zit de angel. De conclusie is wat dat betreft heel een- voudig te trekken. Wij moeten leren van onze fouten. De algemene beleidslijn moet goed worden neer- gezet met een strikt tijdspad. Op grond daarvan kunnen wij mogelijk alsnog tot voortgang komen. De heer FRANSEN (VVD): Hetgeen de heer Hesen zojuist zei, leidt ertoe dat zijn motie niet uit- voerbaar is, althans geen garantie kan geven dat KJein Arsenal op 1 augustus een veld heeft. Wij kunnen verwachten dat ook andere verenigingen het niet met de gang van zaken eens zullen zijn en een procedure gaan aanspannen. De heer De Rijk heeft gezegd dat een bodemprocedure minstens één jaar duurt en dat het nog weinig is vertoond dat een dergelijke procedure binnen een jaar is afgewikkeld. De heer HESEN (FEH): In reactie op hetgeen de heer Fransen zojuist zei, wil ik hem graag het volgende voorhouden. Vooruitlopend op datgene wat wij bij alle vootbalverenigingen gaan doen, hebben wij iets willen realiseren bij een club. Daarmee hebben wij volgens de rechter het rechtsgelijkheids- beginsel geschonden. Op het moment dat wij tot een herverdeling komen op grond ván een inventari- satie die bij alle clubs is gedaan, is dat euvel uit de weg geruimd. Vandaar dat het voorstel wordt gedaan om die lijn te volgen. Dat is iets anders dan de heer Fransen zojuist zei. De heer FRANSEN (VVD): Die lijn wordt gevolgd, maar die geeft geen garantie. De heer HESEN (FEH): Wij weten op grond van het KNVB-rapport en de gemeentelijke inventari- satie dat het niet zo is dat er een overcapaciteit is van een enkel veld, maar van meerdere velden. Het lijkt mij dan ook geen probleem om op het moment dat die overcapaciteit wordt vastgesteld, de garantie te geven dat KJein Arsenal de beschikking zal krijgen over een veld. Ik zie het probleem niet. De heer FRANSEN (VVD): Er zijn overeenkomsten afgesloten. Die overeenkomsten moeten aan- gepast worden. Daar zijn twee partijen voor nodig: de gemeente en de betrokken voetbalclubs. De VOORZITTER: De wethouder zal zo terugkomen op de door de heer Hesen ingediende motie. De heer PRAASTERINK (SDHOH): Als SDHOH-fractie kunnen wij kort zijn over deze zaak. Wij zijn van mening dat zowel door de raad, het college en het ambtelijk apparaat alle moeite is gedaan om tot een voor de partijen aanvaardbare oplossing te komen. De gemeente is in dit dossier heel ver gegaan. Waarschijnlijk veel verder dan wij waarschijnlijk wilden. De meningsvorming heeft alle fasen doorlopen en uiteindelijk heeft de raad besloten. Dat besluit werd echter door de kantonrechter teniet- gedaan. Ik denk dat wij daar vrede mee moeten hebben, want het is een uitspraak waar wij op dit moment verder niets mee kunnen. De termijnen zijn zo kort dat het zinloos is - hoe spijtig ook - om nogmaals een procedure in gang te zetten. Wij kunnen ons daarom vinden in het standpunt van het college dat is verwoord in het schrijven van 25 maart 2003. Een collega van het CDA zei dat het beter ware geweest als het besluit wat dat betreft wat explicieter zou zijn, maar dat men zich in die zin moet richten op de tweede alinea van pagina 2, want dat is ongeveer het besluit. Ik ben het CDA dankbaar voor deze explicietheid die het CDA eigenlijk had verwacht van het besluit. Wij kunnen ons daarin vinden. De heer BETHLEHEM (wethouder): Voorzftter! Laat ik allereerst reageren op de vraag of wij verkeerd geadviseerd zouden zijn door onze ambtenaren. Ik wil de raad erop wijzen dat op het moment -10- 1 april 2003. dat wij aan het trciject begonnen, een traject voor Klein Arsenal was uitgezet die een periode van twee á drie jaar zou bestrijken. Ik wil vooral de fractievoorzitters daaraan herinneren. Wij hadden als gemeente & ingeschat dat, als het zou komen tot een gerechtelijke procedure, wij de zaak niet binnen één seizoen zouden kunnen afwerken. De KNVB heeft echter een regel ingevoerd dat een vereniging maar één jaar niet aan de competitie mag deelnemen. Dat heeft ertoe geleid dat wij wederom bij elkaar zijn gekomen, omdat de beroemde datum van 1 mei 2003 in beeld kwam. Ik wil even in herinnering brengen dat wij uiteindelijk op 1 oktober 2002 besloten hebben om via de juridische procedure een accommodatie te realiseren voor Klein Arsenal. Er werd gezegd dat wij een bodemprocedure hadden moeten voeren. Over het starten van een bodemprocedure op 1 oktober 2002 met Ms resultaat een uitspraak vóór 1 mei, hebben onze juristen gezegd dat wij dat niet moeten doen omdat als een dergelijke procedure twee jaar gaat duren, wij gewoon worden uitgelachen omdat wij voor de verkeerde procedure gekozen zouden hebben. Daarmee wil ik alle betogen ontkrachten dat wij in opperste wijsheid anders hadden moeten beslissen. Ik hoop hiermee ook de discussie ontleed te hebben over de termijn waarop wij hadden moeten reageren. In feite hebben wij op 1 oktober 2002 besloten om een procedure te voeren. Ik kreeg eerst nog de opdracht om te proberen op vhjwillige basis te ontruimen. Wat dat betreft, hoop ik hiermee antwoord gegeven te hebben en de vraagtekens rondom het juiste advies weggehaald te hebben. Uit de discussie die zojuist gevoerd is, hoop ik dat men begrepen heeft dat het instellen van een hoger beroep ons niet helpt aan een uitspraak vóór 1 mei 2003. 1 Mei 2003 was de datum waar al onze inspanningen op gericht waren en alles om gedraaid heeft. De KNVB heeft klip en klaar gesteld dat hij v66r 1 mei 2003 wilde weten waar KJein Arsenal een veld én accommodatie heeft. Het gaat dus niet alleen om een veld, maar ook om een accommodatie. Uit de brief van de KNVB blijkt dat 1 mei 2003 in principe niet wordt losgelaten. Er wordt wel gesuggereerd dat er tot augustus het een en ander geregeld kan worden, maar de brief is verder gewoon duidelijk: de KNVB wenst dat de gemeente garandeert dat KJein Arsenal per 1 mei of, zo u wilt lezen, per 1 augustus beschikt over een veld en een accommodatie. Dat brengt mij bij de motie van de heer Hesen. De heer Hesen verwacht van de raad dat die garandeert dat Klein Arsenal de beschikking krijgt over een voetbalveld. De rechter heeft in zijn afweging aangegeven dat zoiets niet kan en ook niet van de gemeente verwacht mag worden. Hij geeft in zijn besluit zelfs aan dat hij zich afvraagt waarom de garantie bij de gemeente moet liggen en er geen beweging vanuit de KNVB kan komen om de fatale datum van 1 mei 2003 in te trekken. Hij weegt dit heel nadrukkelijk. Om die reden zegt hij dan ook min of meer dat de gemeente wat hem betreft dit traject kan stoppen en dat in het kader van de gelijkheid van alle verenigingen het traject dat ingezet is rondom de inventarisatie van het gebruik van de velden op grond van elftalopgaven, doorgezet moet worden. ]k wil daarom de bal heel nadrukkelijk bij de KNVB neerleggen. Op grond van de uitspraak en het feit dat de capaciteitsberekening nog moet plaatsvinden, kan ik nu niet garanderen dat Klein Arsenal over een veld met accommodatie de beschikking zal krijgen. Wij hadden gekozen voor HVV omdat wij dachten dat daar ook een accommodatie gerealiseerd zouden kunnen worden. Bij MULO en Heimondia zou dat veel lastiger zijn en daarom was het geen optie om dat daar te doen. De heer HESEN (FEH): Ik wil graag een misverstand uit de weg ruimen, want ik denk dat wij helder met elkaar moeten debatteren. Voordat je het weet, verstaan wij elkaar niet goed. Natuurlijk is het niet zo dat de motie beoogt dat er een garantie wordt afgegeven voor een veld. De KNVB hanteert 1 mei 2003 als datum van aanmeiding. De KNVB heeft vorig jaar - de KNVB zal dat ook dit jaar doen - een rapport uitgegeven, waaruit blijkt dat er sprake is van een overcapaciteit. Ik vraag mij daarom af waarom het een probleem is om de garantie uit te spreken dat, op het moment dat zich bij verenigingen een overcapaciteit voordoet, een traject wordt gevolgd zoals nu in de richting van HVV is gedaan. De uft- spraak van de kantonrechter had immers betrekking op de rechtsongelijkheid en niet op het feit dat er een veld wordt gevorderd vanwege overcapaciteit. Daarom kan er wel degelijk een garantie worden afgegeven. De heer BETHLEHEM (wethouder): Het verschil is dat in overleg met de Heimondse verenigingen afgesproken is dat niet op grond van de KNVB-eisen de velden worden verdeeld en toegewezen, maar dat dat zou gebeuren op grond van de verdeling zoals al sinds jaar en dag in Heimond wordt gedaan in overleg met de sportraad. Een dergelijke gang van zaken leidt namelijk tot een andere verdeling en bezetting van velden in vergelijking met hantering van de KNVB-normen. De heer HESEN (FEH): Ook uit die inventarisatie bleek dat er sprake was van een ruime onder- bezetting. 