- Stad
- Nieuwbouw Jan van Brabant College
Nieuwbouw Jan van Brabant College
Om het Jan van Brabant college, locatie Molenstraat, toekomstbestendig te maken is nieuwbouw nodig. De nieuwe school komt op de Cacaokade. Deze locatie bleek na onderzoek het beste qua bereikbaarheid, inpasbaarheid en haalbaarheid.
Vervangende nieuwbouw
De gemeente is verantwoordelijk voor goede onderwijsgebouwen en dus ook voor de kosten van nieuwbouw en uitbreiding van schoolgebouwen. In april 2021 heeft de gemeenteraad ingestemd met vervangende nieuwbouw voor het Jan van Brabant College, locatie Molenstraat. En hiervoor krediet beschikbaar gesteld. Daarnaast heeft de gemeenteraad de opdracht gegeven om een goede locatie voor nieuwbouw te zoeken.
Randvoorwaarden voor de locatiekeuze waren dat het moet gaan om grond die in eigendom van de gemeente is, dat de locatie dicht bij een sportvoorziening moet liggen en dat rekening wordt gehouden met de spreiding van de middelbare scholen en de ontwikkelplannen van de stad.
Locatiekeuze
In totaal zijn er 8 locaties onderzocht, waarvan er vervolgens 2 als kansrijk zijn benoemd: Cacaokade en Suytknoop. Van deze beide locaties is onderzocht of zij ook echt voldoen aan de gestelde voorwaarden. Het onderzoek richtte zich op bestemmingsplan, milieu, verkeer en stedenbouwkundige visualisatie.
Het haalbaarheidsonderzoek wijst uit dat de locatie Cacaokade de beste optie voor het Jan van Brabant College is. De locatie Cacaokade voldoet aan het richtinggevend kader dat de raad in april 2021 heeft vastgesteld. Het perceel is in eigendom van de gemeente Helmond. De locatie ligt op loop- en fietsafstand van de sportvoorziening van Fletcher waar de school al gebruik van maakt. De spreiding van de middelbare scholen in Helmond blijft behouden. En ook de afgesproken planning – oplevering van de nieuwbouw in 2027 – is op deze locatie haalbaar, aangezien de school rechtstreeks past binnen het bestemmingsplan.
Op onderstaande afbeelding kunt u de locatie zien:
Hoe nu verder?
In 2021 heeft de gemeenteraad krediet beschikbaar gesteld voor de nieuwbouw van het Jan van Brabant College. Het haalbaarheidsonderzoek laat zien dat dit krediet niet meer toereikend is. De bouwkosten zijn de afgelopen jaren gestegen. Daarnaast zal er door de groeiambities van Helmond een grotere school gebouwd moeten worden. Ook is het van belang om aandacht voor de leefbaarheid en de kwaliteit van de openbare ruimte te hebben; zo zijn de aanleg van (fiets)parkeervoorzieningen en de aanpassing van de verkeerssituatie onmisbaar.
Ontwerp van de school
Het Jan van Brabantcollege heeft een architect gekozen. De architect is bezig met het ontwerp van de school. In het ontwerp moet onder andere een fietsenstalling komen die onder het gebouw komt. Daar kunnen straks de leerlingen en docenten van de school en medewerkers en huurders van de Cacaofabriek hun fiets stallen.
Ontwerp buitenruimte en verkeerssituatie
De school is dus aan de slag met het ontwerp. Daarnaast gaan wij als gemeente verder met het ontwerp van de buitenruimte en het aanpassen van de verkeerssituatie. Het gehele gebied wordt opnieuw ingericht met voldoende parkeerplaatsen voor de Cacaofabriek, de school en bezoekers van Waterburcht 7. Over de precieze inrichting kan meegedacht worden door wijkbewoners en andere betrokkenen.
Uit onderzoek is gebleken dat er veel geld nodig is om de gebouwen aan de Molenstraat op te knappen, te verduurzamen én aan te passen aan het onderwijskundig concept van de school.
Bij onderwijsgebouwen is het schoolbestuur juridisch eigenaar en de gemeente is economisch eigenaar. De gebouwen komen na einde gebruik weer terug naar de gemeente. De gemeente zal binnen de Visie van het Stationskwartier gaan bekijken hoe het gebouw aan de Molenstraat gebruikt gaat worden. Het is nog niet bekend wanneer de planvorming hiervoor zal starten.
