Resultaten onderzoek slavernijverleden van Helmond gepresenteerd

Vrijdag 28 juni 2024

Vrijdagavond 28 juni is het onderzoek “Helmond en zijn slavernijverleden” gepresenteerd. Een verkennend onderzoek naar de rol van de bestuurders van Helmond. Uit het onderzoek komt onder andere naar voren dat de stad volop profiteerde van de koloniale economie, gebaseerd op slavenhandel. Het stadsbestuur had daarin een faciliterende rol. Het onderzoeksrapport werd aangeboden aan de onze burgemeester Elly Blanksma.

Aanleiding voor het onderzoek is een motie van de gemeenteraad, een jaar geleden. Daarin werd opgeroepen een onderzoek in te stellen naar de exacte rol die de gemeente Helmond heeft gespeeld in de slavernijgeschiedenis.

“Wegkijken kan niet”

Het onderzoek is uitgevoerd door Henk Roosenboom (voormalig gemeentearchivaris) en Kim Lempereur (afgestudeerd historicus aan de Radboud Universiteit in Nijmegen). De rol van klankbord werd ingevuld door Lia van Zalinge-Spooren, Ger Jan Onrust, Giel van Hooff en Angelie Sense. Het rapport geeft een uitvoerige analyse van de rol van de gemeente Helmond in het slavernijverleden en de wijze waarop van de slavenhandel werd geprofiteerd. Verder maken de onderzoekers ook een duidelijke link naar het heden: “De specifieke manier waarop discriminatie en racisme vorm hebben gekregen in de Nederlandse en Helmondse samenleving is sterk beïnvloed door de erfenis van kolonialisme en slavernij.” Lees het complete onderzoeksrapport.

Burgemeester Blanksma gaf een eerste reactie op de onderzoeksresultaten. “We kunnen hiervan niet wegkijken. Discriminatie en racisme vinden hier hun oorsprong. Dit rapport ga ik bespreken in het college van B&W en in de gemeenteraad, samen met betrokken inwoners. We moeten een weg vinden naar erkenning, bewustwording en herstel.”

Werkgroep van betrokken inwoners

Enkele maanden geleden deed de gemeente een oproep aan de stad: denk mee, praat mee en help mee. Achttien mensen kwamen bij elkaar en twaalf daarvan vormen sindsdien de Werkgroep Herdenking-Viering Slavernijverleden Helmond. Zij waren nauw betrokken bij de presentatie van het onderzoeksrapport, onder de noemer ‘dag van erkenning’. Ook de komende tijd denken zij volop mee, onder andere over de vraag of en hoe er een verdere verdieping nodig is.

Toespraak burgemeester Blanksma bij aanbieding onderzoek slavernijverleden

Dames en heren, 

“Wij dragen de gruwelijkheid van het slavernijverleden met ons mee. De gevolgen daarvan zijn vandaag nog steeds te voelen in racisme in onze samenleving.” 

Deze woorden sprak onze Koning een jaar geleden uit tijdens de Nationale Herdenking Slavernijverleden. Een indrukwekkende toespraak, waarin hij – in navolging van onze minister-president – excuses aanbood voor het feit dat mensen in naam van de Nederlandse staat eeuwenlang tot handelswaar zijn gemaakt, zijn uitgebuit en mishandeld.  

Voor sommigen voelt dit als een ver verleden, als iets waar zij part noch deel aan hadden. Als iets waar zij überhaupt nog nooit bij stil hadden gestaan. Waar zij misschien pas over na gingen denken toen dit een aantal jaar geleden een brede maatschappelijke discussie werd.  

Maar voor anderen ís dit geen ver verleden. Precies zoals de Koning het verwoordde: de gevolgen zijn vandaag de dag nog steeds voelbaar. En dat is terug te herleiden tot die tijd. Toen het wettelijk geoorloofd was om mensen tot slaaf te maken. Tot handelswaar. Tot iets waarmee je mocht doen wat je wilde. Racisme is daarvan een afschuwelijk overblijfsel. Soms ongrijpbaar en subtiel aanwezig; maar voor veel mensen een realiteit waarmee zij regelmatig worden geconfronteerd. 