1 april 2003. De heer BETHLEHEM (wethouder): Inderdaad, er is een onderbezetting van drie velden. Bij twee daarvan levert verdere invulling problemen op. De grootste overcapaciteit zat bij HVV. Volgens ons was dat de ideale optie, omdat daar ook een accommodatie gerealiseerd zou kunnen worden. Ik kan Kdein Arsenat wel ergens laten voetballen, maar als dat gebeurt bij een vereniging die geprivatseerd is, dan kan die vereniging in principe de toegang tot de kleedlokalen weigeren. Dat is een nadeel van de priva- tisering. Dat zal dus ook nog getackeld moeten worden. Het is juridisch een lasfige kwestie om ergens een veld toe te wijzen als er geen accommodatie geplaatst kan worden. De heer KLAUS (SP): Voorzitter! Uit de woorden van de wethouder maak ik op dat de wethouder de raad gaat voorstellen om andere criteria vast te stellen. In het voorstel staat heel duidelijk: "( ... ) op basis van toetsing van de claims van de voetbalverenigingen op velden aan door uw raad vast te stellen criteria tot herschikking en daarmee tot een oplossing kunnen komen." Gaan wij over op andere criteria of gaan wij met dezelfde verder> Of worden de criteria van de KNVB overgenomen? De heer BETHLEHEM (wethouder): Ik neem aan dat er verder wordt gegaan met dezelfde criteria die gehanteerd zijn bij het onderzoek dat ertoe geleid heeft om de verenigingen aan te wijzen. Ik kan mij niet voorstellen dat de raad opeens andere criteria gaat toepassen dan die waar in eerste instantie mee gewerkt is. De heer HESEN (FEH): Ik probeer de wethouder te begrijpen. Ik vraag mij alleen af wat nu precies het punt is. Er is alleen maar een uitspraak in voorlopige voorziening gedaan over het feit dat wij vooruitlopend op een herverdeling van de capaciteit, die zeer waarschijnlijk is op grond van de capa- cfteftsoverschotten volgens beide systematieken, al een beslissing willen nemen ten aanzien van HW. Ik vraag mij af wat het probleem is als op 1 augustus blijkt dat de overcapaciteit "im grossen ganzen" hetzelfde gebleven is en er ten aanzien van de behoefte van HVV geen sprake is van een verdubbeling, die zou rechtvaardigen om het veld niet op die plek aan te leggen. De heer BETHLEHEM (wethouder): Het probleem is dat de rechter zegt dat hij vindt dat wij pas na de inventarisatie mogen besluiten waar wij een veld claimen. De KNVB kaatst echter de bal terug door te zeggen dat er voor 1 mei een garantie moet worden afgegeven. Daarover hebben wij gezegd dat zoiets niet kan. De rechter heeft gezegd dat wij ons huiswerk moeten afmaken. Ik krijg omstreeks 1 juni te horen hoeveel elftallen er gaan voetballen en kan dan een inventarisatie gaan maken. Ik kan dus nooit vóór 1 mei een garantie geven. Het gaat per slot van rekening niet alleen om een veld. Er moet goed gelezen worden wat de KNVB schrijft. Het gaat om een veld plus accommodatie. Er moet ook om- gekleed kunnen worden. Ik spreek de dank uit voor de steun en het inzicht dat wij hard aan de zaak gewerkt hebben. Ik kan de raad verzekeren dat er uren gemaakt zijn en tevens vrije uren ingeleverd zijn om al het materiaal dat nodig is om een juiste beslissing te kunnen nemen te verzamelen en te verwerken. Ik ben blij dat de raad dat inzicht heeft. Punt van discussie is de handreiking van de KNVB. De VVD omschrijft die handreiking als een oneigenlijke doordat de KNVB in de brief vasthoudt aan 1 mei. De brief lijkt meer een opening te bieden dan je in eerste instantie zou denken, want de KNVB houdt vast aan de datum van 1 mei 2003. Wat dat betreft hebben wij gezegd dat, als 1 mei door de rechter niet gezien wordt als heilig, wij stoppen met de "tour de forcd' en verdergaan in de lijn die wij met elkaar hebben afgesproken, te weten dat de bezetting van de velden wordt bepaald op grond van het aantal elftallen dat is opgegeven aan de KNVB. De heer KLAUS (SP): Per welke datum? Er ligt namelijk al een inventarisatie. Komt er weer een nieuwe datum? De heer BETHLEHEM (wethouder): De heer KJaus haalt twee dingen door elkaar. Wij hebben een eerste inventarisatie gemaakt op grond van vorig jaar. De inventarisatie was bedoeld om een fixatie te zijn van het moment. Op grond van het aantal spelers en elftallen zouden wij een vereniging aanwijzen die ruimte zou moeten maken voor Wein Arsenal. De inventarisatie die op een bepaald moment is gedaan, kan volgens de rechter niet rechtvaardigen om nu al een beslissing te forceren ten aanzien van HVV als er op dit moment een onderzoek wordt gedaan naar de capaciteit van het volgende seizoen. Ik heb begrepen dat pas op 1 juni bij de KNVB bekend is hoeveel elftallen gaan deelnemen aan de com- -12- 1 april 2003. petitie. Via de KNVB krijg ik door welke elftallen ofhcieel aangemeld zijn. Met behulp van de minutenwals van trainingsminuten en speelminuten voor hogere en lagere elftallen kan ik dan pas gaan berekenen op hoeveel velden een vereniging recht heeft. Op dat moment kan pas geconstateerd worden hoeveel velden ergens over zijn. Dat neemt niet weg dat als uit de berekening blijkt dat een vereniging met vier velden slechts recht heeft op drie velden en ik het veld niet ergens anders voor nodig heb, het niet mogelijk zou zijn dat de vereniging het veld zou kunnen huren. Ik wil graag het hardnekkige misverstand wegnemen dat de inventarisatie van 1 augustus zou betekenen dat verenigingen automatisch moeten indikken, los van het feit of ze een bepaald veld nu wél of niet kunnen gebruiken. De heer HESEN (FEH): Is het zo dat dat de grond is waarop de rechter tot zijn besluit is gekomen? De heer BETHLEHEM (wethouder): Dat klopt. De heer HESEN (FEH): Dat houdt dus in dat, als wij op 1 juni weten welke elftallen er zijn, het traject alsnog richting HW zou kunnen worden ingezet, indien blijkt dat het ledenaantal van HW niet is verdubbeld. Dat houdt dus in dat 1 juni voor ons een kritische datum is en niet 1 mei. De heer BETHLEHEM (wethouder): Voor de KNVB is echter 1 mei een kritische datum. De KNVB suggereert dat 1 augustus een kritische datum is, maar schrijft dat niet. De KNVB zegt min of meer dat in augustus iets mag worden aangewezen, als vóór 1 mei een garantie wordt afgegeven. Ik kan daar- over slechts zeggen dat iets dergelijks niet kan. Dat zit in het woordje "als". Ik kan v66r 1 mei geen garantie geven, want die is afhankelijk van de inventarisatie. De rechter heeft immers gezegd dat eerst de inventarisatie afgemaakt moet worden. De heer FRANSEN (WD): Begrijp ik het goed dat de wethouder zegt dat de gemeente op 1 juni de gegevens van de KNVB ontvangt en dat dan de becifferingen kunnen worden gemaakt, maar dat het niet inhoudt dat er op dat moment een veld beschikbaar is, waarover de gemeente kan zeggen dat een andere club daarop kan voetballen? Iets dergelijks zou slechts kunnen als een vereniging daarmee zou instemmen. Het zal dus afhangen van de medewerking van de desbetreffende vereniging. De heer HESEN (FEH): Daarom zei ik al dat wij tegen een hobbel aangelopen zijn die wij zelf ver- oorzaakt hebben, maar die wij per 1 juni kunnen oplossen. Wij hebben op dat moment namelijk de gegevens van alle clubs. Op grond van het gelijkheidsbeginsel kunnen wij dan een afweging maken. Er is geen enkele reden om aan te nemen dat er nu andere redenen zouden zijn waarom een positieve uitspraak niet haalbaar zou zijn. Of het zou zo moeten zijn dat het aantal elftallen van HW zou verdub- belen. Dat is overigens zeer onwaarschijnlijk. De heer BETHLEHEM (wethouder): De verenigingen kunnen tot 1 juni hun elftallen aanmelden bij de KNVB. Daar zit natuurlijk nog een soort ambtelijk circuit aan vast, zodat er nog wat tijd overheen gaat voordat de computeruftdraai onze kant uit komt. Zodra wij die hebben, kunnen wij gaan inventariseren. Ik heb vanochtend in de krant gelezen dat de voetbalverenigingen de koppen bij elkaar hebben gestoken en dat ze niet akkoord gaan met het feit dat de gemeente de huur opzegt. Ik ben daarom bang dat er nog een keer een procedure gevolgd zal moeten worden. Ik wil mij graag focussen op de huidige stand van zaken. Met de beste wil van de wereld kan ik niet vóór 1 mei de garanderen dat Kdein Arsenal een veld en accommodatie heeft per 1 augustus. De heer YEYDEN (PvdA): De KNVB wordt nu als een starre organïsafie afgeschilderd. Ik kan mij herinneren dat de KNVB zelf ook een onderzoek heeft verricht naar de veldbezetting in Helmond. Er zijn dus twee onderzoeken geweest met twee verschillende criteria. De KNVB stelt een harde datum, maar heeft zelf de benodigde cijfers bij de gemeente aangeleverd. Wij moeten berekenen wat de veld- bezetting is. Ik vraag mij echter af waarom er niet wordt samengewerkt met de KNVB. Laat de KNVB de veldbezetting uitrekenen Dat is een veel kortere weg. De heer BETHLEHEM (wethouder): De heer Yeyden heeft de brief van de KNVB voor zich liggen. Hij moet maar eens goed lezen wat de KNVB schrijft. De KNVB geeft aan dat er tot 1 augustus tijd zat is, maar zegt ook dat de gemeente vóór 1 mei een garantie moet afgeven. -13- 1 april 2003. De heer YEYDEN (PvdA): Daar heb ik het niet over. Ik heb het over de samenwerking met de KNVB. Ik vind het geen goede zaak dat de KNVB als een starre organisatie wordt afgeschilderd. Ik denk dat de samenwerking veel beter zou kunnen. De VOORZITTER: Ik werk inmiddels al ongeveer dertig jaar samen met de KNVB. Ik weet daarom hoe star deze organisatie is. Daar gaat het echter nu niet om. De wethouder heeft zojuist uit- gelegd dat er twee rekenmethodes zijn. Er is een rekenmethode die de KNVB en de NOC/NSF hanteren en er is een eigen gemeentelijke methode. De normen van de KNVB en NOCINSF leiden tot een inten- sievere veldbespeling dan die volgens de gemeentelijke normen. Dat betekent dat wij onze eigen bere- kening op de elftalopgave van de KNVB moeten loslaten om tot een adequate veldbezetting te komen. Dat kan pas na 1 juni. De heer Smfts suggereerde zojuist dat verenigingen elftallen uit minder spelers laten bestaan om zodoende het aantal elftallen te verhogen. De KNVB heeft mij echter de garantie gegeven daarvoor een eigen rekenmethodiek te hebben. De KNVB gaat uit van het huidige aantal elftallen dat deelneemt aan de competitie. De ervaring leert dat het aantal jeugdieden dat doorstroomt naar de senioren nagenoeg gelijk is aan het aantal seniorenieden dat aan het einde van het seizoen stopt. Van het aantal mensen dat naar de vereniging toestroomt, wordt het aantal leden afgetrokken dat de vereniging verlaat. De KNVB neemt per elftal achttien spelers en zo komt men tot een realfteftstoetsing van de elftalopgaven van de desbetreffende verenigingen. Het is dus niet zo dat er sprake is van natte vingerwerk, majoreren en daarmee de gemeente voor het blok zetten. Er zit wel degelijk een methodiek achter om tot een reële bepaling te komen van het aantal elftallen dat kan deelnemen aan de competitie. De heer HESEN (FEH): Als blijkt dat op grond van de opgave van de KNVB een overschot is van drie velden, zoals ook het geval was bij de toepassing van de eigen systematiek, is het college dan bereid om te garanderen dat er een nieuwe procedure wordt gestart zoals thans aan deorde is voor een plek bij HW? De hobbel van ongelijkheid is dan immers weg. De heer ROEFS (CDA): Ik zou daar graag antwoord op geven. Wij zijn zelf een paar keer bij de Raad van State geweest. De voorlopige voorziening houdt in dat de rechter bepaald heeft dat hij de gemeente op een klein onderdeeltje in het ongelijk heeft gesteld. Als je een bodemprocedure gaat