Nader onderzoek heeft uitgewezen dat een school niet rechtstreeks binnen het bestemmingsplan Suytkade past. Het is noodzakelijk om een Besluit hogere geluidswaarde vast te stellen. Wanneer er een school bij komt (een geluidsgevoelig object) worden bedrijven op Hoogeind beperkt in hun wettelijke uitbreidingsmogelijkheden. De kans op planschadeclaims is reëel en de (financiële) impact is groot.
Bovendien zijn er grote verkeersaanpassingen nodig om te zorgen voor veilige fietsroutes van en naar school. Deze aanpassingen bestaan uit het verbreden van bestaande fietspaden, het aanleggen van nieuwe fietspaden en de aanleg van een nieuwe brug. Dit zijn dure maatregelen die alleen noodzakelijk zijn voor de school.
De leerlingen van het Jan van Brabant college maken nu gebruik van de sporthal van Fletcher. Dat zullen ze ook na de verhuizing blijven doen. Daarnaast wil de school gebruikmaken van de buitensportvelden van HVV. HVV staat hier positief tegenover.
Bij de bouw van de school kunnen bezoekers parkeren bij de Cacaofabriek. Uiteraard is er bij bouwwerkzaamheden altijd enige overlast, maar die worden in overleg met de aannemer en omwonenden tot een minimum beperkt.
Een deel van het parkeerterrein bij de Cacaofabriek is tijdelijk. In het bestemmingsplan Suytkade is altijd al een gebouw gepland. Door de crisis in de periode 2007-2013 is de keuze gemaakt om het gebied niet met hekken af te zetten, maar tijdelijk als parkeerterrein in te richten.
Bij de ontwikkeling van de school zal het gehele gebied opnieuw ingericht worden. Dat betekent ook het opnieuw verdelen van parkeerplaatsen. Er worden voldoende parkeerplaatsen aangelegd voor De Cacaofabriek, Jan van Brabant en bezoekers van Waterburcht 7- De Cavaliere.
Daarnaast onderzoekt de gemeente of er een parkeerhub bij het centrum kan komen. Een parkeerhub is niet alleen een parkeerplaats, maar een punt waar u kunt overstappen op andere vervoerswijzen.
Bij de school komt een halfverdiepte fietsenstalling die toegankelijk is voor de school én De Cacaofabriek. Het autoparkeren voor De Cacaofabriek, de school en bezoekers van Waterburcht 7 – De Cavaliere vindt op het maaiveld plaats. Echter, bij de planontwikkeling van de school wordt onderzocht hoe de mobiliteitsovergang vanuit de Mobiliteitsvisie verwerkt kan worden. Hierbij zal ook gezocht worden naar een geschikte locatie voor een parkeergarage in de buurt van de locatie, passend in de Visie Stationskwartier.
Ja, op basis van de mobiliteitsvisie wordt er in het Centrum (waaronder Suytkade en Annawijk) betaald parkeren ingevoerd. Het college van B&W zal hierover een besluit moeten nemen. De invoering van betaald parkeren is ook altijd het uitgangspunt geweest in het bestemmingsplan Suytkade. De exacte uitwerking van betaald parkeren volgt in de planvorming.
Bij de uitwerking van betaald parkeren wordt goed rekening gehouden met de belangen van bewoners. Zo heeft de gemeente afgelopen jaar al een binnenterrein aangekocht om eventueel als parkeerruimte te kunnen inrichten. En kan er ook gedacht worden aan specifieke (financiële) afspraken over bijvoorbeeld parkeervergunningen.
De Engelseweg wordt aangepast zodat er meer opstelruimte is voor fietsers voor het stoplicht. Ook zal de doorstroming verbeterd worden. Bij de planontwikkeling wordt dit verder onderzocht en uitgewerkt tot een ontwerp dat ook bijdraagt en aansluit bij de Mobiliteitsvisie en de Visie Stationskwartier. Bij voorkeur worden de maatregelen genomen vóór opening van de school.
Binnen de wet op het voortgezet onderwijs (wvo) zijn er verschillende rollen en budgetten. De gemeente is (financieel) verantwoordelijk voor goede huisvesting. Dat betekent dat de gemeente aan zet is voor de bouw van nieuwe scholen, maar ook voor de vervanging van scholen als dat nodig is. De school is wettelijk als bouwheer aangemerkt. Dat betekent dat de school binnen de vast te stellen kaders (financieel en ruimtelijk) zelf het schoolgebouw mag laten bouwen. Na de bouw is de school verantwoordelijk voor het dagelijks en geplande onderhoud. De gemeente ontvangt jaarlijks vanuit het Rijk een bedrag waaruit het geld vooruitbreiding of (vervangende) nieuwbouw moet worden betaald. De school ontvangt vanuit het Rijk een bedrag voor het onderhoud. De bedragen vanuit het Rijk worden bepaald op basis van het aantal inwoners van de gemeente en de leerlingen van de school.