En ja, helaas ook in Helmond. Ook in onze stad. 

Ook wíj moeten daarom stilstaan bij deze zwarte bladzijdes uit ons nationale verleden. Een nationaal verleden waarvan onze stad onderdeel is.  

Een jaar geleden nam onze gemeenteraad een motie aan. Er werd opgeroepen onderzoek te doen naar het Helmondse aandeel in het slavernijverleden. Die oproep heb ik ter harte heb genomen en vertaald in een onderzoeksopdracht. Met de focus op het aandeel van het Helmondse stadsbestuur. Begin dit jaar ging het onderzoek van start. 

Parallel daaraan, in april van dit jaar, deden we bovendien een oproep aan de stad: denk mee, praat mee, help mee. Twaalf mensen voelden zich geroepen en kwamen samen in een werkgroep. Twaalf tot op het bot gemotiveerde mensen, met heel verschillende achtergronden. Ik sprak enkele keren met hen. Ik zag, nee, ik vóelde hun emotie bij dit thema. Dat raakte me. En deed me nóg meer beseffen dat de oproep die onze gemeenteraad had gedaan, er echt toe deed.  

Samen met de werkgroep sprak ik enkele weken geleden af: we nemen de tijd om het onderzoek op ons te laten inwerken. We gaan het bestuderen, we gaan er over praten. We bekijken of het onderzoek voldoende is, of dat we nog meer willen weten. Vandaag is bovenal een ‘dag van erkenning’. Erkenning van ons verleden. Erkenning van het feit dat dit verleden actueel en relevant is.  

Zojuist mocht ik het onderzoek in ontvangst nemen. Uitgevoerd door de heer Roosenboom en mevrouw Lempereur. Die een klankbord kregen van Lia van Zalinge-Spooren, Ger Jan Onrust, Giel van Hooff en Angelie Sense. Dank voor uw belangrijke werk. Uw onderzoek geeft ons stof tot nadenken.  

Want wegkijken van wat hier op papier is gezet: dat kan ik niet. Helmond heeft geprofiteerd van een op slavernij gebaseerde, koloniale economie. En het stadsbestuur had daarin een faciliterende rol. En met name deze zin trof mij aan het eind van het onderzoeksrapport: 

“De specifieke manier waarop discriminatie en racisme vorm hebben gekregen in de Nederlandse en in de Helmondse samenleving is sterk beïnvloed door de erfenis van kolonialisme en slavernij.” [einde citaat] 

Een cruciale zin. Want als je iets wilt veranderen, dan moet je ook weten hoe het is ontstaan. 

We gaan het onderzoek bespreken in het college van B&W en in de gemeenteraad. Waarbij we ook zeker de werkgroep betrekken. Samen gaan we de weg op van erkenning, bewustwording en herstel.  

Dames en heren, 

De Koning sloot zijn toespraak van vorig jaar af met een oproep. Hij zei dat er geen blauwdruk is. Dat we samen een nieuw gebied betreden. “Laten we elkaar steunen en vasthouden!”, zei hij letterlijk.  

Een oproep die ik graag mede in handen leg van de werkgroep. Ga mét ons op zoek naar de beste manier om ons verleden een plek te geven. Laten we samen toewerken naar de herdenking en viering van volgend jaar. Gevoed door de kennis die we deels al hebben vergaard, en de komende maanden nog gáán vergaren.  

Ik weet zeker dat u als werkgroep daarin een grote rol kunt spelen. Daarom sluit ik af met de woorden die zijn opgetekend door Oholiab A-Muteb, een spoken-word artiest. Hem was gevraagd een van de werkgroep-bijeenkomsten samen te vatten en hij deed dat op een hele mooie manier. Ik citeer: 

Wat we niet vergeten Wat we meenemen Is de schoonheid in onze diversiteit De eenheid in onze verscheidenheid En dit alles zetten we in Hier ontstaat ontwikkeling Dit is het startschot Een nieuw begin 

Dank u wel. 

Uw Reactie
Uw Reactie