voeren, dan houdt dat in dat er ook andere argumenten bijgehaald zullen worden. Wij weten hoe de situatie is tussen de vootbalverenigingen. Dat is spijtig te noemen. Wij kunnen al op voorhand zeggen dat de voetbalverenigingen alle argumenten uit de kast zullen halen om hun gelijk te halen. Dat betekent dat het een langdurige situatie zou kunnen worden en dat er geen enkele garantie is dat de zaak tot een positief resultaat zal leiden. De heer HESEN (FEH): Ik zou graag willen weten uit welke uitspraak dat blijkt. Misschien heeft de heer Roefs een andere gehad dan ik. Volgens mij is het gelijkheidsbeginsel - een beginsel van behoor- lijk bestuur - de enige reden dat de vordering van de gemeente is afgewezen. Je kunt niet een ver- eniging benadelen, terwijl de inventarisatie bij de andere verenigingen nog loopt. Dat materiële feit wordt na 1 juli opgelost. Mijn vraag aan het college was of het college straks bereid is om op grond van de nieuwe gegevens alsnog tot vordering over te gaan. De heer BETHLEHEM (wethouder): Het antwoord op de vraag ligt in de lijn van hetgeen in de brief aan de raad staat. Wij hebben gezegd dat wij het traject zullen voortzetten, zoals wij afgesproken hebben met de Heimondse verenigingen. In de voorlaatste alinea van onze brief staat dat wij in de lijn van de uitspraak gaan kijken, of wij via een meer normaal tijdspad kunnen komen tot een bepaling van de behoefte aan het aantal speelvelden en de toewijzing en verdeling daarvan. Het enige dat wij niet gaan doen - daar zit de spanning -, is dat wij geforceerd gaan proberen of wij de datum 1 mei 2003 gaan halen. Ik kan de KNVB dus niet garanderen dat ik op 1 mei een veld en accommodatie heb voor KJein Arsenal. Ik hoop voldoende duidelijk gemaakt te hebben dat het gewone traject gevolgd zal worden. Er moet geen tijd meer verspild worden en daarom moeten wij ons niet verder verdiepen in beroepskwesties. Wij zullen onze eigen formules toepassen op de opgave van de KNVB van 1 juni, zoals met de Heimondse verenigingen is afgesproken en door hen geaccepteerd is. Wij zullen de om- vang van de capaciteit en de behoefte aan de velden vaststellen. Op dat moment kunnen wij bepalen waar resteapacfteft zit en waar de oplossing ligt voor KJein Arsenal. In antwoord op de vraag van de heer -14- 1 april 2003. Hesen wil ik zeggen dat ik geen behoefte voel om per 1 mei de kantine weg te halen bij De Braak. DE VOORZITTER: Ik denk dat de heer Hesen aan een ding voorbij gaat. De wethouder heeft zo- juist aangegeven dat hij bereid is om verder het traject te volgen dat is afgesproken. Als dat tot een uit- komst leidt, dan kan het niet zo zijn dat door middel van deze uitspraak in kort geding, het recht van andere verenigingen ontnomen zou kunnen worden om een voorziening in te stellen. Met andere woorden: er kan er niet reeds nu een garantie worden gegeven dat er op 1 augustus een veld beschik- baar zal zijn, want daarmee wordt andere partijen het recht ontnomen om te procederen. Iedere pro- cedure behoeft een zelfstandige afweging. AJs er een bodemprocedure wordt gevolgd, dan zijn wij zelf de procederende partij en kan de rechter vaststellen dat de gekozen methodiek onfeilbaar is. Wij kunnen erop rekenen dat daar een reactie op zal komen. Ik voorspel dat die termijn meer tijd zal vergen dan één jaar. Ook dat betekent dat er geen garantie per 1 mei afgegeven kan worden. Wij zijn in een juridisch web terechtgekomen dat het onmogelijk maakt om op dit moment garanties uit te spreken. De argu- menten van de wethouder zijn natuurlijk ook zeer valide. De heer HESEN (FEH): Ik kan dat volgen. Het enige dat wij kunnen garanderen, is de inzet. Ove- rigens heeft de raad nooit iets anders gedaan dan de eigen beleidsinzet te garanderen. De relevante datum is 1 juli, want dan weten wij waar de overcapaciteit zit en waar de gemeente haar acties op moet richten. De VOORZITTERS: U bevestigt nogmaals datgene wat de wethouder gezegd heeft. De heer SMITS (HB): Voorzitter! U heeft mij aan de zijlijn gezet, want u zei zojuist dat ik twee gele kaarten heb gekregen. Ik wil echter toch graag iets rechtzetten. Ik heb niet willen zeggen dat onze amb- tenaren slecht werk verricht zouden hebben. Ik heb alleen willen aangeven dat het verweer van de gemeente in de rechtzaak niet al te sterk is geweest. Nogmaals, ik heb geen echt verwijt gemaakt in de richting van onze ambtenaren. Ik ben zelf ook een ambtenaar en weet hoe dat is. @ Ik voel mij misschien wel hetzelfde als de wethouder zich voelt, als een boek dat klem is gezet tussen twee steunen in. Wij kunnen niets. Het was een beetje grootspraak van mij om voor te stellen dat er gewoon tegen de KNVB gezegd zou moeten worden dat KJein Arsenal een veld heeft. Dat kunnen wij niet garanderen en daar heeft de wethouder gelijk in. Ik hoop dat de vereniging voldoende ruggesteun heeft om het jaar te overbruggen. Ik hoop bovendien dat, als na de inventarisatie blijkt dat er een overcapaciteit is, de gemeente zonder een al te lang juridisch traject een veld zal kunnen claimen. Maar nogmaals, onze inzet in dit dossier is altijd geweest om KJein Arsenal een eigen veld te geven. Er moet eigenlijk niet worden ingebreid op bestaande locaties, want dat geeft alleen maar onvrede en onmin. DE VOORZITTER: Uw bijdrage leidt er in ieder geval toe dat de tuchtcommissie geen schorsing zal opleggen. De heer HESEN (FEH): Het lijkt mij dat in eerste termijn helder is geworden dat het college de beleidslijn om te komen tot een veld voor KJein Arsenal wil doorzetten. Ik was een beetje aan het twij- felen gebracht doordat in de brief staat dat de capaciteit zal worden verdeeld over de Heimondse voet- balverenigingen die deelnemen aan de KNVB-competitie. KJein Arsenal valt daar op dit moment buiten. Uit de beantwoording is mij in ieder geval duidelijk geworden dat de bestendige beleidslijn zoals die is afgesproken, wordt doorgezet, inclusief KJein Arsenal. Ik vind dat een belangrijke vaststelling. Dit wettigt de conclusie dat de insteek van het college en die van mij hetzelfde is. De gemeenteraad heeft in meerderheid heeft aangegeven die beleidslijn te willen doorzetten. Daarmee is tevens aangegeven dat datgene wat wij op dit moment kunnen, nog steeds de inzet is van de gemeenteraad in brede zin. Om die reden trek ik de motie in. De VOORZITTER: Ik constateer dat de motie is ingetrokken. Wij kunnen overgaan tot besluitvorming. De heer Van Mullekom heeft van tevoren aangeven dat hij zich van stemming zal onthouden. Ik constateer dat de raad voor het overige instemt met de lijn zoals die in de brief is neergelegd. -15- 1 april 2003. Zonder stemming wordt overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. Hierna wordt de behandeling van de hoofdagenda voortgezet. 2. Vaststelling ontwerp-aaenda. De heer WIJNEN (SDHOH): Voorzftter! Agendapunt 17 is terechtgekomen bij de onderwerpen waarover door de commissie geen unaniem advies is uitgebracht. In de commissie samenleving en economie is echter een unaniem advies over deze zaak afgegeven. Agendapunt 17 hoort dus bij de hamerstukken te staan. De VOORZITTER: Deze suggestie nemen wij over. Agendapunt 17 wordt een hamerstuk. De heer SMITS (HB): Voorzitter! Ik zou graag het een en ander willen zeggen over agendapunt 5, dat bij de hamerstukken staat. De VOORZITTER: Dat kan, want ik zal de hamerstukken afzonderlijk aan de orde stellen. De bedoeling van de hamerstukken is dat alleen als het nodig is nog een kort statement gemaakt wordt. De ontwerp-agenda wordt hierna, met inachtneming van de door de voorzitter aangegeven wijziging, zonder stemming vastgesteld. 3. Voorstel tot vaststelling van de notulen van de openbare vergadering van 25 februari 2003. Deze notulen worden zonder hoofdelijke stemming ongewijzigd vastgesteld. 4. Behandeling van de ingekomen stukken en mededelingen zoals vermeld op de big deze aciend behorende l@f st. De heer VAN DE VEN (SDHOH): Voorzitter! Mijn vraag is of ingekomen stuk nummer 2, de brief van de heer R. Siebons, geplaatst kan worden op de agenda van de commissie algemene en bestuurlijke aangelegenheden van 21 mei 2003. De VOORZITTER: Dat is akkoord. De heer YEYDEN (PvdA): Voorzitter! Betreft het een persoonlijke brief, die geagendeerd wordt? De VOORZITTER: De brief handelt over de interne problemen bij de lokale omroep Stadsradio Heimond. De heer YEYDEN (PvdA): Wij hebben een heel leuk voorstel over burgerinitiatief aangenomen. Zou de brief niet beter daarbij passen? De VOORZITTER: Er ligt een brief en de heer Van De Ven doet het verzoek om die in de com- missie te behandelen. Er is geen sprake van een burgervoorstel. De heer HESEN (FEH): Ik heb geen moeite met het behandelen van een brief. Er zijn echter zaken waar de raad niet over gaat, onder andere de problemen bij een of andere stadsradio. De VOORZITTER: Dat was ook het antwoord dat met deze brief is meegezonden. Ik begrijp dat de heer Van De Ven daar geen genoegen mee neemt en alsnog over deze zaak wenst te discus- siëren. De heer VAN DE VEN (SDHOH): Ja! -16- 1 april 2003. De VOORZITTER: U heeft natuurlijk het recht om in de commissie aan te geven dat u niet over deze zaak wilt spreken. De commissie algemene en bestuurlijke aangelegenheden moet dus zelf maar uitmaken of de brief behandeld wordt. De heer PRAASTERINK (SDHOH): Voorzftter! Ingekomen stuk nummer 7 heeft betrekking op informatie omtrent het voornemen om te komen tot een fusie van de GGD's Zuidoost-Brabant. Wij hebben destijds vragen over deze zaak gesteld. Ik neem dat deze zaak uitvoerig terugkomt in hetzij de raad, hetzij de commissie. De heer BETHLEHEM (wethouder): Er zijn drie onthijthijeenkomsten. Morgenochtend is een ont- biftbijeenkomst in Eindhoven en ik geloof dat er op 10 april een is in Gemert-Bakel. AJs de heer Praas- terink een vroege vogel is, dan krijgt hij broodjes en alle informatie. De VOORZITTER: De heer Praasterink zou naar alle drie ontbiftbijeenkomsten kunnen gaan. Dan kan hij drie keer van het ontbijt genieten. Met betrekking tot de ingekomen stukken wordt, met inachtneming van de ten aanzien van in- gekomen stuk 2 gedane toezegging, zonder stemming besloten overeenkomstig hetgeen daaromtrent door burgemeester en wethouders is voorgesteld. 