Of het budget voldoende is, blijft moeilijk te zeggen. De huidige markt is onzeker. Maar het budget is op basis van standaardkosten en ervaringscijfers tot stand gekomen en gecheckt bij adviseurs die niet voor de gemeente werken. De werkelijke kosten zijn pas bekend na planontwikkeling, ontwerp en aanbesteding. Met de kennis en informatie die op dit moment beschikbaar zijn, zal het gevraagde budget genoeg zijn.
Met Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs (OMO) is jaren geleden (2000) een doordecentralisatie overeenkomst gesloten. Daarmee wordt de school zelf verantwoordelijk voor nieuwbouw. Ze ontvangen het voor hun bestemde geld voor huisvesting zelf. Ook worden de scholen dan eigenaar van hun eigen gebouwen. Op deze manier kunnen ze ook zelf de bouw van een nieuwe school realiseren. Zoals OMO heeft gedaan met het Dr. Knippenbergcollege en de Praktijkschool Helmond.
Met het Jan van Brabant is deze overeenkomst nog niet gesloten. Eerder heeft het college besloten om het Jan van Brabant als onderdeel van de Onderwijsgroep Oost Brabant (OOB) door te decentraliseren om een gelijk speelveld voor het voortgezet onderwijs te creëren. Het college heeft hierbij wel de voorwaarde gesteld dat het voor de gemeente kostenneutraal is. De overige voorwaarden zijn in een gezamenlijke intentienotitie vastgelegd.
In de overeenkomst moeten een aantal zaken worden vastgelegd die pas kunnen worden bepaald nadat meer duidelijkheid is over de opgave en de verdeling van kosten en verantwoordelijkheden. In overleg met Jan van Brabant college is daarom besloten om de doordecentralisatie-overeenkomst uit te stellen tot besluitvorming over de locatie en het krediet van de nieuwbouw Molenstraat. Daarna kan onderzocht worden of aan de gezamenlijke intenties en voorwaarden van doordecentralisatie voldaan kan worden.
Bij de begrotingsbehandeling op 7 november wordt de gemeenteraad gevraagd om in te stemmen met een aanvullend bedrag om de nieuwbouw te betalen. De raadscommissie wordt daar op 3 oktober verder over ingelicht. Na instemming van de raad, start in 2024 de planvorming. In 2025 moet de bouw van de school starten om te zorgen dat opening in 2027 plaatsvindt.
Voordat het gebouw kan worden gemaakt, wordt er een ontwerp gemaakt. Dit ontwerp wordt door de bouwkundigen vanuit het schoolbestuur en de gemeente getoetst voordat een bouwvergunning wordt aangevraagd. Daarnaast moet er een aanbestedingsprocedure worden doorlopen om de meest geschikte bouwpartij(en) te kiezen. Pas daarna kan de bouw starten. De verwachting dat 2024 volledig nodig is om dit proces te doorlopen. Er is wens om in 2025 te starten met de bouw. Oplevering is gepland in 2027.
Conform de wet op het voortgezet onderwijs is de school bouwheer. Dat betekent dat zij het ontwerp en bouw van het nieuwe schoolgebouw bepalen. In welke mate en op welke manier de school een participatieproject wil voeren is op dit moment niet bekend.
Wat betreft de openbare buitenruimte (ruimte om de school heen) worden omwonenden en andere betrokkenen wel betrokken. Het proces daarvoor moet nog opgestart worden.
De tijdige aansluiting Enexis in 2027 is onzeker (netcongestie). In afwachting van het congestiemanagement-onderzoek kunnen er in Helmond geen zware aansluitingen op het energienetwerk worden aangevraagd. De resultaten van het onderzoek laten nog op zich wachten. Voor alle grote projecten in Helmond is het daarom op dit moment lastig om aan te geven of er op tijd een aansluiting kan worden gedaan. De verwachting is wel dat er binnen enkele maanden een richtlijn verschijnt die de prioritering van projecten aangeeft. Maatschappelijke opgaves, waaronder onderwijs, zullen naar verwachting voorrang krijgen. Voor het Jan van Brabant is het belangrijk om zo snel mogelijk na besluitvorming over de locatie en de grootte een principe-aanvraag in te dienen bij de netbeheerder.