Maaien
In Helmond worden grasvelden in de openbare ruimte op verschillende momenten in het jaar gemaaid tussen maart en oktober. Hoe we het gras onderhouden verschilt per locatie. Op deze pagina leest u meer over de verschillende typen onderhoud.
Natuurvriendelijk maaibeheer
In Helmond hebben we ruim 560 hectare wegbermen, bloemenweides en gazons. Sinds enkele jaren werken we stap voor stap toe naar meer bloemrijke bermen en bloemenweides, binnen en buiten de bebouwde kom. Dit houdt in dat we het gras op die plekken maximaal 3 keer per jaar maaien. Hierdoor wordt het gras langer en krijgen wilde bloemen en kruiden meer kans zich te ontwikkelen. Bijen, vlinders en andere insecten komen daarop af. En zij zijn onmisbaar voor de natuur en biodiversiteit.
Insecten zoals sluipwespen zijn bijvoorbeeld de natuurlijke vijanden van de eikenprocessierups. Een goede leefomgeving en biodiversiteit helpt dus mee om overlast van de eikenprocessierups te verminderen. Ook ontstaat er door minder te maaien meer variatie aan natuur in Helmond. En zo is er dus het hele jaar meer te beleven!
Verkeersveiligheid
Bermen horen bij de weg en hebben dus in de eerste plaats een verkeersfunctie. Het zijn uitwijkplaatsen in geval van nood. En voor de veiligheid is het belangrijk dat je er overheen kunt kijken. Daarom maaien we uitzichthoeken vaker.
Gazons
In de stad liggen veel gazons die ongeveer 20 keer per jaar worden gemaaid. Op gazons kan gespeeld en gesport worden. En dat willen we graag zo houden! Alleen zijn er ook gazons die daarvoor ongeschikt zijn, te groot, of onaantrekkelijk.
Daarom bekijken we ook of we in gazons meer variatie kunnen laten ontstaan. Dit kan bijvoorbeeld door (delen) minder vaak te maaien. Of door het planten van bloembollen en het inzaaien van wilde bloemen. En wist u dat dat ook helpt tegen de toenemende hitte in de stad door klimaatverandering? Bloemenweides warmen namelijk veel minder op dan gazons.
Hondenterreinen
Het onderhoud van hondenuitlaat- en loslaatstroken stemmen we af op de locatie en het gebruik. De meeste stroken laten we 1 keer per 2 weken maaien en reinigen, sommige stroken vaker. Hierbij wordt het maaisel altijd opgezogen en afgevoerd. Rondom obstakels, zoals bordjes, palen en bomen in de uitlaat- en loslaatstroken, maaien we 7 keer per jaar vanaf half april. En ook dit maaisel wordt afgevoerd. Zo houden we hondenterreinen zo goed mogelijk bruikbaar, schoon en vrij van grasaren. Ondanks onze inspanningen kunnen we echter geen grasaren-vrije openbare ruimte garanderen, ook niet bij hondenvoorzieningen.
In Helmond hebben we ruim 560 hectare wegbermen, bloemenweides en gazons. Dat is meer dan de Stiphoutse bossen, de Warande, de Bundertjes en Groot goor bij elkaar! De bermen, bloemenweides en gazons liggen als een netwerk verspreid door de hele gemeente. Zo vormen ze voor verschillende dieren de belangrijkste verbindingsroute tussen natuurgebieden.
Planten en dieren kunnen niet zonder elkaar bestaan. En ook wij hebben ze nodig: wereldwijd is ongeveer 70% van ons voedsel zoals groenten en fruit afhankelijk van de bestuiving door insecten. Als dit systeem verstoord raakt, ontstaan grote problemen op het gebied van voedsel. En ook als het gaat om plagen, ziekten, het klimaat en grondstoffen. Hoe meer soorten planten en dieren, hoe sterker en veerkrachtiger de natuur. En dat is weer goed voor ons allemaal.
Grasvelden zijn niet allemaal hetzelfde. Ze kunnen droog, vochtig of nat zijn, breed, smal en in de schaduw of in de zon liggen. Bovendien verschilt de bodem van plek tot plek: bijvoorbeeld zand of veen of gemengd met puin. Door die verschillen ontstaan verschillende combinaties van planten. En daar komen verschillende dieren op af. Bermen zijn daarom belangrijk voor de biodiversiteit. Per locatie bekijken we daarom hoe we de biodiversiteit kunnen vergroten. Hierop stemmen we het maaibeheer af.
Bermen die tot vorig jaar 6 keer per jaar werden gemaaid maaien we nu minder vaak. Bijvoorbeeld langs de Heeklaan, de Engelseweg en de Vossenbeemd. Deze bermen maaien we in 2022 3 keer in de periode van juni tot oktober. Het maaisel voeren we af. Daardoor wordt de berm minder voedselrijk. En hoe minder voedselrijk de berm, hoe minder ruigte ontstaat en hoe meer verschillende bloemen. We houden dus goed in de gaten hoe de vegetatie zich ontwikkelt en stemmen het beheer daar jaarlijks op af.
Door verschil in het tijdstip van maaien en het aantal maaibeurten ontstaat meer variatie in de natuur. Daarom kiezen we soms voor gefaseerd maaien. Daarbij blijft een deel van de vegetatie ( ongeveer 20%) staan. Een volgende maaibeurt, wordt dat deel juist wel gemaaid en blijft een ander deel staan. Zo hoeven vogels, insecten en andere dieren niet massaal te vluchten als er wordt gemaaid. Een deel van hun leefruimte blijft zo in stand. En een deel van de bloemen blijft ook staan. Zo kunnen de insecten langer nectar vinden en overleven. Ook voor mensen is er meer te beleven.
Dit kan alleen op grotere (natuur)terreinen, waar verkeer geen belemmering vormt. Bijvoorbeeld langs de Goorloop en in de ecozone van Brandevoort.
In bermen, bloemenweides en gazons maaien we rondom bomen minder vaak, 1 a 2 keer per jaar. Dit doen we om beschadiging van de boom te voorkomen.
Het maaisel blijft na het maaien soms enkele dagen liggen. Zo kunnen dieren ontsnappen. En de zaden kunnen op de grond kunnen vallen. Daarna wordt het hooi afgevoerd.
Grasaren (Hordeum murinum), ook wel kruipertje genoemd, komen van nature voor op zandige grond. Hieraan groeien vanaf medio mei de kenmerkende halmen. De grasaren staan overal in Helmond, op allerlei plekken in de openbare ruimte: bijvoorbeeld op speelplekken, in plantsoenen en bermen, tussen tegels en muren. De weerhaakjes aan de zaden van de grasaren maken het mogelijk dat de zaden naar voren of in de huid kruipen. En dit kan nare gevolgen voor huisdieren hebben en hoge rekeningen van dierenartsen. We weten dat grasaren deze problemen kunnen veroorzaken. Daarom houden we hondenuitlaat- en loslaatstroken zo goed mogelijk vrij van grasaren. Het is echter onmogelijk in de hele openbare ruimte grasaren te verwijderen.