5. Voorstel tot het vaststellen van de eerste winziainci van de Verordening op de seksinrichtincien. sekswinkels. straatprostitutie e.d. 2000 (bi*lage 6z). De heer SMITS (HB): Voorzitter! Hetgeen ik wil zeggen heeft eigenlijk geen betrekking op het stuk zelf, maar op een besluit van het college. Voorgesteld wordt een wijziging van de verordening teneinde de escortbedrijven ook binnen de werkingsfeer van de verordening te laten vallen. Ik wil het college herinneren aan het collegebesluit van 3 december jl., waarin besloten werd dat er zou worden gekeken naar hoe het staat met onze erotische massagesalons. Ik vind het een gemiste kans dat dit verhaal niet is meegenomen in de wij- ziging van de verordening. Of het college moet zeggen dat er binnenkort een wijziging van de ver- ordening komt met betrekking tot dit onderdeel van de seksinrichtingen. Namens de buurtvereniging hebben wij een brief aan het college geschreven over het feit dat op dit moment weer het een en ander speelt op de Mierloseweg. Mijn verzoek is eigenlijk ingegeven door het collegebesluit om massagesalons onder de verordening te laten vallen. De heer DAMS (VVD): Ik vraag mij af waarom de fractie van Heimondse Belangen dit punt niet heeft ingebracht in de commissie. De VOORZITTER: In de commissie hebben wij al toegelicht dat wij bezig zijn om vorm te geven aan de uitvoering van het beleid op dit punt en dat de raad daar binnenkort een voorstel over kan verwachten. De heer SMITS (HB): Ik vrees dat ik niet goed ben ingelicht door mijn collega-fractielid. Sorry. Zonder stemming wordt overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. 6. Voorstel tot het nemen van een voorbereidincisbesluit voor een perceel aan de Duizeldonksestraat (biglage 78). Zonder stemming wordt overeenkomstig dit voorstel van burgemeester en wethouders besloten. 7. Voorstel tot het beschikbaar stellen van een krediet ten behoeve van het realiseren van een markthal in Brandevoort (biwiacie 54). De heer KLAUS (SP): Voorzftter! Ik wil graag een korte opmerking over het voorstel maken. Iemand die zegt verstand te hebben van dit soort zaken, heeft tegen mij gezegd dat als de markthal -17- 1 april 2003. wordt gebouwd volgens de tekening, de markthal in elkaar lazert omdat het perspectief van geen kanten klopt. De VOORZITTER: Namens het college kan ik u meedelen dat u erop kunt verbouwen dat onze afdeling bouw- en woningtoezicht een correcte berekening heeft toegepast. Zonder stemming wordt overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. 8. Voorstel tot het beschikbaar stellen van een krediet ten behoeve van vervanging informatiesysteem Leerlinaen Administratie (bialage 55). 9. Voorstel tot het beschikbaar stellen van een krediet voor de realisatie van vier permanente lokalen bis basisschool Dierdonk (bi@lacie 68). 10. Voorstel tot het beschikbaar stellen van een krediet ten behoeve van de realisatie van twee permanent lokalen bij basisschool De Goede Herder (bi,slaae 66). 11. Voorstel tot het beschikbaar stellen van een krediet ten behoeve van de eerste inrichting meubilair voor de openbare basisschool Brandevoort (binlaae 65). 12. Voorstel tot het beschikbaar stellen van een krediet ten behoeve van de uitvoering van het proaramma onderwinshuisvestina 2003 (bi@lage 63),. 13. Voorstel tot het beschikbaar stellen van een krediet ten behoeve van onderhoudsvoorzienincien schooiciebouwen (biolaae 2. 14. Voorstel tot afwiazinci van een aanvracie van de stichting Katholiek Primair Onderwins Heimond (biwiaae 15. Voorstel tot het beschikbaar stellen van middelen ten behoeve van een coördinator ciraffftibestriwdinci (bijlacie 77). 17. Voorstel tot het beschikbaar stellen van een voorbereidinciskrediet ten behoeve van herinrichtinci van het kasteel. (biii&cie 74). Zonder stemming wordt overeenkomstig deze voorstellen van burgemeester en wethouders besloten. De heer HESEN (FEH): Voorzitter! Ik stel vast dat de methode werkt. Mevrouw VAN DORTMONT (HSP): Ik moet zeggen dat ik mij hier heerlijk bij voel. De VOORZITTER: Wij doen er alles aan om er toch nog een fijne avond van te maken! De heer WIJNEN (SDHOH): Ik denk dat het college moet overwegen om de stukken in een kéér af te werken. Dat zou bijvoorbeeld kunnen door de nummers op te noemen en ze tegelijk af te hameren: bam! Ik denk dat de volgende stap moet zijn dat niet alle onderwerpen één voor één worden opgenoemd. Het zijn per slot van rekening hamerstukken. De VOORZITTER: De heer Wijnen heeft op zich gelijk. Het is een stap verder. Ik wil daarover echter de volgende opmerking maken. Ik vind het niet juist om iets dergelijks al in deze raadsperiode te doen, want niet alle fracties zijn in alle commissies vertegenwoordigd. De heer VAN WIJNEN (SDHOH): U zou bijvoorbeeld kunnen zeggen: de agendapunten 1 tot en met 8 zijn hamerstukken, is er iemand die over één van deze punten het woord wil? Dat ene agenda- punt kan dan worden besproken en de andere kunnen dan in één klap worden afgehamerd. -18- 1 april 2003. De VOORZITTER: Dat is inderdaad ook een mogelijkheid. Zo hebben wij weer wat geleerd vanavond. In ieder geval is het zo dat ik niemand het recht kan ontnemen om wat te zeggen. De heer HENRAAT (SDHOH): Voorzftter! Als u niemand het recht wilt ontnemen om wat te zeggen, dan wil ik graag een adviesje geven. Wat de hamerstukken betreft, zou ik willen vragen om die goed kenbaar te maken in de Trompetter. Het blijkt nu weer, zoals ik dikwijls tegen mijn achterban zeg, dat de commissievergadering de belangrijkste plek is om je op de hoogte te stellen van de dingen die tot stand komen. Misschien kan dit op een of andere manier benadrukt worden in de bladen. De VOORZITTER: Zullen wij een stukje schrijven over het duale stelsel en de stand van zaken in de raad van Heimond? Ik denk dat dat de juiste manier is om een en ander weer te geven. De heer HENRAAT (SDHOH): Dus u zegt toe dat het een en ander benadrukt wordt in een blaadje? De VOORZITTER: Jazeker, ik ga er een stuk over schrijven. 16. Vaststellen vergoedinc - erleden van de raadscommissies voor 2003 (biolacie 49). i raadsleden en burq De heer KLAUS (SP): Voorzftter! De SP ziet geen verband tussen het zijn van raadslid in de gemeente Heimond en de hoogte van de vergoeding, maar dat zal wel "des SP's@'zijn. Ik ga nu niet in op de 5% die ingehouden wordt, want ik heb begrepen dat die zaak in de komende commissievergadering aan de orde zal komen. ]k heb uitgerekend dat de vergoeding met 5,2% is verhoogd. Wij denken dat dat niet erg gepast is, gezien de huidige oproep van de politiek aan de bevolking en de vakbonden om de lonen te matigen dan wel niet te verhogen. Van ons mag de verhoging aan andere zaken in de gemeente worden uit- gegeven. Om die reden stemmen wij tegen het voorstel. De VOORZITTER: Dames en heren! U weet welk antwoord ik ga geven. In een circulaire van de minister van binnenlandse zaken staan de vergoedingen die vastgesteld zijn. U heeft vrijwillig een korting van 5% toegepast en die is in het voorstel gehandhaafd. Als u verder wilt gaan, dan dient u een nieuw voorstel aan de raad voor te leggen. Het staat u vrij om uzelf een korting van 6, 7 of 8% op te leggen. Wij hebben ons gehouden aan de circulaire van de minister van binnenlandse zaken. Zonder stemming wordt overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. De aanwezige leden van op van de fractie van de SP verkrijgen op hun verzoek aan tekening in de notulen, dat zij zich met de genomen beslissing niet hebben verenigd. 18. Voorstel tot het beschikbaar stellen van een krediet ten behoeve van de aanpassing van de openbar verlichting van het cityciebied (bialaae U6 . De heer PRAASTERINK (SDHOH): Voorzftter! Wij hebben niets tegen een veilige en goede ver- lichting in het centrum. Daar wil ik heel duidelijk over zijn. Als zodanig hebben wij ook niets tegen de aanpassing van de verlichting in De Wiel, Parkweg en Kasteeltuin. Wij vragen ons echter af wat er precies in de onderhoudsbudgetten zit, temeer daar andere wijken - ik denk hierbij aan Heimond-West - eveneens aanspraak maken op uitbreiding van verlichting in het kader van veiligheid. Geen spaar- lampen meer, maar gewoon fatsoenlijk licht. Er wordt een gevoel van onveiligheid bij burgers bestreden en dat heeft alles te maken met onderhoudsbudgetten en de regelmatige controle daarop. Als die bud- getten onvoldoende zijn, dan moet daarover in de commissie worden gepraat. Dat voorkomt in ieder geval dat de raad dit soort kredieten moet goedkeuren. Wij zouden overigens wel eens willen weten wie binnen het ambtelijk apparaat de zaak controleert. Anders gezegd: wie zorgt dat er reparatie plaats- vindt'? Nu wij het toch over het centrum hebben: wij zouden graag op zeer korte termijn met het college van gedachten willen wisselen over de beheersstructuur in het centrum. Bovendien zouden wij graag inzicht willen hebben in de voortgang en werkzaamheden van het centrummanagement. Wij -19- 1 april 2003. hebben geen flauw idee van wat zich daar afspeelt, behalve dat er veel kosten worden gemaakt voor vergadeflngen. Voor ons gevoel komt er weinig garen op die klos. Wij verzoeken het college een toe- zegging te doen dat deze zaak wordt geagendeerd voor de eerstkomende vergadering van de com- missie samenleving en economie. De heer KLAUS (SP): Voorzitter! Licht is noodzakelijk omdat het de veiligheid zou vergroten. Wat ons betreft, zitten er echter meer aspecten aan. In Nederland is namelijk geen duisternis meer. Wij weten allemaal dat dit slecht is voor de natuur. Moet er onderhand geen paal en perk aan verlich- ting worden gesteld? Licht verbruikt energie. Wij worden opgeroepen om de verwarming een graadje lager te zetten, wat minder lampen aan te doen en te carpooien. Bovendien betalen wij eco-belasting. Ik vraag mij af of de overheid bij dit soort zaken zelf wel eerst goed nadenkt. Ik durf er heel wat onder te