- Inwoner
- Duurzaamheid
- Heb ik een vergunning nodig om mijn huis te verduurzamen?
Heb ik een vergunning nodig om mijn huis te verduurzamen?
Voor sommige maatregelen om uw huis duurzamer te maken, heeft u een vergunning nodig. Of u moet een melding bij ons maken. Hieronder staat waar u op moet letten.
Voor het isoleren van uw woning of (bedrijfs)pand kan een omgevingsvergunning nodig zijn. Bijvoorbeeld in de volgende situaties:
- bij isoleren aan de buitenkant, waarbij de afmeting en/of het aanzicht van uw pand verandert;
- bij het vervangen van raamkozijnen waarbij het aanzicht, de afmetingen of de verdeling van de kozijnen in de gevel wijzigt;
- als u een gemeentelijk of Rijksmonument gaat isoleren;
- als de woning of het (bedrijfs)pand in een beschermd stads- of dorpsgezicht staat;
- bij veranderingen die gevolgen hebben voor de veiligheid, bijvoorbeeld omdat een dragende muur of brandvertragende constructie aangepast moet worden.
Twijfelt u? Neem dan contact met ons op.
Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl)
Houd er rekening mee dat de algemene regels uit het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) altijd gelden, ook als er geen omgevingsvergunning nodig is. Zo regelt het Bbl bijvoorbeeld de ventilatiecapaciteit van de woning. Als u raamkozijnen vervangt, dan kan het nodig zijn om ventilatieroosters in de nieuwe kozijnen aan te brengen.
Voor het plaatsen van zonnepanelen op uw woning of bedrijfspand is meestal geen omgevingsvergunning nodig, zolang u zich aan de algemene regels van de Rijksoverheid houdt. Een uitzondering is het plaatsen van zonnepanelen op gemeentelijke of Rijksmonumenten en op gebouwen die in een beschermd stads- of dorpsgezicht staan. Hiervoor is bijna altijd een omgevingsvergunning nodig.
Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl)
Houd er rekening mee dat de algemene regels uit het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) altijd gelden, ook als er geen omgevingsvergunning nodig is. Zo moet het dak de zonnepanelen kunnen dragen (constructieve eis vanuit het Bbl) en moet de installatie veilig worden aangelegd.
Een bodemenergiesysteem wordt gebruikt om energie (warmte en/of koude) uit de bodem te halen en te gebruiken voor het verwarmen of koelen van een gebouw en voor warm water. Een bodemenergiesysteem kan een duurzaam alternatief zijn voor het gebruik aardgas. Voor de aanleg van een bodemenergiesysteem, moeten leidingen in de grond aangelegd worden. Een bodemenergiesysteem valt onder de 'milieubelastende activiteiten'. Dat betekent dat er regels gelden waar u aan moet voldoen, een melding moet doen en soms een vergunning moet aanvragen. Er bestaan twee soorten bodemenergiesystemen: 'gesloten' systemen en 'open' systemen.
Gesloten bodemenergiesysteem
Bij een gesloten bodemenergiesysteem wordt een vloeistof door een gesloten leidingensysteem in de bodem geleid. De vloeistof neemt warmte of koude energie op uit de bodem en geeft deze boven de grond af. De aanleg van een gesloten bodemenergiesysteem moet gemeld worden. In het Besluit activiteiten leefomgeving (paragraaf 4.111) staat waar de melding en het gesloten bodemenergiesysteem aan moeten voldoen. De Omgevingsdienst Zuidoost-Brabant controleert namens ons of u aan deze voorschriften voldoet.
Voor een gesloten bodemenergiesysteem moet u tenminste 4 weken voor de aanleg een melding doen en informatie toesturen via het Omgevingsloket. In de melding moet u onder andere aangeven of er geen invloed is van andere nabijgelegen open of gesloten bodemenergiesystemen en wanneer u het systeem gaat aanleggen. Lees meer over de mogelijkheden van bodemenergie.
Ook moet u altijd voldoen aan de algemene regels in het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl), bijvoorbeeld voor het aanleggen van de installatie.
Open bodemenergiesysteem
Bij een open bodemenergiesysteem wordt het grondwater zelf gebruikt als transportmiddel van bodemenergie. Het grondwater wordt opgepompt uit de diepere bodemlagen, geeft boven de grond de energie af en wordt daarna teruggepompt in de bodem.
Voor de aanleg en het gebruik van open bodemenergiesystemen is een omgevingsvergunning van de provincie nodig. De omgevingsvergunning kunt u aanvragen via het Omgevingsloket. De Omgevingsdienst Zuidoost-Brabant beoordeelt namens de provincie of u aan de vergunningsvoorwaarden voldoet en stelt de vergunning op.
Een (lucht)warmtepomp haalt energie uit lucht en verwarmt daarmee gebouwen. Daarnaast kunnen sommige luchtwarmtepompen ook zorgen voor warm water. Er zijn hybride warmtepompen en volledige warmtepompen.
Een luchtwarmtepomp heeft altijd een buitenunit. De buitenunit bevat een ventilator, waarmee buitenlucht wordt samengeperst en energie wordt 'gewonnen'. Als deze ventilator aan staat, dan maakt deze geluid. De geluidsproductie van een (nieuw te plaatsen) luchtwarmtepomp mag op de erfgrens van uw perceel niet méér zijn dan 40 dB (decibel). Lees meer over de geluidseisen van warmtepompen en airco’s.
Voor het plaatsen van (een buitenunit van) een warmtepomp kan een omgevingsvergunning nodig zijn. Dit is het geval als het gaat om een warmtepomp die hoger is dan 1 meter, gemeten vanaf de grond waarop de unit staat, of een oppervlakte heeft van meer dan 2 vierkante meter. Daarbij moet gekeken worden naar de totale omvang, inclusief bijbehorende onderdelen zoals een geluiddempende kast. Ook de locatie van de buitenunit kan mede bepalend zijn of u een vergunning nodig heeft. Komt de buitenunit voor de rooilijn te staan? Is de unit zichtbaar vanaf de openbare ruimte? Dan kan een omgevingsvergunning nodig zijn. Voor de installatie van warmtepompen in/aan/bij monumenten of een beschermd stads- of dorpsgezicht is bijna altijd een omgevingsvergunning nodig. Laat online een vergunningcheck uitvoeren.
Twijfelt u? Neem dan contact met ons op.
Let op: ook als u geen vergunning nodig heeft voor een warmtepomp, gelden nog steeds de algemene eisen uit het Besluit bouwwerken leefomgeving, waaronder de eis dat een nieuw te plaatsen buitenunit op de erfgrens niet meer dan 40 dB geluid mag produceren.
Er zijn kleine windmolens die gebruikt kunnen worden voor het opwekken van energie voor een individuele woning of bedrijf. Voor het plaatsen en gebruiken van zo’n windmolen is altijd een omgevingsvergunning nodig. Er zijn veel eisen aan het plaatsen en gebruiken van een windmolen, zoals eisen met betrekking tot geluid, slagschaduw en veiligheid. Voor windmolens met een wiekdiameter groter dan 2 meter is naast de vergunning ook een beperkte milieutoets nodig.
Vanuit een kosten-baten-analyse zijn kleine, particuliere windmolens meestal geen rendabele investering. Lees meer over kleine windmolens bij Milieu Centraal.