Even voorstellen: Sytske Klarenbeek, directeur voor het Sociaal Domein en Veiligheid bij de gemeente Helmond

Sinds 1 maart is Sytske Klarenbeek directeur voor het Sociaal Domein en Veiligheid en Naleving bij de gemeente Helmond. Het is de combinatie van deze twee domeinen waar zij gevoel bij heeft. Een samenkomen van preventie en repressie, precies het snijvlak waar het om draait bij het programma Preventie met Gezag. Sytske is vanuit haar rol ambtelijk opdrachtgever van dit programma en daarmee ook voorzitter van de stuurgroep.

Bijna 2,5 jaar geleden startte Sytske als manager Veiligheid bij de gemeente Helmond. Vanuit deze rol was ze al vanaf het begin betrokken bij de opzet van het programma Preventie met Gezag. “Dat heb ik samen met Marieke mogen doen,” vertelt Sytske. “En wat een mooi proces! Niet alleen vanwege het resultaat (de toekenning van de middelen) maar vooral ook omdat we vanaf het begin volop hebben ingezet op samenwerking en draagvlak, en al snel de stap hebben gezet naar concrete planvorming. Want uiteindelijk bepaalt de uitvoering straks het resultaat.”

 En zo koos het programmateam ervoor om ondanks de zomerperiode meteen het integrale proces op te starten. “Dat betekende dat sommige partners aan het zwembad in Italië hebben meegeschreven aan onze aanvraag bij het Ministerie van Justitie en Veiligheid. Dat zegt heel veel over de betrokkenheid.”

De breed gedragen aanvraag zorgde er ook voor dat er al veel samenwerkingsrelaties in de stad zijn ontstaan of versterkt. “Dat helpt ons enorm nu de we stap zetten naar de uitvoering. In hoog tempo hebben we met elkaar de grote contouren uit kunnen uitwerken.”

En een van de belangrijkste aspecten uit deze contouren zijn de jeugdnetwerken op scholen.

Sytske: “De jeugdnetwerken gaan we op vier scholen neerzetten. Partners gaan elkaar daar ontmoeten en met elkaar werken zodat zij in een vroeg stadium signalen delen over jongeren waar zij zich zorgen over maken. Ik geloof echt in deze aanpak, omdat we hiermee teruggaan naar de vindplaats van de doelgroep. Dat is de kracht. We hebben niet eerst de doelgroep gedetailleerd in kaart gebracht, gekeken naar criteria en daarop een analyse gedraaid. Nee, dat kost te veel tijd. Wij gaan het gewoon doen en van daaruit ontwikkelen we de aanpak verder en leren we met elkaar. Vanaf de plek waar we jongeren zien en spreken.”

Naast deze netwerken is de aanpak van twee andere factoren essentieel in het programma.

 “Voor ons staat de schuldenproblematiek en het schoolverzuim bovenaan de lijst. Deze twee criminogene factoren zijn mogelijk voorspellende waarden die mede kunnen bepalen of een jongere linksaf of rechtsaf slaat. Zo willen jongeren meedoen in de samenleving. Ze worden overspoeld met online berichten over de nieuwste iPhones of de laatste nieuwe sneakers. Wanneer ze uit een gezin komen waar niet veel te besteden is, kan het verleidelijk zijn al op jonge leeftijd te kopen op krediet. Dat wordt tegenwoordig ook steeds makkelijker en zo bouwen ze flinke schulden op. Hiermee willen we ze helpen. Dat betekent niet dat we zo maar de rekening gaan betalen. We gaan ze helpen met hun schulden, waarbij ze begeleiding accepteren om ze breder te ondersteunen en in ruil voor een maatschappelijke tegenprestatie. Die relatie willen we nadrukkelijk meenemen in de schuldenaanpak.
Ook het aantal thuiszitters is flink aan het toenemen. Jongeren die niet op school zitten, maar ook niet werken. Het is een ingrediënt dat vaak leidt tot ellende en narigheid. Want wat ga je dan wel doen? Bij dit fenomeen is het belangrijk dat we er vroegtijdig bij zijn. Hiervoor laten we de traditionele aanpak los. We gaan niet werken volgens de traditionele manier van volgordelijkheid. Dus eerst leerplicht en in het uiterste geval strafrechtelijke vervolging. Nee, we kijken naar het volledige pakket aan instrumenten van alle partners en kijken naar wat er op dat moment écht nodig is en wat werkt. We gaan niet stap voor stap proberen, maar pakken gezamenlijk waar nodig direct door.”

Het zijn deze aspecten uit het programma waar Sytske vol overgave over vertelt.

“Ik ben ook echt trots op deze onderdelen en ben ervan overtuigd dat het gaat werken. Maar we moeten ook realistisch zijn, want de problemen waar jongeren soms mee te maken hebben in onze wijken en buurten zijn stevig. Niet alles is maakbaar en beïnvloedbaar.”

Op dit moment zijn we druk bezig met de voorbereidingen. Dat betekent diverse organisatorische zaken regelen, vacatures vervullen en structuur aanbrengen. Processen afspreken en niet op de laatste plaats: afspraken maken over privacy zodat partners informatie met elkaar kunnen delen.

 “Dat is af en toe taaie kost, maar wel belangrijk om te regelen zodat de collega’s in de uitvoering straks ook goed weten waar ze aan toe zijn. Gelukkig zijn we met elkaar een groep mensen die vooruit wil en er is vertrouwen. Ook de stuurgroep waarin alle kernpartners zijn vertegenwoordigd zit zo in elkaar. En dat is straks een randvoorwaarde voor succes.”

Uitdagingen zijn er natuurlijk ook.

"Dat is niet zo gek. Het is een programma van preventie én van gezag. Hoe verhoudt zich dat tot elkaar? Dat is in de verhoudingen tussen alle deelnemende partijen wel spannend. Maar juist dit spanningsveld maakt het interessant.”

Maar hoe houd je elkaar nou in positie? Hoe versterk je elkaar in het doel dat je wilt bereiken? En dat in belang van de jongere?

“We moeten elkaar verder leren kennen en weten waar we vandaan komen. Het Openbaar Ministerie en een school kijken met een heel andere blik naar een casus. Daar zit een hele wereld achter! Je moet nieuwsgierig zijn om elkaar in dit proces te begrijpen en om te zien wat je met elkaar kunt bereiken om het gemeenschappelijke doel te halen. Ik hoop dat we met dit programma de samenwerkingsallianties in de volle breedte versterken. Het is daarmee een prachtige hefboom voor andere uitdagingen,” aldus Sytske.

Uw Reactie
Uw Reactie