verwedden dat er in Heimond talloze plaatsen zijn die donkerder zijn dan de in het stuk genoemde, als sociaal onveilig worden ervaren en niet het niveau van het politie- keurmerk hebben. Worden al die plaatsen extra verlicht? Wordt het objectief veiliger of weten wij het niet en nemen wij maar onze toevlucht tot dit soort middelen? Worden alle consequenties op de koop toe genomen? Ik denk dat de burgers een hoop schijnveiligheid wordt geboden. Dit soort zaken moet niet lichtzinnig worden opgevat. Mevrouw HOUTHOOFT-STOCKX (wethouder): Voorzitter! Voor het grootste deel van het city- gebied is de openbare verlichting op het niveau van het politiekeurmerk. Het voorstel betreft een van de laatste aanpassingen aan de openbare verlichting in het citygebied. Het blijkt dat het verschil in verlichtingsniveau een gevoel van onveiligheid geeft. De heer KLAUS (SP): Denkt de wethouder dat het onveilige gevoel vervolgens naar het gebied buiten de city gaap Mevrouw HOUTHOOFT-STOCKX (wethouder): Het is erg moeilijk om te zeggen waar gevoelens naartoe gaan. Het is wel zo dat de openbare verlichting van het citygebied wordt gebracht op het niveau van het polftiekeurmerk. Het voorstel betreft een van de laatste delen van het citygebied waarvan de verlichting aangepast moet worden. De heer Praasterink informeerde naar aanleiding van het voorstel naar de voortgang van de centrumontwikkeling. Het is in ieder geval zo dat de centrumontwikkeling op de agenda geplaatst is van de extra vergadering van 13 mei. Er zal dan een toelichting worden gegeven. De haalbaarheids- studie voor het kunst- en cultuurplein heeft extra vertraging opgeleverd voor de ontwikkeling van het centrumgebied. De heer PRAASTERINK (SDHOH): Het gaat mij om het centrummanagement. Het centrum- management doet dingen, maar ik zie daar niets van. Wij zouden graag willen dat het centrummana- gement komt vertellen wat het allemaal gedaan heeft. Mevrouw HOUTHOOF1--STOCKX (wethouder): Dat kan op die manier. Ik kan ook een rapportage regelen. De heer SMITS (HB): Voorzitter! Ik voelde mij net een beetje aangesproken toen de heer Kjaus sprak over het polftiekeurmerk Veilig Wonen. De VOORZITTER: Aan de orde is het polftiekeurmerk met betrekking tot de openbare verlichting. De heer SMITS (HB): Wij hebben over het politiekeurmerk Veilig Wonen, PKVW. Over deze mate- rie zult u binnenkort nog veel meer van vernemen, want de griffier kan daar nog wel het een en ander over vertellen. Ik ben aangesteld als ambassadeur voor het PKVW. Het is bewezen dat als de woon- omgeving voldoet aan het PKVW, de veiligheid danig verbeterd is. Dat heeft niets te maken met schijn- veiligheid. Het is gewoon een feit dat het polftiekeurmerk Veilig Wonen bijdraagt aan de veiligheid. De heer VAN DEN HEUVEL (wethouder): Voorzitter! Ik wil ingaan op de klachten die betrekking hebben op de verlichting van het centrumgebied. Zoals men weet is Essent verantwoordelijk voor het onderhoud van deze verlichting. Essent heeft de zaak vervolgens uitbesteed aan Hak. De procedure is -20- 1 april 2003. als volgt. AJs wij klachten binnenkrijgen van bewoners dan wel anderen over de verlichting in het centrum, dan gaat er direct een telefoontje richting Essent. Daarna wordt de klacht in procedure gezet bij Essent zelf. De gemeente blijft daar dus volledig buiten. Dit staat los van het feit dat iemand van Stadsbeheer contact onderhoudt met Essent. Wij zitten regelmatig met Essent om de tafel om te kijken of er verbeterpunten zijn met betrekking tot de kwaliteit van het onderhoud en verdere aanpassingen. De heer DEN BREEJEN (PvdA): Voorzftter! Het stelt mij teleur dat het college de milieukant van de zaak totaal onbesproken laat. De SP heeft terecht aangegeven dat het voor de flora en fauna geen goede zaak is als Helmond 's nachts in het licht wordt gezet. In de commissie is nadrukkelijk gezegd dat het park rond het Kasteel niet de gehele nacht in het licht moet baden. Het is zeer teleurstellend dat het college op geen enkele wijze op deze zaak reageert. De VOORZITTER: Ik vind dat u te ver gaat. Het agendapunt is gericht op de verlichting van het cftygebied. De discussie daarover wordt echter uitgebreid met de relatie tussen openbare verlichting en andere aspecten. De heer DEN BREEJEN (PvdA): Laat dan de wethouder maar toezeggen dat parkachtige gebieden in het cftygebied niet in de spotlights gezet worden. De heer HENRAAT (SDHOH): Voorzitter! Ik wil graag enkele raadsleden geruststellen. Zoals men weet, ben ik duivenmelker als hobby. AJs wij op een zomerdag tot laat in avond barbecuën op de plaats en wij hebben veel licht aan, dan gaan mijn duiven met de staart naar het licht toe zitten. Daarom denk ik dat ze straks ook wel naar de muur van de Vlisco zullen kijken. De VOORZITTER: U weet dat zich daar heel andere duivenspelietjes zich afspelen. De heer VAN DEN HEUVEL (wethouder): Ook voor de mens is duisternis noodzakelijk. De VOORZITTER: Wil de wethouder nog reageren? De heer VAN DEN HEUVEL (wethouder): Tegen de argumentatie van de heer Henraat kan ik niet op. Ik wil graag even reageren op de opmerking van de heer Den Breejen. Hij weet als geen ander dat uit iedere klankbordgroepvergadering en wijkoverleg blijkt dat verlichting een gevoel van sociale onveiligheid bestrijdt. Juist op verzoek van wijkraden en klankbordgroepen - waarin de heer Den Breejen altijd een zeer actieve rol heeft gespeeld - is de verlichting op een adequaat niveau gebracht. ]k denk dat alleen maar tegemoet is gekomen aan de wens van vele bewoners. De heer KLAUS (SP): Voorzftter! Ik heb alleen de discussie willen oproepen over de vraag of het verhaal over verlichting en sociale veiligheid eigenlijk wel waar is. Hoe ver moet je gaan? De VOORZITTER: Waarom nodigt u de heer Smfts niet een keer uft? De heer KLAUS (SP): Ik durf de discussie met de heer Smits echt wel aan. Het is dezelfde dis- cussie als: moeten alle struiken van de plantsoenen in de wijken op kniehoogte worden gesnoeid? De veiligheid zal volgens mij daardoor niet toenemen. Het is dus allemaal maar flauwekul. Gevoelsmatig geeft iets dergelijks misschien een gevoel van veiligheid, maar verkrachtingen en dergelijke blijven gewoon plaatsvinden. Ik geloof er niets van dat door het aanbrengen van verlichting de veiligheid wordt verhoogd. De VOORZITTER: Laten wij ons nu weer beperken tot het voorliggende voorstel. Zonder stemming wordt overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. -21- 1 april 2003. 19. Voorstel tot vaststellinci van de winziciincien 28. 30, 42. 43. 51. 52. 53. 54. 57. 60. 61, 62, 63. en 64 van de ciemeentebecirotinci 2003. Nr. 28 markthal Brandevoort. Nr. 30 project home start Nr. 42 personenalarmering, investeringsprogramma 2000. Nr. 43 openbare verlichting cftygebied. Nr. 51 herinrichting kasteel. Nr. 52 informatiesysteem leerlingen administratie. Nr. 53 onderhoudsvoorzieningen schoolgebouwen. Nr. 54onderwijshuisvesting 2003. Nr. 57 coördinator graffitibestrijding. Nr. 60volksuniversiteft. Nr. 61 basisschool Dierdonk. Nr. 62 uitbreiding basisschool de Goede Herder. Nr. 63 meubilair OBS Brandevoort. Nr. 64 uitvoering risicoanalyse milieutaken. De heer SMITS (HB): Ik wil graag een opmerking maken over wijziging nummer 42, personen- alarmering, investeringsprogramma 2000. Ik heb contact gehad met de heer P. van Neervens. Hij voelt zich als voormalig lid van de SWOH een beetje aangevallen als zou deze instelling het in het verleden niet goed gedaan hebben. Ik zou graag aan de wethouder willen vragen om de onvrede op dit punt proberen weg te nemen. De VOORZITTER: Over deze zaak is pas een brief binnengekomen. Wij zullen daar aandacht aan geven. Zonder stemming wordt overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. 20. lnftiatiefvoorstel van de fractie Heimondse Belancien inzake het verstrekken van een aarantie aan de Coen Dillen Stichtinci (bi*lage 84). De heer SMITS (HB): Het initiatiefvoorstel behelst in feite twee besluiten. Inmiddels is iedereen bekend met het krantenartikel van afgelopen vrijdag waarin melding werd gemaakt dat de Coen Dillen Stichting de middelen al bij elkaar heeft dankzij een geweldige sponsoring van Jan Louwers. Ik wil toch voorstellen om het als zodanig aan te houden en ik verzoek de raad om gewoon een uitspraak te doen en het voorstel desnoods in stemming te brengen. De VOORZITTER: Ik begrijp dat u het eerste onderdeel wenst aan te houden en het tweede onderdeel in stemming wilt brengen. Het tweede deel heeft betrekking op de uitwerking van een galerij van bekende Heimondse sporters. Op dit moment wordt dus nog niet gevraagd om een krediet beschik- baar te stellen, maar om voorlegging van het voorstel aan de Raad voor de Sport, zodat die met een nadere uitwerking van het voorstel kan komen. De heer SMITS (HB): Ja, voorzitter. De VOORZITTER: Ik denk dat daar op zichzelf geen bezwaar tegen bestaat. Ik neem aan dat het nadere voorstel van de Raad voor de Sport ter besluitvorming naar de raad zal komen. De heer KLAUS (SP): Het eerste onderdeel van het voorstel gaat over een standbeeld. Ik vraag mij af of mensen bij leven een standbeeld moet worden gegeven. Ik vind dat een dergelijke overweging gemaakt moet worden. Ik ben zelf van mening dat iets dergelijks niet gedaan moet worden. Er moet ergens een grens getrokken worden. De VOORZITTER: Dat deel van het voorstel staat nu niet meer ter discussie. De overweging van de heer KJaus zou eventueel aan de Coen Dillen Stichting kunnen worden meegegeven. Deze stichting is echter geen Heimondse stichting maar een Eindhovense stichting. Daar dragen wij geen verantwoor- delijkheid voor. -22- 1 april 2003. Coen Dillen is inmiddels overleden, maar Willy van der Kuijlen gelukkig nog niet. Coen Dillen was één van mijn grote favorieten. De heer KLAUS (SP): Als mijn vader dit zou horen, dan kreeg ik vast een draai om mijn oren. De heer YEYDEN (PvdA): Voorzkter! Waarom staat het eerste deel van het stuk niet meer ter dis- cussie? De VOORZITTER: Vanwege het feit dat de heer Smits dat wil aanhouden. Het is dus ingetrokken. De heer SMITS (HB): Ik heb helemaal niets ingetrokken. Ik wil gewoon een uitspraak van de raad over de garantiestelling van F, 1000,--. De VOORZITTER: U zei zojuist dat de Coen Dillen Stichting het geld niet meer nodig heeft. De heer SMITS (HB): Ik heb alleen gezegd dat wij afgelopen vrijdag in de krant hebben kunnen lezen dat er voldoende middelen zijn. De Coen Dillen Stichting heeft echter nog meer zaken te doen. Daar valt ook het onderhoud van de beelden onder. Ik begrijp ook wel dat dit een beetje vreemde gang van zaken is. U zit "nee" te schudden. Dat zie ik ook wel. Misschien kwam het bericht van afgelopen vrijdag een beetje onverwacht. Een en ander neemt niet weg dat ik een principe-uitspraak van de raad wil hebben over het verstrekken van een garantiestelling van E 1 000,--. Onderdeel 2 van het voorstel heeft betrekking op de uitwerking van een sportgalerij, waar u zelf een aanzet toe gegeven heeft. Ik ben misschien náief, maar in de richting van de heer KJaus wil ik zeggen dat Willy van der Kuijlen op dit moment best al een beeld mag hebben. De VOORZITTER: Hetgeen de heer KJaus zei, was zeer relevant. Hij gaf aan dat hij er bezwaar tegen heeft om bij te dragen aan standbeelden van mensen die nog niet overleden zijn. Moet over deze zaak een discussie gevoerd worden of kan er bij handopsteken een beslissing wordt genomen over de garantiestelling van 8 1000,-- aan de Coen Dillen Stichting? Ik constateer dat de raad een besluit wil nemen bij handopsteken. Onderdeel 1) van het voorstel wordt hierna bij handopsteken verworpen, waarbij de voorzitter constateert dat de leden van de fractie van Heimondse Belangen en de heer Van Mullekom hebben voorgestemd. De VOORZITTER: Onderdeel 2 van het voorstel heeft te maken met een galerij van bekende sportmensen. Ik heb al gezegd dat wij het voorstel zullen voorleggen aan de sportraad met het verzoek om met een voorstel in onze richting te komen. Is de raad het daarmee eens? De heer ROEFS (CDA): Er wordt echter wel een budget gevraagd van 8 5000,--. De VOORZITTER: Ik heb zojuist uitgelegd dat er geen voorstel voorligt met betrekking tot een budget. Er wordt slechts aan De Raad voor de Sport een opdracht verstrekt voor het opstellen van een planopzet. Er wordt niet gevraagd een krediet beschikbaar te stellen; er wordt alleen gevraagd hoe u staat tegenover de gedachte van een galerij van bekende Heimondse sporters. De heer YEYDEN (PvdA): Er staat in het stuk heel duidelijk dat de onderzoekskosten F, 5000,-- bedragen. De VOORZITTER: Ik dacht dat wij daar nu juist de sportraad voor hebben. De heer PRAASTERINK (SDHOH): Voorzitter! Dit is weer zo'n besluit waarbij ik niet begrijp wat er eigenlijk besloten moeten worden. Heimond bestaat 850 jaar. Ik wil wel eens weten welke sportgalerij straks wordt gebouwd. 850 Jaar geleden waren er ook bekende Heimondse sporters. Ik denk daarbij ook aan de man die de hamer gooide en daarmee de Olympische Spelen won. Dit ging onder het motto: als ze ons gereedschap in de hand geven, dan moeten wij dat zo ver mogelijk van ons af gooien. -23- 1 april 2003. De heer SMITS (HB): De heer Praasterink moet gewoon lezen wat er in het voorstel staat onder puntje 2. De zaak zal hem dan duidelijk worden. Als de heer Praasterink het stuk niet gelezen heeft, dan is dat zijn probleem. Wij vragen gewoon om een nadere uitwerking van de sportgalerij door de Raad voor de Sport. Ik heb de suggestie gedaan dat het onderzoek misschien F, 5.000,-- zal kosten. De voor- zftter ging er zojuist van uit dat de Raad voor de Sport gratis voor ons werkt. AJs dat zo is, dan kost het ons helemaal niets en komt de Raad voor de Sport met een plan. Mevrouw VAN DORTMONT (HSP): Ik wil mij graag bij de heer Praasterink aansluiten. Ik vind het een verwarrende zaak. Ik kan een beetje lezen. Er staat: "maximale onderzoekskosten te bepalen op F 5.000,--." Toen ik dat thuis las, dacht ik: van mij wordt gevraagd of ik dat goed vind. Nu ligt er schijnbaar iets anders voor. Het is nog niet zo laat op de avond en toch snap ik er niets van. De VOORZITTER: Ik dacht dat de heer Smfts zou volstaan met een opdrachtverstrekking, zonder beschikbaarstelling van een budget. Die koppeling blijkt er echter wel in te zitten. De heer Smits hand- haaft zijn voorstel. Het voorstel zal daarom in stemming worden gebracht zoals het voorligt. De heer SMITS (HB): AJs u aangeeft dat aan de uitwerking van de Raad voor de Sport geen kosten verbonden zijn, dan ben ik tevreden met uw antwoord. De VOORZITTER: Sorry, maar nu zorgt u echt voor verwarring. De heer SMITS (HB): U zei zojuist dat zoiets gratis zou zijn. De VOORZITTER: Ik heb u zojuist gevraagd of u ermee kan instemmen dat wij de vraag voor- leggen aan de Raad voor de Sport. Die zal vervolgens met een voorstel komen. Dat ?-uilen wij aan de raad laten weten. De heer KLAUS (SP): Ik zou graag willen dat er orde in deze zaak komt. Een voorstel dat voorligt, kan volgens mij alleen maar door middel van een amendement gewijzigd worden. Het kan niet zo zijn dat een voorstel tijdens de discussie veranderd wordt. De zaak wordt op deze manier zo ontzettend onduidelijk. De heer PRAASTERINK (SDHOH): Ik sluit mij aan bij de woorden van de heer rjaus. Ik wil een duidelijke zaak hebben waartegen ik ja of nee kan zeggen. Wij hebben destijds in het kader van het dualisme afgesproken dat wijzigingen met betrekking tot een voorstel op een scherm uitgebeeld zouden worden, zodat wij zouden kunnen zien wat er gewijzigd wordt en waarover een besluit wordt genomen. Ik vind het onzin om op basis van "weet ik waf'dierlei dingen te gaan doen. De heer YEYDEN (PvdA): Voorzitter! Ik denk dat er een duidelijk verschil moet zijn tussen het vragenuurtje en een inftiatietvoorstel. Op dit moment spreken wij niet meer over een inftiatiefvoorstel, maar hebben wij het over een vraag over iets dat uitgewerkt moet worden. De VOORZITTER: Ik ga nu voorlezen wat in stemming wordt gebracht. "De Raad voor de Sport van de gemeente Heimond een opdracht te verstrekken voor de uitwerking van een galerij van markante en bekende Heimondse sporters en sportsters. Na het opstellen van de planopzet dit aan de gemeente- raad voor te leggen met als doelstelling om tot besluitvorming te komen voor een mogelijke definitieve uitvoering. Kosten voor dit onderzoek en het opstellen van een planopzet 'sportgalerij gemeente Heimond'te dekken uit het fonds Reserve Sport. Maximale onderzoekskosten te bepalen op e 5000,--." De heer FRANSEN (VVD): Voorzitter! Het initiatief kan prachtig zijn, maar de VVD-fractie vindt dat een dergelijk initiatief vanuit de sportwereld zou moeten komen. De gemeente moet niet de opdracht- gever zijn richting de Raad voor de Sport. Ik vraag mij trouwens überhaupt af of zoiets kan. Ik denk dat het een verzoek zou moeten zijn. Wij stemmen niet in met het voorstel. De heer ROEFS (CDA): Ik sluit mij aan bij de vorige spreker. Ik wil daaraan toevoegen dat wij het belangrijk vinden dat prestaties van niveau de aandacht krijgen van het gemeentebestuur. Sporters die -24- 1 april 2003. een goede prestatie hebben geleverd, moeten geprezen worden. Wij hebben begrepen dat iets derge- lijks gebeurt door middel van een sportgala. Daarnaast worden sporters die al lang actief zijn op tijd in het zonnetje gezet. Om die reden vroegen wij ons af of wij wel een sportgalerij moeten willen. De heer PRAASTERINK (SDHOH): Ik denk dat er voldoende onderscheidingen zijn voor vrijwil- ligers, verdienstelijke burgers en wat dies meer zij. Er worden zelfs namen aan straten gegeven. Ik denk ook dat er al genoeg mogelijkheden zijn om sporters te eren. Wij stemmen derhäve tegen het voorstel. Mevrouw MEINARDI (GL/D66): Wij denken dat er verzoeken om sponsoring gedaan zouden moeten worden aan ondernemingen. De gemeente heeft immers al erg veel geld nodig voor de sport van nu. Dat hebben wij kort geleden nog kunnen vernemen van de Raad voor de Sport. Wij vinden het voorstel veel te dwingend. De heer VAN MULLEKOM (HA): Voorzitter! Ik wil mij heel neutraal opstellen. Ik wil nu en nooit meer iets met de Raad voor de Sport te maken hebben. Ik doe daar niet aan mee. Wat ik toch allemaal heb meegemaakt in vier vergaderingen van die club! Er wordt alleen maar gedebatteerd over de inkoop van kroketten en frikadellen. Ik wil al onze ervaringen met de Raad voor de Sport op papier zetten. Ik wil niet dat deze organisatie zich met de zaak bemoeit. (Hierna verlaat de heer Van Mullekom, te 21.23 uur, de vergadering.) De heer SMITS (HB): Voorzitter! Ik denk dat het verhaal van de heer Van Mullekom wel een gele kaart oplevert. Ik heb als raadslid willen inspelen op een idee van het college. Ik merk dat de raad niet achter het idee staat en dus ook niet achter uw idee. Hierna wordt onderdeel 2) van het voorstel bij handopsteken verworpen, waarbij de voorzitter constateert dat de aanwezige leden van de fractie van Heimondse Belangen hebben voorgestemd. De VOORZITTER sluit hierna, te 21.24 uur, de vergadering. Aldus vastgesteld in zijn vergadering van 15 mei 2003. De raad voornoemd, De voorzitter, De griffier, -25- 1 april 2003. NOTULEN van het gesprokene tijdens het op dinsdag 1 april 2003 des avonds om zeven uur gehouden vragen- uur, voorafgaand aan de vijfde vergadering van de raad der gemeente Heimond des avonds om halfacht. VOORZITTER: drs. A.A.M. Jacobs, burgemeester; SECRETARIS: mr. J.P.T.M. Jaspers, raadsgriffier. De VOORZITTER opent het vragenuurtje en stelt aan de orde: Vracien van de fractie van SDHOH betreffende Recreatieplan Bossen. De heer WIJNEN (SDHOH): Voorzitter! De fractie van SDHOH wil graag van het college duide- lijkheid over de gang van zaken betreffende Recreatieplan Bossen gemeente Heimond van 24 december 1998. Deze notitie is besproken in de toenmalige commissie SBV van 28 juni 1 999, onder punt 1 1 van de agenda en unaniem aangenomen in de raadsvergadering van 14 maart 2000, onder punt 19 van de agenda. In de notulen van deze vergadering staat dat ik heb gevraagd om te bezien of er kind- vriendelijke wandelroutes zouden kunnen worden aangebracht. Het antwoord van Vvethouder Hesen luidde dat hij in de commissie op de zaak zou terugkomen. Helaas wacht ik daar nog steeds op. Op 25 januari 2001 heb ik een beleidsmedewerker gebeld omdat mij bekend was geworden dat er nog helemaal niets gedaan was met dit project. De beleidsmedewerker berichtte mij dat men bijna klaar was, maar dat de zaak zou moeten terugkomen in de commissie, omdat de provincie van mening was dat er ook iets gedaan zou moeten worden aan de vennen, wandelpaden en ruiterpaden. Er zou dus een nieuw voorstel naar de commissie komen. Tot op heden heb ik daar nog niets van gezien. Na enkele maanden niets vernomen te hebben, heb ik contact gezocht met de toenmalige wet- houders Hesen en Houthooft-Stockx. Zij beloofden dat de zaak in de commissie zou komen. Helaas is dat nooit gebeurd. In september 2002 heb ik wethouder Van Den Heuvel, die nu belast is met de bossen, aangesproken over dit onderwerp. Hij had wel iets vernomen, maar verzocht mij om nog- maals contact op te nemen met de betreffende beleidsmedewerker. Op 1 oktober 2002 heb ik tele- fonisch contact gehad met de beleidsmedewerker. Hij meldde mij het volgende: - Wegbewijzering is aangelegd; - Speelmateriaal bij zandbergen geplaatst; - Grote informatieborden zijn bijna klaar; - Groot Goor is nog een probleem, maar zal nog dit jaar gereedkomen; - Financieel wordt dit project dit jaar nog afgesloten; - Op korte termijn (in ieder geval voor het einde van 2002) zal er via de pers grote bekendheid aan dit project worden gegeven. Het is vandaag 1 april en ik constateer dat er op diverse fronten nog niets is gebeurd. Dit leidt bij de fractie van SDHOH tot de volgende vragen. 1 .Is het project nu af> Zo ja, wat is er gebeurd? Zo nee, wat gaat er nog gebeuren? 2. Hoe zit het met de afwerking van de financiën? De werkzaamheden zouden niet uitgevoerd kunnen worden binnen NLG 75.000,--. In de commissie is echter nooit een extra krediet aan de orde gekomen. 3. Wat is er allemaal nog meer fout gegaan met dit project wat de raad niet weet? Als dat zo is, dan willen wij dat graag horen. 4. Waarom is er over de nieuwe wandelroutes nog steeds geen duidelijkheid gegeven in de pers, zoals beloofd was? -26- 1 april 2003. Voorzitter! Wij denken dat wij na drieënhalf jaar wel eens een keer duidelijkheid mogen krijgen over dit plan. De heer VAN DEN HEUVEL (wethouder): Voorzitter! Gemakshalve zal ik de periode van de vorige wethouder, de heer Hesen, overslaan en bij het beantwoorden van de vraag de actualiteit erbij betrekken. De heer Wijnen heeft een aantal vragen gesteld dat betrekking heeft op het traject dat gevolgd is om te komen tot de uitvoering van het plan. Sinds het moment waarop de heer Wijnen contact heeft gehad met de betreffende ambtenaar hebben zich twee onvoorziene zaken voorgedaan. De beweg- wijzering op de routes in de Stiphoutse bossen zijn tot tweemaal toe door vandalisme beschadigd dan wel verwijderd. Inmiddels is geïnvestariseerd wat hersteld en herplaatst moet worden met vanda- lismebestendige bordjes. Uitvoering hiervan wordt in april 2003 verwacht. Dat was de eerste onvoor- ziene omstandigheid waardoor het project wat verlaat is. Door de weersomstandigheden c.q. de terreinomstandigheden in het najaar is de geplande uitvoering van de werkzaamheden voor het ont- brekende deel van de route in Groot Goor niet mogelijk gebleken. Wij moeten rekening houden met de nieuwe Flora- en Faunawet. Die wet legt beperkingen op aan dergelijke werkzaamheden in bos- gebieden. Op korte termijn zal de route echter worden aangepakt, zodat die kan worden afgewerkt. De heer Wijnen vraagt of het project af is. Het project is nog niet af omdat door omstandig- heden, welke niet voorzien waren, de uitvoering ernstig is vertraagd. Over de financiële situatie kan ik zeggen dat alle werkzaamheden tot op heden uitgevoerd zijn binnen de beschikbare middelen. Momenteel resteert er nog circa EUR 13.000,-- voor de resterende activiteiten. Overigens is bij elke Marap de voortgang gemeld sedert de beschikbaarstelling van het krediet. De heer Wijnen vraagt wat er nog meer is fout gegaan. Het project is, met uitzondering van de hierboven genoemde onderdelen, op dit moment inhoudelijk uitgevoerd zoals oorspronkelijk was vast- gesteld. De door SDHOH genoemde aanpassingen resulterend in een nieuw voorstel met hogere kosten zijn beperkt gebleven tot een iets andere ligging van de routes in de directe omgeving van de vennen, waar de locale topografie enigszins gewijzigd was door werkzaamheden in het kader van het herstel van de bosvennen. Dit heeft niet tot meerkosten geleidt. De uitvoering is echter wel vertraagd ten opzichte van de oorspronkelijke planningen. Naast de bovengenoemde recente vertragingen is in 2001 ook aanzienlijke vertraging opgetreden door de MKZ-crisis. Gevolg hiervan was dat alle bos- gebieden gedurende een langere periode afgesloten waren voor zowel bezoekers als de uitvoering van werken. Op dit moment is publicatie in de pers nog niet gewenst, omdat er nog delen van routes in de Stiphoutse Bossen ontbreken ten gevolge van de herhaalde vernielingen. Het gaat daarbij met name om de drukst bezochte gebieden. Publicatie zal plaatsvinden nadat de bewegwijzering is hersteld en de informatieborden in de Stiphoutse Bossen en Groot Goor zijn geplaatst. Op dat moment kunnen de routes ook feitelijk worden geopend voor het publiek. De heer WIJNEN (SDHOH): Voorzitter! Ik ben blij met de antwoorden van de wethouder. Ik weet echter niet hoe serieus ik die moet nemen. Deze zaak speelt al vanaf 1998 en nu komt het college met een antwoord over MKZ, vernielingen et cetera. Ik vind dat het project na vier jaar wel afgewerkt had kunnen zijn. Ik wil eigenlijk gewoon weten wanneer het project definitief klaar is. Het moet niet zo zijn dat er weer een verhaal komt in de trant van: dan en dan. Ik heb dit project jaren gevolgd om te kijken hoe zoiets verloopt. Nadat de beleidsmedewerker zei dat de provincie van mening was dat er van alles veranderd zou moeten worden en dat de zaak eerst naar de commissie terug zou moeten, hebben wij niets meer over de zaak vernomen of gezien. Wij moesten zelf achter alles aan. Als dat zo met eik project gaat, dan vraag ik mij af waar wij mee bezig zijn. Ik wil graag van het college weten wanneer het project klaar is en de zaak officieel geopend kan worden. De heer KLAUS (SP): Voorzitter! Ik zou graag willen weten wat de Flora- en Faunawet met deze zaak te maken heeft. Ik snap helemaal niets van het verhaal van de wethouder. De heer VAN DER BURGT (VVD): Voorzitter! Ik denk dat dit onderwerp beter behandeld zou kunnen worden in de commissie. -27- 1 april 2003. De heer WIJNEN (SDHOH): Er is in 2000 een unaniem raadsbesluit genomen. De VOORZITTER: Ik begrijp de vraag van de heer Van Der Burgt. Dit soort voortgangsvragen zou ook goed in de commissie behandeld kunnen worden. De heer VAN DEN HEUVEL (wethouder): Ik heb er geen enkel probleem mee om de voortgang van het project in de commissie te behandelen. Het is echter zo dat er inderdaad sprake is van een vastgesteld besluit dat uitgevoerd dient te worden. Ik heb zojuist aangegeven waarom de uitvoering van het besluit vertraging heeft opgelopen. De MKZ-crisis is één van de oorzaken waardoor het proces vertraging heeft opgelopen. De Flora- en Faunawet is wel degelijk van invloed op het proces. Deze wet legt namelijk een heleboel beperkingen op aan werkzaamheden in bosgebieden, bij- voorbeeld vanwege het feit dat het wild met rust moet worden gelaten. De heer KLAUS (SP): Als je de zaak nog moet plannen, dan kan ik mij het een en ander voor- stellen. De heer VAN DEN HEUVEL (wethouder): Nee, het gaat om de uitvoering. De heer KLAUS (SP): De wethouder zei zojuist dat het project uitgevoerd was, maar dat door vandalen palen verwijderd waren. Het lijkt mij dat er alleen maar een paar goede palen neergezet moeten worden en dat de zaak dan voor elkaar is. Dat heeft dus niets met de Flora- en Faunawet te maken. De heer VAN DEN HEUVEL (wethouder): Het antwoord dat ik zojuist gaf, luidt dat de uitvoering ook vertraagd is door de beperkingen die de nieuwe Flora- en Faunawet oplegt. De heer KLAUS (SP): De wethouder zei dat het project klaar was, maar dat vandalen de zaak hadden afgebroken. Ik ga ervan uit dat de route gepland was in overeenstemming met de Flora- en Faunawet, anders zijn er in strijd met die wet palen geplaatst. Er hoeven alleen maar nieuwe palen neergezet te worden en wij zijn klaar. Op een zaterdagmiddag zet ik die palen er wel even neer. De VOORZITTER: Dat is afgesproken. Ik denk overigens dat de details van deze zaak in de commissie behandeld moeten worden. De heer VAN DE VEN (SDHOH): Voorzitter! Ik kom bijna dagelijks in die bossen. Ik heb daar nog nooit wegwijzers gezien. Ik twijfel er dus aan of die door vandalen zijn weggehaald. De heer WIJNEN (SDHOH): Voorzitter! Ik wacht nog op een antwoord van de wethouder. Ik wil graag weten op welke datum wij de bossen openstellen. De wethouder kan volstaan met een kort antwoord. Na drieënhalf jaar wil ik een datum horen. De heer VAN DEN HEUVEL (wethouder): Het is duidelijk dat de uitvoerende werkzaamheden op korte termijn kunnen plaatsvinden. Ik heb echter wel te maken met de beperkingen die opgelegd worden in het kader van de Flora- en Faunawet. Ik veronderstel echter dat gerespecteerd wordt dat daar gewerkt kan worden. Vóór de zomervakantie moet de zaak geregeld kunnen zijn. 2. Vracien van de fractie van Helmondse Belangen betreffende koelcel milieustraat. De heer VAN KILSDONK (HB): Heimondse Belangen heeft onlangs kennis genomen van het feit dat de koelcel die in de milieustraat gerealiseerd is voor de Dierenambulance om tijdelijk kadavers in op te slaan, nog nooit in gebruik genomen is, terwijl deze al een zeer lange tijd gereed is. De koel- cel is gebouwd omdat de Dierenambulance op dit moment tijdelijk dode kadavers opslaat op een andere locatie in Heimond. Deze ruimte is echter alleen voorzien van een aantal diepvrieskisten waar de kadavers nu tijdelijk in bewaard worden, voordat ze opgehaald worden voor transport naar het Rendac te Son. Men zou de nieuwe koelcel/vriescombinatie niet in gebruik mogen nemen vanwege het feit dat die niet aan de gestelde wetten voldoet en daarom is afgekeurd. Wij vragen het college: -28- 1 april 2003. 1 .Wanneer wordt de koelcel in de milieustraat aangepast aan de daarvoor geldende wetten, zodat de dierenambulance van deze nieuwe locatie gebruik kan maken om hun kadavers op te slaan? 2. Wordt er op dit moment door derden gebruik gemaakt van de koelcel in de milieustraat'.7 3. Was bij u bekend dat de nieuwe koelcel afgekeurd was en, zo ja, waarom zijn er geen aan- passingen verricht? 4. Is na de aanpassing de koelcel ook toegankelijk voor de Dierenambulance buiten de sluitingstijden van de milieustraat? De heer VAN DEN HEUVEL (wethouder): Voorzftter! De situatie is als volgt. De standaard- koelcel die destijds in de milieustraat is gebouwd, is eigendom van de NV Razob. Er is destijds geen rekening gehouden met aanievering van kadavers door de Dierenambulance. Destijds werden immers de dierenkadavers afgevoerd naar Asten. Daardoor deed het probleem zich toen in feite hier niet voor. Tijdens de bouw van de milieustraat werd de locatie in Asten gestoten, zodat de afvoer van de kadavers daarheen niet meer mogelijk was. Er is toen gezorgd voor een tijdelijke ruimte waar de dierenambulance de kadavers zou kunnen opslaan, voordat ze naar Rendac Son worden afgevoerd. Tegelijkertijd is met de NV Razob een overleg gestart om te komen tot een mogelijkheid om de kadavers op de milieustraat aan te leveren. Eén van de dingen die zou moeten gebeuren, is de aanpassing van de koelcel die nu aanwezig is. De huidige capaciteit van de koelcel is namelijk te klein voor gebruik door de Dierenambulance. De capaciteit wijkt namelijk af van de huidige vergunning. Daarom is er door ons een overleg gestart met NV Razob en de provincie Noord-Brabant voor aanpassing van deze vergunning. Tijdens dit overleg bleek dat, naast vergroting van de koelcel, een complete waterzuivering aangelegd diende te worden om het mogelijk te maken dat de Dierenambulance de kadavers zou kunnen aanieveren. Daardoor zouden twee compleet nieuwe vergunningen in het kader van de Wet milieubeheer en de Wet veront- reiniging oppervlaktewater aangevraagd moeten worden. Mede vanwege de te verwachten bezwaren zou het jaren kunnen duren voordat dat rond is. Voor de huidige locatie is dat niet rendabel. De NV Razob was niet bereid om daaraan mee te werken, omdat er nu een aantal problemen is met het functioneren met de milieustraat. Het gaat om de volgende problemen. De huidige locatie is te klein en het ontbreekt aan stortbordessen waardoor het afval in containers getild moet worden. Daardoor ont- staan er files bij de milieustraat waardoor omliggende bedrijven niet bereikbaar zijn. Op dit moment wordt er dus gezocht naar een alternatieve locatie waar de Dierenambulance de kadavers kan opslaan. Er wordt overlegd met NV Razob om te komen tot een verplaatsing van haar milieustraat richting BZOB-terrein. De toekomstige eigenaar van NV Razob, Essent, krijgt daardoor de mogelijkheid om een milieustraat te realiseren waarbij rekening kan worden gehouden met de huidige eisen die gesteld worden aan het aanieveren van kadavers. Op de huidige locatie zal dus geen aan- passing plaatsvinden van de koelcel. Op dit moment wordt er door particulieren gebruik gemaakt van de koelcel, zoals in feite oor- spronkelijk de bedoeling was. De koelcel is niet afgekeurd, maar wél te klein voor de Dieren- ambulance. In de nieuwe situatie zal de Dierenambulance te allen tijde gebruik kunnen maken van de koel- cel. Voor de NV Razob vormt dat geen enkel punt van discussie bij de onderhandelingen over de ver- plaatsing. Ik hoop dat ik hiermee de huidige situatie heb duidelijk gemaakt. De heer VAN KILSDONK (HB): Betekent dit dat de zaak binnen één jaar geregeld is? Ik vind dat'lijdelijk" al heel lang aan het duren is. De heer VAN DEN HEUVEL (wethouder): Daar kan ik echt nog geen antwoord op geven. De heer VAN KILSDONK (HB): Weet de wethouder waar de Dierenambulance op dit moment de dierenkadavers laat? In het brugwachtershuis bij Sluis 7 worden de kadavers in een diepvrieskist verzameld. Deze situatie is al jaren zo. In de vorige raadsperiode heb ik dit probleem ook al aan- gekaart bij de vorige wethouder, de heer Hesen. Toen kwam inderdaad de milieustraat naar voren. Nu moet er echter gewacht worden op de nieuwe milieustraat. Voor de Dierenambulance geeft dat pro- blemen. Die maakt nog steeds gebruik van het brugwachtershuis bij Sluis 7 en dat mag helemaal niet. Deze situatie is zeer ongewenst. Volgens mij moet in het kader van de wetgeving aan deze gang van zaken onmiddellijk een einde worden gemaakt. -29- 1 april 2003. De VOORZITTER: Wethouder Van Den Heuvel heeft al aangegeven dat wij niet bij machte zijn om dat proces te versnellen, tenzij de raad aangeeft dat er op kosten van de gemeente een koeleel moet worden aangelegd. Iets dergelijks heb ik de heer Van Kisdonk echter niet horen zeggen. 3. Vracien van de fractie van Heimondse Belanaen betreffende de Leciesverordeninci 2002. De heer SMITS (HB): Voorzitter! Begin september 2002 hebben wij het college gevraagd om een vriendelijker beleid met betrekking tot het maken van muziek in ons centrum. Met name de leges die door orgelman Van Gehien uit Heerlen moesten worden betaald waren volgens hem en onze fractie te hoog. Het antwoord in de brief van 1 0 december 2002 sloot wat dat betreft aan bij de visie die wij voorstelden. Het college schreef dat het had besloten om de raad een lager tarief voor te gaan leggen. Wij waren als fractie blij verrast met het standpunt van het college. Wij hebben dit goede bericht ook overgebracht aan de orgelman. Hij was dolblij. Bijna vier maanden later wachten wij, de orgelman en misschien ook nog andere fracties, nog steeds op voorstellen van het college om te komen tot een vriendelijker tarievenbeleid voor het maken van muziek in het centrum. Afgelopen zaterdag heb ik gezien dat de jongens uit Chili, Peru of waar ze ook vandaan mogen komen, muziek ten gehore brachten. Ik vraag mij af of zij net als de orgelman leges betalen. Wanneer kunnen wij een collegevoorstel tegemoet zien tot tariefsverlaging voor "het ten gehore brengen van muziek door middel van muziekinstrumenten of langs mechanische weg op of aan de openbare weg", zoals het is opgenomen in de Legesverordening 2002? De heer TIELEMANS (wethouder): Voorzitter! Naar mijn mening opperde de fractie van Heimondse Belangen destijds voor een uitzonderingsregel ten aanzien van de heer Van Gehien. Iets dergelijks verhoudt zich echter niet met het gelijkheidsbeginsel. Om die reden hebberr wij, in antwoord op de brief van de fractie van Heimondse Belangen, gepleit voor een vriendelijk legestarief voor diverse vormen van straattheater of muzikale optredens in de openbare ruimte in het Citygebied. Dat is ons voornemen. Daarom zal zo snel mogelijk, maar uiterlijk in de raadsvergadering van juni, een voorstel aan de raad worden voorgelegd, tegelijk met een ander pakket van wijzigingen met betrekking tot de Legesverordening. De heer SMITS (HB): De wethouder heeft de maand juni genoemd. Wij zullen de zaak in de gaten houden. Ik vraag mij echter af wat het tarief voor dit jaar bedraagt voor onze orgelman en de anderen die op dit moment muziek maken in het centrum. Ik neem aan dat de oude legesveror- deningen van toepassing zijn. De heer TIELEMANS (wethouder): Zolang de Legesverordening niet is aangepast, geldt de door de raad vastgestelde Legesverordening. De VOORZITTER: Mijnheer Smits, ik heb begrepen dat u de orgelman af en toe subsidie geeft. De heer SMITS (HB): Wij hebben voor 1 jaar leges betaald. Als een soort geste naar de orgel- man hebben wij dat gedaan. Hij was daar dolblij mee. Hij staat in het centrum voor iedereen muziek te maken, maar zijn inkomsten zijn niet hoger dan het minimumloon. Wat dat betreft, zijn zijn inkomsten maar een slappe bedoening. Er is dus een klein beetje steun van onze kant. Ik begrijp dat er in juni een vriendelijker tarievenbeleid voor dergelijke gevallen komt. De heer TIELEMANS (wethouder): Het college gaat daarover een voorstel aan de raad voor- leggen ter goedkeuring. 4. Vra -gen van de fractie van Heimondse Belangen betreffende toezegciinci aanduiding komborden zustersteden. De heer SMITS (HB): In het verleden is aan de fractie Heimondse Belangen al tweemaal de toezegging gedaan dat bij de komborden "Heimond", borden zouden worden geplaatst met een ver- wijzing naar de zustersteden waarmee de gemeente Heimond vriendschapsbanden onderhoudt, te -30- 1 april 2003. weten Zielona Gora en Mechelen (waar u onlangs nog bent geweest). Anderhalf jaar geleden is de toezegging gedaan om die leuke borden aan de rand van de stad te plaatsen die een bepaalde uit- straling geven aan onze stad, "de glimlach in Brabanf'. De heer VAN DE HEUVEL (wethouder): Voorzitter! Nadat de vraag van de heer Smits was binnengekomen, heb ik geïnformeerd of de toezegging ook bekend was bij het ambtenarenkorps. Ik moet constateren dat dat niet het geval was. Ik heb daarom het verzoek gedaan om nog een keer naar deze zaak te kijken. Wij ondersteunen het verzoek van de heer Smfts. Dat is dus het probleem niet. Ik ben niet op de hoogte van de toezegging die de heer Van Elk, oud-burgemeester, destijds gedaan heeft. Ik doe de toezegging dat ik ervoor zorg dat die toezegging die destijds is gedaan boven tafel komt. Het is vervolgens een kwestie van het bestellen van de borden. Ik heb begrepen dat het tussen de zes en tien weken kan duren voordat die klaar zijn. Daarna zullen de borden langs de hoofdwegen in Heimond geplaatst worden. De heer SMITS (HB): Ik hoor geroezemoes achter mijn rug. Waarschijnlijk is men op dit moment aan het zoeken wanneer die toezegging is gedaan. De heer VAN DER HEUVEL (wethouder): Ik houd mij aanbevolen voor een opmerking daar- over. De VOORZITTER verklaart hierna het vragenhalfuur voor geëindigd. |